N° 242. 126® Jaargang. 1883. Zaterdag 13 October. TORA TRONDAL Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentien* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Middelburg 12 October. FEUILLETON. KRISTIAAN ELSTER. MIDDELRURGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van dee Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. Het was "Donderdagavond in den schouwburg te Middelburg niet zoo vol als gewoonlijk. Ver schillende oorzaken zullen daartoe zeker wel meegewerkt hebben, oorzaken, die zoo licht in vloed uitoefenen wanneer men slechts met een beperkten kring van bezoekers te doen beett. Behalve aan deze oorzaken willen wij de afwezig- beid van een deel van het publiek ook toeschrij ven aan bet ditmaal niet optreden van mevrouw Beeramans en de beeren Haspels. De enkele malen dat men in deze gemeente bet voorrecht beeft bet Ned. Tooneel te kunnen aanschouwen zou men zoo gaarne steeds de beste krachten in bet vuur zien. En zelfs de aantrekkelijk heid van een nieuw oorspronkelijk stuk kon dit gemis niet geheel over bet hoofd doen zien. De gunstige beoordeeling van Suzanna bad onze verwachting omtrent deze nieuwe pennevrucht van den beer Jan C. De Vos boog gespannen en in vele opzichten zijn wij voldaan. De schrijver beeft ons een blik doen werpen in eene onderlinge verhouding tusschen man en vrouw, die men in tal van gezinnen kan aan treffen. Beiden zijn niet voor elkaar wat zij moesten wezende vrouw gaat geheel en al op in baar huishouden en heeft niet het minste ge voel voor alles wat haar man, die pleit, musici- eert, schrijft en dicht, belang inboezemt, terwijl de zaken, waaraan de vrouw hare zorgen be steedt, voor den man weer te alledaagsch zijn. De man vindt dus niet bij zijne echtgenoote wat hij gemeend had te zullen vinden zijne vrouw verveelt hem. Bovendien is hij in kennis gekomen met de zuster zijner vrouw, die juist in veel meer opzichten met hem sympathiseert. Die beiden^worden daardoor nader tot elkaar gebracht en tusschen hen ont staat een hartstocht die den man nog meer de kalmte en rust doet verliezen, welke hij 't huis moest vinden. Allerlei plannen doorkruisen zijn brein; onder de schoonklinkendste drogredenen wil hij Suzannede zuster zijner vrouw, voor wie hij zulk een hartstocht gevoeld, bewegen zich aan hem over te geven; hij wil scheiden van zijne wettige vrouw om Suzanne te kunnen trouwen, maar deze ver klaart, zoo hij dat doet, hem toch haar hand niet te zullen reiken. Doch in haar binnenste bruischt en kookt het evenzeer. Zij gevoelt liefde voor haar zwager, maar zal zich bedwingen. Een enkel oogenblik van zwakheid, toen zij hem inde armen viel en de bekentenis harer liefde haar ont glipte, foltert haar. Toevallig bemerkt zij dat haar zwager een eind aan zijn leven wil maken en zij overlaadt hem met verwijtingen om zijne lafheid, die hem deed besluiten om zich egoist als hij is aan den strijd te onttrekken en vrouw en kind en ook haar achter te laten. Zij herinnert hem aan zijne plichten en bestrjjdt al zijne drogredenen. Zij wijst erop hoe de hartstocht die hem voor door VI Maar het is een gevaarlijke grap, vervolgde Ejd En ik heb lang genoeg gehoord en gezien waar zij toe leidt, om haar te leeren haten en verfoeien. Die soort van grappen, die voor mij onuitstaanbare uitingen van een ruw of verdorven zielsleven, hebben waar zij opgingen zoo menig warm gevoel gedood en de menschen lang voor den tijd oud, droog en afgeleefd gemaakt. Zij hebben bij hon derden van onze jongelieden de vonk der bezieling uitgedoofd, hun rechtsgevoel verkracht en hen tot koele, laffe toeschouwers van veel onrechtvaardig heid gemaakt. Zij hebben hunne zeden bedorven. Kortom, die zoutelooze grappen dragen er voor een groot deel de schuld van, dat er onder ons zoo weinig jeugdige kracht bestaat, zoo weinig warmte voor grootsche denkbeelden en edele daden, zoo weinig begrip van het verhevene en zoo weinig moed om hem, die ten onrechte lijdt, te verdedigen. Daarom veracht ik den man, die zulke grappen maakt, evenzeer als hem die er om lacht en er op doorgaat." p haar verteert, na eenige