N° 244. 126e Jaargang. 1883. Dinsdag 16 October. TÖRA TRONDAL FEUILLETON. Dit blad verschijnt, dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Middelburg 15 October. DELBURGSC COURANT Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. Volgens bet Dagblad was de ontvangst der belastingvoorstellen, zoowel die der regeering als die der beeren Van Delden c. s., in de afdeelingen der tweede kamer niet gunstig. Vier van de vijf rapporteurs moeten zich ertegen verklaard hebben. Ofschoon een rijks-inkomstenbelasting in be ginsel vele voorstanders telde, vond het thans daaromtrent voorgestelde weinig steun. Inzonder heid deed men daartegen gelden, dat het voorstel der vijf leden zeer eenzijdig is ingericht. Inkom sten van bedrijven aan patent onderworpen meende men al dadelijk niet onder die belasting te kunnen brengen, zoodat de koopman, die millioenen om zet en de rechtsgeleerde, die in zijn rechtspraktijk vele duizenden verdient, daardoor buiten het bereik van deze belastingheffing vallen. »Vooral kwam men op tegen de vrijstelling, volgens art. 1Z>, van de geheele landbouwende klasse, voor zoover die geen grondeigendom bezit, maar uit het landbouwbedrijf als pachter of anderszins inkomsten trekt. De boerenstand zou dus grooten- deels niet onder deze heffing begrepen zijn. Hier tegenover alleen den rentenier en den ambtenaar, hoven 800 inkomen, te treffen, vond men een buitensporige afwijking vain art. 172 der grondwet, dat geen privilegiën op het stuk van belastingen gedoogt." Met genoegen vernemen wij dat de ontvangen toezeggingen voor inzendingen van planten en vruchten voor de tentoonstelling, Donderdag en Vrijdag a in het Schuttershof alhier te houden, reeds de zekerheid geven dat die tentoonstelling weder zeer belangrijk zijn zal. Cloes, 15 Oct. Heden morgen hielden inge landen van de Breeds Watering heinesten Yerseke in de Prins van Oranje eene vergadering. Het voornaamste punt van behandeling was een voorstel van het bestuur tot wijziging van de overeenkomst, aangegaan met de maatschappij Ijzergieterijde Prins van Oran/e", te'sGravenhage. De voorzitter deelde mee, dat de oplevering van het stoomgemaal, voornamelijk door het scheuren van twee, over den dijk gelegde, gegoten ijzeren afvoerbuizen, niet op 5 Oct. jl. heeft kunnen plaats hebben. Daarom werd het voorstel gedaan om den termijn van oplevering te verschuiven tot 5 Dec,, terwijl de aannemers de verplichting op zich namen om alle kosten van herstelling te dragofi. Na toelichting van den heer Verwey, ingenieur, werd dit voorstel met algemeene stemmen aan genomen. Door de latere oplevering zal de veiligheid van den polder niet het minst in gevaar worden gebracht. Biervliet, 15 Oct. Terwijl onze burge meester, de heer De Yos te Yzendijke, op reis door KR1STIAAN ELSTER. VI Thea ging op een stoel zitten, kruiste de armen, over de borst en geeuwde. »Foei, wat ben ik moedeWillen wij naar bed gaan »Ik heb er nog geen lust in." »Ja, dan moet gij mij toestaan te praten om wakker te blijven. Wilt gij hooren hoe ik over het gedrag van Ejd van heden avond denk »Nu »Hi) was onhandig. Gran heeft gelijk. Hij moest weten dat zoo'n schuttersfeest alleen is om zich te amuseeren. Maar als het naar zijn zin zal wezen moet alles altijd zoo diep zijn, zoo met hoogere plichten, opoffering en zooal wat vervuld. Hij heeft zich nog nooit geamuseerd dat is de zaak. En daarom is hij zoo verschrik kelijk onbillijk. Hij heeft veel te veel onder de boeren geleefd en nu meent hij dat hij de menschen hier ook zoo behandelen kan. Maar men verdraagt het hier niet en hij zal wel de gelijk zien hoeveel vijanden hij zich maakt." „Hjj heeft van avond ook volstrekt niet ge sproken pm vrienden te winnen." was, verspreidde zich alhier het gerucht, dat hij voor Biervliet wilde bedanken, omdat hem een betere betrekking zou aangeboden zijn. Een degelijk, vrijzinnig ingezetene werd reeds als onzen toekorastigen burgemeester gedoodverfd, maar nog verder ging de kerkelijke partij. Om den gevreesden tegenstander te