127* J aargan
1884.
Yrijdag
11 Januari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Centï
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Middelburg 10 Januari.
Telefoonverbinding te Middelburg.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
De Haagsche correspondent van de Zutp. Ct
schrijft over het voorgevallene met betrekking
tot het waarborgkapitaal voor de lijn Rotterdam
Munster. Het schijnt wel, dat de minister van
buitenland sche zaken in dezen een flater heeft
begaan, die nog gevolgen kan hebben. Toen de
Belgische gezant bij onze regeering aandrong, om
toch de 4 ton aan de Belgische concessionarissen
terug te geven, heeft de minister Van der Does
de Willebois een brief geschreven, die tot heden
nog niet is gepubliceerd, maar waarin toch met
zoovele woorden moet staan dat de Nederlandsche
regeering zich niet zou verzetten, indien van de
tweede kamer het voorstel uitging om aan den
wensch der Belgen te voldoen. Die brief schijnt
echter niet in den ministerraad te zijn behandeld,
want in de avondzitting der tweede kamer van
20 December heeft de minister Heemskerk een
uitgewerkte rede gehouden, waarvan de zin deze
was er is geen enkele reden om op het besluit
tot niet-teruggave terug te komen. Dientenge
volge is de Belgische regeering uit haar humeur,
en naar het mij voorkomt, niet zonder grond.
Wel doet de heer Heemskerk het nu voorkomen,
alsof er eigenlijk tusschen zijn ambtgenoot voor
buitenlandsche zaken en hem in het geheel geen
strijd bestaat, en ook niet kan bestaan, omdat er
in de tweede kamer nog geen voorstel tot terug
gave is gedaan, maar het is dan toch een feit,
dat de minister Heemskerk in bedoelde avondzit
ting zóo heeft gesproken, dat men van het doen
van een voorstel zou afgeschrikt zijn, ook al had
daartoe voorloopig het plan bestaan. Dat muisje
zal dus naar alle waarschijnlijkheid nog een
staartje krijgen.
Prov. blad no. 2 bevat eene opgave van de tot
deze provincie behoorende achtergebleven militie-
plichtigen, die met voldaan hebben aan de oproe
ping ter inlijving in 1883. Het zijn-: C. Ossewaarde
geboren te Kattendijke 11 Maart 1863, van be
roep timmerman, te Kattendijke. Is in Augustus
1882 vertrokken naar Holland in den staat Mi
chigan, Noord-AmerikaJ. Meijjes, geboren te
Amsterdam 18 Juni 1863, van beroep stoker, te
Vlissingen. Is in Augustus 1880 met het Neder-
landsch schip Anna en Berthagezagv. Wijtsma,
van Amsterdam naar zee vertrokken; C. P. Mous,
geb. te Breda 26 Maart 1863, was vroeger in
dienst als tamboer hij het 3e reg. inf. in garnizoen
te Vlissingen. Is op 9 Januari 1883 uit het
garnizoen vermist en 6 Februari daaraanvolgende
als deserteur afgevoerd; H. Tazelaar, geb. te
Wissekerke 16 Juni 1863, van beroep kleermaker
te Wissekerke. Is in Januari 1883 met het
stoomschip P. Caland naar Grand Rapids, Michi
gan in Noord-Amerika vertrokken; P. Flipse, geb.
te Wissekerke 2 April 1863, van beroep land
bouwersknecht, te Wissekerke. Is in Januari
1883 met het stoomschip P. Caland vertrokken
naar Kalamazo in Noord-Amerika.
De heer P. C. F. Frowein, te Goes, heeft zich(
op daartoe tot hem gerichte uitnoodiging, wel
willend bereid verklaard om zijne voordracht over
humanisme ook te Middelburg te houden. Er zal
dan ook gelegenheid tot debat bestaan, terwijl
de netto-opbrengst van de entrée-gelden bestemd
zal zjjn voor een liefdadig doel.
Woensdag avond werd in het koffiehuis van den
heer J. B. de Zeeuw alhier de jaarlijksche alge-
meene vergadering gehouden van de afdeeling
Middelburg der schippers-vereeniging Schuttevaer,
welke bijeenkomst, wegens ongesteldheid van den
heer mr G. N. De Stoppelaar, door den heer H. J.
