N° 33.
12Te Jaargang,
1884.
Vrijdag
8 Februari.
Graaf Lorenzo.
Middelburg 7 Februari.
FEUILLETON.
Inhoud Tijdschriften.
Dit blad verschijnt, dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gents
Advertentiën* 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
Bo ma 11 van Ursula v. Manteuffel.
MIDDELBIRGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Niedwenhoijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
In ons vorig nommer namen wij, met opzet
zonder eenige bijvoeging, uit het Band. de toe
spraak over, door den vice-president der recht
bank te Utrecht gehouden na het uitspreken
van het vonnis in zake het gebeurde op het
Munster kerkhof. Wij hoopten dat die toespraak
zou blijken onjuist weergegeven te zijn, ja
zelfs wij namen de mogelijkheid aan dat zij
een hatelijke fictie was. Doch niets wettigt
dit laatste vermoeden vermoedens wijken voor
de waarheid; en het feit dat zoodanige toe
spraak gehouden is, laat zich niet te niet doen
door de bewering een voorzittend rechter in
Nederland Aan zulk een toespraak tot veroor
deelden niet gericht hebben. De vice-president
heeft na voorlezing van het vonnis in zeer
krasse bewoordingen tegen zekere dagbladen
een philippica gehouden leedwezen uitgespro
ken dat de „beeren" niet geheel van schuld
vrij gepleit zijn kunnen worden, en in toos-
tentaal hulde gebracht aan de Utrechtsche
universiteit en het Utrechtsch studentencorps.
De voorzitter was o. i, tot het eerste niet
bevoegd, tot het tweede allerminst geroepen,
en bij het derde stellig buiten de orde.
Gaarne nemen wij aan dat de rechtbank
„met eerlijkheid, nauwgezetheid en onzijdig
heid zonder aanzien van personen" het vonnis
heeft opgemaakt. Doch heeft de vice-president
niet den schijn doen ontstaan alsof hij voor
zich, althans hij de uitspraak, het oog heeft
gehad op den maatschappelijken stand der
veroordeelden
Gewoonlijk wordt den veroordeelde na het
uitspreken van het vonnis toegevoegd„ge
kunt nu gaandoch deze veroordeelden wer
den als „heeren" aangesproken, gecondoleerd
met hun veroordeeling, en gevleid met de hoop
dat de „vlek", die de rechtbank thans op hen
werpt, wel zal worden uitgewischt.
Strekt zoodanige handelwijze om de over
tuiging levendig te maken en te voeden van
de onpartijdigheid, „dat dierbaarst kleinood"
van den Nederlandschen rechter?
Betaamt het „braven en eerlijken rechter
lijken ambtenaren" van den voorzitterstoel „diepe
verachting" uit te spreken over een „gebrand
merkt blad" dat „in het kleed van vroomheid
gehuld" zich over deze zaak heeft uitgelaten op
een wijze welke dien rechter niet aanstond
Wij weten niet of dit geval zal gebruikt
worden tot „verwaarloozing van de waardig-
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Aan tafel zat zij tusscheD dezen en den erfprins
schuins tegenover Thurna, die de cavalier der
erfprinses was. De hertog at zóo smakelijk, dat
hij geen tijd had om te praten, maar de erfprins
sprak zoo druk met Eveline, zoodat zij weinig op
Thurna kon letten, die met een onverschilligheid
langs haar heen keek, welke bijzonder kalmeerend
op haar werkte. Zij kon lachen en praten alsof
haar niets deerde, ofschoon haar hoofd gloeide en
haar hart hevig bonsde. De erfprins schreef die
schijnbare luchthartigheid aan de veranderde
huiselijke omstandigheden toe en de bljjdschap,
die hij daardoor ondervond, deed hem zijn aange
boren schuchterheid overwinnen en op den ouden
vertrouweljjken voet met haar spreken.
„Hebt gij ooit een schooner vrouw gezien
dan de gastvrouw vroeg een der kamerheeren
aan zijn buurman.
Schoon ja - - maar vreerad. Zij ziet er
uit als een slaapwandelaarster."
Er lag een prachtig rozenbouquet naast haar
bord, maar zij had het niet opgemerktde erf
prins nam het op om het te bewonderen en eerst
beid van het rechtersambt"doch wij voor ons
voeden hieromtrent geen twijfel. Wij vertrou
wen te verwachten dat de minister van justitie
in de gelegenheid zal worden gesteld aan de
vertegenwoordiging mededeeling te doen van
de stappen, die door den minister of de aan
gewezen rechterlijke autoriteit zijn gedaan om
herhaling van zoodanige toespraken te voor
komen.
