Graaf Lorenzo. MIDDELRURGSCHE COURANT Nationale militie, Gemeente-belastingen. Gemeente-gasfabriek. F E U I L L E T O N. Middelburg 2 Februari. (li BIJVOEaSHL. Maandag 4 Februari 1884. N°. 29. LOTING- Kobier voor de belasting op de Honden over 1883. Roman van Ursula v. Manteuffel. Brieven uit de Hofstad. TAN DE De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op art. 28 en volgende der wet van den 19 Augustus 1861 Staatsblad n° 72)brengen bp deze ter kennis van belanghebbenden dat de loting der in het vorige jaar voor de militie ingeschrevenen, zal plaats hebben op de boven-voorzaal van het raadhuis, Vrijdag den 8 Februari 1884, te begin nen des voormiddags te 10 uren; dat gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats gehad, tegen de wjjze waarop zjj is geschied, bij gedeputeerde staten bezwaren kunnen worden ingebracht door belanghebbende lotelingen, of door hun vader of voogddat de bezwaren moeten worden ingediend door middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekend door hem, die ze inbrengt, welk verzoekschrift bij den burgemeester moet worden overgebracht, tegen bewijs van ontvang; dat op Maandag den 25 Februari 1884, des voormiddags van 10 tot 12 ure, in de boven- achterzaal van het raadhuis zitting zal worden gehoude tot het opmaken van de getuigschrif ten ter bekoming van vrijstelling wegens broe- derdienst of op grond van te zjjn eenige wettige zoon, bedoeld in de 2e en 3e zinsnede van art. 53 der bovengenoemde wet; dat zjj, die op zoodanige vrijstellingen aanspraak maken, op gemelden tijd ten raadhuize zullen moeten verschpnen, vergezeld van twee bp den burgemeester bekende meerder jarige ingezetenen. Middelburg, den 2 Februari 1884. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het tweede suppletoir kohier van de belasting op de honden over het jaar 1883, door den gemeente raad bp zpn besluit van den 30 Januari 1884 is goedgekeurd, en ter invordering aan den gemeente ontvanger uitgereikt. Middelburg, den len Februari 1884. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend 1° dat de prijs, waarvoor van gemeentewege gas zal worden geleverd voor bet jaar 1884, is bepaald op tien cent per stère (kub. meter) 2° dat aan hen, die reeds gedurende het volle jaar 1882 gas gebruikt hebben, bet getal stères, die zp in 1884 meer dan in 1882 zullen gebrui ken, in rekening zal gebracht worden tegen slechts zeven cent per stère (kub. meter); 3° dat aan hen, die eerst het volle jaar 1883 gas gebruikt hebben, het getal stères, die zp in 1884 meer dan in 1883 gebruiken, insgeljjks tegen den prjjs van zeven cents per stère (kub. meter) in rekening zal worden gebracht. 4" dat het tarief van den huurprijs der gas meters, van de kosten der aanvoerbuizen en afsluiters en van het fittersloon, gelpk dit den 22eD December 1880 is vastgesteld, voor dit loo- pende jaar onveranderd blijft. Middelburg, den leB Februari 1884. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ De secretaris, G. N. DE STOPPELA'AR. ZESTIENDE HOOFDSTUK. Hoe heerljjk was dus zulk een uurtje ongestoord samen te zpn Was het te verwonderen dat de aan leiding ertoe de familieraad er geheel door op den achtergrond geraakte Eveline wist er ten minste niets meer van. Zp genoot zoo ten volle van het geluk, dat zp jaren lang ontbeerd had om antwoord te krpgen op honderde vragen en een blik in zjjne gedach- tenwereld te slaan. Hij was zoo veel meer ont wikkeld en zij Ach 1 zp was blijven staan, Yeel van hetgeen hp zei ging haar begrip te boven, maar zp volgde hem, evenals zij zijn vioolspel volgde, aangetrokken door den wensch om hem te begrjjpen. Zooals zjj daar tegenover hem zat herkende hij in haar weer geheel het kind van vroeger, en wederom bekroop hem een bitter berouw. Hoe anders zou alles geworden zijn, indien hp toen niet met jeugdige barschheid een verzoek had afgeslagen, waarmede hjj drie menschen ge lukkig had kunnen maken. Thans wist hjj dat. 1 Februari 1884. Sedert mijn vorig schrjjven is werkelijkheid