boÏTenland.
Laatste Berichten
Moipp ei Yerjaclitiiip in Zeeland,
Bcheepvaartberichten.
Handelsberichten.
Brussel. Sedert vijf uren staat het
gebouw, waar de kamer van vertegen
woordiging zitting houdt, in brand. Bij
zonderheden ontbreken nog.
Weerkundige waarnemingen.
Staten-generaal.
Voorstel der lieeren Mackay c. s. tot
herziening der wet op het lager onderwijs.
Toelichting van de bijzondere bepalingen.
Algemeen Overzicht,
Graanmarkten, enz.
geweest. De broeder van Pulchérie had in de
vreemde juffrouw iets mannelijks meenen te be
speuren, zoodat men moet aannemen dat het jonge
meisje M. het slachtoffer van een verleider is gewor
den. Men doet ijverig onderzoek.
's («ravenhage. Tweede kamer. In
de heden gehouden zitting besprak, bij de behan
deling der onderdeelen van de begrooting voor
justitie, de heer Lieftinck het gevaar van de be
weerde proselietenmakerij in de gevangenis te
Roermond. De minister deelde mee dat het resul
taat van een streng onderzoek is geweest, dat bij
bedoelde protestantsche vrouw en dochter, een
bekeerde protestante, eerst na twee maanden her
haalden aandrang een roomsch geestelijke werd
toegelaten, toen de eisch van gewetensvrijheid
eene langduriger weigering niet gedoogde.
De heer Van Nispen bestreed de posten voor een
nieuwen bewaarder te Leeuwarden en voor een
commies in de gevangenis te Groningen.
Aangen omen werd een amendement, waarbij
54,000 geschrapt werd voor kantongerechts
gebouwen te Delft, Schoonhoven, Wijk bij Duurstede
en Dokkum. Een ander amendement om, in
afwachting van zoo mogelijk een goedkooper
terrein te kunnen bekomen, het bouwen van een
gevangenis te Amsterdam ad 270,000 achterwege
te laten, werd evenzeer aangenomen en wel
met 60 tegen 7 stemmen. De geheel e begrooting
voor justitie is daarna met eenparige stemmen
aan genomen,
lionden. Volgens Daily News wordt bet
ontwerp eener nieuwe conventie, door de Trans-
vaalscbe gedelegeerden lord Derby aangeboden,
onaannemelijk geacht. Men hoopt evenwel op
eene schikking.
Bfongkong-. China weigert van zijne aan
spraken op Tongking af te zien en wil liever een
oorlog dan toe te geven.
6 December, des morgens te 8 uren.
Verwachttamelijk krachtige NO. wind en
goed weder met verlaging van temperatuur.
Thermometerstand te MiddelbHrg.
5 Dec. 's avonds II uren 36 gr.
6 i 's morgens 8 uren 31 gr. 's middags 1 nar 31 gr.
's avonds 5 nren 28 gr. F.
Gemiddelde uitkomst der onderzoekingen van
het lichtgas der gemeente-gasfabriek te Middelburg,
van 26 November tot 3 December 1883.
Lichtkracht 16.20 kaarsen.
Soortelijk gewicht 0.404
Zwavel koolstof 0.085 grein per M' gas.
Zwavel waterstof 0.000
Koolzuur0.000
Datum. Plaats. Voorwerpen. Informatiën.
7 Deo. Colijnsplaat, Boomeu, Kroondomein."
7 Aardenburg- Ontv. registr.
Eede, Boomen, Aardenburg.
10 a Middelburg, Gebouwen voor Ontv. reg. en
afbraak, dom.
De heeren A. Mackay, Ruys van Beerenbroek,
De Savornin Lobman en Schaepman achten het
gebiedenden plicht der tweede kamer, geen belas
tingvoorstellen in behandeling te nemen dan na
ernstig onderzoek of het financieel evenwicht niet
door bezuiniging, althans voor een deel, kan
worden hersteld.
Genoemde heeren zjjn overtuigd, dat een ver
mindering der uitgaven, door de wet op het lager
onderwijs gevorderd, zelfs zonder wijziging van
het door de meerderheid der wetgevende macht
in die wet neergelegd hoofdbeginsel en zonder
schade voor het gehalte van het onderwijs, zeer
wel mogelijk is.
