N° 249. 126" Jaargang. 1883. Maandag 22 October. Laatste Berichten. Gemengde Berichten. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3lm. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent: Advertentiên* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Middelburg 20 October. Rechtszaken. MIDDELR11RGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhüijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. Dat liet anders geloopen is; dat de andere Unie, die van Utrecht, tot een eeuwig verbond is ge worden, en de machtige republiek in het leven heeft geroepen, die trots alle lotwisselingen nog leeft en bloeit en voornemens is, ook in volgende eeuwen, zelfstandig en onafhankelijk te blijven; dat de andere Unie, die van het Zuiden, dat de Pacificatie van Gent in het niet is gezonken, niet onze voorouders draeen er de schuld van. Ook de groote Zwijger had het ideaal gekend en bemind van den éenen staat der zeventien gewesten, maar noodgedrongen liet hij het los. Dat was de wijs heid van den echten staatsman, dat is de wijsheid ook van de stichters der Utrechtsche Unie geweest. En zullen wij het den regenten der latere repu bliek ten kwade duiden, dat zij zelfs op het top punt harer macht geen aanhechting van het Zuiden hebben begeerd P Vijftien jaren lang was die aanhechting door de vrije beschikking van Europa's souvereinen ons toebedeeld wat anders is bet ons geweest dan een geschenk ten verderve, dat nie mand onzer terug verlangt Prof. Opzoomer's rede. De Unie van Utrecht. Wij staan aan het einde van eene belang rijke week, niemand zal dat ontkennen, al moge ook deze of gene, die in 1880 met leede oogen de feestviering van Belgie's onafhanke lijkheid gadesloeg, zich nog niet kunnen verzoenen met de gedachte dat in 's lands hoofdstad het vorstelijk echtpaar, ais vertegen woordiger van onze zuidelijke naburen, met warmte is ontvangen en met ingenomenheid werd begroet. Wanneer een wrok na eene halve eeuw nog niet is geweken dan zullen die enkele, na 1880 verloopen jaren niets veranderd hebben en ook niets geleerd. Maar gelukkig zijn het slechts enkelen en kunnen wij hen, wier gevoelens wij willen schrijven op rekening van hunne groote va derlandsliefde al uiten die zich dan ook niet verstandig buiten rekening laten, echter niet zonder hun te verwijzen naar het boven staande, het oordeel van een bekwaam man. Trouwens men zal het algemeen wel eens wezen dat beide deelen, die vijftien jaren éen waren, niet bij elkander pasten, en dat zulks samengaan toch nooit leiden kon tot een tijdperk van bloei, welvaart en vrede als thans elk deel afzonderlijk geniet. Daarom was eene scheiding beter; het is in 1880 genoeg herhaald, eene scheiding die echter niet tot vervreemding behoefde te leiden. En gelukkig heeft men dat begrepen; het jaar 1883 heeft het zegel gedrukt op de sym pathieke gevoelens die wederzijds werden gekoesterd, en waarvan bij de viering van het halve eeuwfeest van België's onafhankelijkheid wederzijds de bewijzen werden gegeven. Bij de herinnering aan het verleden deed men alles om het pijnlijke ervan te vergeten, wat te gemakkelijker viel omdat er een ge slacht was opgestaan dat die herinneringen slechts bij overlevering kende. Zoo zal van zelf de gedachte aan bet oude verdwijnen en een nieuwe toestand geboren worden die voor beide rijken het krachtigste bolwerk zal vormen voor hun bestaan. België' heeft zich gehaast de September feesten af te schaffen, omdat zulke herinne ringen niet meer pastten tegenover ous. Het is jammer dat wij niet vfior dezen tijd juffrouw Eendrachthet beeld dat op den Dam te Am sterdam steeds aan het jaar '30 herinnert, hebben kunnen verplaatsen als beleefdheid tegenover koning Leopold! Maar gewichtiger dan dit bewijs va.: attentie, was de ontmoeting die dit jaar tusschen de vorsten van beide rijken fe Spa heeft plaats gehad en die de voorbode was van hetgeen deze week Eet Loo en Amsterdam te aanschouwen gaven. Waar groote rijken in den laat.sten tijd ygoral elkanders steun zoeken j waar Oosten rijk, Duifschland en Italië meenen behoefte te gevoelen aan onderlinge samenwerking, als bolwerk tegen Rusland en Frankrijk waar in hooge diplomatieke