Gemengde Berichten.
Ingezonden stukken.
Kerknieuws.
Marine en Leger.
Rechtszaken.
roeerderd. Daar echter voor het volgende jaar
ook de nieuwe school B (nieuwe haven) in de
bemoeiingen der vereeniging zal worden opgeno
men konden de cijfers der begrooting niet op
elkander sluiten dan behoudens enkele bezui
nigingen, waartoe het uitvoerend bestuur door de
rergadering werd gemachtigd. De begrooting
werd goedgekeurd met een eindcijfer van 845
in ontvang en uitgaaf.
De zes aftredende leden van het bestuur wer
den bij acclamatie herkozen.
De heer L. L. Van Thiel, onderwijzer te
Bergen op Zoom, is benoemd tot hoofd eener
school voor U. L. O. te Purmerend.
Mej. J. M. E. v. de Wijnperse, van Bergen
op Zoom, heeft te Utrecht akte A. M. O. Fransche
taal verkregen.
De heer M. Dee, pred. te Heerjansdam, is be
roepen bjj de Chr. Herv. gemeente te Coljjnsplaat.
De luit. t/z. der 2e kl. H. T. Hoven, uit Oost-
Indië in Nederland teruggekeerd, is op nonacti
viteit gesteld.
In ons nommer van Vrijdag deelden wij mede
dat het O. M. bij het gerechtshof te 's Gravenhage,
tegen J. C. v. W. te Ter Neuzen, 5 jaar tucht
huisstraf heeft geëischt.
Uit het onderzoek dier zaak bleek dat besch.,
ongeveer 15 jaren gehuwd, meermalen met zijne
vrouw onaangenaamheden had en hij zich dikwijls,
wanneer hij in beschonken toestand verkeerde,
bedreigingen jegens zijne vrouw liet ontvallen
niet alleen, maar haar ook mishandelde. In den
namiddag van 5 A.ug. jl., toen besch. wederom in
eenigszins beschonken toestand was thuisgekomen,
ging het in de echtelijke woning weder zeer on
gelukkig toe. De man dacht thans een einde te
maken aan de door hem vermeende verwaarloozing
zijner kinderen en om zijn vrouw dat onder het
oog te brengen, wierp hij zich op haar, onder den
uitroep dat hij haar zou kapot maken, vatte haar
bij de borst, duwde haar met het hoofd hevig
tegen de bedstede, bracht haar slagen toe en wierp
haar eindelijk door een glasruit der woning, ter-
wjjl hjj met zijn hand haar hals beklemd hield,
zoodat de vrouw, toen zij door den wachtmeester
der maréchaussée, die ter hulpe was geroepen, uit
haar alles behalve benijdenswaardige positie ver
lost was, bjjna niet kon spreken. Door de bejegening
van haar man had de vrouw verschillende ver
wondingen, die eerst na geruimen tijd genazen.
De man, op heeterdaad betrapt, werd in hechtenis
genomen en had zich thans te verantwoorden. Hij
ontkende zijn vrouw door een glasruit geworpen
of geslagen te hebbenalleen had hij haar met
het hoofd tegen de bedstede geduwd om haar de
verwaarloozing van zijn kinderen en zijne huis
houding onder 't oog te brengen en daaraan een
einde te maken. Hunne verhouding had, nadat
bij de vrouw een fout was ontdekt, tot onaange
naamheden aanleiding gegeven, maar hij had geen
plan gehad haar te dooden. Het bleek tevens dat
ook de man zich aan echtbreuk had schuldig
gemaakt.
Men schrijft ons van Walcherens Noordwestkust
De honderden, die in de afgeloopen week den
strijd hebben aanvaard tegen den waterwolf, zetten
ongewone levendigheid bij aan onze kust. Hei
stellingen aan den uitersten rand van den oever)
in beweging gebracht door de kloeke armen der
Westkappelaars, op de maat der vreemdste liedjes,
ziet men langs den ganschen dijk hier en daar
neergezet. Wat hooger op de glooiing is men
bezig de krammat te herstellen en met vlechtwerk
te versterken. Mannen gaan heen en weêr met
altaar voor de schilderij der H. Maagd brandde.