ge worden wat men in goed onderrichte kringen reeds lang te voren zeer waarschjjnljjk achtte: de heer O. Van Rees is benoemd tot gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië. Met uitzondering dus van de verrassing maakte deze benoeming denzelfden indruk als die van den heer Sprenger Van Eyk tot minister van koloniën, welken ik trachtte weer te geven in mjjnen brief van 4 Januari. Aan den éenen kant ingenomenheid met de voortreffelijke keuze, aan de andere zjjde, ook en wel in de eerste plaats bjj hen, die haar toejuichen, afkeuring van de door de raadslieden der kroon in deze gevolgde gedragslijn. Terecht wordt in het hoofdartikel der Middelburgsche courant van gisteren gezegd, dat men het goede dankbaar kan aanvaarden, van welke zjjde dit ook komt, en dat het alleen zaak bljjft toe te zien, dat men op den ingeslagen weg bljjve voortgaan. Maar toch wordt door dit welwillend geschenk een wantrouwende vrees gewekt, die moeieljjk is te verdrijven. Zoolang een regeering aan hare beginselen, al zijn deze dan ook niet de onze, getrouw bljjft, weet men wat te wachten staat en waaraan men zich te houden heeft, doch indien zjj eenmaal haren natuurlijken weg verlaat en dergelijke ongeëvenaarde zjjsprongen gaat maken als dien zjj den volke nu te bewonderen gaf, ver dwijnt alle zekerheid omtrent de plaats, waar zij te eeniger tjjd zal nederkomen. Een sprong rechts is niet moeieljjker dan een sprong links en wel licht blijkt de matras, waarop men neerkomt, ter rechterzpde zelfs zachter te zijn dan aan den an deren kant en noodt dus van zelf in die richting. Heden een salto mortale door den liberalen hoepel, morgen door den clericalen. Waarom niet? Voor het oog van het tegenwoordig mi nisterie, indien het althans tot nu toe eerljjk zjjn eigen beginselen tot richtsnoer heeft gebruikt, kan de benoeming van den nieuwen gouverneur- generaal niet anders dan verderfelijk schijnen voor de welvaart voor koloniën en moederland. Niet eigen overtuiging maar de wenschen van tegen standers bestuurden derhalve de pen, waarmede de voordracht aan den koning tot die benoeming geschreven werd. Zou het dan zoo onwaarschijn lijk zpn, dat weldra de aantrekkingskracht naar rechts, van de kerkeljjke partjj uitgaande, den minister te sterk bleek om dien te weerstaan en stand te houden En bestaat niet de mogelijk heid, dat de natie eensklaps voor een fait accompli wordt gesteld; zoodat toezien, dat men op den ingeslagen weg bljjve voortgaan, niet baten zal? Men vergete niet, geöefende springers springen vlug, zonder aanloop, zoodat van tegenhouden geen sprake is. Daarom mogen aanhangers eener vooruitstrevende politiekvrp van kerkeljjken dwang, de woorden van Virgilius wel tot de hunne maken timeo Danaös et dona ferentes. En zelfs al bljjven wjj gespaard voor dergelijke afwijkingen van den voor dit kabinet door den natuurlijken loop der dingen afgebakenden weg, het feit op zich zelf, dat aan de regeeringstafel beginselloosheid tot beginsel is verheven, zooals het dezer dagen zoo kernachtig werd uitgedrukt, is al erg genoeg. Alleen gehechtheid aan begin selen, ook in de praktjjk, wekt eerbied en ver trouwen en een regeering, die slechts met wan trouwende oogen door alle partjjen wordt nagegaan, waartoe zjj door eigen daden aanleiding heeft gegeven, kan kwaljjk rekenen op medewerking in hare moeilijke taak, die juist daardoor de heer Heemskerk, die van een zoo zorgzaam en ernstig regeeringsbeleid als van een drukkenden last ge waagde, bedenke dit oneindig zwaarder is geworden. Wij moeten hierbij aanteekenen dat wij door het bovenstaande nog niet bekeerd zijn. Men weet wie de heer Heemskerk is. Hij laat zich ook op koloniaal gebied gemakkelijk sturen. Nu wij het voorrecht hebben een »Gjj hebt mij nooit verteld waarom gij ons toen zoo plotseling verlaten hebt, graaf Thurna." Zjj zag hem guitig, ondeugend aan, zooals men een oud vriend, op wiens vertrouwen men aan spraak maakt, aanziet. Waarom? Ja, waarom?" herhaalde hjj met de hand over het