De heer L. Stevens, 7 November 1878 voor het
gerechtshof te Amsterdam als advocaat en procu
reur beëedigd, vestigde zich vervolgens te Sas van
Gent en moest voor de arrondissements rechtbank
te Middelburg op nieuw den eed als advocaat
afleggen en ten tweede male registratierecht voor
de akte van eedsaflegging betalen. Hij wendde
zich tot den minister van financiën, met het ver
zoek om restitutie van de laatst betaalde registra
tierechten. De minister wees dit verzoek evenwel
van de hand, overwegende dat de beëediging te
Amsterdam slechts voldeed om binnen den kring
van het hof aldaar het advocaatschap uit te oefenen,
dat alzoo de tweede beëediging noodig was pour
entrer en fonctions op adressants nieuwe plaats
van vestiging en het recht van registratie alzoo
terecht was geheven.
De heer Stevens deelt thans aan het W. v. h. R.
mede, dat het doel van zijn verzoekschrift minder
was teruggave van de registratiegelden, dan wel
om de aandacht te vestigen op dit punt der nog
onopgeloste eedsquaestie hij acht het boven twijfel,
dat een advocaat bij verandering van woonplaats
niet op nieuw denzelfden eed behoeft af te leggen.
De redactie van het Weekbl. deelt die meening
geheel en al en noemt bovendien 's ministers
beschikking »een handeling in lijnrechten strijd
met de verzekering van den tegenwoordigen mi
nister vaD justitie, dat het in de bedoeling dezer
regeering ligt in geen geval de eeden noodeloos
te vermenigvuldigen."
Wij lezen in de VI. Ct. het volgende
Met genoegen vernemen wij van betrouwbare
zijde, dat door hooger bestuur alsnog pogingen
in het werk gesteld worden om den heer A. Smit
op zijn gevraagd eervol ontslag als burgemeester
van Vlissingen, te doen terugkomen.
Van harte hopen wij, zegt het blad en wij
vereenigen ons daarmee geheel, dat deze pogingen
met een voor Vlissingen gunstigen uitslag mogen
bekroond worden en wij alzoo nog geruimen tijd
in den heer A. Smit den man zullen mogeD
begroeten, die als burgemeester zijne beste krachten
blijft wijden aan de bevordering van den bloei
en het welvaren der stad, die nu, meer dan ooit,
behoefte heeft aan eene leiding als die, welke in
de laatste jaren haar eene belangrijke schrede deed
doen op den weg van wezenlijken vooruitgang.
Naar men ons meldt moet er aan den polder
de Breede watering bewesten Yerseke, tusschen de
Wemeldingsche en de Kattendijksche sluis, eene
toen zag zij dat het bestond uit drie donkerroode
en drie bijna zwarte, fluweelachtige rozen, met
een blauw lint saamgebonden. Eensklaps kreeg
zij een pijnlijk gevoel bij bet zien dier twee
vereenigde kleuren; zij greep haastig naar het
bouquet, waardoor een der knoppen afbrak en op
den grond viel. De erfprins raapte haar op en
stak haar in zijn knoopsgatdoch op datzelfde
oogenblik trof een toornige blik van Thurna haar
als een pijl. Zij schrikte, doch wendde zich af en
hervatte het gesprek met haar neef.
Na een poos zei zij luchtig
„Hendrik, geef mij als 't u blieft die roo
terug
Waarom
Ach ik wilde het gaarne."
Hij voldeed zwijgend aan haar verzoek. Het
was alsof er nooit een einde aan dat diner zou
komen maar eindelijk geleidde de hertog haar
naar het salon, waar de heeren diep voor haar
bogen ook Thurna, die daarna onder de menigte
verdweenzij hoorde zijn stem, maar hij naderde
haar niet meer en met ontzetting bespeurde zij
dat die koele onverschilligheid haar ondragelijk
werd. En zoo moest zij nog twee dagen gefolterd
wordenZij zou hebben willen bidden en moest
over de nieuwste operette praten en lachen.
Terwijl zij de juweelen der hertogin bewondert
en het koffiekopje van een der prinsessen aan
neemt, zegt zij tot zich zelve: „gij hebt hem lief"
en herhaalt die woorden onophoudelijk, terwijl zij
aan een der hofdames het recept van een gele1
oeverafschuiving hebben plaats gehad, waarvan
de lengte nog niet met zekerheid valt op te
geven.
