N° 282.
126® Jaargang.
1883.
Donderdag
29 November.
Terwijl het regent.
8 FEUILLETON.
Middelburg 23 November.
Dit blad verschijnt, dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdageni
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cents
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
NOVELLE VAN N. MISASI.
MUSICALIA.
MIDDELBURGSCHE COURAIVT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. be Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
Tegenwoordig komen in de N. Rott. Ct., bij wijze
van navolging van den Utrecktschen correspondent,
berichten voor uit Goes omtrent gehouden raadsver-
slagen. "Wij hebben niet bijzonder op rnet den
vorm van zulke berichten, omdat daarin vaak,
nit een zucht om altijd geestig te willen zijn,
onbillijkheden tegenover enkele raadsleden worden
begaan, men zoo spoedig enkele personen dupe
en belachelijk maakt en, wanneer de stof om aardig
te wezen ontbreektmen zoo licht door hatelijk
heden dat gemis tracht te vergoeden.
De Goescbe berichtgever vindt nu in bet ver
slag der raadszitting van Vrijdag 11., dat voorkomt
in ons nommer van Maandag en dat Zaterdag
middag te Goes werd verspreid, aanleiding om
erop te wijzen dat onze verslaggever eene vergis
sing beging. Wat schandelijk van zoo'n man
In ieder geval zal onze berichtgever zicbzelven
wel reddener is daartoe geen hulp van een
derde noodig. Hij had gezet dat de voorzitter
den heer Buwalda namens de kiezers en
uit naam van den raad had bedankt voor de wijze,
waarop hij de belangen der gemeente had be
hartigd.
En nu acht de berichtgever der IV. Rott. Ct.
noodig dit te rectificeeren met deze woorden
»(inaar niet uit naam van de kiezers, zooals de
Midd. Ct. in haar ijver betrekkelijk de nieuwtjes-
jacht abusief vermeldt)."
Wij kunnen ons niet voorstellen wat de bedoe
ling van deze opmerking is, evenmin als wij bet
verband begrijpen tusschen een raadsverslag dat
sedert jaren in ons blad wordt opgenomen en
onzen ijver betrekkelijk de nieuwtjes-jacht. Wil,
de schrijver een hatelijkheid zeggen aan ons
adres, dan gunnen wij hem gaarne dat genoegen,
maar wij begrijpen niet boe het een blad tot
verwijt is te maken wanneer het ernaar streeft
het publiek nieuws te melden, en er naar jaagt
om dit spoedig te doen, vooral uit den kring, dien
het zich tot een bepaald terrein van zijn werken
koos. Of is het de geest van den tijd om geen
nieuws te leverenis de berichtgever soms liever
gediend van oud nieuws Dan valt er met hem
moeielijk te spreken, maar dit ligt toch niet op
den weg van het orgaan, waaraan hij zijne diensten
verleent. Dit streeft, met grooten ijver, zeer
sterk naar nieuws. En daarom verwondert het
ons dat de redactie der N. Rott. Crt uit het haar
gezonden bericht de bedoelde opmerking niet
schrapte.
Het nieuws, waarnaar wjj jagen, schijnt toch
niet zoo heel slecht te wezen, want meer dan
eenmaal vinden wij hetzelfde, zonder dat de bron
werd vermeld, in bet tweede blad van de N. Rott.
Crt geheel in den vorm, zooals wij bet gaven;
overgenomen uit onze eerste editie, die 's avonds
nog bij tijds te Botterdam is om er des nachts
uit te nemen wat dienstig wordt geoordeeld.
Dit geschiedde nog Maandag met een bericht uit
Het is avond geworden en de regen heeft op
gehouden. De noordenwind giert thans door de
kastanjeboomende hooge toppen van het woud
rttischen in de duisternis. Beneden in de vallei
kruipt de stroom als een zwarte slang voort,
tusschen de met mos begroeide steeuen. In de
hutjes brandt hier en daar een flauw lichtje,
overal heerscht een plechtige stilte. Het land
schap slaapt: de koeien in de stallen slapen; in
de schaapskooien liggen de schapen op het stroo
uitgestrekt. Er heerscht diepe stilte. De arme
Dominicus ligt op stervenmisschien is hij morgen
reeds dood: dat heeft de dokter van avond ge
zegd, de rondgaande geneesheer, die op zijn mager
paard de hutten der arme daglooners bezocht;
De zuster van den stervende ligt op de knieën
vöor het bed voor hem te bidden; het eentonig,
regelmatig gemompel dier gebeden dringt tot op
mijn kamer door. De arme jongen zal zeker
morgen sterven.
