N°22. 1884. Zaterdag 26 Januari. 12 7e J aargan Graaf Lorenzo. "FEUILLETON. Middelburg 25 Januari Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Adverten tien* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,40 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Roman van Ursula v. Manteuffel. Maatregelen tegen cholera in Zeeland. MIDDEL COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger Het Nbl. van Ned. schrijft over den nieuwen gouverneur-generaal De heer O. Van Rees is als gewoon Oost-Indisch ambtenaar begonnenopgeklommen langs alle rangen, toen lid van den raad van Indië gewor den, daarna tot lid der tweede kamer gekozen een tijd lang weer naar Indië gegaan om vice- president van den raad van Indië te wezenin 1878 nogmaals lid der tweede kamer geworden, in 1879 tot minister van koloniën benoemd en eindelijk in 1880 „andermaal tot lid der tweede kamer gekozen. Hij is een lang man, met eenigszins gebogen hoofd, grijzend haar en knevel en maakt op T eerste gezicht den indruk, alsof hij, schuchter en verlegen, liefst onopgemerkt bleet. Hij spreekt zacht en weinig. Als hij de tweede kamer binnen komt, hoort niemand hem aankomenhij loopt alsof hij op vilten pantoffels gaatal wat hij doet geschiedt zonder gedruisch, zonder ophef, zonder beweging. Maar wat hjj doet, doet hij goed Als hij spreekt, slaat hij den apjjker op den kop Wanneer hij gesproken heeft, kan een ander den mond wel houden; want dan is in weinig woorden net alles van de zaak gezegd, wat er van te zeggen valt. Donderdag 31 Jan. a. zal in den schouwburg te Middelburg de Rotterdamsche afdeeling van het Ned. Tooneel eene voorstelling geven. Bij die gelegenheid zal worden opgevoerd het nieuwe drama van den heer Faassen, Hannes, dat overal een buitengewonen opgang maakt en in Rotter dam nog voortdurend met succes wordt gespeeld. De voornaamste rollen zijn in handen der dames Cath. Beersmans, Jeanne De Groot en Egener Van Eyken en in die der heeren D. en J. Has pels, Rosier Faassen, Le Gras en Mutters. Het stuk bestaat uit 5 bedrijven met een voorspel. XSorssele* 23 Jan. Verleden Maandag was het de laatste dag dat de heer L. Rottier alhier zijne betrekking van voorzitter van het bestuur der waterkeering van het calamiteuze waterschap Ellewoutsdijk—Borssele waarnam. De dijkraad, die zijn voorzitter in het vorige jaar met alge- meene stemmen bij vernieuwing had aanbevolen, gevoelde na zijne niet-herkiezing behoefte den heer Rottier een huldeblijk aan te bieden. Heden ontving hij uit handen van eene com missie, namens den dijkraad en het dijkabestuur, een tweetal geschenken als blijk van erkentelijkheid voor de behartiging der belangen van voormeld waterschap gedurende zijn twaalfjarig voorzitter schap. In hartelijke bewoordingen betuigde de com- DERTIENDE HOOFDSTUK. Toen Edgar den volgenden Zaterdag buiten kwam vond hij, zooals meestal, het huis vol logés en zijn schoone mama omringd door een kring lachende, pratende heeren, zoodat hij brommend wegliep en vroeg of hij dan Fürstenrode nooit eens zonder gasten zou zienHij nam zijn toe vlucht in de pastorie en toen hjj in de nabijheid van het huis kwam merkte hij aan een zekere baklucht, dat er iets bijzonders aan de hand was. Het bleek dan ook dat de aanstaande van Jose phine, de heer Eisner, leeraar aan een middelbare school, overgekomen was en het gezelschap zat zeer vergenoegd onder den notenboom. Josephine riep uit de huisdeur »De koffie is klaar komt gjj in huis? Odaar is Edgar ook - »Zoo Edgar! gij komt wel op het goede oogenblikwant Eisner is er en dat staat altijd gelijk met een rood strikje aan den kraag van Josephine en krentenkoekjes in den oven. »Ja," viel haar moeder haar in de rede, pen mijn anders zoo verstandige dochter is van missie, bij monde van de heeren Yan Wingen en Nijsten, den heer Rottier welgemeenden dank voor de ijverige waarneming zijner betrekkingen van voorzitter van het waarschap sedert 22 Jan. 1872 en van gezworen en dijkgraaf van den Bors- selepolder van af het jaar 1842. Zjj spraken den wensch uit dat het hem moge vergund worden nog lang met genoegen terug te zien