Graaf Lorenzo. MIDDFXBURGSCHECOURANT F EUILLETON. Middelburg 5 Januari. BIJVOE GSEL Maandag 7 Januari 1884. N°. 5. Brieven uit de Hofstad. Roman van Ursula v. Manteuffel. Telephoon-verbinding te Middelburg. VAN DE VAN 's Gravenhage, 4 Januari. Een eerste ontmoeting, en wel in den aanvang van het jaar, stelt, een dubbele verplichtingvoor eerst zich doen voorstellen, daarna zijn nieuw- jaarswenschen uitspreken. Van de inachtneming der eerstgenoemde étiquette moet evenwel de briefschrijver van de Midclelburgsche courant uit de Hofstad zich onthouden, juist omdat hij de eer heeft in die hoedanigheid op te treden; daarin ligt gelukkig tevens een waarborg, dat die schen ding van maatschappelijke vormen hem niet te erg zal worden toegerekend. Een nieuwjaarsgroete brengt hij echter gaarne, indien men dien ten minste van een onbekende wil aannemen. Hij hoopt het van harte, want, al is zijn naam al» briefschrijver niet bekend, toch is hij in Zeeland en voor velen zijner lezers niet geheel vreemd en stelt hij in dat gewest en zijn bewoners leven dig belang. Na deze aangename plichtpleging wacht den schrjjver dezes zijn eigenlijke taak, waarvan de opdracht hem hoogst welkom was. Daarom maar dadelijk getracht zich daarvan te kwijten. Hoe zou een Hagenaar kunnen zwijgen van de verrassing, die het jaar 1883 aan den laten avond van zijn leven bracht, in den vorm van het offi- cieele bericht der benoeming van den heer Spren- ger van Eyk tot minister van koloniën? Daarvan niet te gewagen zou alleen het gevolg kunnen zjjn hiervan, dat hij er reeds te veel van had ge hoord, doch dit kan voor uwen briefschrjjver natuurlijk niet als verontschuldiging gelden; hij schrijft niet voor pleizier alleen, maar in de eerste plaats voor en hij hoopt ook tot genoegen van zijn niet-Haagsche lezers, die wellicht nog niet zoo des guten zu viel hebben. Gelukkig voor henWant waarlijk, wat men niet al hoort van en in verband met dien nieuw benoemden minis ter, het zou hun al te erg vervelen. Hier zij dus alleen de algemeene indruk weergegeven, dooi de benoeming teweeg gebracht. Die is zeer gunstig wat den uitverkorene zeiven betreft en bevredigt ook vrij wel hen, die gaarne in Indië een andere richting in het bestuur zien gevolgd dan die, waarin de afge treden minister Van Bloemen Waanders zich wilde bewegen. De heer Sprenger van Eyk is een flink liberaal en tevens een zeer knap en kundig mensck, volkomen vertrouwd met de behoeften van onze koloniën, die aan zijn ijver en werkkracht reeds veel goeds te danken hebben. Yoor het ministerie zelf is echter de indruk minder gunstig. Ieder her innert zich zeker nog de gedachten wisseling, bij het optreden van dit kabinet gevoerd, tusschen den heer Des Amorie van der Hoeven en het hoofd van het departement van koloniën, of mis schien beter gezegd den minister Heemskerk, naar aanleiding van de verschijning van zijn ge noemden ambtgenoot voor de groene tafel. Toen werd met veel ophef geroemd de homogeniteit van het kabinet. Zou nu de intocht van den nieuwen collega tevens de uitvaart dier homoge niteit zijn? Of zouden Heemskerk en de zijnen op koloniaal gebied weder liberaal zijn geworden Wij willen het hopen voor Z, Ere., voor de voort during van zijn premierschap, doch niet voor den dunk, dien men daardoor van de vastheid zijner overtuiging zou verkrjjgen. Wat den heer Spren ger van Eyk bewogen heeft de hem aangeboden portefeuille aan te nemen is een raadsel, dat wel niet zal worden opgelost vóórdat wij hem aan het werk hebben gezien. Tot zoolang moet zijn op treden in de plaats van een Van Bloemen Waan- VIJFDE HOOFDSTUK. Graaf Lorenzo maakte een onwillekeurig gebaar met de rechterhand, maar dat zag niemand en, naar het groepje toegaande, zei hij kalm »Wilt gij zoo goed zijn mij aan de jonge dames voor te stellen." „Andersom, mijn waarde graaf, ziet ge, dit zjjn mijn kleindochtertjes, de kinderen mijner onvergetelijke Augusta." Nu begreep hjj waarom haar glimlach zoo droevig was. De kinderen, die er als tweelingzusjes uitzagen, waren allerliefste verschijningen, met