In het andere hutje, rechts van mjjn woning
tfat waarin Dominicus ligt is links zit het ge-
Clinge, met dat betreffende de benoeming van
den hoofdonderwijzer te Aagtekerke en heden weer
met een paar mededeelingen. Daarover zullen wij
ons niet beklagen; integendeel, dit is bij de pers
een gewettigd gebruikbet is bij de couranten
ook niet mogelijk om bjj elke korte nieuwstijding
de bron te noemen.
Maar is het dan niet kinderachtig van de re
dactie van een groot blad dergelijke kleingeestige
aanmerkingen, als van zijn Goescben correspondent,
tegenover een ander blad toe te laten Boven
dien zijn achter zulke aanmerkingen zoo vaak
persoonlijkheden verborgen, welke voor iemand
die beter bekend is met verschillende toestanden
gemakkelijk zijn te doorzien.
Over de uitvoering van de Odyseus wordt onder
Musicalia verslag geleverd. Hier geven wij alleen
plaats aan een door ons gemaakte opmerking,
die wel niet de uitvoering betreft, maar toch in
verband staat met het gegeven concert. Het was
een zeldzaam genot dat wij dien avond smaakten,
een verheven genot tevens, waarvan ons nog dagen
lang de berinnering zal bijblijven. En wij zijn
dankbaar aan allen die daaraan hunne krachten
hebben gewijd, zoo dankbaar dat wij gaarne bun
allen een wederdienst zouden willen bewijzen.
Op dit oogenblik kunnen wij dit alleen door
het aangeven van idée.
Bij aankomst maar vooral bij bet vertrek trof
ons dien avond de ondoelmatige regeling die
plaats beeft, en zeker alleen toe te schrijven is
aan het vroegere gemis van een tweeden uitgang.
Voornamelijk hebben wij het oog op bet vertrek,
wanneer men een gansehen avond in een warme zaal
heeft gezeten. Zij, die per rijtuig en zij, die
te voet heengaan, maken allen gebruik van éen
uitgang op de Groenmarkt, een uitgang waar het
zoo schrikbarend tocjit, dat bet ons eer verwon
dert, wanneer eene dame geen dan dat zij wel een
kou heeft gevat.
Is het nu onuitvoerbaar dat zij, die een rijtuig
ter hunner beschikking hebben, dit laten voor
komen aan den uitgang in de Munt?
De koetsiers konden dan order ontvangen om zich
met hunne rijtuigen langs de Koorkerk te scharen,
de Muntpoort door te rijden, daar voor den nood
uitgang de dames of heeren op te nemen om
door het hek op de Groenmarkt weer te vertrekken.
Wij gelooven dat het bij dien uitgang in de
Mnnt niet zoo tochten zal als bij den tegenwoor-
digen in ieder geval kan er een spoediger en ge
regelder vertrek plaats hebben. De per voet
vertrekkenden hinderen dan niet haar of hen die
per rijtuig huiswaarts keeren.
Wp geven dit idee voor beter en weten niet
of aan de uitvoering onoverkomelijke bezwaren
zijn verbonden. Aan medewerking van macht
hebbenden zal het zeker niet ontbrekenterwijl
bij alle mogelijke gelegenheden van die regeling
kan worden gebruik gemaakt. Wij gaven nu het
denkbeeld aan hoofdzakelijk uit erkentelijkheid en
uit meelij voor haar die een werkzaam deel aan het
concert hebben genomen.
zin van den boer zwijgend bjj bet vuur. Die twee
gezinnen hebben twintig jaar lang voor gemeen
schappelijke rekening gewerkttoen is er oneenig-
heid tusschen hen ontstaan en thans werkt elk
voor zich. Maar nu die arme Dominicus op sterven
ligt, denkt men niet meer aan tweedracht of
onaangenaamheden, maar slechts aan de leêgte
welke die ongelukkige zal achterlaten, aan die
twee krachtige armen die er minder zullen zijn,
aan den flinken arbeider dien zijn drie zusters en
oude grootmoeder zullen missen.
Tusschen die twee gezinnen is vroeger sprake
van een huwelijk geweestDominicus zou Agatha
huwen, die thans bij het vuur gehurkt zit, met
gezwollen oogen van het schreien en de gevouwen
handen op de knieën. Maar Agatha wilde niet
van hen wetenzij beminde daarentegen een jon
gen molenaar die baar had laten zitten en naar
Sicilië vertrokken was. Daarop was hij terugge
keerd en bad de oude liefde weer aangeknoopt.
De arme Dominicus zweeg, ofschoon bij hen
meermalen samen in het gebergte verrasteOp
zekeren dag in October regende het, zooals het
reeds een week lang geregend hadde stroom was
sterk gezwollen en de molenaar bevond er zich
midden in om meegevoerde takken op te visschen
toen bij eensklaps meêgesleept en omgewor
pen werd. Agatha stond aan den kant,
trok zich de haren uit het hoofd en wilde zich
als een bezetene in den vloed werpen om haar
minnaar te redden; maar Dominicus was haar
De heer A. Weremues Buning, oud-zeeofficier,
de bekende schrijver van zoo menige uitstekende
marineschets,. heeft het plan 12 December in de
concertzaal te Middelburg eene lezing te houden.