op hetgeen hij in zijn tweeenveertigjarige loopbaan heeft helpen uitvoeren en dat hij de betrekking van dijkgraaf nog vele jaren moge waarnemen. Zeer getroffen door zoovele blijken van vriend schap en toegenegenheid verzocht de heer Rottier de commissie den dijkraad zijn innigen dank te betuigen. EllewoiilsdijU, 23 Jan. Tot ambtenaar van den burgerlijken stand is herbenoemd de heer E. Yan der Bent, die deze betrekking reeds van 1877 af vervult. Te 's Gravenhage is op 69 jarigen leeftijd over leden de heer mr K. A. Meeussen, oud lid dei- tweede kamer, voormalig minister van den R. K. eeredienst en vroeger lid van den raad van state" in de afdeeling voor de bestuursgeschillen. Zijne langdurige diensten aan den lande werden nog geruimen tjjd na het verlaten van den staatsdienst door Z. M. den koning gewaardeerd blijkbaar door zijne benoeming tot kommandeur van den Ne- derl. Leeuiv. De overledene was een getrouw aanhanger van Thorbecke's politieke beginselen, terwijl wijlen de heer Dullert, president der tweede kamer, tot zijne beste vrienden behoorde. De heer Meeussen werd in 1815 te Bergen op Zoom geboren De heer A. Werumeus Buning is benoemd tot directeur van het museum voor land- en volken kunde te Rotterdam. Door den minister van marine is aan de eerste kamer eene opgave gedaan van de opbrengst der, tengevolge van den brand op den 20en Juni 1883 op 's rijks marinewerf te Amsterdam als onbruik baar verkochte goederen, waaruit blijkt dat die goederen eene som van 68,019 53§ hebben op gebracht. Art. 3 der drankwet bepaalt thans o. a., in n°. 4, dat de vergunning wordt geweigerd '/wanneer de vergunning wordt gevraagd voor een localiteit die voor den openbaren dienst wordt gebruikt of die met zoodanige localiteit gemeenschap heeft." De regeering heeft bij het thans verschenen wijzigingsontwerp - voorgesteldtusschen localiteit en gemeenschap het woord binnenshuis te plaatsen. Yoorts wordt bij de bestaande wet, krachtens art. 3, n°. 8, de vergunning geweigerd wanneer zij wordt gevraagd «voor een localiteit waarin een andere winkelnering wordt uitgeoefend of loten worden verkocht in de Neder- landsche staatsloterij, of die met zoodanige localiteiten gemeenschap heeft." Deze bepaling wordt door de regeering voor gesteld aldus te wijzigen «Wanneer de vergunning wordt gevraagd voor een daag zeer verkwistend met de krenten en rozijnen omgegaan." »Dus ons wacht een Lucullusmaal," sprak de heer Eisner, zijn aanstaande den arm presenteerende- Edgar deed hetzelfde aan Hermine en de oude lui volgden. „Gij ziet er bezorgd uit, beste Karei," zei mevrouw tot ha&r man. »De brief dien ik heden morgen kreeg, zit mij in het hoofd." »Maar beste man! zoudt gij dan een oogen blik »Wij zullen daar later wel eens over spreken. Laat ons nu de vreugde der kinderen niet storen." Zij betraden de huiskamer waar de met bloemen versierde koffietafel er zeer uitlokkend uitzag- De ruime kamer had iets zeer gezelligs. De vensters waren van buiten met wilden wijngaard begroeid, de wanden met donker hout beschoten en met vele schilderijen behangen. Yoor een der vensters stond op een werktafeltje van Josephine een welig bloeiende myrtenboom. Eensklaps werd de harmonie dezer gezelligheid verbroken door den kreet. »De koekjeswaar zijn de koekjes »Watzijn die weg riep de moeder on- geloovig. »Het raam heeft opengestaan en iedereen kan op de tafel zien. Er valt niet aan te twijfelen daar ligt nog een krakeling op de vensterbank Edgar sprong op en bekeek met een lang gezicht dit corpus delicti. localiteit, waarin een andere winkelnering wordt uitgeoefend of loten worden verkocht in de Nederlandsehe staatloterij, of die met zoodanige localiteit binnenshuis gemeenschap heeft. «Onder andere winkelnering wordt niet verstaan het bedi'ijf van slijter, restaurateur, sociëteit-, hillart- of tafelhouder, koffiehuis- of bierhuishouder, koek-, banket- of suikerhakker." De regeering geeft hierop de volgende toelichting: «Volgens de laatste alinea van art. 28 der drankwet zal na 1 Mei 1884, behoudens de bepaling van de eerste zinsnede van art. 4 (bijzondere vrijstellingen) geen