Nieuwe Uitgaven:
Benoemingen en besluiten.
Ouderwijs.
Kerknieuws.
Marine en Leger,
Gemengde Berichten.
Ingezonden stukken.
Scheepvaartberichten.
Scheria, waar de Phaaken wonen; doch daar
openbaart zich wederom Poseidon's gramschap in
een hevigen storm, die het brooze vlot vernielt.
Deze >storm op zee" vormt bij Max Bruch het
vierde gedeelte waarin Odysseus, het onheil
ziende naderen, in wanhoop de helden gelukkig
prijst die voor Troja's muren zijn gevallen. Yan
den dood redt hem evenwel Leukothea, de onder
dien naam als zeegodes vereerde dochter van Kad-
mos, Ino. Het »reddende eiland," waarvan op het
einde van dit gedeelte sprake is, is het genoemde
Scheria, waar de zorgelooze en vreedzame Phaaken
wonen. Van alles beroofd wordt de schipbreuke
ling aan het strand gevonden door de dochter
van den daar heerschenden koning Alcinoüs, Nau-
sikaa, die zich daar met andere meisjes met het
balspel vermaakt. Van dit onvergelijkelijk schoone
Homerische gezang geeft het werk van Max Bruch
een beeld in VI. Nausikaa, de blankarmige, laat
zich spoedig verbidden den berooiden vreemdeling
mede te nemen naar de stad, want »ook bede
laars en vreemdelingen komen van Zeus' en
het volk van Alcinous was gastvrij van aard. Nu,
gastvrij werd Odysseus dan ook opgenomen in het
koninklijk paleis (Max Bruch VII), waar hij zich
als den door de Phaaken bezongen held van
Troje bekend maakt en het gansche verhaal doet
van zjjne omzwervingen. Dan komt weer het
sterke verlangen bjj hem op naar het vaderland,
en onvergetelijk is zjjn zang, waarmede het koor
instemt
Nirgend 1st 's lieblicher ja, als in der Heimat s
In der lieben Eltern Arm,
An der tranten Gattin Brust.
Met geschenken beladen verlaat hij het vrolijke
Phaakenvolk en keert hjj terug in Ithaca (Max
Bruch IX) waar hij met hulp van Athene als be
delaar vermomd in zjjne woning komt. De over
moedige vrijers worden door hem en zijn inmid
dels teruggekomen zoon Telemachus gedood, en
ten laatste maakt de zoo vurig verwachte zich
aan Penelope en zijn vader Laertes bekend. Dan
is er feest op gansch Ithaca.
Hiermede moet ons overzicht eindigenslechts
een vluchtigen blik konden wij slaan op het wijd
beroemde werk van Homerus, en slechts aanstippen
welke tooneelen door Wilh. Graff voor Brueh's
compositie daaraan zijn ontleend. Odysseus, de
moedige, de vastberadene en listige man, die
zonder het vertrouwen op den zegepraal te verliezen,
vele jaren lang worstelt tegen de losgelaten krach
ten der natuur, die de gehoorzame dienaars zijn
van de in gramschap toornende godenPenelope,
de trouwe, nooit versagende vrouw, zjj zjjn beiden
grootsche karakters die blijven leven.
Op welke wjjze Max Bruch de door ons aange
duide scènes in de muziek heeft weergegeven, kan
ons door de uitvoering over weinige dagen bljjken.
6) By Vo«z XII, 403.
Bjj den heer A. A. W. Bolland te Goes is thans
de laatste aflevering verschenen van het werk van
den heer J. H. Gunning JHz. over den overleden
predikant H. J. Budding. Op onderhoudende wijze
wordt daarin het leven van den bijzonderen man
geschetst, wiens ideeën in veler oogen zeker wat
al te excentriek zullen schjjnen, maar wien men
geen warm hart en liefde voor de menschheid zal
ontzeggen.