Die man, die niemand anders was dan de kapitein,
die met de dochter van den baron verloofd was, ging
op de treden van het altaar zitten en wachtte
totdat een zacht geritsel op het trapje achter
de deur, die naar de kamers van hei woonhuis
leidde, hem verkondigde dat zjjn aanstaande naar
beneden kwam. Wat die twee daar samen deden
weet ik nietzij vertelden elkaar zeker geen
sprookjes, zoo als ik nu doezij waren jong en
schoon, beminden elkander en hun liefde was door
de scheiding nog inniger geworden en hun blijd
schap over het wederzien nog grooter, door de
gevaren die hen omringden.
Het gerucht verspreidde zich dat er een spook
in den omtrek ronddoolde; maar de luitenant
die een ketter was, net als al de Franschen, ge
loofde niet aan spoken en nam zich voor om goed
toe te zien, te meer daar hij wist dat de dochter
van den baron (die hem met geen blik verwaar
digde en zoodra zjj hem zag naar haar kamer
vluchtte) verloofd was met een Bourbonschen
kapitein, een van diegenen die den koning naar
Sicilië gevolgd waren, en dus vermoedde hij dat
dat spook wel eens die minnaar kon zijn. Hij
werd in dit vermoeden bevestigd toen hij vernam
dat de vermetele rooverhoofdman, bijgenaamd Den
Sperwer, door een zijner spionnen herkend was
als de zoon van den markies di Chiatrato,
Op zekeren nacht deed de luitenant, zoodra hij
op zjjn kamer was, het licht uit, maar in plaats
van te gaan slapen, ging hij voor zijn venster op
den uitkijk staan en zag duideljjk een zwarte
gedaante den heuvel opkomen, naar de kapel gaan,
zware steenen, die tusschen het staketwerk moeten
worden ingepast, terwijl anderen, voor den wind
achter eenige bossen riet of rijs verscholen, aan
de palen door bekapping den vereischten vorm
geven. Jongens dragen de steenen, die door de
zee tot gruis zijn vermorzeld naar de kruin van
den dijk en op die kruin zelf heerscht de grootst
mogelijke wanorde, waardoor het bij donker zeer
gevaarlijk is er te rijden of zelfs te gaan. Vrij
groote steenen en palen van allerlei vorm en
afmeting liggen daar reeds sedert ruim een week
als een knuppelspel dooreen. Maar de belangen
van een ganschen polder vereischen ook eerder
voorziening dan de veiligheid van 't verkeer.
Tot herstelling van al het verwoeste worden
dagelijks wagenvrachten materialen van Vlissingen
en Middelburg aangevoerd. Ook de zeepalen, die
sedert 3 a 4 jaren langs het strand en in het
duin hebben gelegen, zullen thans, naar men be
weert, gebruikt worden. Voorwaar een maatregel
van zuinigheid, die in deze dagen van tegenspoed
op hoogen prijs moet gesteld worden
Overigens mogen wij gelukkig constateeren, dat
de bewoners van den polder Walcheren zich ge
rust kunnen te slapen leggen, al beukt de Noord
zee onze zeeweringen dezen winter nog weer eens
zooals dit Woensdag 12 Dec. 't geval was.
Wat men omtrent de Leidsche giftmengster
van hare familieleden kon hooren, grenst zegt
het L. D. bijna aan het ongeloofelijks.
Ternauwernood had zij vernomen dat een zwa
ger, schoonzuster, neef, nicht of een hunner kind
was ongesteld geworden, of zij bood dadelijk hare
diensten aan de zieken te verplegen en er 's nachts
bij te waken.
Moest er een lijk worden „afgelegd" enz., dan
was zij het die daarbij op den voorgrond trad.
Hare hulp was buitengewoon. Voor een lijdend
wicht toonde zij zich zóo bezorgd dat het zelfs
in hare armen den geest gaf.
Een neef deelde mede dat alleen van zijne vrouw
de moeder, vader, twee broers en eene zuster allen
onder dezelfde ziekteverschijnselen waren overleden.