kringen plannen soms wor den gevormd, waarbij de lagere machten niet worden geboord, is eene nauwe aaneensluiting tusschen kleinere staten dubbel gewenscht om op alle mogelijke gebeurtenissen voorbereid te wezen. Nederland en België zijn natuurlijke bond- genootenen al vreezen wij nu wel geen di- recten aanval van de zijde der groote mogend heden, er kunnen zich onder hen verwikke lingen voordoen, waarbij het meer dan dringend plicht is om uit neutraliteits-oogpunt elkanders positie te versterken. Maar afgescheiden van dit belang is de nauwe aaneensluiting tusschen Nederland en België reeds een heugelijk teeken omdat daardoor is bewezen dat de antipathie van weleer heeft plaats gemaakt voor wederzijdsche waardee ring, die ook voor de materieele belangen van beide volken niet anders dan heilzaam wezen kan. Toen koning Willem en koning Leopold op het balkon van het Amsterdamsche paleis elkaar de hand drukten, stonden zij daar als vertegenwoordigers van hun volkzij begrepen dat het de wensch van beide natiën was om oude veeten te vergeten. En als van zelf dringt zich met het oog op dit feit, de vraag bij ons op: of het begrip van volks souverei- niteit bij beide natiën, die gemeenschappelijk herinneringen aan vroegere verbintenissen heb ben, even sterk ontwikkeld is Eigenaardig daarom is het dat juist beide vorsten, Maandag voor hunne ontmoeting in ons land, tegenwoordig waren bij eene gewich tige gebeurtenis. Onze koning woonde dien dag te Utrecht de onthulling van het standbeeld van Jan Yan Nassau, koning Leopold te Brussel de inwij ding van het nieuwe paleis van justitie bij. Beide plechtigheden waren niet te vergelij ken, zou men kunnen beweren zij bewogen zich elk op een geheel ander terrein. Toch.zal niemand ontkennen dat hetgeen in Utrecht plaats had als gebeurtenis gewichtiger was voor ons gan- sche volk, dan hetgeen te Brussel geschiedde. En wanneer men dan de bij beide gele genheden gesproken woorden eens vergelijkt, welk een verschil ontdekt men dan in grond toon en in kracht van taal. Te Utrecht, bij de herinnering aan het ver drag, den 23 Januari 1579 gesloten, een verbond dat de grondwet is geworden voor de republiek der Vereenigde Nederlanden, waarbij de Noordelijke Nederlanden den grondslag legden voor hunne onafhankelijkheid, die hen later groot en machtig deed zijn geen enkel krachtig gespierd woord, en geen vorstelijke toespraak. In Brussel korte, kernachtige toespraken, door den koning op dezelfde wijze beantwoord. Van een feestrede bad de toespraak, die te Utrecht gehouden werd, niet veelin plaats van een vermelding van het groote gewicht der Unie, eene uiteenzetting van het beginsel dat daaraan ten grondslag lag de bevordering van eendracht en van vaderlandsliefde, de liefde voor vrijheid en vrijzinnigheid, werd de lof van den man, wiens beeld werd ont huld, hoofdzakelijk verkondigd omdat hij een godsdienstig man, een Christen was. Ware hij dit niet geweest„zooveel goeds en groots en beminnelijks zouden wij in den vorst niet zien," beweerde de redenaar. Het auditorium werd uitgenoodigd het ver bond met onzen God, den God der vaderen, te hernieuwen en om in zijn kracht de slaven- boeiën van ongeloof en zonde te breken, een verzoek dat ons zou doen denken aan eene stichtelijke overpeinzing in een kerk eerder dan aan een mannelijk woord tot volk en vorst. Die indruk werd nog versterkt door den toon waarop die rede werd uitgesproken en het ambtscostuum dat de redenaar droeg. Dat dr. A. W. Bronsveld in zijn kinder- cantate bij wijze van feest-rijm de kleinen de woorden liet zingen wMaar God, die 't al regeert, zag Neerland aan Hij'1 liet, genadig, 't niet verlegen staan." klinkt al niet fraai, vooral niet dat woord „verlegen", maar men zou dit nog kunnen toe schrijven aan een pogen om het voor de kin deren bevattelijk te maken. Doch bij zulke zeldzame gelegenheden dat volk en vorst elkander ontmoeten, moest uit den mond van een feestredenaar wat anders, wat pittigers gehoord worden dan afgezaagde phrases en theorieën die, vooral tegenover de overdreven verheffing van vorstelijke personen, voor het Nederlandsche volk niets anders overlieten dan de gedachte dat het