Bjj de heeren G. Kolff c° te Batavia is de
eerste aflevering verschenen van een werk van den
heer C. F. H. Riesz, waarin deze de handelingen
der regeering ten aanzien van de particuliere lan-
derjjen in "West-Java behandelt. Bljjkens het
voorbericht is hjj van oordeel, dat de eigenaren
in hunne rechten zijn gekrenkt, vooral door
dat beschikt is over het water dat hunne gronden
besproeit. Tot bewijs van dit onrecht heeft de
heer Riesz zjjn werk geschreven, waarvan het
eerste gedeelte de geschiedenis dier Bataviasche
streken uitvoerig verhaalt. Door een groot aantal
officieele bescheiden worden de stellingen van den
schrjjver gestaafd, en ook afgescheiden van het
doel, waarvoor hij ze aanvoert, zijn zjj voor hen,
die de geschiedenis van het grondbezit op Java
willen kennen, van groot belang.
zoo frisch en blozend uitzag in die witte kleêrtjes
met haar sierljjk mutsje op. En het kindje
lachte tegen 'hem, stak de handjes naar hem uit
en spartelde om zich aan de armen der min te
ontwringen en op den grond met het knaapje te
gaan spelen; zjj wierp hem hare half opgeknab-
belde koekjes en beschuitjes toe, die hjj, op han
denen voeten kruipende, als een klein hondje op
raapte en gretig in zjjn mond stopte terwjjl hjj dan
in de handen klapte en kromme sprongen maakte
voor het kindje, dat hem kushandjes toewierp en
zachtjes zjjn naam noemde.
Zulk een gemeenzaamheid ergerde de min, een
mooie, knappe boerenvrouw, die, in het heerenhuis
wonende, trotsch was geworden en op haars ge-
lp ken met minachting neerzag.
Op zekeren dag liet het meisje haar pop, met
zjjden kleêrtjes vol goud- en zilvergalon, op den
grond vallenAndreas schoot toe om haar op te
rapen en bekeek haar lang met verbazing. De
min werd boos en rukte hem haar uit de hand
om haar aan de schreiende kleine terug te geven,
maar toen zij bemerkte dat die smeerpoes, de
zoon eener gemeene vrouw, het jurkje van die
pop met zjjne morsige handen bezoedeld had,
liep zij naar hem toe om hem te slaan en bleef
doof voor zjjn snikken en roepen om zijn moeder.
Deze kwam aangeloopen, hoorde wat er gebeurd
was en sloeg het arme kind nog harder. Welk
een vrijpostigheid 1 Met zjjne smerige knuisten
de pop der kleine freule te durven aanraken!
De heer John. F. Loudon schreef in da Indi
sche Gids van November een allerbelangrijkst
artikel, getiteld: de eerste jaren der Billilon-ondtr-
neming. Thans heeft hij daarvan eene afzonder
lijke uitgaaf in het licht gegeven, waarvan de
bruto opbrengst zal bestemd zijn voor de noodljj-
denden door de Krakatau-ramp.
Op letterkundige waarde maakt het werk geen
aanspraak; het geeft vele aanteekeningen uit het
dagboek van den heer Loudon, die van zelf kort
en onafgewerkt zijn, maar het geeft ons een over
zicht van het gebeurde met eene onderneming die
thans meer dan ooit belangstelling wekt. En wil
men over de aanhangige quaestie een onpartjjdig
oordeel uitspreken dan dient men kennis te nemen
van de gansche geschiedenis der maatschappij
daarom bevelen wij de lezing van dit werk ten
dringendste aan, te meer nu aan de uitgaaf zulk
een goed doel is verbonden.
De heer J. Hobbel te Rotterdam heeft onder
den titel: Socialistisch onverstand een werkje uit
gegeven, waarin hjj verschillende stukken, gericht
tegen het socialisme van den heer Domela Nieuwen-
huis, vereenigd heeft.