Van de geheele familie bleven zij en een andere
broeder over, welke laatste uit wanhoop, omdat
hij nu toch maar zoo goed als alleen op de wéreld
stond, dienst nam. Toen hij eens voor vier dagen
verlof had en zijne „tante" een bezoek bracht,
werd ook hij weldra ziek. Soldaat zijnde, moest
hij naar de infirmerie, doch „tante" smeekte of
zij hare neef bjj zich aan huis mocht verplegen.
Er ging immers niets boven familie. Vooreenigen
tijd moet haar dit zijn toegestaan. Thans ligt hij
nog in het hospitaal.
In een bericht omtrent het zinken van het vlot,
waarmee de gouv. generaal, de heer 's Jacob, met
zijn gezelschap bij zijn aankomst per boot van
Tjeringin te Anjer een nieuw gevormden inham
moest oversteken, wordt aan het Ind. Vad. ge
meld, dat de aanwezige ambtenaren wel wisten
dat, behalve de acht Europeanen, de bedienden niet
tegelijk op het vlot konden overvaren, dat zjj er
onderling over praatten, maar dat, toen de gouv.
generaal niets zei, zjj ook zwegen. Dit zou een
eerbiedsbetuiging tot den dood mogen heeten,
evenals weleer de koningin van Spanje, die, als
zjj in het water raakte, niet dan op straffe dea
doods kon gered, namel. aangeraakt worden door
haar onderdanen.
De gouv. gen. liet het natuurljjk aan de ande
ren over te bepalen, hoeveel menschen op het
vlot konden gaan, en het was beneden zjjn waar
digheid om te vragen, of men het vlot niet wat
zwaar belaadde.
Naar wjj vernemen, maakte een der controleurs
het minste haast om van het zinkende vlot af te
komen, met dat gevolg dat, toen al de anderen
eraf waren, het vlot genoeg gelicht was en hjj
erop kon bljjven.
Op de reis is Z. E. de gouv. gen. des avonds
met den donker aan de Ratébaai in de Lampongs
geland, waar de autoriteiten en een gevolg van
een 100 man met obors Z. E. opwachtten en ver
gezelden naar Telok Betong, welken weg Z. E. te
paard aflegde en waar men te 12 uren des nachts
aankwam. Den volgenden middag om 12 uren.
de deur openen en weer achter zich sluiten. Toen
klom de luitenant, om geen gerucht te maken, het
venster uit en ging zjjne soldaten wekken, die
met gevelde geweren rondom de kapel post vatten,
terwjjl de luitenant met vjjf of zes zjjner moedigste
lieden, de deur bestormde en zoodra die begon
te wjjken de kapel binnendrongen. Men hoorde
een gil, daarop twee pistoolschoten, en toen de
rook optrok ontwaarde men bjj de treden van het
hoogaltaar een man, die op de knieën lag en
eene bezwjjmde vrouw in de armen hield. De
oogen van dien man gloeiden als vurige kolen,
hjj zwaaide met een korten, breeden degen om
zich heen en zag de soldaten dreigend aan, die,
toen zjj een paar hunner makkers zagen vallen,
met hun luitenant dien man aanvielen, die opsprong
en brullende van woede met zjjn degen bleef zwaaien
en stand hield. Het meisje lag op de treden van
het altaar, met het hoofd achterover, geheel be
wusteloos. Ik weet niet hoe lang die worsteling
duurde; de andere soldaten waren hunne makkers
te hulp gesneld, maar die man hebt gjj wel
eens een wild zwijn zien vechten tegen een troep
honden Welnu, zoo vocht die man, reeds met
wonden overdekt, doch steeds onverwinbaar. Na
tallooze vjjanden verslagen te hebben spande hjj,
voelende dat het met hem gedaan was, zjjne laatste
krachten in, sprong op den luitenant toe, greep
hem bjj de keel en stiet hem zjjn degen in de
borst. Toen hjj zjjn vjjand doodeljjk getroffen zag
neerstorten liep hjj, door de soldaten achtervolgd)
naar het altaar, nam het meisje, dat geen enkel
teeken van leven meer gaf, in de armen en trachtte
zich een doortocht te banenmaar dat was te
is de terugtocht op dezelfde wijs, zonder de obors
aangenomen. Z. E. mag van geluk spreken, dat
hjj zonder hinder door het puimsteen gekomen is,
Dit liep dus beter af dan met den controleur
Wjjnveldt en den heer De Greve, die op de hopper
de Tegal, naar wij vernemen, vjjf dagen in het
puimsteen ingesloten zaten op 3000 el van den
wal, ten slotte op rjjst en water; zij zaten daar
nog volgens de laatste berichten en moesten, even
goed als de mannen van de Varna in 'tjjs, op
wind en stroom om verlossing wachten.
