126® Jaargang. 1883. Vr ij da 9 November. N° 265 TORA TROM)AL 84 FEUILLETON. cr a Dit blad verschijnt d a ge 1 ij ks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiên* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Middelburg 8 November. KRISTIAAN ELSTER. MIDDELBURGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Païïbe en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. In n°. 5 van zijne Staatkundige brieven behan delt de heer Van Houten den financieelen toestand van ons land. Volgens hem en terecht hebben alle partijen in de kamer tot den tegenwoordigen financieelen staat van zaken medegewerkt, ofschoon niet op dezelfde wijze en in dezelfde mate. De heer Van Houten wenscht daarover niet in recriminatiën te treden, maar hij mag toch de opmerking niet achterwege houden, dat men waarlijk een front d'airain moet hebben en ergerlijk speculeert op onkunde bij het groote publiek, als men, gelijk de woordvoerders der anti-liberale partijen, die steeds zoo goed als unaniem alle uitgaven dei- militaire budgetten hebben goedgekeurd en zelfs alle zuinigheid bij die budgetten tegengewerkt, den liberalen alle schuld van den toestand wil geven, omdat deze ook een betrekkelijk klein deel der millioenen aan het lager onderwijs hebben doen ten goede komen. Hoewel de achterhoede der liberalen niet van medeplichtigheid is vrij te pleiten, zijn de anti-liberalen de hoofdschuldigen aan de veel belangrijker opdrijving der militaire uitgaven. Is bet onderwijs-budget naar hun oordeel onchristelijk, de oorlogsbudgetten schijnen stèeds bij uitnemendheid de ondersteuning der christenen te hebben verdiend'. De eenvoudige waarheid is, dat alle partijen, de eene meer bij dit, de andere meer bij dat on derdeel van het budget, eenigermate onder den druk waren van de eischen van het publiek. De tweede kamer, in ons staatsbestuur het hoofdor gaan der belastingschuldigen tegenover de eischen der bureaucratie, was machteloos, omdat zij tevens van achteren werd aangevallen door een publiek, dat liever balf-noodige uitgaven zag voteeren, dan op den duur de millioenen tot eene amortisatie gebruiken, die toch nimmer verlichting van druk beteekende, en dat zich over balf-nuttelooze werken niet beklaagde, omdat bet er niets voor betaalde, en dus van zijn standpunt nog alles winst was. Van bezuinigingen van dit ministerie verwacht den beer Van Houten niet veel; het verwondert hem niets dat de heer Heemskerk bij de discussie over de troonrede verklaarde het herstel van het financieel evenwicht niet door bezuiniging te kunnen vinden noch ook dat de voorgedragen begrootingen volstrekt geen sporen dragen van bezuinigingzelfs niet van de meest gewone zuinigheid. Trouwens wie de antecedenten van den keer Heemskerk en zijne ambtgenooten overzag kon een glimlach niet onderdrukken bij de gedachte dat deze nog aan bezuiniging zoude denken. Heemskerk, lid en leider der minst zuinige ministeriën, die wij gehad hebben (1866/68 en 1874/77), zou nu aan het hoofd staan van een ministerie van bezuiniging. En bij die taak zou hij worden bijgestaan door een hofdignitaris, een oud-ambtenaar bij het openbaar ministerie en het DOOR XVII. Tora lag weer stil, met droge, brandende oogen en jagende polsen, tot de deur weer openging en een lichtstraal in de kamer viel. Zij meende dat het Karen weer was, maar het hoofd omdraaiende zag zij tot haar verbazing, bijna met schrik Sara aankomen met een blaadje in de hand, waarop een kopje stond. «Gij moet niet kwalijk nemen dat ik nu kom. Ik heb om n de waarheid te zeggen, het kommando van mijn zuster overgenomen. Zij wil niets gebruiken, zegt dat schuchtere mensckje. Jawel zeg ik, zij zal thee drinken, dat is goed voor haar. Als gij niet gaan wilt ga ik. En hier ben ik. Als 't u blieft." Zij trok een tafeltje voor het bed en schoof Tora de thee toe. Daarop nam zij een stoel en ging bij haar zitten. Tora was verwonderd opgerezen en vroeg: »Maar uw zuster schijnt u te hebben doen gelooven - r?Pat gij een kind des doods waart? Ja, binnenlandsch bestuur, een oud-resident, een oud admiraal, een oud-generaal, een oud-belastingamb tenaar en eindelijk een ambtenaar der staatsspoor wegen. Een beambten-ministerie bij