weren stelde zij een verzoekschrift aan zijne majesteit op, waarin een vreemde burgemeester werd verzocht. Spoedig bleek echter dat de heer De Vos aan heengaan niet denkt. Onze sierlijke steenen pomp is van de Groene naar de Witte markt verplaatst, wat door den schoolbouw noodzakelijk was geworden. Of ze nog naar het midden van het plein, evenals in andere gemeenten, gebracht zal worden, is nog niet bepaald. Tegen het thans gekozen terrein is geprotesteerd en in het bestuur is daarover een conflict ontstaan, zoodat de werkzaamheden van de nu reeds verplaatste pomp gestaakt zijn. Ons gemeentebestuur is tegen Dinsdag 16 Oct. bijeen geroepen om eene beslissing te nemen. Invloeden van buiten zijn druk bezig geweest om de hoofden over deze nietige zaak warm te maken. Voor de slachtoffers der ramp op Java is te Kruiningen nog 5 ontvangen, zoodat het totaal der collecte daar 123.98^- bedraagt, terwijl te Stavenisse voor dat doel f 52.95 is bijeengebracht. Bij de centrale commissie tot het inzamelen van giften ter leniging der ramp in Nederlandsch-Indië is den 10en dezer het telegraphisch bericht inge komen, dat het comité te Batavia, samengesteld uit de heeren Levyssohn Norman, Pfeiffer, Van Alphen, Cameron, Lohr, Huber Noodt, Steinbrugge, Stibbe, Suermondt, Van den Berg en Beers, secre taris, eene som van f 800,000 (waaronder ƒ315,000 uit Nederland) ontvangen heeft; dat de geheele omvang der behoeften nog niet bekend is; dat de giften waarschijnlijk voldoende zullen zijn om in den grooten nood te voorzien, maar niet om ge leden verliezen te vergoeden, en dat het comité voortgaat met het inzamelen van gelden. Op grond daarvan gaat de commissie voort met het inza melen van giften. De koning en de koningin van België worden nu eerst Woensdagavond te Amsterdam verwacht. Van Brussel gaan zij eerst direct door naar het Loo. De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal op Donderdag den 18 Oct a. niet plaatshebben- De vorige minister van justitie heeft, kort voor zijn aftreden, verschillende nieuwe voorschriften gegeven betreffende huishoudelijke aangelegenheden der gevangenissen, meer in 't bijzonder ten aan zien van de huizen van arrest en bewaring. Een daarvan geldt de voeding, die telken jare in het openbaar wordt aanbesteed en waarvoor niet zelden de cipier öf de eenige öf de laagste inschrjjver is; aan dien ambtenaar is voor het Daarmede bedoelt gijdat is het grootsche daarbjj. Maar welbezien is het niets dan over moed. Ik zou voor geen geld zijn vrouw willen zijn. Ik zou voortdurend in oorlog met hem le ven en eindigen met hem te haten." Daar Tora zweeg, ging zij voort „Dien anderen kan men kneden als was, en ondanks al zijn dwaasheid is hij trouw." Tora, die zich van het venster afgekeerd had, keek er weer uit. Thea Petrina kneep de oogen dicht en zei bij zich zelf: Zoudt gij nieuwe droo- men hebben, mijn duifje Hardop sprak zij Wilt ge niet sluiten en naar bed gaan »Ga maar, ik blijf nog een poosje zitten." »Ga je gang." Weldra was Thea Petrina onder de dekens ver dwenen, zoodat alleen haar puntige neus te zien was. »Waar denkt gij aan?" vroeg zjj, met haar neus naar Tora wijzende. »Ik weet het niet." „Hm!" „Het is een mooie avond." - „Wordt uw gemoed met zachte gevoelens vervuld en krijgt gjj lust om te zingen?" „Neen, eerder om te weenen." Thea Petrina richtte zich half op. Nu hoor eens iets romantisch staat u nog wel goedhet kleedt u zelfs uitstekend, vooral als gij blauw om den hals hebt. Maar dat En wij zijn nu bovendien alleen." Tora stond op, sloot het venster en zei „&jj zjjt een verstandig meisje Thea, gjj zorgt vervolg de deelneming aan die besteding ontzegd hij zal dus in plaats van als aannemer gecontro leerd te worden, als hoofd der inrichting, waarin hij is geplaatst, controle op dat gewichtig deel der buishouding behooren uit te oefenen; eene rolverandering, die waarschijnlijk hier en daar hare goede zijde kan hebben. Van een liberale zijde is in het district Gouda, tot candidaat gesteld, voor de aanstaande