Veel nieuws vonden wjj in het boekje niet en
of het juist wel geschikt is voor hen, in wier
handen het moest komen, betwjjfelen wjj. Zjj, die
voldoende ontwikkeld zjjn om de theorieën van
den heer Nieuwenhuis te kunnen begrijpen en te
doorzien, hebben geen behoefte om daarvoor ge
waarschuwd te worden, en zullen wel bekend zjjn
met hetgeen in het werkje voorkomt; anderen,
die soms door die theorieën zouden worden meege
sleept, het onontwikkelde volk, zouden wij liever
in korte trekken gewezen zien op het verkeerde
dat de heer Nieuwenhuis hun verkondigt.
Is het echter de bedoeling van den heer Hobbel
om velen in de gelegenheid te stellen een gemak
kelijk overzicht te hebben van hetgeen tegen den
heer Nieuwenhuis is geschreven, dan kan zjjn
werkje nut hebben. Mocht men bovendien kunnen
besluiten om enkele stukken eruit in uitgebreiden
kring te verspreiden onder hen. die zoo licht opeen
dwaalspoor worden gebracht, dan, dunkt ons, zou
men nog beter den heer Nieuwenhuis bestrjjden
op zjjn eigen terrein.
huis van den peins van oranje. De kapt. ter zee
P. Teil Bosch, thans belast met het bevel over Zr. Ms.
sehroefstoomschip Tromp, op reis tot het doen van een
oefeningstocht, is benoemd tot adjudant in gewonen dienst
van Z. K. H. den Prins van Oranje, met bepaling dat
hij na terugkomst in het vaderland, den dienst bij Z. K.
H. zal aanvaarden en in afwachting daarvan als gede
tacheerd van Zr. Ms. militair buis zal worden gevoerd.
consuls. De heer K. A. Niemann, benoemd tot consul
der Nederlanden te St.-Paulo te Loanda, is in die
hoedanigheid door de Portugeesche regeering erkend.
Bjj resolutie van den minister van koloniën zjjn
de hoofdonderwjjzeres mejuffrouw M. D. Westen
berg en de hoofdonderwijzer A. W. Hoesen gesteld
ter beschikking van den gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indië, om te worden benoemd
tot onderwjjzer voor den dienst daar te lande.
Door het prov. kerkbestuur van Drenthe is tot
de evangeliebediening toegelaten de heer L. M.
Van Noppen, te Wissekerke.
Bljjkens ontvangen telegram, is Zr. M'. sehroef
stoomschip Bali onder bevel van den luitenant
ter zee der lste klasse H. G. Hildebrandt, 14 dezer
te Batavia aangekomen.
Aan boord was alles wel.
De landbouwvereeniging Vooruitgang zij ons
streven te Kapelle hield Donderdag haar eerste
wintervergadering.
Toen Bianca zeven jaren oud was kreeg zjj van
haar oom, die in de stad woonde, een rijtuigje
getooid met veêren en met rood fluweel gevoerd.
Andreas, die nu reeds den leeftijd bereikt had,
waarop hjj zijn brood kon verdienen, werd be
stemd om haar tot paardje te dienen en haar,
voor het rijtuigje gespannen, over het plein en
langs de bergpaden te 1 trekken. En opdat het
meisje nog meer pleizier zou hebben bond de
min een touw om den bals van den knaap, waar
van het freuletje de einden in de hand hield.
De jongen, die voorover moest loopen om kracht
te kunnen doen, trok zóo hard aan het touw dat
het vel van zjjn hals kapot schrjjnde en hjj
striemen op de schouders kreeg. Evenwel keerde
hij zich nu en dan half om, altjjd doortrekkende,
om dat blonde engeltje toe te lachen dat hem
met een langen zweep tikte en steeds aan de
teugels trok, al roepende: ajo, ajó, paardje ajo,
ajo huthut paardje hut. En hij liep en knikte
als een paardje, galoppeerde, hjjgend en zwetend
en vertoonde tusschen de scheuren van zjjne vuile
kleêren de striemen op zjjn rug, zjjn magere
djjen en zjjne bloote beenen met knokelige knieën.