Zij zijn daarom, na overleg met velen hunner
vrienden, te rade geworden een daartoe strekkend
wetsvoorstel in te dienen. Zij vleien zich met de
hoop dat het, als van financieelen aard, nog met de
overige financieele wetsontwerpen in het openbaar
zal kunnen worden behandeld.
Dit ontwerp zeggen de voorstellers is niet
de vrucht der in den lande bestaande principieele
oppositie tegen de wet van 1878. Maar het zal,
mocht het worden aangenomen, de schoolwet in
haar financieele werking minder ondragelijk maken-
Deze verbetering zal de oppositie niet versterken,
misschien de stelling der schoolwetpartij verbete
ren; maar de voorstellers hebben zich door deze
beschouwingen niet laten weerhouden. »De
financieele nood van bet vaderland eischt voor
ziening zij meenen een middel hiertoe te kunnen
aanwjjzen. Wat ook het partijbelang moge wra
ken, de plicht jegens het vaderland gaat boven
al. Steunende op God en hun recht, zjjn zij on
bekommerd over de mogelijke gevolgen eener
verwijdering van financieele moeieljjkheden, welker
voortbestaan den strijd over de gewichtigste be
ginselen van staatsbeleid onzuiver maakt".
De voorstellers herinneren, dat sinds 1880 de
vermeerdering van uitgaven voor het onderwijs
reeds 12,465,299 bedraagt. Dat komt hiervan,
dat men tegelijkertijd èn de jaarwedden aanzien
lek verhoogde èn het onderwijzerspersoneel onmatig
uitbreidde èn een groot deel der bestaande school
gebouwen door andere verving.
Voorts worden de rijke en groote gemeenten
door de ruime uitkeeringen, bij art. 45 der wet
bedoeld, aanzienlijk gebaat. Niet alleen verschaft
de nitkeering, volgens dat artikel, aan de ge
meenten groote geldeljjke voordeelen, maar zelfs
hebben gedeputeerde staten niet de macht, haar
tot zelfbeperking te dwingen.
Dit zonderling financieel stelsel werkt nog des
te verkeerder, omdat de onderwijzers volkomen
vrijheid van verplaatsing genieten, terwjjl de ge
meenten geheel vrij zijn om het bedrag der
jaarwedden zoowel als het aantal onderwijzers
naar goedvinden vast te 9tellen. Door steeds 30
pet. der jaarwedden, onverschillig van welk be
drag, te moeten betalen, concurreert de staat om
zoo te zeggen tegen zichzelven
Met zulk een stelsel moeten de financiën des
lands wel in verwarden toestand geraken.
„De wetgevende macht zelfs zal, onder de wer
king van het bestaande artikel 45, na korter of
langer tijd een deel van haar begrootingsrecht in
handen der gemeenten hebben gelegd. Zoo spoedig
de gemeenten baar begrootingen hebben aange
boden, en deze zjjn goedgekeurd werkt art. 45
gebiedend. Alle toezicht, van welken aard ook,
is onmogelijk. Maar het is zeer mogelijk, dat
de Nederlandsche staat op deze wjjze, van een
staat boven de gemeenten tot een staat dei-
gemeenten worde."
De inhoud van het wetsvoorstel is als volgt
Art. 1. Het tweede lid van art. 4 der wet van
17 Augustus 1878 Stblno. 127), gewijzigd bij
de wet van 27 Juli 1882 (Stbl. no. 117) wordt
ingetrokken.
Art. 2. Art. 8 der wet van 17 Augustus 1878
(Stbl. no. 127) wordt gelezen als volgt
Jongelieden van beiderlei kunne mogen in de
school als kweekelingen worden toegelaten en
aldaar behulpzaam zijn, mits zij
a hun vijftiende jaar ingetreden zijn en hun
negentiende jaar niet volbracht hebben
b tot geen werkzaamheden in de school ge
bezigd worden dan de zoodanigewelke zij onder
bet toezicht en de leiding van een bevoegde ver
richten, en
c na drie maanden als kweekeling geplaatst
te zijn geweest, in het bezit zijn van een dooi
den arrondissements-Bchoolopziener schriftelijk
goedgekeurde bewijsafgegeven door het hoofd
der schoolwaarin zij tijdens de afgifte waren
toegelaten, dat hun zedelijk gedrag en hun vorde
ringen voldoende zijn.
