N° 277 126® Jaargang. 1883. Vrijdag 23 November. Wettel® maar not zeSelfite Terteterai is Middelburg 22 November. Dit blad verschijnt dagelijks* met uitzondering van Zon- en Feestdagen;* Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent: Advertentiërr 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. MIIDELBURGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor hel Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité élrangèr-e G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger Het de vorige week door mr. De Kanter van Brielle in twee Zeeuwsche nuts-departe- menten gesprokene over de wettelijke stelling der vrouw is zeker belangrijk genoeg om nog even van naderbij te worden beschouwd; van daar onze toezegging dat wij op die lezing hoopten terug te komen. Wij achten het reeds een grooten stap voor waarts dat op zulke bijeenkomsten een derge lijk onderwerp wordt besproken de angstval ligheid, die er tot dus ver bij vele sprekers be stond, werkte er toe mee om slechts punten van meer eenvoudigen aard te behandelen, en sloot in een kring, die steeds hoofdzakelijk uit dames bestaat, het aanroeren van een dergelijke quaestie uit, zeer ten nadeele van eene spoedige op lossing ervan. Want het moet erkend worden dat elke verandering op dat gebied slechts verkregen kan worden na langdurig aanhouden en dat het besef hoe groot het onrecht is, dat der vrouw wordt aangedaan, van zelf aan be langhebbenden de oogen kan openen voor de ernstige gevaren die haar bedreigen wanneer zij zich in het huwelijk begaven. Onbekendheid daarmee is, dunkt ons, voor haar reeds een gevaarlijke klip, al moeten wij aan den anderen kant erkennen dat er geen terrein is waarop alle theorieën zoo zeer op de praktijk afstuitten als op het gebied van het huwelijk. Zij het ook dat hei aanstaande nieuwe burger lijk wetboek ons de schoonste bepalingen in het belang der vrouw aan de hand doet, er zullen nog duizenderlei redenen blijven bestaan die deze voorschriften krachteloos zullen maken of ongebruikt zullen laten. Dit zal niet de schuld van den wetgever zijn, evenmin als het hem te wijten is dat er op dit oogenblik, zooals de heer De Kanter aanhaalde, op het platteland zoo weinig gebruik wordt gemaakt van het recht om door huwe lijks-voorwaarden zich voor alle mogelijke gebeurtenissen in de toekomst te vrijwaren. En toch verleent de wet daartoe der vrouw voldoende hulptoch heeft zij het recht te waken dat ten minste, met zoovele illusiën, met zooveel lipfde, die teloor gingen, niet haar gansche bestaan worde vernietigd, Wij behoeven hier de motieven niet aan te halen welke van het gebruik maken dier be paling weerhouden, en waaruit maar al te vaak wei r duidelijk de overmacht van den man over de Vrouw zou blijken; maar waar zelfs hij deze eene bepaling, gunstig voor de vrouw, nog zoovele leemten zijn aan te wijzenwaar het gansche stelsel onzer wet, op dat punt alleen, volgens het schrijven van een onzer rechtsgeleerden, ten stelligste moet worden gewraakt„omdat de wet door hare bepalingen den ernst en het gewicht van het huwelijk verlaagtomdat zij bewerkt dat het huwelijk wordt een soort van eigendomsver- krijging"; en waar de overige bepalingen, die de vrouw geheel tot ondergeschikte van den man ma ken, algemeen worden afgekeurd, daar wordt het zeker meer dan tijd dat onze wetgeving op dat punt worde herzien. Van verschillende kanten wordt het vraagstuk dan ook behandeld. In het Rechtsgeleerd magazijn geeft jhr. mr O. Q. Van Swinderen, rechter te Groningen, eenige opmerkingen over het Nederlandsche huwelijksrecht, uit een burgerrechtelijk oogpunt beschouwd. Vooral om het standpunt, dat de heer Van Swinderen inneemt, verdient het opmerking hoezeer ook hij ten sterkste de meeste bepa lingen, ten opzichte der vrouw in zake het juuwelijk gemaakt, afkeurthoezeer hij ijvert tegen de wettelijke voorschriften, die de vrouw, j zoodra zij