toch in zooveel te kort komt, zoo zondig en ellendig is. Wat een verschil met hetgeen de minister Bara in Brussel sprak. Geen overdreven lof tuiting op den koning of zijn voorganger. Eerst eene herinnering aan den ontwerper van het grootsche plan, dat is uitgevoerd en gansch Belgie tot eer verstrekt als monument van natiouale nijverheid en nationale werkkracht. Een eerbiedig woord van hulde werd gebracht aan de nagedachtenis van dien architect, die het werk van zijn gedachten niet heeft mogen aanschouwen, en dan verder een woord van erkentelijkheid aan allen die aan het werk hebben gearbeid, met weemoedige herinnering dat de vreugde onvermengd zou wezen, waren er niet twintig werklieden, mannen van het volk, bij omgekomen. En in denzelfden geest waren alle toespra ken. In alles werd gewezen op de echt vaderlandslievende gevoelens die vorst en volk bezielen, en vooral getuigde daarvan het woord door een werkman gesproken tot Z. M. den koning die, zijn standpunt goed begrijpende, ook die mannen met een hartelijk woord toesprak, om hen te wijzen op hun macht, en zijn sympa thie te betuigen voor hun arbeid, waarvoor hij steeds zou trachten nieuwe bronnen te openen. Wie al die korte toespraken leest en verge lijkt met de officieele woorden die bij ons in zwang zijn bij feestelijke gelegenheden, zal toch moeten erkennen dat er bij onze na buren in hooger en lager kring een vrijer, onafhankelijker geest is waar te nemen, die men bij onze officieele plechtigheden te ver geefs zoekt, en die zich van zelf ook bij den dagelijkschen omgang doet gevoelen. Het zou zeker geen kwaad kunnen wanneer wij daarin een voorbeeld namen aan onze Bel gische broeders, tot wie wij ons door het ge beurde in deze week nauwer aangetrokken ge voelen wanneer vooral feestredenaars bij lien ter school gingen of zij die feesten regelen in hunne keuze van sprekers daarop bedacht waren. Arrondissements-7 echtbanlc te Middelburg. Door de rechtbank zijn heden veroordeeld A. P., 14 j., te Boschkapelle wegens diefstal tot acht dagen cel. J. K., 29 j., te Hontcnisse, wegens mis handeling tot f 12 boete. L. C. 25 j.; arbeider te Cainperland, (Wissekerke) wegens misbandelirg tot zes dascen cel. L. E. 21 j., landmanszoon te Kapelle wegens jachtovertreding en beieediging van een bediend beambte tot twee geldboeten ieder van f10. - A.'Wati de P., 45 j., koopman en vrachtrijder te 's Gravenpolder, wegens mishandeling en beieediging tot 15 dagen cel en twee geldboeten ieder van f8. L. Van de S., 55 j., wede. P. W te Middelburg, wegens diefstal tot twee maanden cel. P. V. 22 j., klompenmaker te Kwaden- damme (Hoedekenskerke), wegens mishandeling tot eene geldboete van f 8 en J. de IC., 25 j., arbeider te Kwa- dendamtne (Hoedekenskerke), wegens mishandeling tot 15 dagen cel en f 8 boete. Allen in de kosten. Hedenmiddag te ongeveer half 2 is achter de nieuwe school aan de Nieuwe Haven alhier een jongske van ongeveer 9 jaren te water geraakt. Met veel moeite werd het knaapje door eenige personen (stadswerklieden), op 't droge gebracht. De levensgeesten waren bijna uitgebluscht, zoodat eerst na volhardende toepassing van de voor schriften voor drenkelingen het knaapje in het leven werd teruggebracht, Te Vlissingen kwam voor een paar dagen in het dok een der bootjes voor den havenstoom- bootdienst, en dit zal morgen door een tweede worden gevolgd. De beide bootjes werden op de werf Onderneming Arie Smit te Slikkerveer, onder beheer van de heeren Rothof Gravestein ge bouwd, wijl wegens de groote drukte op de fabriek der koninklijke maatschappij Be Schelde deze be stelling aan bovengenoemde heeren werd overge dragen. De ketels en machines echter werden in de werkplaatsen der Schelde vervaardigd en staan geheel gereed, om in de vaartuigen te worden opgesteld, waarmede met het eerste bootje reeds een aanvang is gemaakt. Deze bootjes hebben eene lengte van 47, eene wijdte van 13f en eene holte van 3j Eng. voeten. Ze zijn ingericht met een kajuit of voorroef, waardoor bij slecht weder beschutting wordt verkregen, en waarin door nagenoeg 20 personen kan worden plaats genomen. Op het dek, met zitplaatsen langs de verschansing, kunnen ongeveer 100 