Jehan Valter vertelt in de Figaro het volgende
Er is op naam van Mile Marie Colombier,
vroeger tooneelspeelster, een boek verschenen met
doorzichtige en venjjnige toespelingen op Sarah
Bernhardt. Dat heeft heel wat te stellen gegeven.
Vooreerst heeft er te dier zake een tweegevecht
plaats gehad tusschen Octave Mirbeau en Paul
Bonnetain, die eene voorrede voor het boek heeft
geschreven, maar die verklaard heeft dat het boek
zelf niet van zjjne hand is. Voorts is Sarah
Bernhardt naar een commissaris van politie gegaan
om dezen te vragen, of de wet hem niet het recht
gaf het boek in beslag te nemen en alzoo den
verkoop tegen te gaan. Verder is de zoon van
Sarah, Maurice, naar het huis van Bonnetain ge
vlogen om dezen rekenschap te vragen van zjjne
betrekking tot het boek en dienovereenkomstig
te handelenmaar ten huize van Bonnetain
komende en daar hoorende dat deze juist was gaan
duelleeren met Mirbeau, is hjj weggegaan om zich
naar de woning van Marie Colombier te begeven.
Daar gekomen, zeide hjj„Ik zal injj niet zoover
verlagen om eene vrouw te slaan maar ik waar
schuw u, indien gjj ooit weer van mjjne moeder
spreekt, zult gjj met mjj te doen krijgen." Eindeljjk
is ook Sarah zelve uit den hoek gekomen. Zjj
greep eene karwats en liet zich naar Marie Colom
bier brengen. Op het oogenblik dat dit voorviel
had Sarah drie personen bjj zich, Mile Antonine,
Jean Richepin en Ker bernhardt, die de groote
tooneelspeelster buiten zichzelve van woede ziende
en wel wetende, waar de toorn eener vrouw be
gint, maar niet waar hjj eindigt, het geraden
vonden onmiddelljjk na Sarah in een rijtuig te
springen en haar te volgen. Sarah kwam bjj Marie
Colombier, rende de trappen op, drong, ondanks
het verzet van haren bediende, door tot hare
kamer, voegde haar eenige „liefelijkheden" toe,
en gaf haar een slag met de karwats in 't gezicht.
Marie Colombier was niet alleenzjj had eene
dame bjj zich en een heer, Jehan Soudan, die,
toen hjj Sarah de karwats tegen Marie zag op
heffen, naar de woedende tooneelspeelster vloog
om haar in bedwang te houdenmaar op dat
oogenblik kwam het gezelschap binnen, dat Sarah
gevolgd was en greep Jean Richepin onverhoeds
Jehan Soudan bjj de keel (misschien dacht hjj dat
deze zich aan Sarah zou vergrijpen). Hiermede
was het zaakje nog niet uit. Marie Colombier,
voor nog meer beducht, vloog de kamer uit en
verder van het éene vertrek naar het andere, en
die voorzorg was niet nutteloos, want hare ver
volgster jjlde haar na op den voet, trapte hier
en daar de deur in en raakte met hare karwats
haar slachtoffer nog eenige malen. Ten leste
ontkwam Marie langs een trap. Sarah had mid-
delerwjjl hare wraak ook nog op andere wjjze
gekoeld. Zjj wierp de meubelen omver, verbrjj-
zelde de étagères met al wat erop was, en daarna
niets meer voor hare hand te doen vindende, ging
zjj heen, vermoeid van het werk dat zjj verricht
had. Beneden komende, zeide zjj tot den con
cierge „Ziehier eene karwats, die ik onvangen
heb van den maarschalk Canrobert. Daar, ik
geef die aan Mile Colombier als eene gedachtenis
aan mjj."