Als dat spelletje meer dan een uur geduurd
bad, vroeg de min Zijt gjj moede, Bianca 1 Maar
Bianca was niet moede; dan kreeg het paardje
weer met den zweep, doch somtijds als bet al te
gevoelig om de ooren geraakt werd, viel het
schreiend op den grond en wilde niet verder, tot
groote ergernis der min die in dat geval h
Uit de mededeelingen bleek dat de proeven met
de cbampion-aardappelen een bevredigenden uit
slag hebben gehad.
Daar er geen bepaalde spreekbeurt werd vervuld,
werden enkele vragen gedaan en besproken, o. a.
Is de wet tot bescherming van vogels in het be
lang van den landbouw? De gewone klacht over
de musscben werd gehoord. Verder besprak men
de vraagof het gebruik der guano bjj het
pooten der aardappelen aan te bevelen is. Som
mige leden prezen het gebruik daarvan aan, daar
de groei der plant in bet begin er zeer door be
vorderd wordt en men door het gébruik van den
mest bepaald minder zieke aardappelen zal krijgen.
Na langdurige bespreking werd ten slotte be
sloten tot de exploitatie maatschappij bet verzoek te
rich ten om in het belang van den handel in het
algemeen en in dat van den landbouw in het
bjjzonder, aan het station KapelleBiezelinge
een goederenloods op te richten. Door het ont
breken van eene gelegenheid om goederen, die
men ontvangt of verzendt, te bergen wordt veel
schade geleden.
Het is meer dan waarschjjnljjk dat de beide
mannen, die jl. Zondag den moord te Heino ge
pleegd hebben, over de Pruisische grenzen ontvlucht
zijn. Zondag hebben zich twee vreemdelingen te
Vroomshoop vertoond, die veel geld bjj zich hadden
en trachtten dit te verwisselen tegen Duitsch geld
of bankpapier. Later op dien dag, 's avonds om
streeks negen uur, hebben ze zich vertoond te
Sibculo, en ook aldaar geld willen wisselen. In
het huis van zekeren Berkhuis hebben zjj een poos
vertoefd en o. a. koffie gedronken. Zjj gaven zich
uit voor veehandelaars, die in Pruisen koeien
wilden koopen. Een groot gedeelte van den nacht
Van Zondag op Maandag hebben zij vertoefd in de
herberg van zekeren Veldhof in de Wielerbergen
op Pruisisch grondgebied.
De waterleiding te Gouda is naar wenscb
voltooid en zal den 3en December a. in gebruik
worden genomen.
Het water om Den Bosch bljjft wassende en
staat thans reeds 4.30 M. boven A. P. De laag
gelegen landerijen om de stad zjjn allen overstroomd.
Niet onaardig is de wijze, waarop men te
Rotterdam met overbekende" kooplieden te werk
gaat. De overbekende" koopman Van Dolder,
lid der gefingeerde tevens beruchte firma Doesburg
c°, op wien wjj vroeger reeds de aandacht ves
tigden, buurde onlangs op den Binnenweg aldaar,
een woning en gaf daarvan kennis op het bevol
kingsbureau in zjjn wijk. Zonder er gras over te
laten groeien, gaat de jjverige ambtenaar van den
burgerljjken stand, de beer W., nog denzelfden
avond naar bet bureau van politie in dezelfde
wjjk, waar Van Dolder zich metterwoon bad ge
vestigd en deed, ter plaatse waar zulks te doen
gebruikelijk is, mededeeling van zjjn goede vangst."
Oogenblikkeljjk krasten eenige pennen over het
papier en werd aan de verschillende couranten het
adres van den overbekenden" Van Dolder bericht,
die op haar beurt geen oogenblik aarzelden bet
veranderd adres op te nemen. Nog had de heer
W. het politiebureau niet verlaten of een agent
van politie werd door een zijner superieuren gelast
terstond naar den Binnenweg te gaan en vlak
voor de woning van Van Dolder post te vatten,
ten einde zoekenden terecht te wijzen.