ronde ge zichtjes en blonde lokken maar de wijze, waarop Lenore haar zusje achter den rug van mama een beetje lekkers toestopte, terwijl Ilse in haar blijd schap een langen neus tegen mama trok, benam haar veel van haar lieftalligheid. Even daarna was het groepje weer uit elkaar. De oude dame ging den knecht bevelen gevende barones bracht Lenore bij een dame die haar jurk wilde bekijken; Thurna bleef met Ilse staan en zag ders een zeker wantrouwen wekken öf bij de liberalen ten opzichte van de standvastigheid zijner beginselen, öf bij de anti-liberalen ten aan zien van degenen, die hem in hun midden opna men. Wat hiervan zij, het is toch niet aan te nemen, dat de gewisselde telegrammen niet tot een overeenstemming tusschen de tegenwoordige leden van het kabinet en den te verwachten minister zouden hebben geleid, voor zoover zulks althans per draad mogelijk is, en wij hebben te goede gedachten van de eerlijkheid van den heer Sprenger Van Eyk om een verloochening van zijn vroegere politieke denkbeelden te durven veronderstellen. Daarom begroeten wij zijn optreden ook als een verblijkend voorteeken voor de vervulling van den zetel te Buitenzorg. Zoo schijnt men er vrij alge meen over te denken, want in goed onderrichte kringen hoort men enkel liberalen noemen, die voor het gouverneur-generaalschap in aanmerking zouden komen, voornamelijk de heeren Van Rees, Wichers en den secretaris-generaal bij het depar tement van koloniën jhr Van der Wijck. Bovendien wordt ook de generaal Verspijck als opvolger van den heer 's Jacob aangewezen. Dit vermoeden schijnt zijn oorsprong te vinden in een persoon lijken wensch van onzen koning, om zich door dien, bij Z. M. zeer in aanzien staanden, krijgsman in Insulinde te doen vertegenwoordigen. Intusschen zou Z. M. van dat voornemen reeds zijn terug gekomen. Op dit oogenblik staan de kansen van den voorzitter der 2e kamer zeker het best. Hij is een geestverwant van den nieuwen minister en hem van nabij bekend door de gezamenlijke voor bereiding van de inkomsten-belasting in Indië. De heer Van Rees is de aangewezen man, door kneed als hij is in Indische toestanden en toegerust met een zelfstandigheid, een vaste hand en een helderen blik, die voor den hoogsten waardigheids- bekleeder in onze Oost, vooral tegenwoordig, onmisbaar zijn. Zijn politieke tegenstanders weten dan ook weinig meer tegen hem aan te voeren dan zijn mindere populariteit in onze overzeesche gewestendoch, daargelaten of die ook niet haar voordeelen met zich brengt, moet men bij de beoordeeling daarvan niet haren oorsprong ver geten, die te zoeken is in de bovenbedoelde inkomsten-belasting. De Europeanen in Indië houden al even weinig van belasting betalen als de be woners van het moederlanden wie in hun beurs tast is zelden bijzonder bemind. Nog een andere gevolgtrekking mag uit het aanvaarden der ministerieele portefeuille door den heer Sprenger van Eyk worden gemaakt, nl. met betrekking tot de belastinghervorming, door de regeering voorgesteld. Dat lid van den raad van Indië zou zeker niet van verre herwaarts komen en zijn schoonen werkkring elders laten varen, indien de waarschijnlijkheid bestond, dat hij reeds bij of kort na zijn aankomst met zijn ambtgenooten de ministerieele zetels weder zou moeten verlaten. Dat intusschen de bedoelde voorstellen der regeering niet zullen worden aan genomen staat vast. Derhalve zal öf de verwerping dier plannen geen kabinets-crisis veroorzaken, öf de behandeling ervan op de lange baan worden ge schoven. Het laatste schijnt de premier wel te wen- schen, doch zóo lankmoedig zal de vertegenwoordi ging wel niet zijn. Een intrekking der voorstellen zou gelijk staan met verwerping, tenzij het plan- Van Delden c. s. door de regeering werd overge nomen, wat echter niet van haar te wachten is, zoolang zij niet geheel tot de liberalen overloopt. Vermoedelijk zullen dus de belastingplannen der regeering niet, althans niet rechtstreeks, het struikelblok worden, waarover het derde ministerie- Heemskerk vallen zal. De heeren zullen liever de