uitnemendheid, van bureau- en hoflucht als doortrokken, zoude den eisch van het oogenblik begrijpen en de veerkracht hebben, om tegen de pressie van de beambtenwereld en haren aanhang in, een pro gramma van vereenvoudiging en bezuiniging ten uitvoer te leggen Bovendien heeft de minister van koloniën ver klaard in de bevoegdheid van den gouverneur- generaal, om boven de Indische begrooting kredieten te openen, den hoeksteen te zien dei- Indische comptabiliteit, en dus inderdaad ver mits de Nederlandsche belastingschuldigen in den eenen of anderen vorm ook de Indische deficitten zullen moeten dragen de sleutels der Neder landsche schatkist aan de Indische bureaucratie te willen overgeven. Met zulk een ministerie eene bezuinigings- politiek te willen uitvoeren, of zelfs van dit ministerie een zuinig beheer te verwachten is, volgens den heer Yan Houten, eenvoudig dwaas heid. Wie ernstig bezuiniging wil kan dit mi nisterie niet steunen, en wie dit ministerie steunt wil niet ernstig bezuiniging. Dit is zoo duidelijk mogelijk. De conservatieve elementen in de verschillende partijen zullen nu beproeven om de ministers te helpen hunne begrootingen erdoor te halen. Andere invloeden, o. a. de vrees voor eene minis- terieele crisis, zullen daartoe bijdragen, en toch mag, zelfs niét terwille van het behoud van Heems kerk voor den arbeid der grondwetsherziening, geen ministerie gehandhaafd worden dat de voort zetting van een afkeuringswaardig financieel beleid in de hand werkt. Yolgens den heer Van Houten zal de regeering alleen steun vinden bij een deel der katholieken en bij de achterhoede der liberalen. Deze laatste schijnt met de regeering mede te gaan, in zoover als zij op het woord der regeering aanneemt, dat het Ned. staatsbestuur voor 1884 143,259,000 zal moeten kostenof om precies te zijn circa ƒ142,084,000, want deheeren Van DeldenGleich- man c. s. rekenen ruim ƒ1,175,000 op de voor gedragen gewone uitgaven te kunnen bezuinigen, wat in het voorbijgaan gezegd ook geen vertrou wen hunnerzijds in de zuinigheid der regeering te kennen geeft. Maar desniettemin willen zij de regeering wel helpen, en haar ook tegemoet komen bij de moeielijkheid, die zij ondervindt om de belastingschuldigen te bewegen haar nieuwe mid- melen toe te staan. En met een zekere handig heid waardoor zich blijkbaar reeds menig liberaal in den lande laat beetnemen aanvaar den zij, met grootmoedige opoffering zelfs van eenige overtuigingen omtrent gewichtige details, voor hunne heffing een van oudsher bij de meer geavanceerden populair, maar in het rijksbelas tingstelsel hoogst moeielijk rechtstreeks voor ver wezenlijking vatbaar financieel beginsel. De voor stellers kunnen natuurlijk bij den stand der partijen en der overtuigingen wel weten, dat hun het is haar schuld niet dat ik daaraan twijfel. Maar gij ziet, ik ben een ongeloovig, oud schepsel. Bovendien ben ik, zooals gij misschien wel ge merkt zult hebben, vreeselijk bij de hand en be moei mij met alles. Zoo ook nu. Ik drink zelf thee, als mij iets scheelt, of ik verkouden of ver drietig ben, dat doet altijd goed, asjeblieft." Tora zag baar weifelend aan. Kwam Sara we zenlijk om baar te bespieden? Was die vriende lijkheid voorgewend Zij kon het niet gelooven. In alle geval had die dorre, strakke vrouw dien avond iets hartelijk sen welwillends over zich, dat Tora ontwapende. Zij glimlachte en dronk de thee. „Ga nu weer liggen", beval Sara. Tora wilde zich verzetten en zei „Maar ik ben niet ziek." »Neen zeker niet, maar ik geloof u niet' antwoordde de andere, terwijl zij de kussens op schudde en de hand op Tora's voorhoofd legde. »Dat gloeit als vuur, ja, ik wist het wel", en op datzelfde oogenblik gebeurde er iets buitenge woons, iets, dat Tora nooit gedacht had dat zou kunnen gebeuren. Zij voelde eensklaps een ruwe, magere hand over haar wang strijken. Zij keek verwonderd, vragend op, of dat Sara was die daar zat en of dat werkelijk haar bedoeling was ge weest. Ja, dat was toch haar gelaat, strak en ernstig, maar met twee zachte oogen, die aan iemand anders moesten toebehooren; want Tora had ze vroeger nooit gezien. Er was zelfs iets inkomstenbelasting niet de minste kans heeft om aangenomen