voorhoofd wrjjvende, waardoor al zijne zwarte lokken overeind gingen staan; misschien zag hp er daardoor zoo woest uit, toen hjj zei: Omdat graaf Thurna altpd een zot is geweest. die de vrijheid boven het geluk verkoosBespaar mjj die vernederende biecht. In gedachten heb ik voor u nedergeknield en u om vergeving gevraagd voor de beleediging welke u, zonder dat gij er iets van vermoed hebt, door mjjn kortzichtigheid is aangedaan »Dat noem ik hieroglyfenschrift I Gij hebt mjj nooit beleedigd, nooit bedroefd, want gjj be- mindet en begreep mjjn vader en waart goed voor hem." »En toch heb ik hem zwaarder beleedigd dan iemand hem ooit beleedigen kon. Of noemt gjj dat geen beleediging, wanneer iemand u zijn kostbaarste kleinood aanbiedt en gij laat het als een stuk glas liggen." Eensklaps begreep zjj hem en een donkere blos overtoog haar gelaat. „Mevrouw en de freules Von Ardensleben" diende de knecht aan. Eveline schrikte als uit een droom op, keek verward om zich heen en zei werktuigelijk. »IIet zal mp zeer aangenaam zjjn." Twee aanstaande gebeurtenissen knoopen zich van zelf vast aan de benoeming van den beer Van Rees. Vooreerst het bezoek, dat de aan staande »Groote Heer" voornemens is op zjjne reis naar Buitenzorg aan Atjeh te brengen. Vol komen juist is de reeds gemaakte opmerking, dat dit bezoek niet officieel kan zjjn, daar de heer Van Rees eerst den dag van zjjne aankomst te Batavia als gouverneur-generaal optreedt. Intus- schen zal dit hem geenszins beletten zich op de hoogte van den stand van zaken in Atjeh te stellen. De oogen van een wel benoemd maar nog niet in functie getreden gouverneur-generaal zien niet minder goed dan die van denzelfden persoon, na dat bjj eenmaal den troon van Insulinde heeft beklommen, terwijl de autoriteiten hem niet zullen onthouden wat zij hem enkele weken later wej zouden mededeelen. Het eenige verschil bestaat dus hierin, dat het bezoek voor zjjn optreden met wat minder officieel vertoon zal gepaard gaan dan daarna het geval zou wezen, en hierin ligt waarlpk geen reden tot afkeuring en tot den eisch, dat het bezoek worde uitgesteld. Eenmaal op Java aan geland zal de heer Van Rees genoeg te doen vin den en het zou dus te betreuren zjjn indien hij de gelegenheid, dat hij Sumatra's noordkust als het ware passeert, ongebruikt liet voorbijgaan, om kort daarop weder de terugreis daarheen te aan vaarden, waarvan het verlies van kostbaren tijd het gevolg zou zpn. Men behoeft zich wel geene illusie's te maken, dat het verbljjf van den aan staanden gouverneur-generaal in Atjeh den toe stand aldaar eensklaps aanmerkeljjk zal verbeteren, maar toch is voor een doeltreffende geneeswpze een nauwkeurig onderzoek van den patiënt een eerste vereischte, en wie weet welke de resultaten van dat onderzoek hier zullen zpn. Het is te hopen, dat een volgende feesteljjke herdenking van de inneming van den Kraton onder andere, gun stiger omstandigheden moge gevierd worden en althans moge samenvallen met het einde van den oorlog. Dan zou er meer reden tot feestvieren zjjn dan nu onlangs, toen het wapenfeit der inne ming van den Kraton vóór tien jaren werd her dacht, terwjjl de ware vredestoestand nog in een onzichtbaar verschiet is verborgen, Dan zou de herdenking van dat feit gepaard gaan met een schoonere gebeurtenis, dan waaraan zij nu werd vastgeknooptde dappere tuchtiging van een verwijderden radjah, wien dus onze wapenen in het minst niet konden deeren. Treurig spel van het noodlot voorwaar, om deze krpgsonderneming, die ten eenenmale haar doel: de verlossing van onderdanen eener bevriende natie uit roovershan- den, heeft gemist, samen te koppelen met de gedachtenisviering der inneming van een verlaten Kraton Doch laten wjj onzen blik weder afwenden van die verre gewesten en terugkeeren tot de hofstad. De tweede aanstaande gebeurtenis, die ik zoo even met de benoeming van den gouverneur- generaal in verband bracht, is de vervulling van den daardoor leeg geworden voorzittersstoel in de tweede