N° 234.
126e Jaargang.
1883.
Donderdag
4 October.
P A TENT E N.
Middelburg 3 October.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent:
Advertentie»20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Mr. W. C. BORSIUS.
DELBURGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Niedwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Baube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat de patenten over het 1e kwartaal van het dienst
jaar 1883/84 ingevuld gereed liggen, en dat tot de
afgifte daarvan ten raadhuize zal worden gevaceerd
van den 6 October 1883 tot den 27 October 1883,
des Woensdags en Zaterdags van iedere week,
des voormiddags van 10 tot 12 uren.
De belanghebbenden worden mitsdien aange
maand om, binnen den boven bepaalden tijd, de
voorschreven patenten in persoon te komen afhalen,
hij gebreke waarvan deze door den deurwaarder
der directe belastingen, tegen voldoening van
tien cent, aan huis zullen worden uitgereikt,
terwijl zij zich blootstellen in eene boete te ver
vallen van vijftien gulden, indien zij, desgevraagd,
hun patent of een afschrift daarvan niet kunnen
vertoonen.
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort, den 2 October 1883.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P I C K
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Zoo dikwijls een uitstekend persoon uit onze
maatschappij verdwijnt, zien de oogen van allen,
die hem bij zijn leven van nabij of van verre
gadesloegen, naar de ledige plaats met een gevoel
alsof deze niet meer op waardige wijze kan wor
den ingenomen. En wanneer hij die voor altijd
heenging tevens uitmuntte door gaven van hart,
dan laat zijn heengaan in engeren kring een te
smartelijker gevoel achter, naarmate de band, die
ons aan hem bond, inniger was.
Mr Willem Christiaan Borsius is niet meer.
Zeer onverwacht werd hij Maandag avond ontrukt
aan zijn werkzaam leven.
Middelburg kende hem langen tijd; met uit
zondering van zijne vroegste jeugd en zijne aca
demiejaren woonde hij er steeds. Middelburg was
het middelpunt van zijn arbeid. In 1848, op 22-
jarigen leeftijd, vestigde Borsius, zoon van den
predikant J. Borsius, zich hier als advocaat, na
den 24en Juni van dat jaar te Utrecht tot doctor
in de rechtsgeleerdheid te zijn bevorderd. Weldra
maakte zijne welsprekende pleidooien hem be
roemd hij werd een sieraad der balie, en thans
betreurt de orde der advocaten in hem haren
waardigen deken.
Tot voor korten tijd maakte Borsius deel uit
van cle reedersfirma Bouwmeester Borsius en V. d.
Leijé-, doch niet alleen als zoodanig, ook als
voorzitter van de kamer van koophandel en
fabrieken, ook als commissaris in het polderbestuur
van Walcheren, ook als directeur van het vrij
handels-entrepot, ook, al was 't slechts kort (21
Juli 1857—17 Mei 1858), als lid van den gemeen
teraad bevorderde hij, waar hij kon, de belangen
van onze stad en ons gewest. Het Zeeuwsch ge
nootschap der wetenschappen telde ook hem onder
zijne leden. In al deze colleges, in al deze be
trekkingen was Borsius eene min of meer sterk
sprekende persoonlijkheid, steeds eene welkome
verschijning, en zijn overwicht in eene vergadering,
hetwelk met de jaren klom, toonde zich nog
onlangs ten duidelijkste, toen hij de leiding
van een bijeenkomst van liberale kiezers had op
zich genomen.
Den 19®n September 1871 werd Borsius geroepen
om in de Eerste kamer van het parlement onze
provincie te vertegenwoordigen. Sedert dien tijd
breidden zijne werkzaamheden zich aanmerkelijk
uit, want niet als eerepost alleen zoude hij ooit
het lidmaatschap van ons huis der pairs hebben
kunnen beschouwen. In 's lands vergaderzaal deed
Borsius zich kennen door hetgeen hij sprak en
was: oprecht, eerlijk, liberaal in den hoogsten zin
des woords. Het was een genot zijn grooten,
grijzen kop daar te aanschouwen, zijne mannelijke
ronde taal daar te hooren. Door zijn helder ver
stand, door zijn scherpzinnigen geest dwong hij
achting afdoor zijne joviale vriendelijkheid en
hartelijkheid nam hij ieder voor zich in.