Dit bewijs vervalt telkens na verloop van éen
jaar doch kan telkens hernieuwd worden".
Art. 3. Het eerste en tweede lid van art. 24
der wet van 17 Aug. 1878 (Stbl. n° 127) worden
gelezen als volgt
„Het hoofd der school wordt bijgestaan door
minstens éen onderwijzer als het aantal school
gaande kinderen meer dan veertig, door minstens
twee als het meer dan honderd bedraagt, en voor
elk zestigtal kinderen daarboven door éen onder
wijzer meer".
Art. 4. Het vijfde lid van art. 24 der wet van
17 Augustus 1878 (Stbl. n° 127) wordtingetrokken.
Art. 5. Art. 45 der wet van f7 Augustus 1878
(Stbl. n° 127) wordt gelezen als volgt
„Door bet rijk wordt aan de gemeenten voor
elk afgeloopen dienstjaar in de door baar betaalde
jaarwedden der onderwijzers, die volgens de arti
kels 23 en 24 aan de school verbonden moeten
zjjn, eene bijdrage uitgekeerd van veertig ten
honderd naar den maatstaf van 1200 per jaar
voor het hoofd eener school en van 600 per jaar
voor elk ander onderwijzer.
De noodige voorschriften omtrent de uitvoering
dezer bepaling worden door ons bjj algemeenen
maatregel van inwendig bestuur gegeven".
Art. 6. Het eerste lid van art. 46 der wet van
17 Augustus 1878 (Stbl. n" 127) wordt gelezen als
volgt
Ter gemoetkoming in de kosten, welke voor
rekening der gemeente blijven, wordt van ieder
schoolgaand kind een bjjdrage geheven".
Art. 7. Het derde lid van art. 48 der wet van
17 Augustus 1878 (Stbl. n" 127) wordt ingetokken.
Art. 8. Art. 50 der wet van 17 Augustus 1878
(Stbl. n° 127) wordt ingetrokken.
Art. 9. Art. 87 der wet van 17 Augustus 1878
(Stbl. n° 127) wordt ingetrokken.
Overgangsbepaling.
Art. 10. Door het rjjk wordt over het dienst
jaar 1884 aan de gemeenten vergoed dertig ten
honderd der kosten van haar lager onderwijs in
art. 44 der wet van 17 Augustus 1878 (Stbl.
n° 127) vermeld voor zooverre die kosten zjjn
uitgetrokken op de begrootingen door gede
puteerde staten, volgens artt. 207, 208 en 212 dei-
wet van 29 Juli 1851 (Stbl. n° 85) goedgekeurd
of vastgesteld.
Art. 11. Deze wet treedt in werking wat art.
10 betreft op den dag harer afkondiging en wat
de overige bepalingen betreft op den le* Januari
1885.
Art. 1. Regelen omtrent den schoolbouw kunnen
niet wetteljjk gesteld worden, maar behooren in
elk concreet geval ter beslissing te bljjven van
den inspecteur van het geneeskundig toezicht, en
in laatste instantie van den koning.
Art. 2. De wet moet bepalen of kweekelingen
bjj bet onderwijs zullen worden toegelaten. De
beoordeeling over de geschiktheid van eiken
kweekeling bljjve in de eerste plaats aan den
onderwijzer, zonder dat daarom het schooltoezicht
worde uitgesloten.
Art. 3. Met hulp van twee kweekelingen onder
zen onmiddellijke leiding kan een onderwijzer aan
veel meer kinderen tegelijkertijd onderwijs geven,
dan de wet thans bepaalt.
Elke gemeente zal op eigen kosten echter het
wetteljjk minimum onderwijzers, hier voorgesteld,
kunnen overschrijden.