Domenie gepresideerd werd.
In de eerste plaats werd mededeeling gedaan
"Van hetgeen, naar aanleiding van de in de vorige
vergadering genomen besluiten, door het bestuur
verricht was.
Met betrekking tot de betonning van de Zand-
kreek had het bestuur zich gewend tot den inspec
teur over het loodswezen enz. te Vlissingen, met
verzoek om aan het einde van de Zandkreek ook
des winters eene zomerton te leggen.
Van den inspecteur werd bericht ontvangen dat
tegen inwilliging van dit verzoek bij hem ernstige
bezwaren bestaan en hij overtuigd is, dat daartegen
door andere zeevarenden en met name ook dooi
de directie van de tusschen Middelburg en Zierik
zee varende spoorboot zou geprotesteerd worden.
Het gevolg toch van die verandering zou volgens
(len inspecteur zijn, dat bij den minsten ijsgang
die zomerton zou verdwijnen, wat voor de scheep
vaart hoogst gevaarlijk zou zijn.
De verantwoordelijkheid daarvan kan de inspec
teur niet op zich nemen. De op de bodoelde
plaats gelegde winterton is van de grootste soort
en die tonnen voldoen over het algemeen zeer
goed.
De vergadering kon zich bij deze beslissing niet
neerleggen. Zij bleef van meening dat een groote
ton in het belang van de scheepvaart noodig is.
Het argumentdat een zomerton bij ijsgang zou
verdwijnen, achtte men niet afdoend, wijl die
winterton dan natuurlijk ook verdwijnen zou,
maar bovendien wees men erop dat in den hoek
van het Engelsehe gat een kroonton gelegd is, en
dit geen hinder oplevert. Het bestuur werd daarom
opgedragen nogmaals pogingen aan te wenden om
verandering in den toestand te krijgen.
Met betrekking tot de slechte bebakening van de
Zandkreek, heeft het bestuur zich tot den betrokken
ambtenaar gewend, doch geen antwoord gekregen.
Op de vraag of er verbetering aangebracht is
werd echter van alle zijden verzekerd dat de
bebakening nu zeer goed is.
Ook is geen antwoord ontvangen op de aan den
inspecteur te Hellevoetsluis gerichte vraag om eene
groote herkenuings- of belton op den hoek van
het Valkerak, bijgenaamd het Hellegat.
Op een verzoek om een due d'alf in de buiten
haven van Veere, als hinderlijk voor de scheep
vaart, weg te nemen, is geantwoord dat de
opruiming van bedoelden due d'alfdie in het
stortebed staat, groote bezwaren opleveren zou, en
dat er geen termen zijn om aan het verzoek te
voldoen.
Na discussie vereenigde men zich met een
voorstel om de betrokken autoriteit in overweging
te geven bedoelden duo d'alf tot op het stortebed
af te zagen, waardoor dat bed niet beschadigd
wordt, en tevens wegruiming te verzoeken van
eenige palen aan de sluis, als zullende daardoor
het inkomen der sluis zeer worden vergemakkelijkt.
Naar aanleiding van een schrijven van het hoofd
bestuur, houdende uitnoodiging om aan den in
specteur van het loodswezen te vragen of hij gunstig
gestemd is voor een eventueel verzoek om den
muur in het Thoolsche gat op te ruimen, heeft
het bestuur zich tot dien ambtenaar gewend en
van den inspecteur bericht gekregen dat, indien
zijn advies gevraagd wordt omtrent de opruiming
van den ouden muur in dat gat, dit advies gunstig
zijn zalwijl ook hij die opruiming wenschelijk acht.
Hiervan is aan het hoofdbestuur mededeeling
gedaan.
Van het hoofdbestuur is ook nog ingekomen
een overzicht van hetgeen door hem in het belang
der schipperij gedaan is. Daarop kwam, wat Zee
land betreft, de vermelding voor dat den 16en April
geschreven is aan den loodsinspecteur van Helle
voetsluis over de voorstellen van de afd. St.
