Nü 292.
126e Jaargang.
1883.
Dinsdag
11 December.
M
B FEUILLETON.
Dit blad verschijnt, dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cents
Advertentiën- 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,60
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 10 December.
Van Robert Waid muller
ilDDELBUROSCHE COURANT
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., Joiin F. Jones, opvolger
Het Dagblad wil onze weetgierigheid bevredigen
en antwoordt op ons schrijven in zake de Büchler-
quaestie
Zeker vindt de minister een ongeloovige (zijner
werkelijk?) iets verschrikkelijks, in dien zin dat
hij den rampzalige diep beklaagt.
Er mag bijgevoegd worden, dat de minister zich
wel verplicht zal achten propaganda voor het
would-be ongeloof af te keuren, als ondermijnende
de grondslagen van staat en maatschappij.
Met huichelaars is de minister zeker ook verre
van ingenomen. Wij stellen het ons aldus voor,
dat de minister, den ongeloovige beklagende, den
huichelaar veracht en schuwt als de pest".
De hoofdvraag onzerzijdsof de minister prijs
stelt op eene zelfstandige meening laat de redactie
onaangeroerd.
Dat is wel verstandig.
Als zij den minister spreekt laat haar daarover
dan eens het gevoelen van zijne Exc. vragen, en
laat zij ons dat dan duidelijk en klaar blootleggen.
Wij zijn daar nieuwsgieriger naar.
Thans betwijfelen we eehtec of de heer Heems
kerk het Dagblad wel bijzonder dankbaar wezen
zal voor de wijze, waarop diens redactie hierin den
handschoen voor hem opneemt, want het geheele
stukje bevat veel woorden zonder iets te zeggen
dat voor de bewuste quaestie afdoende is.
Dat de minister ongeloovigen diep beklaagt is
misschien voor het Dagblad belangrijk om te weten
de betrokkea personen zeiven zullen, evenmin als
wjj, er bijzonder veel waarde aan hechten.
Dat de heer Heemskerk persoonlijk propaganda
voor het ongeloof afkeurt staat aan zijne beleefdheid,
maar als minister heeft hjj niet het recht om
eenig ambtenaar in zijne meening, welke die ook
zij, te binden of op de vrije uiting daarvan eenige
macht uit te oefenen. Yan propaganda maken
was bij den heer Büchler hoegenaamd geen sprake
dit kan het Dagblad zeer goed weten.
Men schrijft ons uit Zuid-Beveland
In de tweede kamer werd verleden week ge
wezen op het bedenkelijk feit, dat een groot aan
tal personen niet alleen uit de mindere volks
klasse tegenwoordig liever subsidiaire gevan
genisstraf ondergaan dan de dikwijls zeer hooge
boete betalen. Het doet mij genoegen, dat de
regeering hierop gewezen is, want reeds lang
heeft het mij geërgerd hoe lichtvaardig b. v. in
Zuid-Beveland de meeste lieden hunne boeten ver
dienen door eens te gaan zitten". Het meeren-
deel schaamt er zich volstrekt niet over op die
wijze met de gevangenis kennis gemaakt te heb
ben; integendeel, ongevraagd vertellen zij het u
met een zelfde genoegen als een ander een min
der aangenaam reisavontuur opdischt. Zeer on
verkwikkelijke staaltjes zou ik u hiervan kunnen
bijbrengen. De heer Yan Baar merkte terecht
in de kamer op, dat de vrees voor de schande
Graaf Vendramin was een kind van zijn tijd
en geloofde aan betooveringen, en de bijna be
dwelmende geur van het reukfleschje droeg er niet
weinig toe bij om hem op het denkbeeld te
brengen dat hier de zwarte kunst in het spel was
„Sta op," zei hij, »gij zijt het slachtoffer
eener arglistigheid geweest. Men heeft misbruik
van uw eenvoud gemaakt en het zij verre van mij
om u te beknorren. Uwe woorden bewijzen hoe
zeer men nw verstand beneveld heeft. Zijn uwe
zusters nog te spreken? Het is wel nacht, maar
Yenetië slaapt thans meestal over dag. Ik ka.n
nog voor zonsopgang maatregelen nemen om den
misdadiger meester te worden. Breng mjj bij uwe
zustersGij zijt veel te opgewonden om mij te
woord te staan. Sta op en begeef u ter ruste
»Dat zal ik; dooh onder éen voorwaarde."
»En die is?"
»Dat gij niet met mijn zusters spreekt."