Art. 4 Aan de gemeentebesturen kan worden
overgelaten om naar plaatselijke omstandigheden
te bepalen, voor hoeveel leerlingen een school
lokaal moet worden ingericht.
Art. 5. Naar het stelsel van dit artikel zal het
rijk aan de gemeenten jaarljjka 3 millioen moeten
betalen, ongerekend de toekomstige bezuiniging
op de kweekscholen. De groote gemeenten zullen
iets meer, de plattelandsgemeenten nog minder
dan thans te betalen hebben, waardoor tevens het
gevaar eenigermate wordt gekeerd, dat de platte-
landsscholen te veel van onderwijzend personeel
worden verstoken.
Art. 6. In de eerste plaats moeten voor het
onderwijs betalen zjj die er gebruik van maken.
De gemeenten zullen dus door schoolgeldheffing
in het financieel bezwaar, uit het nieuwe art.
45 voortvloeiende, kunnen voorzien.
Art. 7 sluit zich aan, bjj het beginsel, dat de
schoolgelden niet meer aan den onderwijzer, maar
aan den ontvanger betaald worden.
Het Gele Boek is aan de leden der Fransche
kamer rondgedeeld. Zij kunnen zich nu op de
hoogte stellen, zoo zij alles wat daarin voorkomt
nog niet van a tot z wisten, en tevens zijnzjj nu
in de gelegenheid het beleid, door de regeering in
de Tonkingzaak tentoon gespreid, te bewonderen.
Zoo zullen zjj morgen in de kamer verschijnen
om het debat over de Tonking-quaestie aan te
vangen, eene discussie die zeer waarschijnlijk op
niets zal uitloopen, dat wil zeggen op het toegeven
aan den wensch van den heer Jules Ferry. In het
Gele Boek komt ook een telegram voor van Bourée
van 8 December 1882, waarin hjj wjjst op de
agitatie onder de Chineezen, op den vooruitgang
van het krijgswezen in China en op de werkzaam
heden in de arsenalen aldaar. Met het oog daarop
achtte bjj bet raadzamer in onderhandeling te
treden dan tot krachtdadig bandelen over te gaan.
Op het memorandum van China had de heer Ferry
den 22ea November geantwoord, dat het laatste
tractaat van Hué alleen ten doel had om door
afdoende waarborgen de uitoefening van het pro
tectoraat te verzekeren. Hij verklaarde dat bet
bezetten van Sontay, Bac-Ninh en Honghoa on
vermijdelijk was, en uitte den wensch dat bet
geBcbil inderminne mocht worden uit den weg
geruimd. Bij missive van den 24en November had
de gezant Tseng geantwoord, dat hjj de verkla
ring van den heer Ferry omtrent de noodzakelijk
heid der genoemde bezetting in strjjd achtte met
de verklaring van vorige ministeries, die alleen
spraken van protectoraat, zonder meer. Den 301"1
November had de heer Ferry hierop geantwoord,
dat Frankrjjks staatkunde niet was veranderd,
dat de republiek evenals vroeger wilde de bevesti
ging van het protectoraat, de vrjje vaart op Shan-
gai en de veiligheid van den handel. Hjj voegde
er bjj, dat Frankrijk» voorgenomen gedragsljjn
niet was veranderd en ook niet kon worden ver
anderd. De verantwoordelijkheid van een conflict
zoude dus ten laste van China komen.
Gaarne zeker zoude de minister-president morgen
in de kamer een tijding van eene overwinning in
bet oosten brengen, al kan bjj zoo goed als zeker
zjjn dat het door hem gevraagde krediet zal
worden toegestaan. Maar admiraal Courbet doet
niets van zich hooren. Wel vernam men uit
Hongkong dat de Cbineesche generaal Pang daar
is aangekomen om een manifest te richten tot
de onderdanen van vreemde mogendheden. In
dat stuk zette hjj uiteen, dat de oorlog door
Frankrijk aan China wordt opgedrongen mocht
er aan buitenlandsche schepen of goederen schade
worden toegebracht, zoo heet het daarin, dan
moeten de eigenaars zich maar tot Frankrijk
wenden om schadevergoeding. Pang maakt toe
bereidselen tot verdediging zoowel te water als
te land.