Annaland. Daarop is geantwoord dat op het
verzoek omtrent het vuur op Bruinisse afwijzend
beschikt is, terwijl men voor het stuk muur in
het Thoolsche gat naar den inspecteur van het
loodswezen te Vlissingen verwezen werd.
Hiermede waren de mededeelingen van het be
stuur geëindigd.
De voorzitter merkte op dat de arbeid van het
bestuur dit jaar niet veel omvattend was. Hij
achtte dit echter een verblijdend teeken, wijl er
uit af te leiden is dat in het ressort der afdeeling
niet veel op het gebied der schipperij te ver
beteren valt.
De voorzitter wees er voorts op dat in vroeger
tijd door Schuttevaer veel goeds is tot stand ge
bracht en nog dagelijks het nut der vereeniging
blijkt. Zoo is, om slechts eenige zaken te noemen,
door hare bemoeiing het kanaalgeld in Walcheren
verminderd in Zeeland eene flinke betonning en
bebakening verkregenhet vuur op Strijensas, dat
op den Val en dat op Stavenisse verbeterd; een
kroonboei in het Eng. gat gelegdhet licht aan
de Slurf verbeterd enz. En al kon ook niet aan
alles wat gevraagd is tegemoet gekomen worden,
toch mag met tevredenheid op het gedane werk
worden teruggezien.
Met vertrouwen gaat het bestuur dan ook de
toekomst tegemoet, ofschoon het blijft betreuren
dat onder de schippers nog zooveel onverschillig
heid bestaat. Eendracht maakt ook hier macht
en de contributie kan niemand terughouden, waar
om de voorzitter de leden opwekte ieder in zijn
kring te trachten, het ledental uit te breiden.
Daarna werd door den penningmeester rekening
gedaan van zijn gehouden beheer. Hieruit bleek
dat het ledental der afdeeling 72 bedraagt, dat
de ontvangsten 123,97hebben beloopen en de
uitgaven 63.56J bedroegen en dat alzoo een goed
slot van ƒ00.41 aanwezig is.
De rekening goedgekeurd zjjnde, gaf het goed
slot den voorzitter aanleiding om voor te stellen
eene bijdrage van 10 te geven aan de commis
sie-, die zich ten doel stelt het lot der nagelaten
betrekkingen der verdronken bemanning van den
Goereeschen loodskotter te verzachtendit voor
stel werd met toejuiching aangenomen.
Na eene korte pauze werd den leden gelegen
heid gegeven voorstellen te doen.
Daarvan werd in de eerste plaats gebruik ge
maakt om te wijzen op het verschil dat gemaakt
wordt in het heffen van havengeld op de terreinen
der maatschappij De Schelde, zoowel als op het
feit dat voor het lichten van schepen te Vlissingen
steeds zg. club-schippers gebezigd worden hier
omtrent zeide het bestuur een onderzoek toe. In
de tweede plaats werd de wenschelijkheid uitge
sproken dat eene wrakton geplaatst worde op een
onopgeruimd wrak in den Krammer nabij den
Galathea-polder. Het bestuur zal zich te dezer
zake wenden tot de bevoegde autoriteit.
Voorts werd gewezen op de wenscbelijkheid dat
op den buitensten due d'alf van den Oosthavendam
te Hansweert een licht ontstoken worde. Het
bestuur werd uitgenoodigd daartoe pogingen aan
te wenden.
Eindelijk kwam ter sprake de willekeurige
handelwijze van sommige ambtenaren betrekkelijk
het beboeten der schippers, wanneer deze niet
voorzien zijn van de reglementen van de kanalen
die zij bevaren.
Men gaf toe dat het noodig is dat de schipper
op de hoogte is van de reglementen, maar men
achte het eveneens noodig dat die reglementen
steeds te verkrijgen waren in de taal die de schip
per verstaat, zoodat hij bv. op het kanaal door
Z.-Beveland komende niet verplicht is een reglement
te koopen in het Engelsch of Duitsch, zooals is
voorgekomen.
