N° 267, 126e Jaargang. 1883. Maandag 12 November. Middelburg 10 November. Dit blad verschijnt, dagelijks,, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent; Advertentien* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Bij deze courant beboorcn drie BIJVOEGSELS. MIDDELBliRGSCHE COURAIVT Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. G. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. Na de voorpostengevechten, waarop wij ge wezen hebben, staat thans de belangrijkste ontmoeting tusschen het kabinet en de verte genwoordiging voor de deur. Het algemeen beleid van het ministerie- Heemskerk zal nu bij de behandeling der staatsbegrooting aan eene ernstige bespreking worden onderworpen. Alle partijen in de tweede kamer zullen door hunne woordvoer ders, zooals dit gebruikelijk is, hunne ver schillende grieven en wenschen voor de toekomst kenbaar maken, terwijl met de hem bijzonder eigen gemakkelijkheid het hoofd van het ka binet zich beijveren zal niemand geheel en allen een weinig te bevredigen. Geeft het voorloopig verslag in de afdee- lingen ons weer te kennen dat men dit minis terie, evenals het vorige, slechts beschouwt als eene interimair kabinet, wij hechten aan die verzekering in de gegeven omstandigheden zeer luttele waarde. Er is op dit oogenblik geen enkele partij die het recht heeft zich aldus tegenover de ministers uit te laten om dat geen van alle, de liberale evenmin als de andere, ons het vooruitzicht openen kan dat mannen van meer bepaalde richting gereed staan om de plaats van de tegenwoordige re geering in te nemen. Wij leven al zoo'n geruimen tijd hij z. g. interimaire kabinetten, die hun leven toch al redelijk lang weten te rekken, dat wij ons bijna geen idee meer kunnen vormen van een niet-tijdelijk kabinet. Tot hoe lang zou men kunnen vragen aan hen, die in de afdeelingen der kamer zulk een oordeel over het ministerie- Heemskerk uitspraken, verwacht men dat het in het leven blijven zal Tot in 1885, wanneer, zooals men vermoedt, de liberale meerderheid niet meer zal bestaan en de tegenpartijen de macht zullen hebben om handelend op te treden? Het zon dan nog de vraag wezen of een ministerie-Heemskerk niet beter op zijn plaats ware dan een ander kabi net, waarvan de leden bestonden uit katho lieken en anti-revolutionairen. Dat in genoemd jaar de liberalen in kracht zuilen zijn toegenomen kunnen wij ons niet voorstellenmaar zij het ook dat bij de ver kiezing eene overwinning werd behaald die hun in de kamer een krachtiger meerderheid dan thans schonkzij zouden daarom nog niet dadelijk gereed zijn om een ministerie nit hun midden te vormen en te steunen. Het kabinet zal, naar ons gevoelen, blijven leven omdat het eenige vrienden telt en vele vijanden heeft van verschillende richting. En de zeer enkele vrienden, die het dan ook tegen het aangevoerde in de algemeene beschouwingen hebben verdedigd, vervulden een ondankbare taak. Wat er duisters ligt in Heemskerk's houding werd niet opgehelderd alleen wist men mee te deelen dat hij niet on gezind was art. 45 der onderwijswet van 1878 te wijzigen. Overigens bepaalden alle aanbe velingen zich tot verzekeringen omtrent per soonlijke bekwaamheid der ministers, zonder eenige opheldering te geven omtrent plannen die zij koesteren mochten. Trouwens, de enkele conservatieve organen, zooals de Rotterdamsche courant en het Dagblad behooren uiterst voorzichtig te wezen in hunne verdediging; zij kennen even goed als wij den premier en weten dat hij zich gemakkelijk zal laten leiden om zijn zetel te behouden. Nauwelijks toch is er in de afdeelingen op bezuiniging aangedrongen of de geruchten dat het kabinet aan de wenken in dien geest ge hoor heeft gegeven, nemen toe, niettegenstaande, Zooals de heer Van Houten terecht opmerkt en in het afdeelingsverslag over de begroo ting voor binnenlandsche zaken wordt aange haald, de heer Heemskerk allerminst zuinig genoemd kan worden en zijne ambtgenooten evenmin tot zuinigheid zijn geneigd. Hoever die bezuiniging zal