verkie zing voor een lid der tweede kamer, de heer mr W. Thorbecke, te 's Gravenhage, die een vorig maal reeds candidaat was. Een treurig licht over de vaccine-quaestie te Oud-Beijerland werpt het Weekblad of Brielsche courant voor Voorne, Putte en Oeerfiakke en Goede reede. Volgens een bericht in dat blad werkte de heer Van Goor, predikant aldaar, de vaccinatie sterk tegen en daarmee de ramp in de hand. Nu het gevaar op het hevigst is, gaat die heer de ver peste gemeente verlaten, maar het ergst is nu dat hij zeiven zich te Rotterdam liet vaccineeren. Als directeur der nieuwe gasfabriek te Amster dam zal optreden de heer A. J. C. J. S. Bergsma, wethouder voor publieke werken. f Het Utrechtsch Dagblad bevat het volgend ver haal van het wedervaren van den controleur W. Beijerinck en zijn gezin bij gelegenheid van de uitbarsting van Krakatau. De heer W. B. woonde te Katimbang aan den voet van den berg Radja Basa aan zee. De vloedgolf, die Anjer en zooveel plaatsen verwoest heeft, heeft ook daar zijn wer king doen gevoelen. Zondag 26 Aug., 's avonds te 7 uren, werd de heer B. gewaarschuwd, dat in de nabijheid eenige prauwen tegen den wal waren geworpen, door een plotselinge rijzing der zee. Uit voorzorg maakte B. toen een en ander voor een eventueels vlucht in gereedheid en liet de lieden in de kampongs waarschuwen. Toch vreesde B. nog geen gevaar, daar wel het water telkens rees en daalde, doch de opvolgende rijzingen niet in hoogte toenamen. Tegen 10 uren des avonds echter hoorde men een geweldig geluid van water in de verte, dat zóo dreigend werd, dat B. met zijn gezin en vele inlanders overhaast de vlucht namen naar het gebergte. B. en de zijnen trokken naar een op trekje hun toebehoorende, dat op een hoogte van 4 a 500 voet en ongeveer 3 paal van Katimbang verwijderd ligt. Dat deze tocht met kolossale bezwaren gepaard ging, in de duisternis, door of langs Sawahs, kan men begrijpen. Toch kwamen allen behouden boven. Van daar konden zij het geweldig ruischen der zee hoorenmen vermoedde, dat daar groote verwoestingen werden aangericht. Dit vermoeden bevestigde zich, toen den volgenden morgen eenige inlanders naar plaatsen aan de kust wilden gaan, om zoo mogelijk nog het een en ander te reddener was niets meer over controleurswoning, gevangenis, inlandsche wonin gen, alles was verwoest en door de zee meegesleept. er altijd voor alle vensters te sluiten tegen den nachtlucht en de zomernachtsdroomen. Ik zal uw voorbeeld volgen." „Goddankik heb mij altijd in acht geno men voor verkoudheden in den zomer." Even daarna was ook Tora onder de dekens verdwenen en na eenig stilzwijgen begon de andere weer „Tora, weet ge wat ik van u denk „Neen 1" „Ik geloof, dat gij in staat zoudt zijn om iets vreeselijks, iets onbesuisds, iets fantastisch, iets onbehoorlijks te doen." „Denkt gij dat?" „Ja, men weet nooit recht wat men aan u heeft; dat heb ik dezer dagen weer ondervonden. Ik zal u zeggen waaraan het ligt. Gij leest te veel gedichten en dat soort van dingen. Gij moest Holberg lezen, dat is de eenige verstandige schrjj- ver, dien ik ken." Goeden nacht! Droom verstandig „Neen, ik droom in het geheel niet." VII Het bureau van den burgemeester lag in een groot, ouderwetsch gebouw, dat vroeger het woon huis was geweest, doch behalve voor bureau, slechts gebruikt werd voor korenzolders, droog zolders, rommelkamers en dergelijken. De ver trekken waren indertijd bijna sierlijk gestoffeerd geweest, maar dat was alles lang vervallen. Daar zaten zij dus, met niets over dan de kleederen die zij aan hadden, de vlucht was zoo overhaast geweest, dat B. niet eens zijn geld kon redden. Intusschen was het ergste nog niet doorleefd, Maandag ochtend was de lucht nog helder en scheen de zonlangzamerhand echter werd het donker en mistig. Men hoorde vreeselijke geluiden als donder en schoten, zooals reeds vroeger gehoord waren, doch nu veel heviger. Dit eindigde met een steenregen omstreeks half 12 uur 's middags eerst vielen kleinere steenen, daarop al grooter, tot