vergun ning mogen worden verleend in een localiteit, omschreven in art. 3, no. 8. «De thans bestaande omschrijving in art. 3, no. 8, zal echter, naar het gevoelen vaD de ministers van Justitie en van binnenlandsche zaken, bij haar toepassing tot velerlei bezwaar aanleiding geven. In de eerste plaats door haar onduidelijkheid. «Immers blijkens de daarin gebezigde woorden «andere winkelnering", beschouwt de wetgever ook het tappen van sterkedrank als een winkelnering. Hieruit volgt dan, dat het verkoopen van hier, wijn, thee, koffie en andere drink en eetwaren, die bestemd zijn om te worden verbruikt in de localiteit waar ze worden verschaft, ook als winkelnering moet worden beschouwd. Naar deze beschouwing zouden op 1 Mei 1884 bierhuizen, koffiehuizen, sociëteiten en dergelijke inrichtingen, evenzeer als banketbakkerswinkels en zelfs slijterijen van sterkedrank, door het verbod van art. 3, no. 8, getroffen worden. Dit lag evenwel klaar blijkelijk niet in de bedoeling van den wetgever. De minister Six gaf zelfs in de zitting van 18 Mei 18S1 uit drukkelijk te kennen, dat de wet dergelijke «localiteiten waar de verkoop van sterkedrank in 't klein slechts hij zaak is" geoorloofd achtte. Misschien zal de heerschende opvatting in dien zin zijn, zoodat het verbod van art. 3, no. 8, na 1 Mei 1884 niet toepasselijk zal worden ver klaard op koffiehuizen, sociëteiten, slijterijen en zulke inrichtingen. Wordt dit aldus begrepen,dan wordt de toestand echter niet heter, maar ontstaat integendeel een onbillijkheid jegens andere neringdoenden. Immers de koek- en banket bakkers, die tot nu toe gewoon waren bij hun waren ook sterkedrank (zoete likeuren of vruchten op bran dewijn) verkrijgbaar te steden, zullen naar de stipte uitlegging van -art. 3, no. 8, der wet, wel door liet verbod in de laatste alina van art. 28 getroffen wordenen blijkens talrijke van hen ingekomen adressen, op niet ongevoelige wijze. Hun klachten over ongelijke behan deling komen den ministers wel gerechtvaardigd voor. Aan koffiehuishouders zou meu vergunnen, hij sterke drank in het klein ook koek en gebak te verkoopen, terwijl men van banketbakkers zou eisohen dat zij dezelfde twee neringen van elkander scheiden. Dit schijnt des te harder nu het tappen in bauketwinkels, ofschoon meest overal gebruikelijk, over het algemeen slechts zelden aan leiding geeft tot misbruik van sterkedrank. «De ministers meenen het best de bedoeling van den wetgever te verduidelijken en tevens aan de genoemde bezwaren te gemoet te komen; door een wijziging van art. 3, no. 8, der drankwet, zooals in bovengemeld ont werp van wet wordt voorgesteld. «Bij de verduidelijking van 's wetgevers bedoeling heb ben de ministers het noodig geacht, tusschen «localiteit" en «gemeenschap" te voegen: «binnenshuis", teneinde moeilijkheden over de opvatting van dat woord te voorkomen. Daardoor is deze inlassching ook in art. 3, no. 2, noodzakelijk." -— »Wie kan dat gedaan hebben?" zei de dominé bekommerd. »Ziet ge, manlief," zei zijn vrouw glim lachend, »gij moogt Beukenburg niet verlaten. Er is bier nog genoeg voor u te doen." De anderen zagen elkaar sprakeloos aan. Edgar gooide zjjn jas neer, sprong bet venster uit en riep »Ik zal den dief inhalen en hier brengen. Hij kan nog niet ver weg zijn." „O neen, bij is vlak bij 1" riep een fijn stemmetje achter de kachel, waar de rand van een blauw japonnetje zichtbaar werd, en weldra ging de schrik in een hartelijk gelach over. »Keetje!" liep Josephine, »wanneer zult gij toch eens de kinderschoenen uitttrekken Kinderschoenen dat is een beleediging, Josephine," sprak de jonge dame, voor den dag komende en den schotel met koekjes met een diepe buiging aan mevrouw overhandigende, »ik heb ernstige studieen gemaakt; ik wilde eens zien hoe voortreffelijke menschen zich gedragen, wanneer zij een groote teleurstelling ondervinden. Ik moet zeggen, ik geloof dat ik meer karakter sterkte aan den dag gelegd zou hebben Omdat gij vooruit wist hoe het zou afloo- pen," zei Edgar. Gij verdient geen antwoord „Kinderen, neemt uw plaats, anders wordt de koffie koud; en daar Edgar en