kamer, waarop door dit blad reeds gewezen werd. De antiliberalen schijnen samen te werken om dien zetel te betwisten aan de partjj wier vertegenwoordigers dien jarenlang innamen. Deze partjj zou, naar men zegt, thans nog wijfelen tussehen de heeren Gleichman en Roëll, terwijl wellicht de Kappeynianen zich met de keuze van geen van deze zullen willen vereenigen. In dit geval zouden inderdaad de anti-liberalen de zege behalen en hun candidaat n° 1 op de voordracht zien geplaatst. Men mag hopen, dat hier weder niet onderlinge verdeeldheid die uitkomst zal be werken; misschien worden nog ter elfder ure de handen ineen geslagen. Het zjj zoo liberaal minister van koloniën en een bekend voorstander der vrijzinnige beginselen tot gouverneur-generaal te be zitten is het, dunkt ons, niet moeilijk om toe te zien dat de liberale beginselen bij het beheer onzer Oost-Indische bezittingen blijven toegepast. Alleen dient strenger toe zicht gehouden, dat bij het hinnenlandsch bestuur de liberalen niet de dupe worden van deze behaalde over winning, juist omdat wat de schrijver ons zeker wel zal toestemmen de natuurlijke weg, dien een ministerie Heemskerk bewandelt, zoo menige onnatuurlijke bocht maakt. De betoovering was verbroken. Zjj was weer mevrouw Von Tesselhof en graaf Thurna zat als een vreemdeling tegenover haar; doch eer de dames binnen kwamen had hp het salon verlaten. De dag werd verder onder praten en lachen doorgebrachtwant de Ardenslebens verstonden de kunst om veel te zeggen over niets. Tesselhof en de majoor keken zeer gewichtig en mevrouw Belfort had roode oogen van het schreien. Het verwonderde Eveline volstrekt niet toen de knecht kwam zeggen: »compliment van den graaf en dat hjj weernaar den Doornburg gereden was!" Des avonds wachtte haar nog een pjjnljjk oogenblik toen Tesselhof begon »Line, nu moest gjj eens radenJ" Zij moest de oogen neerslaan en vroeg stotterend »Wat was het Verbeeld u eensen toen vertelde hjj uitvoerig de heele geschiedenis, waarbij haar hart steeds sneller begon te kloppen; want het stuitte haar tegen de borst om comedie voor hem te spelen. Telkens wilde zij hem in de rede vallen en roepenIk weet alles maar de angst om op het laatste oogenblik het plan nog te verijdelen, weerhield haar. Zjj bekende zich zelf echter niet dat die zaak veel van haar gewicht en waarde verloren had en van lieverlede meer middel dan doel geworden was! Zp verbaasde zicb zelfs over de onverschil ligheid, waarmede zij ten slotte vragen kon »En wat zal de majoor doen?" „Vraagt gjj dat nog zei Tesselhof lachend, Niet altpd door verdeeldheid, maar soms ook juist door eendrachtig samenwerken wordt de kracht van gevaarlijke tegenstanders versterkt. Een schijnbaar dood onschuldige maatregel van de laatste dagen, een werk van liefdadigheid, kan daarvan het bewjjs leveren. In de residentie be staat een commissie voor werkverschaffing, die in bange wintertjjden gewoon is het initiatief te nemen tot leniging van den nood der armen, door hen in staat te stellen met arbeiden in het onderhoud van zich en hun gezin te voorzien. Of deze wjjze van armenzorg in het algemeen, uit een staatshuishoudkundig oogpunt beschouwd, aan beveling verdient, kan thans worden daargelaten. Niet met het doel om dit te onderzoeken bracht ik haar ter sprake. Ook nu weder heeft die commissie zich tot de ingezetenen gewend om geldeljjke bjjdragen, en de ontvangst van vele duizenden guldens was daarvan het gevolg. Die gelden worden nu besteed voor het gewone, zoo even medegedeelde doel. Dat is liefdadig, zeker, maar er schuilt een adder onder het gras. Niet buitengewone armoede bewoog die commissie thans, na eenige jaren rust, weder hare taak op te vatten, maar de aandrang van eenige honderden zoogenaamde „werkeloozen," die inderdaad niets anders zijn dan sociaal-democraten, volgelingen, misschien wel werktuigen, van den bekenden Domela Nieuwenhuis. Op zekeren Zondagavond begaven die „werke loozen" zich en corps naar de woning van den burgemeester en