te worden, en zij hebben dan ook zelfs de moeite niet gedaan, om een redelijk ontwerp te leveren. Aan alle tegenstanders der bureaucratie, aan de voorstanders van zuinigheid en vereenvoudiging, aan de voorstanders ook van belasting der gegoe den naarmate van hun draagvermogen roept de heer Yan Houten ten slotte met alle kracht toe: past op uwe neuzen! »Weest er van overtuigd, zegt hij dat de bereidwilligheid, om aan de nu aan de belastingschuldigen door de regeering gedane eischen, al zij het in een anderen vorm dan zij zelve voorstelt, toe te geven, slechts kan leiden tot voortzetting der wijze van huishouden, die gij afkeurt, en tot verergering van de kwaal waaraan ons staatsbestuur lijdt. Laat gij aan de Neder landsche, en indirect aan de Indische regeering vrij spel, als te voren, weest overtuigd, dat zij zal voortgaan met hare eischen, totdat zij de grens van het draagvermogen des volks heeft be reikt en, gelijk onder Willem I, eene algemeene verarming der niet van het budget levende volks klassen zal zijn ingetreden. Waakt terwijl het nog tijd is. Behooren de vermogenden meer in de directe belastingen te betalen, wat ook mijne bekende meening is gebruikt uwen politieken invloed niet, om hen over te leveren aan de onverzadelijke eischen van het staatsbe stuur, maar doet eerst dan een beroep op hunne medewerking, wanneer gij de beambtenwereld, zoo hier als in Indië, althans eenigermate in toom hebt, en hun de verzekering kunt geven, dat zij, door nieuwe lasten op zich te nemen, hunne minder begunstigde medeburgers van belas tingen als die op zout en zeep, op suiker of vleesch bevrijden. De redactie van het Wageningsch Weekblad heeft, zooals men weet, na de behandeling, den heer Jorissen aangedaan, niet zooveel sympathie meer voor de Transvaalsche republiek als voorheen. Thans heeft zij nog een grief tegen president Krüger. Op een maaltijd, gegeven bij het vertrek der deputatie, die nu in Londen is, uit Pretoria, waarbij de heer Nellmapius, stichter der eerste fabrieken (brandewijn-stokerijen) tegenwoordig was, sprak de heer Krüger de volgende woorden over de concessie, aan dien heer verleend: »Die con cessie wordt door velen veroordeeld, omdat zij tegen sterkedrank zijn; maar ofschoon hij, Krüger, nooit sterkedrank gebruikte, zag bij niet in, waarom die gave Gods niet door anderen in matige hoeveelheid zou gebezigd worden. Enter- wijl hij niets liever zou zien dan dat ieder, die er misbruik van maakte, groot of klein, in de gevangenis werd gezet, had hij op kommando den drank niet geweerd, want een ordentelijk glaasje was het wat den burger moed gat." Deze woorden wekten de verontwaardiging op van genoemde redactie. Wjj meenen ten onrechte, want zonder nu den brandewijn een gave Gods te noemen, meenen wij dat aan de behoefte voor zulk een drank, zoo er geen fabriek bestaat, toch wel verlegens in dien blik, dat Tora noopte de oogen neer te slaanzij voelde dat die hand en die oogen zich eigenlijk te buiten waren gegaan en dat Sara niet op dit oogenblik van zwakheid betrapt wilde worden. Doch nu de hand en de oogen met goed gevolg in opstand waren gekomen, be gon de tong ook naar baar vrijheid te snakken en Tora vernam de volgende woorden, die met een bijna liefelijke stem ongesproken werden »Gij moet het mij niet kwalijk nemen, juf frouw Tora; maar ik heb een bejaarde zuster, die allerlei gebreken van den ouderdom heeft. Zij is heel zwak en vreeselijk sentimenteel. Zij is op haar ouden dag ook intrigante geworden, zoodat ik niet langer op haar waarheidsliefde kan vertrouwen. Zij is zelfs aan het kwaadspreken geraakt, dat oude spektakel. Lieve juffrouw Tora, gij moet haar niet gelooven. En gij moet ook niet boos op mij worden dat ik zoo brutaal ben, Als het iemand geldt van wie ik houd, ziet ge. dan kan ik het niet velen. Gij denkt zeker dat ik een oude babbelkous ben, maar dat is zoo niet. Ziet ge, ik ben zoo bang dat dat oude mensch zal maken dat gij een hekel krijgt aan lieden die ik bovenal wil, dat gij kent, zooals zij zijn. Ik wil u ook wel zeggen waarom ik zoo gaarne wil dat gij die lieden, van wie mijn zuster kwaad spreekt, goed kent, maar misschien wordt gij boos Tora schudde het hoofd. «Niet? dank