jaren zou bedaard zijn en hij ook in haar niet meer zou vinden, wat hij gedacht had te zullen doen Niets baat, totdat Suzanne eindelijk, ook om den strijd dien zij zelf voert te doen bedaren, en om den vrede in de woning van haar zuster te doen weerkeeren, naar het buitenland wil vertrekken. Haar zwager wil haar echter volgenen trots Suzanne's ernstig verzet, is hjj niet van zijn plan af te brengen. Eindelijk geeft zij toe, maar! op voorwaarde dat hij eerst afscheid nemen zal van vrouw en kind. Tot zoover konden wij ons geheel en al ver eenigen met den inhoud van het zoo waar en goed gedachte, zoo natuurlijke stuk van den heer De Yos. Recht eenvoudig en waar werd ons het huiselijke leven voorgesteld trouwens Jan C. De Yos toonde het ook in zijne vroegere schetsen dat hij de na tuur weet weer te geven op het tooneel zooals een goed schilder op het doek en wij zien ditmaal gaarne enkele langwijlige tooneeltjes over het hoofd om alleen te denken aan het schoone, dat de heer De Yos heeft te hooren en te zien gegeven. De taal was krachtig en zuiver, al hadden wij gaarne gewenscht dat het woordje gemeen wat minder gebruikt ware en ook het woord liederlijk door een ander vervangen. Maar het slot van het stuk bevredigde ons niet. Suzanne^s doel toch was om den man weer nader tot zijne vrouw te brengendie trots hare gebreken toch zooveel goeds had, door hem tot de erkentenis te brengen en hem te doen besef fen dat in die vrouw zooveel toewijding en zoo veel liefde voor hem zetelden. Dit gebeurde echter niet. Had de heer De Yos verder zijn stuk uitgewerkt zóo dat Maurits, de man, op Suzanne's aandrang nog afscheid had willen nemen van zijne vrouw om jS'uzanne te volgen; had hij dan die eenvoudige vrouw, die toch zooveel van haar man hield en zooveel voor hem wilde zijn, een daad van toe wijding laten verrichten, waardoor de man ont waakte en tot het besef kwam van haar goedheid en van het slechte van zijn voornemen had hij daardoor de liefde doen ontwaken in Maurits gemoed, het stuk had ons in zijn geheel beter voldaan. Nu kon het slot ons niet bevredigen. Ja, wel kwamen man en vrouw weer tot elkaar, maar niet ter wille van elkanderalleen om het kind, dat een bekende coup de the'atre plotseling zeer ernstig ziek werd, en dat, toen het behouden bleef het koppelteeken werd om de vader weêr bij de moeder te doen blijven. Toen beloofden zij samen voor dat kind te zullen leven, maar eene erkenning van schuld, eene belofte van geheele toewijding in het vervolg van den man aan de vrouw bleef achterwege. De vrouw Suzanne''s zuster moge door hare tekortkomingen grond gegeven hebben tot de mee ning, die haar man omtrent haar koesterdezij was toch niet slechtzij hield ontzaglijk veel van haar echtgenoot. Had zjj grove ondeugden gehad, had zij haar man verwaarloosddan ware er aan leiding voor de houding van den man geweest; Men vertelt in zeeplaatsen veel van rukwinden en zware buien, die plotseling met geweld neer komen en waartegen niets bestand is. Men ver telt dat booten, die in het ijs vastgevroren liggen, van hun kiel losgerukt en door den wind in kleine stukjes weggeveegd worden. Huizen en kerktorens storten in, en wie zich buiten bevindt moet plat op den grond gaan liggen. De woor den van Hans Ejd nu kwamen even onverwacht als zulk een rukwind en er heerschte een angstige stilte in het vertrek, evenals wanneer de menschen des nachts bij zulk een noodweer bij een kaarsje opzitten en bidden. Gran voelde zich als op een drijvend wrak en allerlei schrikwekkende denk beelden schoten hem door het hoofd. De burge meester had een vaag vermoeden dat hij van zijn ambt ontzet was en keek in de lucht. Een ieder die zijn glas nog in de hand had om den toost te drinken, zette het neder en wenschte zich on zichtbaar te kunnen maken. De kapitein voelde eensklaps zijn roes verdwij nen en was de eerste die tot bezinning kwam. Argumenten had hjj nooit vele-maar zij waren meestal afdoende. Hij verliet zijn plaats aan de tafel, baande zich een weg door de menigte en ging nog altijd met de handen in de broek zakken en terwijl hij over zijn