verzochten bij monde van enkelen hunner, die werden binnengelaten, om werk. Indien die werkeloozen" voor overtuiging vatbaar waren, zouden de ruime offers, door de burger jj ten bunnen behoeve gebracht, hen doen inzien, dat het kapi taal werkelijk den arbeid niet vijandig is, gelijk zjj meenen, doch met hunnen onoverwinneljjken haat aan het kapitaal zullen zij in het welslagen hunner pogingen om ondersteuning te erlangen niets anders zien dan een vrees van het plaatselijk be stuur en van de ingezetenen voor hunne eischen. Zjj zullen daardoor worden aangemoedigd om hunne vorderingen steeds hooger te stellen zjj weten nu eenmaal dat zjj onder den naam van »werkeloo- zen" kunnen verkrijgen wat zjj verlangen. Daarom moet de inwilliging van hunne wenschen als een gevaar voor de toekomst worden beschouwd. Niet alleen in het algemeen maar voor 's Gravenhage in het bjjzonder. Daar weten zjj nu een geopend ooi- te vinden en de sociaal-democraten uit andere deelen des lands zullen niet nalaten daarmede hun voordeel te doen. Wie weet of eenmaal de vorste lijke residentie, als men daar op den nu ingeslagen weg voortgaat, niet de bakermat zal worden van de beginselen dier gevaarljjke partjj. Reeds nu hoort men diezelfde personen, wier wensch om werk is ingewilligd alsof zjj een recht hadden om ten koste van anderen arbeid te doen scheppen, klagen, dat het loon, hetwelk zjj trekken uit de bijeengebrachte gelden, zoo karig is, en dat zjj slechts eenige weken daarvan zullen mogen ge nieten. Met het oog hierop is het misschien goed gezien van de commissie, om hun, die elders te huis behooren, reisgeld te verschaffen, doch daar tegenover bestaat de waarschjjnljjkheid, dat velen onze gemeente als het doel van een pleizierreisje zullen gaan beschouwen, in de zekerheid de terug reis te kunnen maken buiten bezwaar van hun eigen beurs. Zoo wordt onder het masker van liefdadigheid ondersteuning verleend aan een partjj, waarvan het vaderland wellicht spoediger dan ver moed wordt de vernielende kracht zal ondervinden. In mjjn vorigen brief schreef ik, dat de voor genomen conferentie betreffende de traite des blanches niet zou tot stand komen. De minister van buitenlandsche zaken verklaarde in de eerste kamer dat daaromtrent nog een besluit moest genomen worden. Die woorden waren meer diplo matisch dan juist. De mededeelingen, dat de uitnoodiging tot die conferentie werd ingetrokken, mogen toen nog niet aan de vreemde regeeringen verzonden zijn geweest, alles was daarvoor toch reeds gereed gemaakt, en thans kan ik de ver zekering geven, dat zjj verzonden zpn. »bjj heeft een lange tirade gehouden over eindeljjk erkende verdiensten en zit reeds zjjn onderdanig antwoord te schrjj ven en hoe meer zjjn vrouw hem bezweert om het niet te doen, des te kalstarri- ger wordt hjjNu ik gun hem de pret Intusschen reed Thurna stapvoets naar den Doornburg en in plaats van de heuvelen en bosschen van het Thüringsche landschap zag hjj weer dat vizioen uit zjjne kinderjaren, die wonderstad maar thans vlak voor zich, bereikbaar, ongeëven aarde pracht en heerlijkheid. Hjj stond voor de gouden poort, maar helaasZp was gesloten Zjjn leven was zoo rijk aan afwisseling geweest. Er waren hem zoovele bekoorlijke vrouwen in de herinnering gebleven Waarom had hjj die allen laten voorbijtrekken? Nooit was de wensch bjj hem opgekomen er eene te bezitten. Maar die eene was hem thans, nu het te laat was, verschenen en nu moest hp haar achterlaten en zjjns weegs gaan Het was tien uur toen hjj bjj zjjn oom aankwam, die juist de courant neerlegde en zjjn nachtlicht opnam. »Oom Rudolf, neem mjj niet kwaljjk, maar ik ga morgen weer naar Parjjs 1" Gij riep de graaf hem verbaasd aansta rende »wat krijgt gjj nu in het hoofd »Wat ik daar zeide." „Maar gp zjjt toch waarlijk een onverbeter lijke zwerver, Lorenzo 1" zei de graaf zeer toornig. Ja, dat ben ikantwoordde Thurna met een zeker weemoedig lachje, waarmede hjj menige

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 5