versterking van 's rijks geldmiddelen nog wat uitstellen, op gevaar af van de twijfelachtige reputatie van stoelvastheid van hun hoofd nog wat te versterken, dan hun gemakkelijke zetels prijs geven. Indien daardoor hun aftreden wordt vertraagd, totdat de liberale partij weder door eenheid krachtig zal zijn geworden, zullen wij hun dankbaar zjjn. Nu wij toch een stillen wensch hebben neergeschreven, voegen wij er nog een anderen bij, dat het tijdstip van die aaneen sluiting niet ver meer verwijderd zijdan zal in menig opzicht een einde zijn gekomen aan een haar met gefronste wenkbrauwen aan. Zij ont moette zijn blik en begon te gichelen. „Heb je 't gezien?" vroeg ze gemeenzaam, »het is zoo gemakkelijk om mama beet te nemen maar je mag het niet zeggen hoor! Kijk!" voegde zij er bij en klopte op haar zak, »hij is heelemaal vol, wil je er ook een »Dank u wel." Je zult toch geen spektakel maken? Dat zou klikken zijn 1 Mama heeft ons niets te ver bieden, want je moet weten dat ze onze mama niet eens is. Zij is maar de vrouw van papa. Wij doen wat we willen en wat grootmama goed vindt. Die is zoo goed, die laat alles toe maar pst daar is de Miss. Daar moogt ge niets tegen zeggen, anders neemt zjj ons alles af en eet het zelf op. Zij is vreeselijk gulzig, maar je mag het aan niemand zeggen." Toen zij weghuppelde naderde de kleine man met het notenkrakersgezicht Thurna, en zei met den vinger dreigende »Ei, ei graaf Thurnawat zie ik Maakt gij mijn kleindochter het hofdat begint vroeg. Hi, hi, hi! een aardige meid, die Ilse, meer bij de hand dan tien groote menschen Apropos, Tesselhof zegt mij zooeven dat gij ons de eer wilt aandoen? 't Zal mij hoogst aangenaam zijn neen, neen, geen dank Ik stel twee voortreffelijke rijpaarden tot uw beschikking 1 Maar daar worden de rijtuigen al afgeroepen. De gasten vertrekken Ik heb de eer, mijnheer Van Kendar goeden avond mjjnheer Barwitz 1 Hebt gij uw schimmel toestand, voor het land zoo hoogst nadeelig, ge lijk telkens, nu weer door de optreding van een Sprenger van Eyk in een ministerie-Heemskerk, duidelijker blijkt. Zoolang niet een besliste meer derheid, aan welke zijde dan ook, in de volks vertegenwoordiging wordt verkregen en een met haar gelijkdenkende regeering het bewind in handen neemt, zal het steeds waar blijven: there is something rotten in the state. Van de homogeniteit van het ministerie gespro ken, deze heeft onder dit kabinet meer in naam dan in werkelijkheid bestaan, doch éen omstan digheid doet haar gemis minder uitkomen het overwicht van den heer Heemskerk op zijne ambt genooten. Het is een feit, dat de meesten van deze in vele gevallen de voorstellen van den pre mier hebben goedgekeurd en zich daarbij neder- gelegd, alleen om des lieven vredes wille. Terecht zien zij in, dat verdeeldheid in eigen boezem onvermijdelijk ten val voert. Doch die inschik kelijkheid gaat in regeeringszaken spoedig te ver. Zoo is het ook gegaan met de toezegging van een wijziging der drankwet. Men verzekert, dat deze door den minister Heemskerk is doorgedreven in strijd met de oorspronkelijke denkbeelden van baron Du Tour, tot wiens departement die wet toch in de eerste plaats behoort. Deze bewering moge verwondering baren met het oog op de be kende omstandigheid, dat Heemskerk een warm voorstander van de Vereeniging tot afschaffing van sterken drank is, waarvan hij zelfs op eervolle wijze deel uitmaaktvoor hare juistheid wordt niettemin ingestaan. Het ontwerp van wet tot wijziging is thans reeds bij den raad van state aanhangig en strekt tot wegneming van het ver bod van combinatie van sterkedrank-verkoop met een andere winkelnering, voor wat betreft koffie- en bierhuishouders, restaurateurs, banketbakkers en houders van badinrichtingen. In hoeverre deze laatsten een winkelnering uitoefenen is zeker alleen aan de regeering duidelijk. De drank verkoopers- winkeliers mogen zich over het voorstel verheugen, het is een eerste schrede op een hoogst gevaarlijken weg, die wellicht door andere, nog van meer ge wicht, zal gevolgd worden, misschien wel reeds