Men vond het ook onbillijk dat men, uit den
vreemde komende en geen reglement hebbende,
beboet wordt vóór dat men op het kanaal is, en
sprak den wensch uit dat ieder sluismeester of
havenbeambte bij het komen in de sluis tot de
schippers de vraag moest richten: >zijt ge in het
bezit van een reglement?" en zoo dit niet het geval
was er gelegenheid gegeven werd er een te koopen.
Alvorens te sluiten bracht de voorzitter een
woord van hulde aan de nagedachtenis van een
der oudste leden der vereeniging, wijlen den heer
mr. W. C. Borsius, die herhaaldelijk groote
diensten aan Schuttevaer had bewezen.
Vlissingeii, 10 Jan. Tengevolge van de
aan het ministerie van marine plaats gehad heb
bende enquete over het loodswezen, zijn de heeren
inspecteurs door den minister aangeschreven om
hunne onderhoorige loodsschippers uit te noodigen
ieder afzonderlijk, schriftelijk en door redenen
toegelicht te kennen te geven, welke soort vaar
tuigen zij voor de uitoefening van den loodsdienst
het best achten
Vlissingen, 10 Jan. Vrijdag a., des na
middags te 2 uren, zal de gemeenteraad vergade
ring houden ter behandeling van de navolgende
voorstellen tot verkoop van gevestigde schuld
tot verkoop van schoolgebouwen c. a. en van de
kazerne n° 1tot toekenning van gratificatiën voor
gepresteerde onderwijzersdienstentot afstand
van plantrechttot inzending van een adres voor
behoud der belasting op 't gedistilleerd tot het
verleenen van een krediet voor beplanting; tot
wijziging van het raadsbesluit voor de onderhand-
sche verhuring van het vischrechttot machtiging
tot verhuur van voormalige vestinggronden tot wij
ziging der gemeente-begrooting voor 1884 en tot
aankoop der beide kogelparken enz. van het rijk.
Door de bemoeiingen van een bestuurslid van de
afdeeling Amsterdam van Het Nederlandsche
Tooneelverbond, is te Goes een afdeeling van deze
vereeniging tot stand gekomen. Bestuurders zijn de
heeren Z. D. Van der Bilt La Motthe, Ph. M.
Van der Mandere en J. Fransen Van de Putte, die
respectievelijk de functiën van voorzitter, secretaris
en penningmeester zullen bekleeden.
Amst
Kierikzee, 10 Jan. Het telegraafkantoor
alhier verzond in 1883 7739 en ontving 8553 te
legrammen. Het behandelde er dus in het geheel
16292.
Met ingang van 9 dezer is te Groede een rijks
telegraafkantoor met beperkten dagdienst, inge
richt voor telefoondienst, voor het algemeen ver
keer geopend. [Wij meldden gisteren daarvan dé
opening
De diensturen zijn geregeld als volgtop werk
dagen van 8 tot 11 uren voor- en van 1§ tot 6
uren namiddagsop Zon- en feestdagen van 8
tot 9 uren voor- en 1 tot 4 uren namiddags.
Op het verkeer van dit kantoor met alle overige
telegraafkantoren in Nederland, is het uniform
tarief van 0.15 per telegram, vermeerderd met
0.01 per woord, van toepassing.
Het ontwerp-Heemskerk tot wijziging der wet
op het lager onderwijs heeft den raad van state
verlat en.
De heeren P. N. Boon, J. W. J. Rotteveel, W.
Van Boom en W. J. Steinbuch zijn gesteld ter
beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-
Indië, om te worden benoemd tot tweeden machinist
bij de gouvernements-marine daar te lande.
Blijkens een bij het dep. van koloniën ontvangen
telegram van den gouv.-gen. van Nederlandsch-
Indië zal de benoemde minister van koloniën, de
heer J. P. Sprenger van Eyk, den 17en dezer per
Fransche mailboot uit Batavia naar Europa ver
trekken. (In onze tweede editie gisteren gemeld.)