Door het laag afgaande water worden de werk
zaamheden aan het hulp-stoomgemaal in dien
polder met spoed voortgezet, zoodat het tijdstip
van het in werking treden daarvan aanmerkelijk
vervroegd zal kunnen worden. De machinerieën
zijn in orde en de buizen gelegd, zoodat nu
buitendijks alleen het stortebed nog moet worden
afgemaakt.
«oes, 7 Febr. Tot dusverre voorzag de
zangschool, opgericht door de afd. der maatschappij
Toonkunst, in de behoefte aan opzettelijk zangon
derwijs voor meer gegoeden het schoolgeld, acht
gulden per jaar, is voor den kleinen burger een
bezwaar. Teneinde nu te voorzien in de behoefte
aan zangonderwijs voor den middelstand, heeft de
heer P. De Jonge Jz., directeur der zangvereeniging
Exelsior, eene zangschool in het leven geroepen,
die dienen kan tot voorbereiding voor de zang
vereeniging, en het schoolgeld 2.50 doet haar
onder ieders bereik vallen. Gisteren avond nu
waren we in de gelegenheid „eene openbare les"
dezer zangschool bij te wonen, en als algemeene
indruk kan gezegd worden, dat de kleinen aller
liefst zongen, en de zangstukjes met oordeel waren
gekozen, zoodat ze onder het bereik vielen van
de kleine zangers. Deze zangcursus voorziet op
uitmuntende wijze in eene bestaande behoefte.
SSorsseïe, 6 Febr. De vergadering van
ingelanden van den nieuwen West-Kraaiertpolder
(gemeente Borssele) benoemde heden tot dijkgraaf
den heer M. De Regt, zulks ter vervanging van
wijlen den heer C. Op 't Hof.
De heer P. A. De Backer, ontvanger der dir.
bel. eqz. te Kloetinge, heeft eervol ontslag uit
die betrekking aangevraagd. (G. Ct.)
Biervliet, 6 Febr. In de raadsvergadering
van gisteren, Dinsdag, is het gekozen raadslid de
heer P. Leenhouts Iz. geïnstalleerd.
Bijna -de geheele zitting was gewijd aan het
vaststellen van het kohier van den hoofdelijken
omslag.
Een ingezeten, die schriftelijk zijn verlangen te
kennen gegeven had om in eene lagere klasse ge
plaatst te worden, is nu lager geplaatst.
Alzoo eene geringe uiting van eigen aangifte.
Berg-en op Kooin 7 Februari. Door de
Coöperatieve ivinkelvereeniging van het district
Bergen op Zoom en omstreken is gedurende het
jaar 1883, bij een omzet van 24,925, een netto
winst gemaakt van 1089.30, waardoor het aan
de leden uit te betalen dividend op 3§ kar
worden gebracht.
De vereeniging telde op den len Januari van
dit jaar 123 leden.
In de Heldersche Courant van 6 Febr. lezen wij
Velerlei geruchten zijn sedert eenige dagen over
mededeelt, welke de hertogin zoo goed bevallen
was.
En hoe moet het nu verder Ja, wat zal er
gebeuren Zal zij door een bliksemstraal getroffen
worden? Zal God zich over haar ontfermen en
haar verpletteren? Neen, zij moest blijven
leven. blijven lijden.
,Line!" roept Tesselhof, kan het beginnen?"
Zjj begrijpt niet wat hjj bedoelt.
»Mijn hemel, Line de tableaux vivants!"
»'tls waar. Ik dacht er niet aan. Ik zal
het mevrouw Van Kendar vragen."
Een half uur later zat het gezelschap op rijen
in de groote zaal. Het gordijn ging open en een
algemeen oweerklonk. Men kon zich geen
liefelijker Gretchen op het Spinnewiel voostellen
dan Keetje Van Kendar. Daarop volgden tafereelen
uit Romeo en Julia, uit de Glocke en Hermann en
Dorothea.
Eveline zat op de voorste rij maar keek zonder
te zien. De hertog was in verrukking prins Karei
vroeg of freule Van Kendar niet nog eens zou
optreden. Edgar gaf een prachtige voorstelling
van Otto den jager." De hertogin zette haar
lorgnet opde hertog vroeg wie die drommels
knappe jongen was; zijn naam ging van mond
tot mond en verhoogde de belangstelling. Edgar
bloosde ondanks zijn onbewegelijkheid.
Zoodra hij achter de schermen trad wierp hij
zijn boog weg en riep
Afschuwelijk Ik word van mijn leven geen
tooneelspeler
de haven van IJmuiden in omloop en voor de
voorhaven van Amsterdam niet zeer bemoedigend.