Door deze laatste eigenschappen werd Borsius
in den dagelijkschen omgang zeer gewaardeerd.
Al had hij dikwerf reden genoeg om somber te
zijn, wijl ook op zijn leven een breede slagschaduw
zichtbaar was, zijn gezond gestel, zijn veerkrachtige
geest lieten hem niet toe langen tijd aan droevige
beschouwingen zich over te geven. Alleen in
kleinen kring, in een vertrouwelijk gesprek ver
dween soms die gulle lach om den mond en
verzwakte het helder licht in de groote blauwe
oogen. Zoude men echter een volgend oogenblik
denken denzelfden persoon voor zich te zien
Mr Willem Christiaan Borsius, ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuwin die der Eike-
kroon en ridder der Leopoldsordeis niet meer.
De forsche, in onze stad zoo welbekende, gestalte
werd eensklaps terneergeveld, voor goed.
Diep wordt zijn verscheiden gevoeld.
Mogen zijne goede hoedanigheden als mensch
het onvervreemdbaar erfgoed blijven van zijne
vrienden en naaste omgevingMiddelburg, het
vaderland verliezen in hem een goed burger,
wiens krachtvol werken en streven, in dankbare
herinnering voortlevend, tot moedige navolging
prikkelen moet.
De vérdiensten van mr Borsius als rechtsge
leerde, die wij zoo even slechts aanstipten, werden
meer uitvoerig herdacht in de heden morgen ge
houden zitting van de rechtbank alhier.
Bij de opening der zitting, die door al de leden
der rechtbank en der balie, voor zoover deze
daartoe in de gelegenheid waren, bijgewoond werd,
sprak de officier van justitie, de heer m* J. A. Yan
Hoek, ongeveer het volgende
Mijne heeren! Nog onder den indruk van de
treurige mare die wij vernamen is het eene be
hoefte voor het openbaar ministerie een woord
van hulde te brengen aan de nagedachtenis van
m' W. C. Borsius, gedurende vele jaren deken der
orde van advokaten. Gedurende meer dan dertig
jaren was m' Borsius een verdienstelijk lid der
Middel burgsche balie. Nog zien wij die grootsche
figuur, nog hooren wij die krachtige welsprekend
heid en dien helderen betoogtrant en wij zullen
dat blijven doen, omdat dergelijke persoonlijkheden
niet vergeten kunnen worden.
De voorzitter der rechtbank, jhr m' A. Yan
Reigersberg Yersluijs, zeide hierop het volgende
Ook ik wensch, zoo voor mij zeiven als namens
de rechtbank, een woord te spreken, naar aanlei
ding van het treffende sterfgeval, dat onze gansche
stad met oprechten rouw vervult.
Middelburg heeft een zwaar, een onherstelbaar
verlies geleden; dat is de smartelijke uitdrukking
van het algemeen gevoelen.
M' Borsius, bij oud en jong bekend, in alle
standen der maatschappij geacht en bemind en
vereerd met een onbeperkt vertrouwen, laat door
zijn overlijden eene leegte achter, die niet is aan
te vullen.
Het is hier niet de plaats om uit te weiden over
de verdiensten van den ontslapene tegenover zijne
woonplaats, noch over hetgeen hij in het belang
van zijn gewest en van zijn vaderland heeft ver
richt. Dat zal elders gedaan worden, en wie om
trent hem zal getuigen ik zeg niet: 't zij vriend
of vijand, want Borsius had geene vijanden hij
zal hem roemen als den kundigen man, den edelen
mensch, den braven burger, aan wien stad en land
de grootste verplichtingen hebben.