gaanvalt niet gemakkelijk te zeggen, maar hiervan houden wij ons overtuigd, dat de kamer zeer ver op dien weg zal kunnen voortgaan vóór zij de ministers daardoor dwingen kan te vertrekken. Eigenaardig was vooral op dit punt de re deneering van de Rotterdamsche courantvoor dat de regeering nog te kennen gegeven had aan den wensch der tweede kamer gehoor te willen geven. De redactie van het blad scheen het den rapporteurs hoogst kwalijk te nemen dat dezen op besnoeiing der begrooting aandrongen, Volgens haar zou dit een onge oorloofde verwisseling van rollen zijnde kamer gevoelde zich onmachtig om te doen wat haar taak was en wilde daarom de regeering opdragen die bezuinigingen aan te brengen. Maar het blad zou het toch eene daad van politieke wijsheid vinden, wan neer de regeering enkele belangrijke uitgaven nog eens in ernstige overweging nam. En aan dien wensch wordt nu gehoor gegeven, zoodat men in het door het conservatieve orgaan geschrevene als het ware eene vinger wijzing heeft kannen zien van hetgeen gebeuren zou, maar tevens een bewijs voor ons gevoelen dat dit kabinet op dien weg wel met de kamer kan samengaan. Moeielijker wordt echter de positie van, wij zuilen niet zeggen dit kabinet, maar van den minister van financiën tegenover het belastiag- plan der heeren Van Delden c. s. Misschien is het gansche ministerie het zoozeer met den heer Grobbée een3 dat een verwerping van belasting-plannen, die zeer weinig kans hebben van te worden aangenomen, ook het leven van allen bedreigt; in dat geval zou de toestand nog ernstiger worden. Maar de heer Heemskerk zal zich, dunkt ons, daardoor niet laten meesleepen. Hij zou dan ijverig weer gaan zoeken naar een nieuwen minister van financiën. De plannen van den tegenwoordigen titularis vinden bij geen der partijen steun die der heeren Van Delden, wat het hoofd beginsel de inkomstenbelasting betreft, hij een deelal kan men ook niet beweren dat er groote kans bestaat, dat zij zullen worden aangenomen. Wij gaven reeds aan waarom wij met dat hoofdbeginsel meegaaneen inkomstenbelasting, zooals de heeren Van Delden c. s, die voor stellen, komt ons hoogst billijk voor en opent ons den weg voor een betere toekomst, waarin wij zouden kunnen krijgen eene rijks-inkom stenbelasting, terwijl daarin de patentbelas ting kon worden opgenomen, en afstand der geheele personeele belasting aan de gemeente besturen, mits deze laatste belasting in vele opzichten werd verbeterd. Wil men verande ring brengen in het plan der vijf kamerleden; het is ons wel, mits daardoor de kans, dat het worde aangenomen, niet worde verkleind. Tegenover de voorstellen der regeering, die onaannemelijk zijn, verdient dit plan krachtige ondersteuning. De heer Van Houten wij hebben het uit zijn laatsten brief gezien, is die meening niet toegedaan. Hij geeft den kiezers den raad om op hunne neuzen te passen en zich niet te laten bewegen om de kamerleden aan te sporen tot het aannemen van het bewuste voorstel. En dit vinden wij niet juist gezien. Met bezuinigingen zullen wij niet de tekorten dekken die noodwendig moeten worden aan gezuiverd langs dien weg is het zeker niet mogelijk om eene goede oplossing te verkrijgen van het aanhangige vraagstuk. Aan den heer Van Houten zouden wij daarom willen vragen: wijs ons het middel om tot het gewenschte doel te geraken, want op dat punt is uw laatste brief niet duidelijk. Wij zouden juist in het voorstel Van Delden c. sal voldoet het ook niet aan ons ideaal, een middel vinden om te voorkomen dat onze regeering den verkeerden, den protectionistischen weg insloeg. Wie daaraan meehelpt doet dunkt ons beter dan de heer Van Houten, die, waar hij niet alles kan verkrijgen wat hij wenscht, ook het bereikbare verwerpt. Gaf hij ons een middel aan de hand om uit de moeielijke positie te geraken, die wij thans beleven, hij zou een beter werk verrichten. Daarom zien wij met belangstelling de eerst volgende zitting der kamer tegemoetwij zijn verlangend te weten wie de brug leggen zal, waarop de