trouwt, stelt onder curateele van i den man. Een bewijs daarvoor haalt hij nog aan, dat naar wij meenen niet door den heer De Kanter werd aangevoerd, door te wijzen op art. 92 van ons burgerlijk wetboek, waarbij bepaald wordt, dat tot het aangaan van een huwelijk minder jarige echte kinderen de toestemming noodig hebben van hun vader en hunne moeder, doch ingeval er verschil van gevoelen tusschen deze bestaat, de toestemming van den vader al leen voldoende is. Hier staan wij dus voor het eigenaardige geval dat een vrouw wel van haar gevoelen mag doen blijken, maar dat dit in het hoogste ressort hoegenaamd geen kracht heeft. Mr. Van Swinderen zou daarom wenschen dat, bij ver schil van gevoelen, de rechter beslisse. Op de overige leemten in ons we,tboek wees de heer De Kanter, toen hij herinnerde aan de verplichtingen, welke op de vrouw rusten om haar man gehoorzaam te zijn en overal te volgen, en op het recht dat de man heeft om de gemeenschappelijke goederen te verkoopen, te vervreemden en te bezwaren, zonder tus- schenkomst der vrouw. De wet doet, wij zien het, der gehuwde vrouw dus veel te korthet zonderlinge standpunt, dat zij tegenover haar inneemt, is niet te verdedigen en de lieeren rechtsgeleerden zijn het eens, dat eene wijziging dringend noodig is. Toch zul len er nog heel wat argumenten worden aan gevoerd, tal van bespiegelingen worden gehou den, vóór wij op den praktischen weg tot die verbetering zijn gekomen. Een der voornaamste quaestiën op dat punt is op het oogenblik de opzegbaarheid van het huwelijk door eenzijdige wilsverklaring, in bij de wet te bepalen vormen, zonder opgave van redenen. Mr. Van Houten is voor dat idee een warm strijder, maar op de laatst gehouden juris tenvergadering kon hij daarvoor geen voldoenden steun vinden. Met groote meerderheid 47 tegen 18 stemmen werd een vraagof men zulk een opzegbaarheid als waarborg voor de rechten der vrouw noodig achtte ontkennend beantwoord. Wel verklaarde de vergadering dat het voor dien waarborg wenschelijk is, dat de wettelijke gronden van echtscheiding wor den vermeerderd en dat echtscheiding inge volge minnelijke overeenkomst worde toegelaten, maar verder wenschte men met den heer Van Houten niet te gaan. Wij zullen ons op dat terrein der rechtsge leerden niet hegevenen laten het aan mannen als mr. Van Houten en mr. Levy en hunne bestrijders, onder wie mr. Van Swinderen en prof. Boneval Faure, over om in deze eene beslissing te nemen. Ka korter of langer tijd zullen in ieder geval zij, wier taak het is vele gewensclite verande ringen te brengen in onze wetgeving, tot eene oplossing der quaestie geraken en zullen in ons nieuw burgerlijk wetboek andere bepalingen prijken, geheel overeenkomende met de nieuwe ideeën omtrent de rechten, die men de vrouwen tegenwoordig toekent en waarop zij aanspraak kunnen maken. Die zijde van de quaestie zal dan zoo niet geheel, toch gedeeltelijk gere geld zijn. Maar er rest dan nog de zedelijke kant van het vraagstuk en wij komen nu aan het slot der lezing van den heer De Kanter, een slot dat ons onbevredigd liet. Er zijn tal van ongelukkige huwelijkenwij behoeven geen rechtsgeleerden te zijn om dit feit te constateeren. Zonder zoo onbescheiden te wezen, dat wij een blik zouden willen slaan in de processtukken van den Brielschen rechts geleerde, zegt de dagelijksche ervaring ons voldoende, dat poëzie in tal van gezinnen niet wordt gevonden het geluk laat bij vele huwe lijken zich tevergeefs wachten, of het is reeds lang vervlogen, vóór het er een vaste plaats innam. Prof. Boneval Faure meent dat advocaten, umdat zij uitsluitend met ongelukkige huwe lijken kennis maken, dien toestand in het alge meen tfi. pessimistisch denken; maar zou het studievertrek den professor niet op dit punt te optimistisch doen zijn Meer zijn wij het eens met zijne opmerking„Die ongelukkige toe stand (op huwelijksgebied) wordt verder aan