Gelijk wij in een vorig nommer reeds meldden,
had de Engelsche bark Gylie in het vaarwater
verscheidene malen achtereen gestooten, tengevolge
waarvan dat schip zwaar lek werdthans spreekt
men van een omvangrijke zandbank, die zich
vóór de pieren zou hebben gevormd, en van
kolossale ondiepten, die in het vaarwater zijn
waargenomen. Een sprekend feit is het dan ook>
dat de mailboot Prins Alexander van de maat
schappij Nederland, de vorige week van Amster
dam naar Java vertrokken, ongeveer twee uren
te IJmuiden op hoog water heeft moeten wachten,
alvorens zee te kunnen kiezen.
En dat dit ongeval thans dubbel bezwarend is,
nu het aanhoudend stormachtig weer geen gele
genheid geeft geregeld te baggeren, ligt voor de
hand.
Opmerkelijk is het, welk een hardnekkig stil
zwijgen de verschillende Amsterdamsche bladen
hieromtrent bewaren en hoe zij zelfs van het
vertraagd vertrek der Prins Alexander hoege
naamd niets meldden.
De minister van koloniën a. i. maakt voorloopig
bekend, dat in den loop van dit jaar twee jon
gelieden in opleiding zullen worden genomen voor
den dienst bij het boschwezen 'in Nederlandsch-
Indië, op de voorwaarden, vermeld in de Nederl.
Staatscourant van 29 Juni 1881, n° 151.
In de maand Juli a. zal nader worden bekend
gemaakt wanneer de gegadigden zich kunnen
aanmelden voor het vergelijkend examen in die
Staatscourant omschreven.
Het Vaderland verneemt dat het waarborgka
pitaal voor den spoorweg RotterdamMunster
dezer dagen te gelde is gemaakt en de opbrengst
van dien verkoop in 's rijks schatkist is gestort.
De Globe voor Februari bevatde rassen van
Europeesch Rusland het tegenwoordige Florence
een Hongaarsch dichter; de telephoon in België;
een Engelsche rechtbank op Cyprus; het nieuwe
museum van natuurlijke historie te Londen.
De Indische Gids voor Februari bevat o. a.:
Moederlandsche financieele beschouwingen en In
dische belangen, een overzicht der verschillende
financieele vlugschriften, door dr Th. Ch. L. Wijn
malen de positie van de ambtenaren bij het
binnenlandsch bestuur op de buitenbezittingen,
door S.De achteruitgang der Indische paarden
rassen, door G. W. Couperus Varia, o. a. over
den nieuwen minister van koloniën en gouverneur-
generaal correspondentie koloniale literatuur
Madagascar, door J. L. F. Schneiderwetenschap
en industriede Tengkawang, door H. P. A.
Bakkerschetsen uit het volksleven van Nederl.
Oost-Indië, door R. Van Eek, (het Kakianverbond
op Ceram); Ma Maridjah, door Sally, Vervolg
en Slot.)
Keetje trok haar neusje op en zei
j-Hoe zou zoo'n onhandige jongen, die een
kleur krijgt omdat een levende hertog hem aanziet,
ooit tooneelspeler kunnen worden
Gij bloost natuurlijk al lang niet meer,"
was het gekrenkt antwoord.
Mevrouw Van Kendar dreef hen uit elkaar en
zond Leonore, Ilse en nog een paar kinderen op het
tooneel, ten einde een aandoenlijk tafereel van
Des krijgsmans afscheid voor te stellen. Edgar bleef
echter zoo verstoord kijken dat hij later uitstekend
voldeed als De vertoornde koning.
In één woordhet was een heerlijke avond en
toen iemand aan graaf Thurna, die onbewegelijk
tegen een pilaar geleund stond, vroeg of hij het
geen verrukkelijk feest vond, zei hij
Natuurlijk ik amuseer mij koninklijk
daarop wierp hij het hoofd in den nek, keerde den
vrager den rug toe—, ging zonder verder een blik
op het tooneel te slaan de trap af, en zette zich
op het lage muurtje van het terras neer om een
sigaar te rooken. Eensklaps schrikte hij op van
het kraken der takken boven zjjn hoofd en meteen
gleed een kleine jongen op bloote voeten langs
den boomstam neer en wilde hard wegloopen doch
Thurna greep hem in zijn kraag en hield hem vaat,
»Wat voert ge daar uit
»Ik keek door het raam naar den hertog."
»Bawat is daar aan te zien. Ga naar huis
en leer je les."
»Die ken ik al," jammerde het kind.
»Zoo, dat is braaf. Dat is ten minste meetf