Geen veertien dagen later achtte de commis
saris van politie in de 38 afdeeling te Rotterdam,
zich, in het belang van den handel, verplicht in
de nieuwsbladen mede te deelen dat de „over
bekende" koopman verhuisd was naar de Verlengde
Hofkade n°. 23.
Vóór weinige dagen vervoegde zich bij boven
bedoelden ambtenaar, den heer W., iemand uit
Gorinchem die een bestelling van >trapleertjes"
vaD Van Dolder had ontvangen, maar het juiste
adres niet wetende, den heer W. verzocht hem dit
mede te deelen. Op de waarschuwing van den
heer W. verliet de koopman Rotterdam en nam
het twaalftal trapleertjes met zich med naar
Gorinchem.
Nadat aan den Berljjnschen hofprediker
Stöcker door den lord-mayor van Londen verboden
was in de Memorial Hall zich op de bekende
wjjze tegen de Joden te uiten, heeft Stöcker eene
rede gehouden over Luther, en daarbjj de gelegen
heid aangegeven eens heftig uit te varen tegen
wagentje zelf moest trekken. Zjj had het wel
altjjd gezegd hoe koppig en lui die kinderen van
slechte vrouwen zijnDe barones zou een goed
werk gedaan hebben als zij een beetje strenger
geweest was voor dat volk dat niets uitvoert en
alle dagen haar brood eet.
Tegen etenstjjd werd het freuletje naar boven
gebracht en Andreas, nog steeds voor het wagentje
gespannen, bleef op het plein staan wachten. Zoo
dra het kind in huis was, zei zjj
>Mama, Btuur toch wat haver aan mijn
paardje." En de barones die, het moet gezegd
worden, een hart van goud bad, gaf de min een
stuk oudbakken roggebrood om het den knaap
toe te werpen.
Daar, leeljjkert, raap op zei de min, het
hem uit het venster toewerpende, terwjjl hjj ge
duldig stond te wachten en in gedachten met het
touw speelde dat om zijn hals hing.
Op haar vjjftiende jaar was Bianca een zeer
mooi meisje, wier ronde gestalte reeds uit haar
kinderjurk begon te groeien. Zjj was lichameljjk
volwassen en zou het weldra ook naar den geest
zjjn. Zij kwam niet meer op het plein spelen,
daar zjj het te druk had met muziek- en andere
lessen. Des avonds, tegen zonsondergang, ging zjj
met mama en de gouvernante wandelen en had
reeds geleerd om verstrooid en onverschillig de
de katholieken, met name tegen den paus. Hij
sprak van de Duitschers, alsof onder hen slechts
een handjevol katholieken zich bevinden. Van
zjjn redenaarstalent zegt een Engelsch blad: Hij
ontwikkelt geen enkele der eigenschappen van een
groot redenaar, doch is een goed spreker, die het
verstaat met veel ophef een reeks gemeenplaatsen
aan elkaar te rijgen." Onder zijn rede werden
vele teekenen van protest gehoord, die zóo toena
men, dat de spreker zijn rede moest afbreken.
De vergadering ging in groote opgewondenheid
uiteen.
Mijnbeer de redacteur.
In het nommer uwer courant van Dinsdag 13
dezer zag ik dat de minister van financiën de op
26 October gedane aanbesteding van de bedijking
der schorren in het Sasschegat, nabij Philippine,
voor een bedrag van 97,900 heeft goedgekeurd
Een aardig duitje zal ongetwijfeld bij de ver-
kooping dier landen wederom in 's rijks schatkist
vloeien en toch is dit nog slechts een begin van
den oogst.