ons geheele huwelijksrecht geweten, en daarin kan zeker, ik erken het, veel verbeterd worden, maar is het niet wat kras te beweren, dat de wet hoe groot haar invloed zij de hoofd oorzaak is van al die ongelukkige huwelijken en dat de verandering dier wet ons zal brengen in den besten toestand ter wereld Daarop geven wij met den heer Faure een bepaald ontkennend antwoord. Laat de wet gever zulke gunstige bepalingen voor de vrouw maken als maar mogelijk zijnlaten wij op dat gebied alles verkrijgen wat slechts te wen schen valtzonder goede ontwikkeling, zonder karaktervorming vooral, zonder zelfbe wustzijn wat zij kan en wat zij wil, zal de vrouw steeds blijven ten speelbal van den man. De maatschappelijke toestanden vooral heb ben grootendeels schuld aan de gebreken die het huwelijks leven aankleven. Een man, die louter uit speculatie een meisje om haar geld tot vrouw nam en later niet ge lukkig zich gevoelt, beklagen wij evenmin als de vrouw die, alleen om getrouwd te zijn, gehoor gaf aan het tot haar gericht verzoek, al wist zij vooruit dat er hoegenaamd geen liefde in het spel is. Wie zoo speelde met den schoonsten grond slag van het huwelijk,^ wie zoo bedrog pleegde, hetzij tegenover een tweede of tegenover zich- zelve, verdient geen geluk. Zij klonk vriendelijk, die herinnering van mr De Kanter aan het versje van De Genes- tet over Zachtheidmaar zij brengt ons geen stap nader tot de oplossing der maatschappe lijke zijde van het vraagstuk. Hoezeer zachtheid ook eene der schoonste deugden van de vrouw is, zij mag toch nooit haar pit het oog doen verliezen wat zij aan zichzelve is verplicht. Daarom hadden wij den spreker uit Brielle liever een beroep willen hooren doen op liet gevoel van eigenwaarde dat elke vrouw moet bezielen; op de hulp der moeders, die helaas 1 maar al te vaak hare dochters het huwelijk voorspiegelen .als het hoogste wat er op aarde te bereiken isop de vaders, die een goede partij alleen voor hunne dochters zoeken onder hen die het rijkst zijn. In de tegenwoordige richting, die zich open baart om de vrouw, door ontwikkeling en door hare positie in de maatschappij, onaf hankelijk te maken, ligt, dunkt ons, juist de grootste kracht tegenover ongelukkige huwe lijken. Want door dat gevoel van onafhankelijkheid, die haar het bewustzijn schenkt dat zij ook op eigen beenen staan kan, zal zij zich sterker gevoelen tegenover den man, die haar tot ge zellin koos, wanneer de wet haar eenmaal de rechten schenkt, die ook mr De Kanter haar wil geven. M1 Van Houten geeft over dit onderwerp schoone bladzijden te lezen in zijn beschou wing over de maatschappelijke en wettelijke stelling der vrouw, en het in toepassing bren gen van zoo menig daarin aangegeven beginsel zal ons verder brengen dan alle mogelijke wettelijke bepalingen. Van beide zijden: van de mannen der wet en van de belanghebbenden, dienen de veranderingen uit te gaandan eerst kan men de gewenschte verbetering bekomen, al blijven er ook nog tal van klippen over, zooals armoede, tegenspoed, verkeerde begrip pen omtrent zedelijkheid, volstrekt niet alleen in de geringe standen te vinden, en verschil van karakter, waarop het huwelijksgeluk kan stranden. Van zijne Bijdragen tot den strijd over God, eigendom en familie, waarin die beschouwingen voorkomen, ontvingen wij juist dezer dagen den tweeden, vermeerderden druk, waarop wij de aan dacht vestigen, Gisteren avond werd in de kleine zaal van het Schuttershof alhier, in tegenwoordigheid van slechts een zeer klein getal leden, eene vergadering ge houden van de afdeeling Middelburg van de Ver een. t. h. v. fabriek- en handiuerksnyverheid in Nederland. Na de mededeeling van den voorzitter, den heer J. W. De Baad, dat het aantal leden, door over lijden en vertrek verminderd en door nieuwe toe treding vermeerderd, thans 150 bedraagt, werd aan den heer D. G. Kröber jr. het woord verleend tot het uitbrengen