Het vorig jaar moest een dergelijk plan om
treurige, huiselijke Omstandigheden worden opge
geven; het ontbrak toen echter niet aan belang
stelling van de zijde van het publiek en wij
hopen dat ook ditmaal het optreden van den
heer Buning ruimschoots waardeering zal onder
vinden.
Men schrijft ons uit Noord-Beveland
De beslissing, door ingelanden van den polder
Oud-Noord-Beveland genomen ten aanzien der voor
stellen tot oeververdediging, is niet zoo ongelukkig
uitgevallen, als bet geval bad kunnen zijn, en als
gevreesd werd. Wel werd bet voorstel van het
bestuur, dat de zaak flink aangreep, verworpen,
edoch met slechts zes stemmen meerderheid
maar dat stond reeds lang vasthoofdzaak is, dat
niet f 33000 nutteloos zullen opgeofferd worden,
want ook het tweede voorstel is verworpen. De
zaak blijft dus zooals zij is, tenzij gedeputeerde
staten met die rust geen genoegen nemen. Yoor
Noord-Beveland's toestand is de beslissing slechts
van betrekkelijk belang. Dezen polder Oud-Noord-
beveland dreigt thans nog geen gevaar; men behoeft
dus niet ongerust te zijn, dat binnen kort zal
kunnen gevischt worden, waar thans de ploeg
doorsnijdt. Alleen de ingelanden van den polder
zeiven zullen zich later beklagen, dat zij door
uitstel der zinkwerken de oeveryerdediging, waar
toe bet eenmaal komen moet en zal, kostbaarder
hebben gemaakt. Die ingelanden, welke niet ge
kant zjjn tegen het voorstel van het bestuur om
den aard der werken, maar alleen er hnnne stem
aan onthielden, omdat zij de groote uitgaaf ont
zagen in dezen voor den landbouw zoo ongunsti-
gen tijd, zullen in de lange winteravonden het
rapport van den heer Lambrechtsen wel nog eens
ter hand nemen, en dan zeer mogelijk tot nadenken
komen. Als dat het geval mocht zijn en zoo
iets is meer vertoond, ook in den polder Oud-
Noordbeveland dan zou zeer in het belang van
ingelanden het uitstel van korten duur kunnen zijn.
Bergen op Koom, 28 Nov. Dindagavond
werd eene algemeene vergadering gehouden door
de coöperatieve winkelvereeniging van Eigen Hulp.
Als commissarissen voor het nazien der rekening
en verantwoording werden gekozen de heeren
Bottemanne, Smeets en Meijer.
Het voorstel van het bestuur, om tot vermeer
dering van bet bedrijfskapitaal, dit jaar het divi
dend in aandeelen te plaatsen, werd door de aan
wezige leden aangenomen, terwijl het gevoelen
van de n i e t-aanwezige, groote meerderheid der
leden, op eene andere wijze zal worden gevraagd.
Jan Holland's Moderne heksen beleeft een twee
den druk. Wij wenschen het een derde toe, en
zagen het met den schrijver gaarne in handen
van alle vrouwen, en vooral van de moeders in
Nederland.
i'eeds voor geweestin een oogwenk had hij zich
van zijn kleêren ontdaan en was den drenkeling
te hulp gesneld, die te vergeefs met den stroom
worstelde, trachtte zich aan de takken vast te
klemmen, of een steunpunt te zoeken op de
steenen, die onder zijne voeten wegrolden.
Dominicus bereikte hem, greep hem bij de baren
en nu eens duikende, dan weêr boven drijvende,
nu weêr geteisterd door de golven, die hun schuim
over hem deden heenspatten, dan weêr zich stoo-
tende aan een dikken stronk, die hem deed wanke
len, zijn evenwicht verliezen en vallen, om daarna
opnieuw met Herculische kracht boven te komen,
steeds den drenkeling bij de haren sleepende, be
reikte hij den oever, waar de boeren, die te hulp
gesneld waren, hem al dankzeggende en al zege
nende omringden.
De jonge molenaar lag versuft, verbijsterd op
den berm van den weg. Agatha zag met tranen
in de oogen Dominicus aan, die rillend, gekneusd,
geschramd, maar forsch en sterk, kalm zijne
kleêren weer aantrok, alsof hij de eenvoudigste
daad ter wereld verricht had. Zonderling: hare
oogen waren op den redder gevestigd en niet op
haar minnaar, die er met een bad was afgekomen,
zich reeds weer herstelde en eenige woorden van
dank stamelde. Dacht zij misschien dat zij ongelijk
tegenover Dominicus hadvoelde zij dat zjjne
liefde voor haar zóo groot was dat deze zelfs haat
en ijverzucht tot zwijgen kon brengen en hem
aansporen om haar minnaar te redden en haar
Het nieuwe tooneelstuk van FaassenHannes
is bij de Rotterdamsche afdeeling van bet Ned.