door middel van het recht van amendement. Moge de kamer wijzer zijn en niet een beginsel, in het algemeen belang der maatschappij aangenomen, prijs geven ten behoeve van het persoonlijk, on middellijk belang van een enkele klasse, vóórdat de tijd het verkeerde van dat beginsel indien het verkeerd is heeft kunnen in het licht stellen. De grondwets-commissie is weder aan het werk getogen, na een rust van enkele weken. Thans zullen weldra hare voorstellen bij de regeering inkomen en bestaat er dus kans, dat zij spoedig daarna publiek zullen worden. Mocht na de inzending aan de regeering weder in de vertegen woordiging naar den stand der zaak worden gevraagd, dan zullen alleen »het belang en de zekerheid van het rijk" voor den minister als reden kunnen gelden om het antwoord schuldig te blijven en zal hij zich niet meer kunnen redden met de verzekering, die hij onlangs bij de be- grootings-discussiën gaf, dat hij als minister niets van de zaak afweet. Trouwens ook toen was dat een zeer vreemd argument en het is te verwonderen, dat niemand der kamerleden den heer Heemskerk er op wees, dat niet hij, als privaat persoon, maar juist de minister van binnenlandsche zaken voor zitter der herzienings-commissie is. Indien het dus waar was, dat de minister niets van den stand der herziening wist, moest hieruit worden afgeleid, dat hij weinig deelnam aan de werk zaamheden. Het tegendeel is echter waar. In tusschen, was het een onhandig argument, de zaak, die er mede moest verdedigd worden was goed. Het is niet wenschelijk dat de arbeid dei- commissie, vóór die teneinde is gebracht, bekend worde en een onderwerp van openbare bespreking uitmake, waardoor de leden in hun vrije werk zaamheid allicht zouden worden gestoord door drang van verschillenden zijden. Deze week is een nieuw handelstractaat met Spanje geteekend. De regeering van dat land heeft dus niet als voorwaarde gesteld de weder- zijdsche bescherming van het auteursrecht van schrijvers en beeldende kunstenaars, zooals men nog, dat ellendige dier goeden avond luite nant." Graaf Thurna hoorde nog een: »goeden avond" doch keerde zich toen met schrik om, want de jonge mevrouw sprak hem aan en zei. »Ik vereenig mij met het verzoek van mijn man; wilt gij ons eenige dagen uw gezelschap schenken." Men hoorde aan den toon van haar stem dat zij gewoon was dergelijke phrases te uitenzij deed het bijna werktuigelijken lachte vriendelijk, gelijk een wellevende gastvrouw betaamt. Hij maakte slechts een beleefde buiging. Toen alle gasten vertrokken waren bleef er niemand over dan het echtpaar Tesselhof en de kleine, magere majoor met zijn vrouw, de zoo geroemde goede grootmama. Zij nam een groote sleutelmand en dribbelde bedrijvig naar de eetzaal. Tesselhof geeuwde en de majoor begon hem de les te lezen over den wijn, die niet naar zijn zin was geweest omdat hij niet volgens zjjn raad besteld was. De barones opende, of liever Thurna opende voor haar een glazen deur en volgde haar op het balkon, waar een aangename koelte en de geuren van oranjebloesem, rozen gn reseda hun tegenwoei. Zij bleef eerst een poos stilzwijgend tegen het hek staan en reikte hem toen beyend de hand, terwijl zij met een van ontroering trillende stem zei Eerst nu durf ik het wagen »comte Lo renzo" te begroeten, die eenmaal als een zoon voor mijn vader was, die zijn leven voor hem op het spel zette.De herinnering werd haar gevreesd had. Thans wordt gearbeid aan een afzonderlijke overeenkomst tot regeling van dat auteursrecht voor de beide rijken, welke zich echter wel tot de schrijvers zal moeten bepalen, daar Nederland zelfs nog geen bescherming ver leent aan het auteursrecht vanjjzijn eigen kunste naars. Een wetsontwerp daartoe zal echter weldra bij de 2e kamer inkomenalthans de raad van state heeft daarover reeds advies uitgebracht. Door de boekhandelaren Martinus Nijhoff en J. L. Beijers zal, ten huize van eerstgenoemde te 's Gravenhage, van 28 Januari5 Februari ver kocht worden de bibliotheek van wijlen den heer C. P. Lenshoek, burgemeester van Wolfaartsdijk. De