„GoecL Dus met de bedienden,"
„Nog minder."
der gevangenisstraf hierdoor verloren gaat en
daarenboven de omgang met de medegevangenen
zeer slecht werkt. Ik kan dan ook hier in Zuid-
Beveland meer dan éen voorbeeld aanwijzen van
menschen, die eerst in de gevangenis geraakten
wegens kleine overtredingen en eindigden met een
gedwongen bezoek aan het tuchthuis. Om kittel-
oorige dorpelingen te voldoen, moet ik echter
zeggen, dat er ook hier gemeenten zijn, die op dit
alles een gunstige uitzondering maken.
Niet minder juist schreef m. i. de heer Yan
Baar de oorzaak van dit bedroevende verschijnsel
toe aan de keuromanie der verschillende besturen,
die op de duizend en een overtredingen meestal
zeer zware boeten stellen. De regeering gaat
dikwijls voor, b. v. met de jachtwet, die in Zuid-
Beveland, waar het van stroopers wemelt, tallooze
overtreders achter slot en grendel brengt. De
rijksveldwachters maken dan ook trouwen», verlokt
door de hooge premiën, meer jacht op de over
treders dan de heeren op de hazen
Moge daarom de verstandige wenk van den heer
A. Mackay door de regeering opgevolgd worden
en mogen er kleine boeten gesteld worden op
kleine overtredingen, opdat de weg naar de ge
vangenis steeds minder gekozen worde.
De Standaard schrijft over De NijJcerkers en de
Zondagstram
De minister van binnenlandsche zaken heeft
tot onze blijdschap meêgedeeld, dat de commissa
ris des koning in Gelderland eigen ongelijk had
erkend.
Dat is uitnemend.
Hiermeê stappen we van den heer Mollerus af.
Zijn circulaire is nu feitelijk vernietigd. Zijn
handtsekening is teruggetrokken.
Maar desniettemin blijft nog altoos het gedwon
gen bezoek op Oranje Nassau.
Men heeft burgemeester en wethouders geciteerd
om op Oranje Nassau bij Z. M. te komen. Bij
dat bezoek was de commissaris des konings tegen
woordig. En in diens presentie is gedreigd, dat,
zoo men niet toegaf, de koninklijke ongenade
de balsturige gemeente treffen zou.
Dit gaat nog kooger dan de commissaris, maar
is juist daarom te bedenkelijker.
Dubbele eer aan onze Veluwenaars, die desniet
temin den moed hadden, geen haarbreed van hun
besluit af te gaan.
De heer Weruméus Buning zal Woensdagavond
in de concertzaal alhier de lezing houden, vroeger
door ons aangekondigd.
Een lijst, die daarvoor in omloop gebracht is,
leverde echter niet het resultaat op dat daarvan,
naar onze meening, kon worden verwacht.
Dat de heer Buning toch zal lezen is zeker
een bewjjs voor zijne overtuiging dat het hem
niet aan belangstelling en waardeering ontbreken
zal.
Het zou ons spijten als hij in die verwachting
werd teleurgesteld. Daarvoor vinden goede
lezers in Middelburg nog te veel waardeering.
Onlangs nog trad de schrijver van tal van
„Wilt gij mij dan zelf het signalement geven?''
„Gij krijgt het noch van mij noch van ie
mand anders."
„Arme begoochelde. Hij heeft u waarlijk
geheel van uw verstand beroofd. Wie heeft ooit
van een liefdeswaanzin gehoord, die zoo uit da
lucht komt vallen Wie kan zoo iets doorgronden?"
Magdelena glimlachte bij de herinnering aan
het geluk dat zij doorleefd had en zei
-- „Ja, wie kan het doorgronden? Maar wat
hegrijpen wjj
Wie begrijpt de wonderen der schepping. Is de
liefde geen wonder Een half jaar lang hebt gij
mij met goedheid overladen en ik heb gemeend
dat hetgeen ik voor u gevoelde, liefde was. En
toch was het niet zoo. Met al uwe goedheid
knapheid, voortreffelijkheid hebt gij het wonder
niet kunnen verrichten. Waarom niet gij meent
dat ik ijl? neen ik denk helderder dan ooit.
Ik voel dat ik tusschen leven en dood sta, Enrico
De graaf hoorde haar hoofdschuddend aan hij
had haar te lief om niet diep te gevoelen welk
verlies hem bedreigde.
„Zie, gij hieldt mij voor waanzinnig omdat
ik u verzocht mij te dooden," ging zij vertrouwelijk
voort „maar wat blijft mij anders over Hem toe-
bebooren mag ik niet zelfs al wildet gij mij nog
heden vrijlaten. Maar kan ik u toebehooren
Daartegen komt mijn geheele bestaan in opstand.
Wat moet dus van ons, arm verloofd paar, worden
De eenige uitkomst is immers dat ik sterf. Gjj
„Marine-schetsen" op in Oefening kweekt kennis
te Gravenhage en behaalde daar, zooals altijd
wanneer hij optrad, een buitengewoon succes.