Tooneel in studie.
De audientig van den minister van waterstaat,
handel en nijverheid zal a. Donderdag 29 dezer
niet plaatshebben, evenmin als die van den minister
van financiën en van den minister van oorlog.
De heer De Yos van Steen wijk heeft voorgesteld,
als amendement op hoofdstuk III, de jaarwedde
van den chef van 's ministers kabinet slechts voor
een half jaar uit te trekken, omdat de betrek
king onnoodig is, trouwens vroeger ook niet
bestond, tevens kostbaar (maximum 6000) en
bij een andere organisatie gemist kan worden.
De rapporteurs voor bet hoofdstuk justitie heb
ben voorgesteld
van art. 32 te schrappen f 5600, uitgetrokken
<i voor meer bewaarders in de gevangenissen te
Leeuwarden en Groningen en b voor een commies
in die te Groningen, voor wien 500 's jaars
voldoende voorkomt
van art. 43 54000, op grond dat niets bleek
van overwegende redenen voor den aankoop of
stichting van kantongerechtsgebouwen te Delft,
Schoonhoven, Dockum en Wijk bij Duurstede
art. 43 c te doen vervallen, om eerst te onder
zoeken of de gevangenis te Amsterdam niet op
rijks grond kan worden gebouwd.
Yolgens eene mededeeling in het Tlbl. heeft de
luit. t/z Rovers voor zijn schrijven over den tor-
pedodienst geen straf te beloopen, maar is zijn
overplaatsing op het wachtschip te Willemsoord
eenvoudig hieraan te wijten, dat de heer Rovers,
ondergeschikt bij den marine-torpedodienst dienen
de, na bet uitgeven zijner brochure moeielijk meer
tegenover zijn onmiddellijken chef zijne plaats kon
blijven innemen.
De feestelijke opening van de lijn Gorinchem
Geldermalsen zal op 1 December e. k., des voor
middags, plaats hebben, terwijl de gewone dienst
op dienzelfden dag des namiddags ten 5,30 met
een uit Gorinchem vertrekkenden trein zal aan
vangen.
Max Bruch welke aangename berinneringen
zijn voor ons, Middelburgers, aan dezen compo
nistennaam verbonden Yoor weinige jaren genoten
wij zijn Lied von der Olocke (Schiller), en van
vroeger reeds dagteekent onze kennismaking met
Schön Ellen (Geibel), de Schotsche ballade met den
overwinningsmarsch der Campells. Telkens moesten
wij de volkomen bekendheid des componisten be
wonderen met den aard van het gezang en zijn
talent om den tekst aanschouwelijk te maken
voor zoover eene concertzaal dit toelaattelkens
hoorden wij melodische en krachtig gebouwde
koren, terwijl we ontwaarden dat aan het bewerken
van het karakter der orkestbegeleiding eene zeld
zame zorg was besteed. Hoeveel meer moet deze
meening door de Odysseus (Scenen aus der Odyssee,
Dichtung von Willi Graff) zijn versterkt geworden
dien heelhuids terugbrengen, na hem aan de woede
der golven ontrukt te hebben.
Yan dien dag af merkte men tusschen Agatha
en den molenaar een zekere verkoeling op en
eenige toenadering tusschen de twee buurgezinnen
van Agatha en Dominicus. Men kon niet zeggen
dat de vriendschap van vroeger hersteld was, maai'
men wisselde enkele woorden en leende elkaar wede!
keerig eenig huisraad. Alleen Dominicus veran
derde niethij vermeed het bijzijn van Agatba
hij vermeed zelfs om baar aan te zien als hij
voelde dat bare oogen op hem gevestigd waren
bij keerde om als hij baar aan het einde van een
weg zag staanveinsde haar niet te kooren wan
neer zij hem in het voorbijgaan goeden avond zei.
Zij was stil geworden, zij lachte niet meer, zong
des avonds niet meer voor de deur, wanneer haaf
minnaar de gditaar tokkelde.
Deze was altijd eenigszins verlegen als hij zijn
mededinger, zijn redder ontmoettehij voelde
zich vernederd dat hij zijn leven aan zijn vijand
te danken haden hij merkte dat Agatha hem
niet meer lief had dat zij hem bijna haatte.
Hij zei echter geen woord. Alle drie verborgen
zij een geheim voor elkaar. Op zekeren dag werd
de molenaar door een bits gezegde van Agatha
ertoe gebracht om te zeggen
»Ik zou haast nog veel liever verdronken
zijn!
Wordt vervolgd),