catalogus bevat meer dan 3500 nommers, voor namelijk werken over de geschiedenis en de topo- graphie van ons land. Men vindt er eene zeer uitgebreide verzameling werken over Zeeland, en daaronder zeldzame boeken en handschriften. De collectie aangaande de godsdienstige en lite rarische beweging der 16e eeuw is buitengewoon. Wij vestigen ook de aandacht op eene belangrijke verzameling liedekens en rijmen uit de 17e en 18e eeuwen. De catalogus verdient zeer de aandacht van alle boekenvrienden. Van den minister van buitenlandsche zaken is bij het bestuur der gemeente-gasfabriek alhier nader bericht ingekomen, dat ook de regeeringen van Engeland en België vrijdom van inkomende rechten verleenen van de goederen, die onverkocht van de gastentoonstelling te Middelburg weder naar die landen terugkeeren. 9i.ral»bendijke, 4 Jan. Op het telegraaf kantoor aan het station van den staatsspoorweg alhier werden in 1883 aangeboden 433 telegrammen, ontvangen 748opgenomen en doorgeseind 425 zoodat in het geheel werden behandeld 1606 telegrammen. Bronwersliaven, 4 Jan. In het afgeloo- pen jaar 1883 zijn alhier geboren 31 mann., 34 vrouw., samen 65 kinderen (het gemiddeld getal over de laatste 10 jaren bedraagt 76). Overleden zijn 13 mann., 12 vrouw, samen 25 (gemiddeld getal 46); levenloos aangegeven wer den 3 mann. en 3 vrouw, samen 6 (gemiddeld 3), terwijl 16 huwelijken werden gesloten, (gemid deld getal 15). De toestand van den oud-gouv. generaal van Indië, mr. Loudon, is aanmerkelijk beter. Het U. D. bevat een zeer gunstig schrijven uit Oleh-leh. De toestand is daar over 't algemeen rustig. De Oleh-lehsche weg begint, zoo luidt dat bericht links en rechts bebouwde sawah's te vertoonen, wat vroeger niet het geval was. De passar te Kotta-Radja heeft zich den laatsten tijd kolossaal uitgebreid, zoodat er binnen de oorspronkelijk afgebakende ruimte geen plaats tot bouwen meer over is. Dagelijks komen de Atjehers bij honder den er hunne koopwaren ter markt brengen niet lang geleden kon men ze tellen. Over het algemeen kan men^het onze hoofdves tiging zeer goed aanzien, dat er vooruitgang te bespeuren is. Bij het tegenwoordig krachtig bur gerlijk bestuur, gesteund door een man als kolonel Demmeny, kan het dan ook niet anders of de toestand moet zich verbeteren en langzamerhand ten goede keeren. De gezondheidstoestand is op 't oogenblik uitmuntend. Het onderwerp, dat te Middelburg is ter sprake gekomen, nl. eene onderlinge telephoon-verbinding, geeft tot velerlei beschouwing aanleiding. Oppervlakkig gezien biedt zoodanige inrichting hier iets belachelijks aan. Welke behoefte be staat er in Middelburg aan eene telephoon? Er te machtig. Zij had gelijk dat zij het eerst nu waagde hem toe te spreken; hij begreep die tranen over het verloren geluk eener zalige kindsheid. Gij begrijpt dat ik wel ondankbaar en vergeetachtig moest schijnen en als tot een vreemde met u spreken want ik vertrouwde mijne krach ten niet. Ach! en terwijl ik u hoorde spreken was het mij telkens alsof zijn onvergetelijke stem u moest antwoorden. Ik zag weer dien heerlijken tuin, ik hoorde weer de fonteinen kletteren, ik vernam zijn stap op de steenen.Gij ziet hoe dwaas ik ben 1 Maar neen, zoo mag ik het niet noemen. Het zijn heilige, kostelijke herinneringen en ik weet dat ook u zijn aandenken dierbaar iszijn laatste woord was - een groet aan u." »Dank u," sprak hij aangedaan en voegde er zacht bij„ik heb nooit vernomen hoe het u gegaan is, nadat wij in Triëst afscheid namen. Ik kende niet eens het doel uwer reis noch zijn waren naam." »Ik ook niet. Hij voelde zijn einde naderen en wilde in het vaderland sterven, om mij aan de zorg van zijn neef toe te vertrouwen. Doch hij bereikte Thü ringen niet meer. In München. Zij moest weer ophouden. Op dit oogenblik kwam Tesselhof in de glazen deur staan. Wat scheelt er aan Line, ik geloof waarljjk dat gjj huilt 1 Wat is er 1" »Wjj spraken over Caïro," zei zij, hare tranen afdrogende. „Hoor eens, beste graaf, dat moet gjj nooit

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 5