Keetje geen vijf minuten samen kunnen zijn zonder te kibbelen, raad ik hun om zoo ver mogelijk van elkaar af te gaan zitten. Met betrekking tot het drinkwater lezen wjj verder Hontenisse heeft in de laatste 10 jaren door het maken van weiwaterpompen zooveel mogelijk voor zuiver drinkwater zorg gedragen. Hoofdplaat heeft het reinigen en zoo noodig verbeteren van de regenbakken dringend aanbe volen. Hulst heeft steeds goed en voldoend drinkwater voorhanden. Kapelle gebruikt bijna uitsluitend regenwater van goede hoedanigheid. Bij langdurige droogte voorzien de beide regenbakken van kerk en school in de behoefte. Kattendijke zal zooveel mogelijk voor goed drink water zorg dragen. Aan den raad zal worden voorgesteld bij de scholen te Wilhelminadorp en Kattendijke een nieuwen regenbak te laten maken. Koewacht heeft over 't algemeen goed drink water in voldoende, mate voorhanden. Koudekerke heeft het water van de openbare pomp, dat bi] onderzoek niet goed werd bevonden, als ondeugdelijk gekenmerkt. Het regenwater uit den kerkbak, waarvan alleen bij langdurige droogte gebruik gemaakt wordt, is ten onderzoek aan den geneeskundigen inspecteur opgezonden. Krabbendijke heeft goed drinkwater in voldoende mate voorhanden. Bij langdurige droogte zal het water uit de regenbakken der scholen zooveel mogelijk in de behoefte voorzien. Kruiningen bezit thans overal goed drinkwater, nu ook te Hansweert een groote regenbak op kosten der gemeente gemetseld is. Middelburg heeft de openbare pompen opnieuw aan een onderzoek laten onderwerpen. Zij, die voor de gezondheid schadelijk water bleken te bevatten, zijn met het opschrift ondrinkbaar" gekenmerkt. Nieuw en St. Joosland bezit bij elke woning zuiver drinkwater. Bij droogte voorziet de groote regenbak nabij de kerk in de behoefte. Nisse zal bij behoefte zuiver drinkwater gratis beschikbaar stellen. Noordgouwe heeft goed drinkwater in voldoende mate voorhanden. Noordwelle is thans, door de vele regenbuien gedurende den laatsten tijd, ruim van zuiver drinkwater voorzien. Oosterland bezit in beide dorpen door de aan wezigheid van vele regenbakken goed drinkwater. Bij droogte voorziet te Oosterland de kerkregenbak en te Sirjansland de regenbak aan de Meestoof in de behoefte. Oost- en West-Souburg zal zuiver drinkwater kosteloos beschikbaar stellen. Ossenisse zal zooveel mogelijk voor zuiver drinkwater zorg dragen. Oudelande gebruikt regen- en welwater, waar van bijna elk ingezetene is voorzien. Bovendien is te allen tijde regenwater tegen 1 cent per emmer verkrijgbaar. Oud-Yosmeer bezit bijna bjj elke woning een regenbak. Zoo noodig zal regenwater uit de gemeente-regenbakken beschikbaar gesteld worden. Overslag heeft zuiver drinkwater ruimschoots voorhanden. Ovezand zal zoo noodig zuiver drinkwater koste loos beschikbaar stellen. Renesse heeft zelden gebrek aan zuiver drink water, daar een voldoend aantal goede welputten aanwezig zijn om bij gemis van regenwater na eene langdurige droogte in de behoefte te voorzien. »Ik begin nooit," zei Edgar, »maar Keetje laat mij nooit met rust." „Ik? jou? Ik meen u? Alsof ik me met schooljongens ophield Maar ik moet juist naast hem zitten, al was het alleen om hem te toonen dat ik dat kan zonder een woord tot hem te spreken." »Heb ik geen gelijk? Daar zit ze nu weer?" »Maar gij zult zien, ik spreek niet met je." »Ik dacht dat we u tegen elkaar reiden, freule Von Kendar Keetje kreeg een kleur, wendde zich af en legde hem werkelijk de straf op van een heelen tjjd niet naar hem te kijken. »Hoe waart ge in de kamer gekomen vroeg Hermine. »Door het raam natuurlijk, juist op het oogenblik toen Josephine, die altijd zegt dat zij niet kan zingen, aan de deur stond te galmen «Seit icb ihm gesehen, glaub'ich blind zu sein F' „Gekheidzei Josephine blozend. »Stil, stil, ik spot niet, ik zing dit lied irt den laatsten tijd zelf." »Wat?" riep de dominé uit, „heeft prins Karei een Latijnsch vers op u gemaakt »Ach prins Kareizei Keetje minachtend; »maar ik zal wel oppassen dat ik u niet zeg wie het is." Wordt vörvolt/d

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1