De Fianschen zullen niet met heel veel ge
noegen kennis genomen hebben van de boodschap
van president Arthur, welke wjj gisteren hebben
medegedeeld. De expeditie van De Brazza in Congo
toch komt niet wel overeen met de verklaring
van den president d«r Vereenigde Staten, dat het
Congo-gebied vrjj moet bljjven voor den handel
en niet uitsluitend mag behooren aan eene enkele
mogendheid. Wat ongelukkig is Frankrijk met
zjjne nieuwe koloniale ondernemingen 1
De Pruisische kamer heeft de begrooting van land
bouw aangenomen, nadat de minister en de heeren
Minnigerode, Wagner en Parisius lange redevoerin
gen hadden gehouden over de beste wjjze om zekere
bijzonderheden te regelen. Belangrijk is de quaes-
tie die de heer Stern, een progressistisch-demo-
cratisch afgevaardigde, heeft opgeworpen zjj geldt
de wijze van stemmen bjj de verkiezingen voor
gemeenteraad en kamer. Deze beide verkiezingen
worden in Pruisen nog in het openbaar gehouden,
hoewel de geheime stemming in de constitutie
van het keizerrijk is aangenomen. De heer Stern
wil deze methode nu ook in Pruisen toegepast
hebben. Behalve dat men door deze wjjze van
stemmen het uitoefenen van pressie op de kiezers
door de ambtenaren vermijdt, heeft zjj in Pruisen
nog een ander voordeeldit land bezit een corps
regeeringsambtenaren grooter dan in eenig ander
land, vooal sedert de spoorwegen het eigendom
van den staat zjjn geworden. Dit gansche leger is
thans gedwongen in den geest der regeering te
stemmen, nadat baar dit door koning Wilhelm bjj
zjjn vermaard schrijven van 4 Januari '82 is gelast.
De stemmen der ambtenaren drukken aldus wel
zwaar in den strijd der partjjen, die onveranderlijk
ten gunste van de regeering wordt beslist. Het spreekt
van zelf dat het voorstel van den heer Stern een leven
dige bestrjjding vond in den minister VonPuttkamer,
die zelfs verklaarde dat de regeering erover denkt
om aan den bondsraad voor te stellen de ophef
fing van het geheime stemrecht bij de verkiezingen
voor het Duitsche parlement. Tegen dit laatste
en voor het voorstel-Stern sprak met veel warmte
dr Yirchow. Gisteren middag was de discussie
nog niet afgeloopen, zoodat zjj heden nog wordt
voortgezet. De progressisten hebben goede hoop:
de Frankforter Zeitung (van welk blad de heer
Stern redacteur is) verzekerde, dat het voorstel de
stemmen van de Liberale Unie en die van bet
centrum op zich vereenigen zal. In elk geval
blijft het twijfelachtig hoe de kamer der Heeren
gestemd zal zijn.
Yorst Alexander van Bulgarije heeft de natio
nale vergadering uitgenoodigd zich uit te spreken
over de herziening der constitutie en haar een
ontwerp voorgelegd, dat door den heer Zankof
is vervaardigd. Dit ontwerp raakt twee hoofd
punten het vermindert het aantal afgevaardig
den in plaats van éen afgevaardigde op 10.000
inwoners, éen afgevaardigde op 20.000 inwoners
en in de tweede plaats is daarin sprake van bet
instellen eener eerste kamer, waarin de zoogenaamde
groote vergadering zoude worden veranderd, en
die ongeveer dezelfde rol zoude vervullen als een
senaat in de democratische staten. Elk parlementair
initiatief echter is aan deze hooge vergadering
ontzegdzjj zal geen andere wetten te onder
zoeken hebben dan die door de nationale vergade
ring zjjn goedgekeurd. De souverein zal, in geval
van verschil van meening, met zjjne bekrachtiging
wachten, tot er overeenstemming tusschen de
beide vergaderingen is gekomen.