u. Ik zal u dan zeggen, dat ik eer ik biey kwam tegen u was," van buiten zal worden voorzien terwijl een der gelijk fabriek toch, vooral voor een land dat in zijn opkomst is, zijne voordeelen oplevert.. Hetzelfde blad meldt dat de heer Jorissen aan dr Kuyper om eene mondelinge conferentie had verzocht, maar op zijn verzoek zelf geen antwoord bekomen heeft. Dat is zeker niet beleefd van den heer Kuyper. Men deelt ons mede, dat in eene gisteren door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen ge houden vergadering is besloten om een, in de verzameling van het genootschap voorhanden, portret in olieverf van den Zwitserschen hervor mer Ulrich Zwingli, op daartoe gedaan verzoek, tijdelijk ter beschikking te stellen van het stads bestuur te Zurich. Door de zorgen van een aldaar bestaand comité zal den 6den Januari te Zurich de dag, dat voor 400 jaar Zwingli geboren werd, feestelijk herdacht worden, bij welke gelegenheid men voornemens is ter zijner herinnering eenig gedenkteeken of een standbeeld op te richten. Bedoeld portret, vermoedelijk vervaardigd door Lucas van Cranach, zal, daar er slechts een enkel als echt erkend afbeeldsel tot dusver bekend is, ten deze van groot nut kunnen zijn. Omtrent het portret zelf en de wijze, waarop het in 't bezit van het genootschap is gekomen, vindt men eenige belangrijke mededeelingen van den beer F. Nagtglas in bet weekblad De Neder- landsche Kunstbode, jaargang 1880, n° 14. Door den burgemeester, hoofd der politie alhier, is benoemd tot agent der le kl. (hoofd-agent) C. Kraak, thans agent van politie der 2e kl. Vlissingen 7 Nov. Tot ons leedwezen vernemen wij dat tot de belangrijke bezuinigingen, die door bet ministerie nog op de verschillende hoofdstukken der staatsbegrooting zullen worden gemaakt, ook behooren de 48 mille voor eene nieuwe Tonnenbrug alhier. De ongelukkige toestand dezer brug zal dus bestendigd wordenhet is nu reeds voor de tweede maal dat de sommen voor het inrichten eener betere brug van de begrooting worden teruggenomen, voor dat ze in behandeling bij de 2de kamer zjjn geweest. Het brooze lichaam zal nu weder wat opgelapt en het kostbaar onder houd, voor wie weet hoe lang, verlengd worden. Door het overlijden van den heer C. op 't Hof is de betrekking van dijkgraaf van den Nieuwen Westkraaiert-polder, gemeente Borssele, vacant geworden. Bij het eindverslag over de Indische begrooting hebben de rapporteurs den wensch uitgesproken dat de minister alsnog aan de kamer overlegge de schriftelijke beschouwingen over het politieke standpunt te Atjeh, en de tot handhaving daarvan benoodigde macht, welke de onlangs afgetreden gouverneur van Atjeh aan den gouv.-generaal en den minister van koloniën heeft ingediend, dd. 8 April, 20 Juli en 30 Sept. jl. Tora zag verwonderd op en zei«Maar gij ken- det mij toch niet »Neen, maar ik had veel van u geboord, begrijpt gij. Men heeft zoo zijn opvattingen. Ik hield niet van u. Maar nadat ik u eens gezien had zei ik tot mijzelven gij hebt u vergist en toen ik u meermalen ontmoet had, was ik over tuigd dat ik mij op u kon verlaten als op mijzelf." Op hetzelfde oogenblik waarop deze woorden uitgesproken werden vloog Tora op, sloeg hare armen om den hals van Sara en fluisterde «Dank u, dank, dank!" Zij wist zelf nauwelijks hoe het kwam, maar toen zij hoorde, dat zij deze achterdochtige vrouw gewonnen had, die haar eerst vijandig gezind was geweest, nu het ongehoorde geschied was, dat een vreemde, die zij vaak met onverholen on- heuschheid bejegend bad, vertrouwen in haar bad gekregen en haar deelnemende vriendin was ge worden, nu was het alsof alles waarnaar zij gesmacht had haar onverwachts geschonken was en zij gevoelde zulk een overweldigende blijdschap dat zij al het andere vergat onder den drang om die vreemde te danken, dat zij in haar geloofde, Sara streek haar over het hoofd en zei «Goddank - dat wij goede vrienden zijn geworden. Ik was eigenlijk bang toen ik naar boven ging. Gij zijt een weinig schuchter, niet waar Als ik haar nu maar niet verschrik, dacht ik. Of als zij mij niet kan gelooven zooals ik haar geloof, dan zjjn wjj nog verder gescheiden/'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1