regeering en de heeren Van Delden c. s. elkander zullen ontmoeten onder goed keuring onzer vertegenwoordiging. Nadat wij het bovenstaande geschreven hadden, ontvingen wij eene correspondentie uit Den Haag, die hieronder volgt. Er blijkt daaruit dat er te meer reden is voor de kiezers om in dezen zich niet onver schillig të toonen. Wat elders geschiedt kan ook door het gansche land plaats hebbende kiezers kunnen van hunne meening doen blijken en door hunne sympathie te betuigen voor het hoofdbeginsel van het ontwerp-Van Delden c. s. hunne afgevaardigden aansporen hunne stem daaraan te geven. Wordt ook dat voorstel verworpen, wij zulien dan in nog moeielijker positie geraken. Men schrijft uit Den Haag Uit enkele aanwijzingen zult gij wel reeds be grepen hebben, dat de oude oneensgezindheid onder de liberale kamerleden nog altijd voortduurt. Ik zou misschien niet ver van de waarheid zijn, wanneer ik schreef dat zij grooter is dan ooit. Van toenadering is althans geen spoor te ontdek ken. Op twee punten alleen zijn de liberalen, zonder dat er eenig overleg heeft plaats gehad, het onderling volkomen eens. Vooreerst hier over, dat er op groote schaal bezuinigd moet worden, en dus de opnieuw aanzienlijk verhoogde staatsbegrooting onaannemelijk is. Dit is trouwens niet het gevoelen van de liberalen alleenmen kan wel zeggen, dat hierover alle partijen het eens zijn. Evenwel zal de eenstemmigheid ophouden te be staan, als het erop aankomt de posten aan te wijzen, waarop besnoeid moet worden. Voorts zijn de liberalen eensgezind in hunne afkeuring van de belasting-voorstellen der regeering als geheel beschouwd. Niet eens zijn zij het ech ter weder over al de onderdeelen van die voor stellen. Een groot deel hunner oordeelt over de verhooging van het gedistilleerd en van de thee rechten niet ongunstig. Toch zijn ook voor die onderdeelen de kansen niet zeer groot, want bij het onderzoek in de afdeelingen was daartegen ook uit de rechterzijde veel tegenstand. De verdeeldheid onder de liberalen zal vooral sterk uitkomen bij de behandeling van het voor stel der heeren Van Delden, Gleichman c. s. De heer Van Houten, die daartegen zeer sterk te velde trekt, is niet de eenige uit de liberale partij, die het afkeurt. In de afdeelingen heeft het voorstel bij de liberalen zelfs talrijke bestrijders gevonden, ofschoon het beginsel van inkomsten belasting op zichzelf hunne instemming heeft. De kritiek, die hun voorstel van de zijde hunner geestverwanten gevonden heeft, zal waarschijnlijk de heeren Van Delden c. s. bewegen het belang rijk te wijzigen, doch het is zeer de vraag of zij het daarmede zullen kunnen redden. Men neemt het dien heeren zeer kwalijk, dat zij hun voorstel hebbben ingediend, zonder hunne partij te raadplegen. In den tijd toen er nog een partijverbond bestond, zon er niet aan gedacht zijn geworden een zóó gewichtig voorstel bij de kamer aanhangig te maken zonder het vooraf ineene partjj vergadering gebracht te hebben. Maai de dagen toen er zulke vergaderingen gehouden werden, zijn lang voorbij de partij organisatie is uiteengerukt. Misschien zou juist dit voorstel van de heeren Van Delden c. s. eene gunstige gelegenheid hebben aangeboden om te beproeven de aaneen sluiting weder te verkrijgen, maar de vijf leden hebben het beter geoordeeld zelfstandig te handelen en hunne geestverwanten met hun voorstel te verrassen. Wat er gebeuren zal, als de financieele ontwerpen in behandeling komen, is niet moeielijk te voorspel len. Zoowel de poging der vijf leden al3 die van de regeering om de middelen tijdelijk aan te vullen zal worden verworpen de heer Heemskerk zal aan het zoeken moeten gaan naar een nieuwen minister I van financiën (die niet licht, te vinden zal wezen en alles zal op belastinggebied, wie weet hoe lang nog, bij het oude blijven. Het tjjdstip der behandeling ran de financieele ontwerpen schijnt nog geheel onzeker. Aanvankelijk werd vrij algemeen verwacht, dat zij vóór de wet op de middelen zouden kunnen worden behandeld doch