Met wijlen Cremer en met Justus Van Mau-
rik heeft deze begaafde novellist zoo schreef
het Vad. dit gemeen, dat men het rechte,
volle genot van zijne verhalen eerst heeft, als men
ze hem zelf hoort voordragen.
Men schrijft ons uit Vlissingen
Onlangs toevallig Ds M. Gargon's Walchersche
Arkadia (Leiden A° 1717), openslaande, werd mijne
aandacht getrokken door eene daarin voorkomende
passage, waaruit blijkt hoe onze voorouders, onge
veer 170 jaar geleden, zich over Vlissingen uitlieten.
Woordelijk staat er
»den voorleden bloeistand van Vlissingen bij de
tegenwoordige doodsheid en neringloosheid verge
lijkende
en verder
„wat verschilt deze stad van zigzelve, Zo vol
levens als 't hier plagt te zjjn, zo ledig en be-
treurlijk is't er nu. Gaat dit zo voort, zo wil
Vlissingen haast een ander Arnemuiden zijn".
De permanent groote ruimte in de havens van
Vlissingen geeft nog al eens aanleiding dat daar
over klaagliederen worden aangeheven. Het is
dan opmerkelijk steeds te hooren beweren dat
het nooit zoo doodsch is geweest als thans en
het hier vroeger zoo kolossaal druk en welva
rend was.
Naar het bovenvermelde citaat te oordeelen,
heeft het klagen hier echter reeds langen tijd in
de lucht gezeten en kunnen wij waarlijk tegen
woordig wel met wat meer moed de toekomst
tegengaan.
Goes, 10 Dec. De vergadering, Zaterdag
avond te 8 uren alhier in de Prins van Oranje
gehouden, tot het stellen van een candidaat voor
lid van den raad vacature-Buwalda, werd
door 29 belangstellenden bijgewoond.
De heeren J. Fransen van de Putte, J. J. Ra-
mondt en J. De Vos (die echter wegens ambts
bezigheden afwezig was) werden opnieuw uitge-
noodigd ook voor deze verkiezing de leiding op
zich te nemen waartoe de twee eerstgenoemde hee
ren zich bereid verklaarden zij waren echter van
oordeel dat het wenschelijk was voor eene volgende
verkiezing eene nieuwe commissie te benoemen, aan
gezien afwisseling van personen volgens hen noodig
was. De vergadering was echter van een ander
gevoelen, want zij verkoos de oude commissie.
De heeren Putte en Ramondt verklaarden zich
daarop beveid aan dit verlangen te voldoen, ter
wijl aan den heer De Vos van de meening der-
vergadering zou worden kennis gegeven.
Bij het stellen van candidaten werden slechts
2 namen genoemd, namelijk die der heeren L. M.
Van Campen en dr A. Isebree Moens.
Nadat beide candidaten waren besproken, ver
klaarde de voorsteller van den heer Van Campen
uit diens naam de candidatuur in te trekken. De
voorzitter merkte echter op dat dit niet kon ge
schieden, wjjl de candidatenlijst gesloten was.
wendt het hoofd afl Arme Enrico. Ik zie geen
ander redmiddel."
Nooit had bij haar lieftalliger gevonden 1
»Ons leven is in Gods hand, mijn kind,'
sprak hij ernstig, »en de gedachte om het moed
willig te verkorten is reeds zondig. Wij zullen
met den bijstand des hemels trachten dezen toe
stand, die mij ook schier wanhopig maakt, te ont
warren, morgen zullen de spookgestalten van
den nacht, hoop ik, voor het heldere daglicht
wijken. En mocht gij mij morgen met uw gewone
kalmte van geest herhalenIk kan niet de echt
genoot van Enrico Vendramin worden welnu
dan zweer ik dat ik mijn rol van raadgevenden
vriend weer zal aannemen, die ik misschien
nimmer had moeten laten varen."
-»0, mijn weldoener snikte Magd'alena,
„hoe ondankbaar zult gij mij vinden."
»Ik zou een nietswaardige zijn indien zülk
een gedachte bij mij kon opkomen."
»Maar mij is zij wel geoorloofd en zij pijnigt
mij bovenal. Gij hebt mij de boete, waarvan ik
sprak, verboden en ik zie ook in dat wjj een
geschenk, dat wij van God ontvangen hebben, niet
mogen verwerpen. Maar welke boete blijft mjj
dan over Het klooster Mijn oud schrik
beeld!" riep zij uit. „Dat is een redmiddel, graaf
Vendramin, ik begraaf mij in een klooster
Waarom thans nog meer spookgestalten
opgeroepen
»Ik kan u niet laten vertrekken zonder dat
Vervolgens werd tot stemming overgaan en
bekwam de heer d1. A. Isebree Moens alle stemmen,
hetgeen de voorzitter den wensch deed uitspreken
dat ook de uitslag der verkiezing zoo eenstemmig
mocht zijn.