Een uur later was Sarah op de planken van de
Porte Saint-Martin voor de repetitie van Nana Sahib.
Marie Colombier werd gisteren door Albert
Wolff in hetzelfde blad duchtig de les gelezen
wegens haar pamflet. Hjj gaf haar ten slotte
den raad niet gevolg te geven aan haar plan om
te dingen naar het lidmaatschap der société des
gens de lettres. „Hoe verdeeld wjj daar ook mogen
vergeefs wjjl de Franschen hem aan alle kanten
aanvielen en met degenstooten en kolfslagen af
maakten, totdat hjj levenloos, badende in zjjn bloed
neerviel.
»Ach, die arme man, die arme man!"riepen
de toehoorders. >En wat gebeurde er met het
meisje, de dochter van den baron
>Die werd ook gewond en bezweek naast
het lijk van haar minnaar. Hare ouders en die
naren, door het rumoer ontwaakt, kwamen toe
geschoten en gjj kunt nagaan hoe het hun te
moede was bjj den aanblik van het tafereelDe
soldaten, woedend dat éen man vjjf of zes dei-
hunnen gedood en verscheidenen gewond had,
namen de familie van den baron gevangen en, om
hun luitenant en hunne makkers te wreken, staken
zjj het huis en de kapel in brand, waarna zjj met
hunne gevangenen, die van droefheid en schaamte
krankzinnig waren geworden, naar Cosenza ver
trokken."
„Maar hoe is nu het geloot in de wereld
gekomen dat die kapel een schat moet bevatten
Omdat die kapitein daar de schatten ging
begraven, die hjj op zjjne rooftochten aan de
Franschen ontstal. Het is zeker dat de schat
gezien is en even zeker dat de zielen van die twee
arme gelieven hier des nachts in den omtrek
ronddoolen."
De vrouwen begonnen weer te spinnende
boeren hielden de handen voor het vuur en zwe
gen angstig.
Heel in de verte vernam men als een onder
drukte zucht, bjj tusschenpoozen, in de nachteljjke
stilte een flauw trompet-geschal.
zjjn," zegt Wolff, „hierin zjjn wjj het eens, dat
niemand onder ons mag worden ontvangen, die
ooit iets gedaan heeft wat tot schande strekt van
ons beroep."
Marie Colombier is daarop in de Figaro van
heden het antwoord aan Albert Wolff niet schuldig
gebleven. Zjj ontkent daarin door Sarah geslagen
te zjjn: tijdig vluchtte zjj in een nabjjzjjnde kamer.
Die karwats verklaart zjj zelfs niet gezien te heb
ben. »Heb ik," vraagt zjj, het kwaad bedreven
»Een verdichten roman heb ik geschreven, en voor
hjj nog uitgekomen was, heeft men mjj beschul
digd Sarah Bernhardt te teekenen. Na de ver.
schjjning van het boek waren èn Sarah èn haar zoon
als gewoonljjk tegenover mjj, totdat de heer Mir
beau openljjk beweerde, dat het boek tegen Sarah
Bernhardt geschreven is. Ik betreur 't, een boek
geschreven te hebben, dat verkeerd wordt uitge
legd, en Sarah Bernhardt mag spjjt hebben dat
zjj mjjn huisrecht heeft geschonden."
Dit incident Colombier-Sarah Bernhardt is op
de Parjjsche boulevards het groote onderwerp van
den dag.
Over de Mississippi is thans de eerstestet&MI
brug gelegd, en wel een weinig ten Zuiden van
den val van St. Anthony. De brug is in Ooste-
Ijjke richting over de rivier gebouwd, gaat eerst
links en verder met rechte hoeken naar den over
kant, en is 21u0 voet. De viaduct heeft 23 bogen
en zestien spanningen van 80 voet elk. De stof
bestaat uit graniet en een soort kalksteen. De
breedte is overal 28 voet. Men heeft zes maan
den moeten arbeiden, yóor men met de steenleg
ging kon beginnen. Aan de brug werkten 200
man, van welke drie hun leven verloren.
De kosten bedragen 990.000.