Gisteren heeft aan het dep. van buitenlandsche
zaken de onderteekening plaats gehad eener tus
schen Nederland en Italië gesloten overeenkomst
tot regeling der toelating van de wederzijdsche
behoeftige onderdanen tot het kosteloos procedee-
ren in het andere land, tot ontheffing van de
verplichting tot het stellen der bij art. 152 van
het Wetb. van Burg. Rechtsvordering bedoelde
zekerheid.
De toestand van den oud-gouverneur-generaal
mr. Loudon is zeer zorgelijk geworden.
De tweede bijeenkomst, Woensdagavond gehou
den ter bespreking van deze inrichting, was,
zooals men weet, alleen toegankelijk voor hen,
die van hunne belangstelling op een lijst hadden
doen blijken en voor de vertegenwoordigers der
pers, die tot bijwoning waren uitgenoodigd. Er
waren een 45 personen tegenwoordig, die door den
heer J. W. De Raad als voorzitter van de afdeeling
Middelburg der Vereeniging tot bevordering van
fabriek en handioerksnijverheid in Nederland werden
welkom geheeten en aan wie werd meegedeeld dat
op de lijst 69 personen hadden geteekend. Het
bestuur der bewuste afdeeling van nijverheid
meende dat nu zijn taak was afgeloopen, maar
voor het zijn mandaat neerlegde en wilde voor
stellen om een ander bestiiur te kiezen, wenschte het
eerst het woord aan den heer P. D. Koning te
geven om nog eenige nadere inlichtingen te verstrek
ken. De heer Koning verklaarde, na al het vroeger
gesprokene, over het nut der telefoon niet verder
te willen uitwijden, maar alleen enkele punten
van anderen aard nader te willen toelichten. Bij
nadere berekening is hem gebleken dat het be
drag, jaarlijks door de deelnemers te Middelburg
te betalen, niet zoo hoog behoeft te zijn als elders
wordt betaald. Bij eene matige deelneming van
60 personen zou dit bedrag jaarlijks niet hooger
dan f 80 komen, terwijl in het verschiet ligt dat,
wanneer de deelneming toeneemt en dit zal,
volgens hem, zek.er het geval wezen, wanneer
men slechts het gemak en het nut der telefoon
heeft leeren waardeeren die som nog lager
zal kunnen gesteld worden. Bij eene deelname
van 100 personen berekent hij die som op ƒ50;
al is die ook niet nauwkeurig op te geven.
Men zou verder aan de gemeente kunnen ver
zoeken om zich aan te sluiten ten behoeve der
brandweer en van de politie, waarvoor zij voor
enkele jaren subsidie zou moeten verleenen, ter
wijl later bij toename van het aantal deelnemers,
der gemeente het kosteloos gebruik der telefoon
kon worden verleend.
Ten slotte raadde de heer Koning echter aan om de
zaak niet op touw te zetten vóór er 50 k 60 per
sonen zich tot deelneming hadden verbonden.
Na deze inlichtingen nam de heer m' C. J. Pické,
burgemeester, het woord, hoofdzakelijk naar aanlei
ding van het voorstel van den voorzitter, om, nu
het bestuur der afdeeling van de V. t. b. v. fair,
en handwerksn. zijn mandaat neerlegde, een nieuw
bestuur te kiezen. Op zichzelf verklaarde de heer
Pické daartegen niet het minste bezwaar te heb
ben, maar bij hem kwam de vraag op wat zal
dat bestuur doen Men verkeerde toch met de
gansche zaak nog in zeer voorloopigen toestand.
Alles bepaalt zich tot het doen van voovloopige
stappen om te maken dat de vereeniging tot stand
kome. De heer Pické herinnerde aan het in de
vorige vergadering door hem gesprokene, dat eend
telefoon dan eerst nuttig kan werken wanneer
allen zich aansluiten, met wie men dagelijks in
connectie staat. Hij zou daarom de lijst van
deelnemers willen laten drukken en aan hen
toezenden. Zij kunnen dan zien wie daarop nog
gemist wordt van hen met wie zij gaarne in ver
binding zouden willen komen. Daarvan zouden
zij dan aan het bestuur opgaaf kunnen doen; en
dit zou dan kunnen beproeven om die personen,