van zijn verslag als afgevaar digde ter 32e algemeene vergadering, onlangs te Amsterdam gehouden. Aangezien het daar verhandelde te zijner tijd in de verschillende dagbladen is medegedeeld, kunnen wij volstaan met de vermelding dat de referent in zijne poging om de dorheid, die zoo danig verslag uit den aard der zaak aankleelt, zooveel mogelijk te verminderen, vrij wel geslaagd was. Daarna werden door den voorzitter met eene toepasselijke aanspraak twee eereblijken uitgereikt. Het eerste, de groote zilveren medaille der maatschappij, overhandigde hij aan Arie Geervliet, die gedurende 50 jaren bij de firma Spoors en Sprenger werkzaam was, terwijl het tweede, de kleine zilveren medaille, aan H. F. Yan Simmeren, die 40 jaren lang de firma Gebrs Peek diende, werd geschonken. De laatste dankte in gepaste bewoordingen voor de hun toegekende onderscheiding en sprak de hoop uit dat het voor andere werklieden eene aansporing moge zijn om hun voorbeeld te volgen. Zoowel van de firma Spoors en Sprenger als .van de Gebr« Peek waren deelgenooten tegenwoordig. Vervolgens deelde de voorzitter mede dat van den heer P. D. Koning, lid van het bestuur, die wegens verhindering niet ter vergadering kon t genwoordig zijn, een schrijven was ingekomen waarbij hij mededeelde het plan te hebben, met allen die daarin belangstellen, dus ook niet-leden der vereeniging, te bespreken of er hier in Middelburg kans van slagen zou bestaan eene onderlinge telephoonverbinding tot stand te bren gen, terwijl hij zich, wanneer hij ware tegen woordig geweest, bereid zou verklaard hebben om hun die dit mochten verlangen inlichtingen te verschaffen. De voorzitter deelde mede voornemens te zjjn in het begin der volgende maand te dezer zake eene vergadering bijeen te roepen. Na eene kleine pauze werd de rekening over 188283, in ontvang en uitgaaf 380.10 bedra gende en een goed Blot van 91.684 opleverende, goedgekeurd. Daarna werd overgegaan tot de benoeming van een lid van het bestuur, in plaats van den heer K. Baart, die aan de beurt van aftreding was. Door het bestuur was eene aanbeveling opgemaakt bestaande uit de heeren K. Baart en P. Polet. Met 8 tegen 2 stemmen werd de heer K. Baart herkozen. De bespreking van de in de vorige vergadering gestelde vraag werd, met het oog op de geringe opkomst, aangehouden en daarna de vergadering gesloten. Onze correspondent te Tholen schrijft ons Dinsdag las ik in uw courant, als overgenomen uit het U. D., het ongeval, dat nabij Tholen heeft plaats gehad met eene vrouw, die verloskundige hulp noodig had. Uit het bericht blijkt dat degene, die het op gezonden beeft, noch van het een noch van het ander op de hoogte is, want hij rangschikt het eiland Tholen onder het platteland dat van ge neeskundige hulp verstoken is. Als men nu na gaat dat het eiland Tholen uit 7 gemeenten be staat, die ongeveer een uur van elkander verwijderd zijn en dat over die 7 gemeenten 8 geneeskundigen en 3 vroedvrouwen verdeeld zijn, dan blijkt daar uit wel het tegendeel van betgeen in het eerste gedeelte van het bericht voorkomt. Verder dient opgemerkt dat de vrouw niet overleden was, toen de geneesheer bij haar kwam, zooals het tweede gedeelte van het bericht zegt. Volgens andere berichten omtrent het zelfde geval moet men op het platteland soms uren loopen, alvorens men geneeskundige hulp heeft. Doch dit kan met deze geschiedenis volstrekt in geen verband gebracht worden. Verbeeld n, de man, wiens vrouw bet ongeval overkomen is, woont aan den straatweg; begeeft hij zich links, dan heeft hij een half uur noodig om zijn geneesheer te balen, begeeft hij zich rechts dan bevindt hij zich in 20 minuten bij 2 genees- heeren en eene vroedvrouw. Nu komt daarbij dat de man zelf rijtuig heeft; alles dus in aanmerking genomen kan de bedoelde persoon in korten tij4 overvloed van geneeskundige hulp hebben.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1