Wat toch beduidt dat nietig poldertje in ver-
geljjking met de duizenden hectaren gronds in
den Brakman, waarvan een zeer groot gedeelte
voor inpoldering vatbaar is ja waarvan de waarde
per hectare wel ruim op het dubbele kan geschat
worden van het nu aanbesteedde
Welk een rjjk verschiet dus voor 'slands
schatkist
Ongetwijfeld is dat plekje grond den meesten
leden der tweede kamer onbekend, en daarom is
het de taak der afgevaardigden van deze streek
om hunne medeleden met den waren toestand
bekend te maken. Eene schoone gelegenheid
biedt zich daarvoor aan bjj de aanstaande behan
deling der staatsbegrooting. De afgevaardigden
vergeten dan echter niet bjj hunne inlichtingen te
voegen: dat die rijke bron voor 'slands schatkist
geheel geïsoleerd ligt; dat het dus niet alleen
in 't belang van bet rijk maar tevens ook de
rechtmatige plicht van den staat is om aan dien
geïsoleerden toestand een einde te maken. Dat
bjj een eventueelen verkoop dier schorren het
veel invloed op den prijs der landerijen zal heb
ben of de te verkoopen landen al dan niet aan
een communicatieweg liggen, behoeft geen betoog;
bet land handelt dus in zijn eigen belang door
zulk een weg aan te leggenmaar overigens is
ook de stelling gerechtvaardigd, „dat waar men
trekt men soms ook iets moet geven." En toch
schijnt men in Den Haag van eene andere meening
te zijn, althans wat deze streek betreft.
Verschillende polders zjjn er in de laatst ver-
loopen jaren bedijkt; etteljjke millioenen guldens
zjjn daardoor in 's rijks schatkist gevloeid en die
zóo bjj uitstek voor het land winstgevende streek
krjjgt daarvoor in ruil
Als de heeren afgevaardigden op de kaart zien,
zullen zjj ontwaren dat onmiddelljjk aan die
schorren grenzenBiervliet en Philippine, vóór
de bedjjking de twee welvarendste gemeenten
der streek, doch thans als 't ware gedoemd om
tot ellendige gehuchten te vervallen.
Als zij daarbij eens weten dat er niet alleen
tusschen die twee grensgemeenten der voormalige
4e en 58 districten van Staats-Vlaanderen, tevens
grensgemeenten van het naburige België, geen
communicatieweg is, maar zelfs niet tusschen ge
zegde districten onderling en dat er bjjgevolg ook
geen toegang tot meergemelde schorren bestaat,
tenzjj over Belgisch grondgebied, zouden zjj dan
niet moeten bekennen dat het de plicht van den
staat is daarin te voorzien?
Zou het eindelijk niet de taak der lands verte
genwoordigers zijn om voor die zóo vruchtbare
doch overigens verlaten streek in de bres te sprin
gen, opdat de volksmeening, die bijna alle bewo
ners aan deze zjjde van de Schelde bezielt, als
zou het Carthago delenda over deze streek zjjn
uitgesproken, voor immer worden weggenomen
H.
Ter Neuzen, 15 November 1883.
l'lissingen, 17 Nov. Binnengekomen het
Nederlandsch Fregat Insulinde, gezagv. A. Van de
Gevel, van Batavia.
onderdanige groeten harer onderhoorigen te be
antwoorden.
Andreas, die zjjn moeder verloren had, was een
deel der kudden toevertrouwd. Somtijds ont
moette hij des avonds, wanneer hjj van de weide
terugkeerde, de schapen voor zich uit drjjvende,
in het nauwe bergpaadje de freule, die in dien
jeugdigen schaapherder haar onvermoeid paardje
van vroeger niet scheen te herkennenmaar
veeleer een afkeer gevoelde van dien leeljjken
veehoeder, den afkeer van de kapel voor de rups,
van een kanarievogel voor een mensch. Zoodra
hjj haar echter ontwaarde, nam hij links zijn
ouden, gedeukten hoed af, vestigde zjjne oogen op
haar en oogde haar na zoolang hjj nog een tipje
van haar wit kleedje tusschen de kastanjeboomen
ontwaarde.
Wordt vervolgd).
eSDRVKT Bil DE SBBROBDB8* ABBAHAM*
m mwdjhjbtoö.