Dit mag een zeer gelukkige keuze heeten.
Dr. Moens, die zich jegens de liberale partij
verdienstelijk maakte door de candidatuur te
aanvaarden, is een zeer bekwaam man, wiens op
treden in den raad door velen met groot genoegen
zal worden gezien.
Al wat slechts bevorderlijk wezen kan aan de
volksgezondheid vindt in hem een ijverig bevor
deraar, en geen wonder dat hij reeds vroeger vaak
als candidaat werd genoemd. Hij bleef echter,
om voor hem overwegende redenen, steeds bij zijn
besluit volharden om geen candidatuur te aan
vaarden.
Nu hij, op voortdurenden aandrang, is terugge
komen van dat besluit; nu hij, wat wij ons
kunnen begrijpen, daardoor eene opoffering doet
tegenover de vrijzinnige partij, rust op haar des
te meer de verplichting om hem met een aan
zienlijk aantal stemmen in den raad te brengen.
Als de kiezers toonen dat te begrijpen zullen
zij eerst het bewijs leveren een raadslid als dr.
Moens waardig te zijn.
's-Heer AbtskerUe 10 Dec. Onze ge
meente is wel de kleinste in Zuid-Beveland, doch
daarom in menig opzicht niet de minste onder
hare zusteren. Zij toch bezit een zeer fraai ge
meentehuis, eene flinke school en eene lieve pas
torie, drie gehouwen, waarmede zij gerust kan
wedijveren met de grootste gemeenten. Dit alles
heeft zij te danken aan de rijke kerk en het ruim
bemiddelde burgerlijk armbestuur, die van bun
overvloed de gansche gemeente weldoen, o. a.
door het gemeentebestuur tegen uiterst lage rente
gelden te verstrekken. Zoo zal weer in het vol
gend jaar eene nieuwe onderwijzerswoning het
aantal der nette en doelmatige gebouwen ver-
grooten, terwijl men thans bezig is met eene
smidse curieus genoeg hier een eigendom der
kerk te herbouwen.
Colijnsplaat, 9 Dec. In de Zaterdagavond
gehouden raadsvergadering zijn 5 obligatiën ten
laste der gemeente uitgeloot. Daarna werd tot
lid van het burgerlijk armbestuur herbenoemd de
heer W. Wondergem en gelezen een request van
de heeren E. Muller te Nieuwer-Amstel, Van den
Broeke en Poelman te Yerseke om beschikbaren
grond op het haventerrein aan hen af te staan
voor de bereiding van 200,000 pannen voor de
oesterteelt, welk request is gesteld in handen van
burgemeester en wethouders tot nader onderzoek.
In eene volgende vergadering zal daarover rap
port worden uitgebracht.
Met ingang van 10 December a. wordt te
Wemeldinge een rijkstelegraafkantoor met beperk
ten dagdienst voor het algemeen verkeer geopend.
De diensturen zijn geregeld als volgtop werk
dagen van 8 tot 11 uren voor-, van 1 tot 3 uren
ik een vast besluit genomen heb. Het klooster
zij mijn toevluchtsoordIk heb eens een abdis
hooren zeggen dat het een bruidegom niet tot
schande werd gerekend als hij voor den hernel-
schen bruidegom moest wijken. Goddanknu
haal ik weer vrijer adem, hoe vreeseljjk ik ook
tegen die kloostermuren en getraliede cellen op
zie. Ik weet dat ik u een groot verdriet aandoe,
maar wat ik op mijne schouders laad, is ook niet
licht te dragenGoeden nacht!"
Zij was doodsbleek geworden en hield de oogen
met de lange, zwarte wimpers geheel neergeslagen.
Op alles wat de graaf nog tot haar sprak ant
woordde zij slechts met een zacht hoofdschudden.
»Ga thans," smeekte zij, „vrees niet mij met
mijne gedachten alleen te latenvergeef mij en
verheug u dat gij door geen woord uw edel ka
rakter verloochend hebt."
Toen graaf Vendramin na eenigen tijd zijn pa*
leis bereikte was hij door allerlei ontmoetingen
met gemaskerden zoodanig bekomen van zijn ont*
roering dat hij tot de slotsom kwam dat het er
ook eigenlijk niets toedeed of Magdalena hem zoo
bijzonder lief had zij konden daarom toch heel
gelukkig samen worden evenals zoovele anderen
Het beste was haar gevoel te sparen, dan zou
zij van zelf van haar opgewondenheid genezen
en hij moest zoo mogelijk den boosdoener uit
Venetië verwijderen.
(Wordt vervolgd