geheele lichaam heelde, naar Hans toe. >Is het waar dat gij zoo twistziek zijt vroeg hij. »Weet ge wel met wien gij spreekt? Ik ben kapitein Struve, verstaat gij mij Als gij den priesterrok aflegtvraag ikwaar is de man nu echter was deze in alle deelen laakbaar. En in het sip! van het stuk kreeg in onze oogen de vrouw niet genoeg de plaats welke zij in het hart van haar man moest en mocht in nemen om haar karakter, en om haar liefde. Duizenderlei gevallen zijn er in de wereld dat alleen om de kinderen man en vrouw bij elkaar blijven, al is de onderlinge verhouding nog zoo slecht. Dit kan toch nooit het ideaal van het huwelijk zijn. Daarom hadden wij het schoone pleidooi, door den heer De Vos in zijn stuk ge leverd, zooals zijn tooneelspel te verwachten gaf, willen zien afspelen tusschen de echtgenooten. Dan had het in waarde gewonnen. Maar dit neemt niet weg dat wij den schrijver gelukwenschen met zijn pennevruchthij verrijke onze letterkunde met nog menige bijdrage. De heer De Vos toonde zich bovendien gisteren avond een uitstekend en beschaafd acteur. Hem komt wel de eer van den ganschen avond toe, ook om zijn spel in Kleine handen, een echt Fransch stuk, dat ons, vooral door de uitstekende vertolking, vaak deed lachen, maar waarin toe standen en personen voorkwamen die ons te on natuurlijk schenen. Wellicht dat Labiche die in zijn leven heeft ontmoet, maar wij verklaren er geen natuur en waarheid in te kunnen her kennen. In Suzanne speelde mej. Jeanne De Groot de titelrol vaak te overdreven, maar op vele oogen- blikken toch ook verdienstelijk. Zoo zij haar gelaat wat meer in bedwang kon houden en niet te veel op effect speculeerde, zou zij de waarde van haar spel wel verhoogen. Mevrouw BurlageVerwoert was het echte, eenvoudige vrouwtje, die alleen wat te zacht sprak. Labiche's stuk werd over het geheel met eene gemakkelijkheid en een lust gespeeld die bewon derenswaardig waren. De heer Rosier Faassen geleek ons echter meer op een Amerikaansch dan op een Fransch koopman, maar overigens leverde hij een uitstekende type. Of de heer De La Mar van Chavarot niet een al te afschuwelijke charge had gemaakt laten wij ter beoordeeling aan hen die dit stuk in het oorspronkelijk hebben gezien. Wij vonden dien man al te leelijk. Een enkele vraag len slotte. Zouden wij bij weder-optreding van de Rolterdamsche afdeeling Fédora niet eens kunnen te zien krijgen In de Staatsct. komt een tabel voor omtrent de werking van de drankwet over 1882, het eerste volle jaar waarover die wet is toegepast. Art. 12 bepaalt nameljjk dat elk gemeentebestuur jaar lijks aan ged. staten een opgaaf zendt van het getal der gedurende het vorige jaar verleende en ingetrokken vergunningen, van den daarvoor be taalden prijs en van de inrichtingen die in de gemeente krachtens vergunning bestaan. In Zeeland zijn er 1654 vergunningen verleend, waarvan er 7 zijn ingetrokken, terwijl er aan vergunningsrecht werd betaald 33.598. In Middelburg waren 134 inrichtingen waarvoor vergunnings-recht betaald werd ter som van Tora stond tusschen de andere .dame's in de deur en zag Hans op dat oogenblik aan. Hjj stond met de eene hand op de tafel geleund en sloeg de oogen neêr. Nog nooit had zij iets zoo scherps en snijdends gezien als de uitdrukking op zijn bleek gelaat en om zijne bijna witte lip pen, die van zooveel kracht en vastberadenheid getuigden, dat zij bij zichzelf zeiaan dien man zouden smeekingen en bedreigingen beide verspi ld zijn. Hij zou zijn gang gaan, al stond zijn eigen leren en dat van duizenden op het spel. Zij maakte onwillekeurig een beweging van weg te willen loopen. „Ik ben van gevoelen," antwoordde Hans, en zag den kapitein van terzijde aan, »dat de man altijd onder den priesterrok moet te vinden zijn." »Dan zullen wij gauw zien of gij even vlug zjjt met uwe handen als met de tong gilde de kapitein en kwam dreigend nader. »Ik ben een man des vredes," zei Hans zacht, bijna fluisterend. »Zoo, zoo, hijschen wij die vlag Het moet wel aardig zijn om een man des vredes te zjjn vooral in oorlogstijd." sGa nu niet verder, kapitein. Ik herhaal, ik