personen eene plaats bekomen. De bootjes zijn ingericht met een brug voor het op- en afladen van passagiers. Er zal slechts eene klasse passagiers worden gevaren en men verneemt dat de vracht voor elke reis 5 cent per persoon zal zijn. De afvaart zal geschieden elk half uur van de Tonnenbrug en van de havens, des mor gens en 's avonds, zoo vroeg en zoo laat als het seizoen zal medebrengen. De machines zullen zijn met compound surface condensatie en een vermogen van 20 Ind. paarde- krachten kunnen ontwikkelen, terwijl de ketels op 90 lbs, stoomdruk kunnen werken. Alles te zamen genomen zullen deze vaartuigen met de beste van deze soort kunnen wedijveren, en voldoende geschikt zijn, voor den dienst welke er mede wordt beoogd. Zooals wij vroeger melden, is deze dienst eene vennootschap, genaamd Vlis- singsche Havenstoomboot dienst en zijn de heeren G. Alberts Lzn c. s. te Middelburg daarvan de oprichters. Geen wonder dat bij den bekenden on dernemingsgeest van deze heeren. hun aandacht op zulk een dienst is gevallen. Wanneer immers de uitbreiding der handelsbeweging, die zich in den omtrek der binnen- en buitenhavens doet verwachten, slechts eenigen omvang verkrijgt, zal het nut van deze onderneming door een ieder worden ondervonden en gewaardeerd. Dezer dagen werd op den noordelijken dam der buitenhaven van het kanaal door Walcheren te Veere, de in het voorjaar gebouwde zelf-regi- streerende peilschaal in werking gesteld. Dit getijwerktuig, dat dag en nacht den hoogsten en den laagsten waterstand aangeeft, is zeer beziens waardig en trekt veler aandacht. Op behoorlijken afstand van den waterkant is daartoe een put gegraven van 2% M. in 't vierkant, gelijk komende met den grondslag van het terrein, 4.4- M. -j- A. P. ter diepte van 1.33 M. A. P. met eene paalfondeering van gecréosoteerd den nenhout. Door deze fundeering gaat een cilinder van gegoten ijzer, wijd 0.9, M. wiens onderkant reikt tot 4.1 M. A. P., en die met het water in aanraking komt door eene toeleidingsbuis, lang 30.5 M. De put dient tot natuurlijk reservoir, waar het water met den vloed in en over de eb door genoemde buis uitloopt. Boven den put is een sierlijk gebouwtje geplaatst, waarin zich het instrument bevindt, dat door middel van een drijver, waaraan een platinadraad, met het water correspondeert. Door eene getande beugelstang aan den pla tinadraad wordt het water op 7l0 overgebracht op een trommel met papier bespannen, die door een uurwerk 8 mM. in het uur word voortbewogen. Het instrument loopt 7 dagen zonder dat men er naar behoeft om te zien. Na verloop van zoodanig tijdvak wordt een reservetrommel in het instrument geplaatst en de waterstand telkens op den ge bruikten trommel nagegaan. Men vindt de verlangde aanwijzingen dan op het papier geprikt door het iedere vijf minuten slaan van een slagraam op eene stift, die aan de bewegelijke beugelstang is bevestigd. Dit kunstig en net afgewerkte toestel is vervaardigd en geleverd door den heer H. Olland te Utrecht, en het geheel is geplaatst onder toezicht van den heer J. A. Jelgersma, opzichter bij 's rijks waterstaat te Veere, die beiden eer van hun werk hebben. (N. R. Crt.) Bij Aquas Calicutes is verleden Zondag eene brug van den centralen Mexicaanschen spoorweg onder het gewicht van een trein met bouwmate riaal en twee locomotieven ingestort. Vijf perso nen kwamen om en de geheele trein werd vernield. Te Halifax zijn twee personen, Bracken en Holmes genaamd, gevangen genomen, wijl men bij hen een zekere hoeveelheid dynamietpatronen ontdekte. Holmes droeg daarenboven twee geladen revolvers bij zich. Zij verklaarden Amerikanen te zijn. Men zie laatste berichten van gisteren). Spoedig verwacht men in Parijs de opvoering van Les Rois en exil in vijf bedrijven. Daudefc bewerkte het stuk in vereeniging met llelair en Coquelin ainé. Afrosstertla.ni. Ter algemeene vergadering van de Vereeniging voor volksondenvijs is met. 4-6 tegen 7 stemmen, 8 leden bleven buiten stemming, op voorstel van de a.fdeeling Hoorn besloten om het volksblad gedurende 1884 en vervolgens gratis aan de leden toe te zenden, waarvoor de afde®^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1