dit wordt meer en meer onwaarschijnlijk, en ofschoon de ontwerpen moeten dienen om de mid delen voor 1884 aan te vullen, zou het wel eens kunnen gebeuren, dat de kamer vóór het einde van 1883 geen tijd vond om ze in beraadslaging te brengen Het beroep van den gemeenteraad van Aagte- kerke tegen bet besluit van ged. staten, waarbij goedkeuring is onthouden aan het raadsbesluit tot sluiting der openbare school, is door de regee ring afgewezen en het besluit van ged. staten alzoo gehandhaafd.. Volgaarne vesfigen wij de aandacht op achter staande advertentie, waaruit blijkt dat het bestuur der vereeniging Uit het volkvoor liet volk, ge holpen door verschillende dames en heeren, het initiatief heeft genomen om een »Sint Niklaas" te bezorgen aan de kinderen, die gewoonlijk van die kinderpret zijn verstoken. Het denkbeeld verdient te meer toejuiching, nu het verschil van richting of overtuiging geheel plaats maakt voor het streven naar éen en hetzelfde doel. Dat er vele bezwaren zijn te overwinnen, wie zal het ontkennen Doch vele handen maken het werk licht en wij vertrouwen dat van alle kanten ondersteuning zal komen, De commissie heeft geld noodig, en ontvangt verder gaarne speelgoed en prentenboekjes, in éen woord presentjes die in overeenstemming zjjn met den aard van het feest. Mogen hare pogingen met een goeden uitslag bekroond worden Er ligt voor ons een reeks uittreksels van be oordeelingen der teekeningen van den jeugdigen Nederlandschen schilder W. Steelink, ter illustra tie van Wieland's Oberon. Daaruit willen wij onder de oogen onzer lezers alleen het volgende brengen wat de Arnh. Crt. schrijft De heer Steelink geeft daarin de hoofdtafe- reelen uit den Oberon terug en zijn teekenstift dingt met Wieland's fantasie om den voorrang; zóó te denken is zeldzaam, maar zóó de gedachte aanschouwelijk maken is misschien nog zeldzamer, zijn krachtige figuren, zijn lichteffecten, zijn groepeering, zijn karakteristieke details, maar bovenal het artistiek geheel van elke teekening verraden een talent, een studie, een streven naar schoonheid en waarheid dat den echten kunstenaar kenteekent. Daarbij bieden zijn tafereelen een verscheidenheid en afwisseling aan niet slechts in onderwerp, maar ook in samenstelling, die niet genoeg geprezen kan worden." Wij achten dit voldoende ter aansporing tot een bezoek aan de tentoonstelling die thans op de voorzaal van het raadhuis gehouden wordt. Wolfaartsdijk, 9 Nov. Dat het alhier, na het ontslag van den vorigen secretaris, nog niet geheel in de puntjes toegaat, blijkt wel uit het vólgende Onlangs werd iemand in den echt verbonden met de volle zuster zijner overleden vrouw, zonder dat de, bij art. 88 van het burgerlijk wetboek, vereischte koninklijke dispensatie was verleend» Toen vóór de voltrekking van dat huwelijk daarover in eene zitting van het dagelijksch bestuur werd gesproken, vond de burgemeester het vragen van genoemde dispensatie overbodig, en gaf hij alzoo toestemming tot een, zonder twijfel, onwet tig huwelijk. Verdere commentaar zal wel overbodig zjjn# maar de vraag doet zich van zelf voor of het wel in het belang der gemeente was om zulk een man aan het hoofd der gemeente te plaatsen, zij het ook, om bekende redenen, slechts tijdelijk De tweede kamer heeft voor kennisgeving aan genomen het telegram van J. Weelink, H. Ger- hardt en J. C. Sibenlist, houdende mededeeling, namens de vergadering op den 4en dezer bijeenge komen in het lokaal der vrije gemeente te Amster dam, van eene door haar aangenomen motie$ betreffende de invoering van het algemeen stemrecht. De Staatscourant bevat een missive dd. 23 Sept. 11. van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië aan den minister van koloniën, bevattende een algemeen overzicht van de uitwerking der vulka nische bewegingen in straat Sunda op 26 en 27 Augustus jl. en van de maatregelen, die naar aanleiding daarvan genomen zijn. Aan het slot der missive vestigt de gouverne^ï

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1