Mjjnheer de Redacteur
Wie heeftdien zal gegeven
tvorden, maar
wie niet heeft, krjjgt er niet zoo spoedig iets
bijwant er wordt zoo licht van den armen stak
ker gedachtochhjj is't niet beter gewend
Maar toch, zoo'n arme stakker, b. v. een Noord-
Bevelander, gevoelt wel eens, hoeveel hjj mist
vooral als naast dat gevoel de gedachte oprjjst:
wellicht kon 't beter zjjn! Daar hebt ge Noord-
Beveland's verkeer met de buitenwereld. Als 't gun
stig gaat met de bootmaar daar zal ik maar
over zwjjgen. De posterjj, die dan toch de geest
kon transporteeren, waar 't lichaam een te lastig
meubel blijkt... M. de Red., laat ik u mededeelen
dat wjj per dag twee posten hebben, éen 's mor
gens en éen 's avonds. »Dat gaat vrjj wel", zult
gjj zeggen »voor Noord-Beveland." Ik bid u,
spot niet en geloof me, dat gaat vrjj ellendig
Bjjv., alles wat 's morgens na ongeveer 6.5 uur
voor Noord-Beveland te Goes aankomt, blijft daar
tot na den middag en bereikt Noord-Beveland te
ongeveer half 5. Wat voor Cats, Coljjnsplaat
en Wissekerke bestemd is, kan niet vóór half 7
dat voor Camperland niet vóór half 8 besteld zjjn
dat is 13 a 14 uren na den eersten trein uit Hol
land. (Afstand Goes—Cortgene 3 uren, ruim
genomen). Wat voor Noord-Beveland te Goes
bezorgd wordt na ongeveer 's middags 2 uren bljjft
daar tot den volgenden ochtend, ongeveer 5 uur;
dat is 15 uur lang. Voeg hier nog bjj, dat van
Middelburg uit die ochtendpost niet meer bereikt
kan worden na 's avonds 7 uren, zoodat een
schrijven, na dat uur daar in de hoofdstad der
provincie aan de post toevertrouwd, eerst den
volgenden avond 7 uren op Noord-Beveland wordt
uitgereikt, dat is na een etmaal of meerEn dat
op een afstand van een paar uren hemelsbreedte!
Zie, M. de Red. dat is ellendig?"
»En zou daar dan iets aan te doen zjjn Ik weet
het niet, maar ik denk wel eens lach niet, als
't idee soms wat boersch en groen klinkt en wjjt
het daaraan, dat andere ideeën ons zoo moeilijk
bereiken ik denk wel eens als er een snellere
verbinding was tusschen Goe* en Cortgene; 't be
hoeft nog geen stoomtram te wezen. Als men
verder de eerste post uit Goes 's morgens te
7 uren, na aankomst van den eersten trein uit
Middelburg, liet vertrekken om te 8 uren te Cort
gene aan te komen dat zou reeds wat gewonnen
zijn.
Nog eens, 't zjjn slechts Noord-Bevelandsche
gedachten, die graag voor wat beters gegeven
worden. En als gjj iets betei-3 weet, och, doe dan voor
uwe verlaten gewestgenooten ook al eens een
goed woordje bjj de posterjj. De dank van alle
Noord-Bevelanders is u beiden dan verzekerd.
H.
Wjj weten, om aan het bezwaar van H. tegemoet
te komen, op dit oogenblik geen ander middel
dan het door den schrijver opgegevene en moeten
ons daarom tevreden stellen met zjjne bezwaren
ter overweging te geven aan de betrokken auto
riteiten bjj de posterjjen, die, wjj twjjfelen er niet
aan, zooveel mogeljjk eraan tegemoet zullen ko
men. Red.
„Middernacht," zei Maloma, een kruis slaande(
»het is laat geworden van avond."
En met de oogen op het vuur gericht prevelde
hjj een Ave Maria.
Ik stond op om mjj naar mjjn kamer aan het
einde van het erf te begeven. Toen ik de deur
opendeed was de lucht geheel bewolkt en buiten
heerschte de diepste stilte slechts af en toe ruisch-
ten de oude kastanjeboomen in den wind.
E I W D E.
•SDÖUKI EU DE «BBBOBD1RC ABRAHAMS
9® JffiODJHBUB».