Uit Durban wordt aan de Times geseind dat
op 4 dezer door den Engelsc'nen commissaris, den
beer Osborn, te Ekowe een bijeenkomst is ge
houden met de stamhoofden van het zoogenaamd
gereserveerd gebied." Ongeveer duizend perso
nen waren aanwezig. Een der voornaamste hoofd-
den schreef alle beroering en bloedvergieten in
Zoeloeland toe aan de politiek der blanken en
voorspelde nog grooter tweedracht, indien Cete-
wayo naar genoemd gebied werd overgebracht.
John Dunn stemde biermede in en drong op
regeling aan. De heer Osborne verklaarde, dat
de Engelsche regeering de verwijdering van
Cetewayo in overweging houdt.
De minister van financiën te Washington
raadt in zjjn jaarljjkseh rapport de intrek
king aan van den handelsdollar, benevens de
afschaffing van de belasting welke op den omloop
van bankbiljetten der nationale banken drukt.
Hjj verklaart zich voor het voorstel van laatstge
noemde, om den omloop van bankbiljetten te
vergunnen tot 90 der beurswaarde vun hare
gedeponeerde bons. (Een wetsontwerp in dien
geest is reeds bjj den senaat ingediend). De bate
in de schatkist wil de minister voor staatswerken
gebruiken. Hjj is verder wel is waar niet voor
eene onmiddellijke wjjziging van bet tarief, maar
verklaart zich overtuigd, dat de doelmatigste
wijze van belastingvermindering én de beperking
der staatsinkomsten tot dë oeconomische behoef
ten der regeering, in eene verlaging der invoer
rechten gelegen is.
Vlassljig'em» 6 Dec. Gepasseerd de Neder
landsche schoener Voorwaarts, gezagv. Schuth,
van Antwerpen naar Cadix.
i in m mm mmi
Middelburg, 6 December. Van meest alle granen
en peulvruchten was er heden een redeljjke aan
voer en alleen uit Walcheren. Goede jarige
Walchersche tarwe is nominaal onveranderd geno
teerd. Puike en middelsoortige nieuwe Walcher
sche tarwe gekocht tot vorige noteering. Wal
chersche wintergerst 0,15 lager. Zware Walcher
sche zuivere zomergerst begeerd en prijshoudend
betaald. De beste hardste Walchersche witteboonen
waren nog al gewild en zjjn tot lager prijzen ge
kocht. Zachte en gevlakte niet begeerd. Harde
Walchersche bruineboonen ondervonden goede
kooplust tot 0,25 lager. Dito tuinboonen on
veranderd. Voor harde Walchersche paarden-
boonen bestond weder veel attentie en zjjn slechts
0,10 lager afgedaan. De beste Walchersche
groene kookerwten zjjn tot vorige prjjzen afge
geven. Niet-kokende dito te koop volgens
noteering. Winter- en zomerkoolzaad zonder
handel. Jarige Walchersche tarwe 8,50 a 8,75
nominaalpuike dito nieuwe tarwe 8,50 a
8,75; bruine en atwjjkende 8a 8.25 puike
rogge 6,75, baksoort 6,60 Walchersche win
tergerst 6, a ƒ6,10; dito zware zomergerst
5,40 a 5,50; voor de beste hardste Walcher
sche witteboonen is 12 a ƒ12,25 en enkel
hooger betaald. Zachte en veel gevlakte \f 11 a
ƒ11,50 aangeboden; de hardste Walchersche
bruineboonen 12 a 12,25 losgelaten dito tuin
boonen 6.75 a 7 dito paardenboonen 7,20
a 7,25 betaald voor groene Walchersche erwten
goed kokende is van 9,60 tot 9,75 besteed;
nietkokende 8 a 8.25 te koop. Raapolie
36,50, patentolie 38,50, lijnolie 27 per vat
op 6/w. contant 1 korting; lijnkoeken, zachte
13, harde dito 11 per 104 stuks.
- - Ter veemarkt van beden waren aangevoerd
5 paarden, 2 kalfkoeien, 2 kalfvaarzen, 4 vare
koeien, 6 stuks jong vee, 8 schapen, 60 magere
varkens. De prjjzën waren als volgtpaarden 50
a 100, kalfkoeien 170 a 200, kalfvaarzen