ben een vreedzaam man, maar maar tart mij niet boven mjjne krachten „Ik wil u alleen maar vragen of gij uw woorden terug neemt en verschooning vraagt Hans antwoordde niet terstond. Eindelijk zei hjj 4593.75. Vlissingen had 81 dier inrichtingen, die f 3950 betaalden, Zierikzee 63 met 1693.12J, Hontenisse 62 met 640, Ter Neuzen 57 met 13.90, IJzendjjke 53 met 720, Goes 52 met 1850 vergunnings-recht. Slechts eene gemeente, Baarland, had niet meer dan een inrichting voor den verkoop van sterkedrank in 't klein. Over het geheele rjjk waren 33,287 vergunningen verleend679 werden ingetrokken. De opbrengst van het vergunnings-recbt was 889,305.91. Wanneer men het aantal drankgelegenheden vergelijkt met de bevolking, dan vindt men dat er over het gansche land werd aangetroffen 1 in richting op de 130 inwoners en verder in: Noord- Brabant 1 op de 90, Gelderland 1 op de 140, Zuid-Holland 1 op de 160, Noord-Holland 1 op de 170, Zeeland 1 op de 120, Utrecht 1 op de 140, Friesland 1 op de 130, Overjjsel 1 op de 160 Groningen 1 op de 90, Drente 1 op de 120, en Limburg 1 op de 80 inwoners. Limburg, Brabant en Groningen zijn dus het rjjkst gezegend met drank huizen, Noord-Holland, Zuid-Holland en Overjjsel zjjn in dit opzicht het armst. Voor Noord-Holland draagt Amsterdam het meest bjj tot dit gunstig verschjjnsel, daar er op 338,000 inwoners slechts 1493 waren, dus 1 op de 230 inwoners; Rotterdam en Den Haag hadden beiden 1 op 155. Aan den postbode tusschen Zoutelande en Mid delburg is eene verhooging van traktement toege kend van 50 's jaars. Door het overlijden van den heer Verbeek is de betrekking van waterbouwkundig ambtenaar aan den calamiteuzen Willem-Annapolder vacant geworden. Axel, 12 Sept. In de door den gemeente raad alhier behandelde gemeentebegrooting voer 1884 zjjn de inkomsten en uitgaven vastgesteld op 17,728.40§. Daarin zjjn uitgetrokken voorhoofdeljjken omslag 2500vergunningsrecht 400 kosten lager onderwjjs f 5845 waaronder voor jaarwedden der onderwijzers 4950. De subsidie aan het burgerljjk armbestuur be draagt 1888. Uit overweging, dat het veer over de rivier de Eendracht te Oud-b osmeer, volgens het tegenwoor dig tarief van overzetgelden, nog eene niet onbe- teekenende bate oplevert, heeft de minister van waterstaat geen termen gevonden, om de door 't bestuur der ambachtsheerlijkheid voorgestelde tariefverhooging aan den koning ter goedkeuring voor te dragen. Blijkens een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië is den 2en dezer de eerste luitenant der infanterie L. Thonus, (gedetacheerd van het leger hier te lande) in Atjeh gesneuveld, maar hebben onze troepen, onder aanvoering van den kolonel-kommandant Demmeni, succes behaald. (Zie laatste berichten van gisteren). »Ik geloof dat hetgeen ik gezegd heb, waar is." »Dat vraag ik niet, ik zegwilt ge ex cuus vragen, steek donderde de ander, en haalde de handen uit zjjne zakken. Tora, kom mede," fluisterde de dominé. Maar Tora hoorde niet. Zij stond voorover ge bogen, bleek, met open mond, op Hans te staren. »Tora hoort gij niet herhaalde haar vader, maar zij hoorde of zag niets dan die twee mannen. De burgemeester had intusschen met zijn waar digheid beraadslaagd en was tot de slotsom ge komen, dat het oppergezag in zjjn persoon gekrenkt wasdat gevoel had iets bezielends. Hjj begon behoefte te krijgen om te handelen en besloot dat zjjn naam in het volgende verband in de plaatse lijke courant zou prjjken Gedurende het feest ontstond er tusschen twee der aanwezigen een beklagenswaardige twist, die echter door het doeltreffende optreden van den burgemeester Bang terstond werd bjjgelegd." Doch dat grootsche denkbeeld leed totaal schip breuk op de minachting van den kapitein voor het gezag. Nauweljjks was de burgemeester be gonnen „Mjjnheer de kapitein of hjj zag het roode, dikke gelaat van den toegesprokene met een zeer oneerbiedige uitdrukking naar zich toe gekeerd, voelde zijn heete, naar punch riekenden adem en hoorde deze ontzettende woorden „Bemoei je Diet met dingen, die je «iet aangaan."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1