zij ongeveer de grootte van een vuist hadden. Om half een was het geheel donker geworden; er begon een zware ascbregen. Sqioedig werd de asch zoo gloeiend, dat zij vreesden te stikken. De heete asch werd met geweld door de reten van den houten vloer gedrevenzoodat B. vreesde, dat het van de plaats zelf kwam. De toestand in de duisternis en met het geschreeuw der 3 kinderen, terwijl de heete asch hen ver schroeide, was ontzettend. De vrouw van B. was zoo radeloos, dat zij met alle moeite naar de deur tastte en uit het huis vluchtte, B. zocht naar een schaar om een nachtlampje in orde te maken, het geen gelukte. De gloeiende aschregen duurde omstreeks een kwartier; toen hield die op; de koude aschregen en de duisternis hielden aan. B. ging naar buiten met de kinderen en vond zijne vrouw, door te roepen men kon nog niets zien. Toen het langzamerhand lichter werd, was hun huis op den berg ingenomen door inlanders, die er hunne gewonden en dooden heen brachten reeds een aantal lijken lagen daar binnen zoodat er geen mogelijkheid bestond het weer te betrek ken. Zóo moesten zij elders een heenkomen zoeken, en trokken eenige dagen in den treurigsten toe stand, met brandwonden bedekt, rond. Dinsdag morgen verloren zij daarbij het jongste kindje, 14 maanden oudzij moesten het achterlaten. Na een paar dagen kwamen zij eindelijk in een kam pong terecht, waar zij wat eten kregen en wat konden rusten. Een paar dagen later, Zaterdag 1 Sept. kwam eindelijk geheel toevallig hulp opda gen, van een stoomschip, dat in de nabijheid kwam. De barge Kediri van de Bataviasche haven werken, was met den inspecteur van den post en telegraafdienst Eppler naar Telok Betong ge zonden om de kabel op te sporen. Men had echter door het vele puinsteen Telok Betong niet kunnen bereikenEppler hoopte toen over land, door de atdeeling Katimbang, daarheen te komen. En zoo kwamen zij in de baai van Kali Anda terecht, waar in de buurt de vluchtelingen zich bevonden. Deze baai, anders gevaarlijk, was nu goed te be reiken, daar de rotsen en klippen daarin door de uitbarsting waren verdwenen. Het hoofd van Katinda gaf, zooals hij B. beloofd had, onmiddelljjk seinen, toen hij een stoomschip zag, en berichtte dat in de buurt Europeanen waren. B. en de zijnen werden toen naar beneden gedragen en aan boord gebracht. Zondag morgen 2 Sept. kwamen zij te Tandjong Priok aan en werden onmiddellijk naar het gr. De vergulde lijsten in.de zaal, die vroeger het licht van meer dan een vroolijk feestmaal weer kaatst hadden, waren thans zwart van rook en stof. De herderstooneelen op het lederen behang sel werden thans opgevoerd voor een nuchteren kantoorklerk. In den eenen hoek stond een oud monster van een kachel, op welker zijden een anker was afgebeeld met het opschrift Hoop en een bijenkorf met het opschrift Vlijthet geheel om strengeld door een vlechtwerk van rozen en leliën, waarboven engelen met palmtakken in de handen zweefden. Die kachel was eenmaal het pronkstuk in huis thans wordt zij door den klerk ver- wenscht. Overal zijn lange gangen, donkere por talen met diepe kasten en hokken vol ratten en allerlei gespuis. Het huis wordt door het nieuwe geslacht niet meer in eere gehouden en terwijl het met zijne herinneringen zachtjes aan in elkaar zakt, ziet het als een oude brompot neer op al de nieuwe gebouwen, die er om heen verrijzen. Den volgenden morgen zat Gran hier op het bureau, op zijn schrijflessenaar met de voeten op een stoel, een pijp te rooken. Tegenover hem zat, over zijn schrjjftafel gebogen een klein, mager; blond mannetje, wiens bestem ming het scheen te zijn, dat hij langzaam uit droogde, totdat hjj op een goeden dag, geheel tot stof vergaan, voor altijd zou rusten tusschen de oude paperassen die de wanden bedekten. Zooals hij daar zat en het eene blad na het andere vol schreef, zonder eens op te houden, scheen hij zóó verdiept in zijn kantoorwerk, dat niets- hem kon afleiden. Wanneer hjj liep, deed hij het onhooï-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1