Hier echter herdenken we den ontslapene slechts
in zijne betrekking van advocaat. Wie, zooals ik,
het voorrecht heeft gehad Borsius in het tijdperk
van zijn belangrijke en drukke praktijk werkzaam,
te zien, hij herinnert zich nog hoe, vooral in dit
gerechtsgebouw, in deze zaal in burgerlijke, hier
naast in strafzaken, de stem van den weispre
kenden advocaat weerklonk en welken machtigen
indruk zijne pleitredenen maakten.
Hij herinnert zich tevens met welke uitgebreide
rechtskennis, groote scherpzinnigheid, helderheid
en vlugheid hij zich van zijne dikwerf zware taak
kweeten hoe Borsius, altijd en onder alle omstan
digheden meester van het woord, zich krachtig
uitte waar het voor de zaak noodig was, maar
steeds sierlijk en fijn beschaafd sprak, zonder ooit
iemand te kwetsen. Dat zou trouwens ook ge
heel in strijd zijn geweest met zijne beminnelijke
natuur, die op zijn open gelaat zoo duidelijk te
lezen stond.
Sedert eenige jaren is zijn stem hier niet meer
gehoord en oefende hij de praktijk niet meer uit,
ongetwijfeld tot diep leedwezen van velen, die
hem zoo terecht vertrouwden om zijne goede kunde
en eerlijkheid. Maar toch bleef hij het hoofd der
Middelburgsche balie en nog onlangs verbond hij
zich opnieuw om de betrekking van deken der orde
van advocaten te blijven waarnemen. Dat bewijs
zijner welwillendheid werd ook door de rechtbank
op hoogen prijs gesteld en wij verheugden ons met
de balie over het groote voorrecht, dat zij genoot
dien man aan haar hoofd te hebben.
Ook hij is aan u, mijne heeren, leden der Middelb.
balie helaas! ontvallen, hij, de door de natuur
zoo rijk begaafde, de door studie zoo ontwik
kelde, de met zooveel menschenkennis toegeruste,
de hun an e, voor ieder zoo welwillende man!
De rechtbank, mijne heeren, deelt oprechtelijk
in het groote verlies dat u heeft getroffen en,
evenals bij n, zal bij deze rechtbank de naam van
den genialen en braven advocaat Borsius steeds
in eere worden gehouden.
De heer mr W. A. van Hoek beantwoordde het
gesprokene op de navolgende wijze:
Edelachtbare heeren
De balie betuigt u haren dank voor de woorden,
door u beiden aan de nagedachtenis van mr Borsius
gewijd.
Hier, thans ook van deze zijde op hem waardige
wijze te herdenken wat hij in zijn vroegeren werk
kring van advocaat, wat hij als confrère, wat hij
als deken onzer orde is geweest, daartoe is bij de
balie de smartelijke indruk, door zijn overlijden
teweeg gebracht, nog te levendig.
Bij dien overstelpenden indruk van dit onher
stelbaar verlies, vindt zijvan hare zijde, slechts
woorden voor eene eenvoudige betuiging van de
meest mogelijke instemming met het door u beiden
gesprokene.
Ik heb gezegd.
De teraardebestelling van het stoffelijk overschot
van mr W. C. Borsius zal Vrijdagmorgen te 11
uren plaats hebben.
Gedurende het 3e kwartaal werden aan het bureau
voor scheikundige onderzoekingen alhier 47 mon
sters regenwater onderzocht en daarvan 26 zuiver
bevonden, 13 loodhoudend en 8 verontreinigd door
organische stoffen; van 16 monsters welwater
waren 7 zuiver en 9 verontreinigd door organische
stoffen. Een monster crétonne was araeenhoudend
2 katoen, 2 crétonne, 2 vloerkïeeden, 1 gekleurd
papier en 1 behangselpapier waren arseen vrij.
Biervliet. 2 Oct. Alhier is 85.50 gef
collecteerd ten behoeve van de slachtoffers der
ramp op Java en Sumatra.
De grootste helft der leden van de commissie
schitterden defer afwezigheid op de vergadering,
die uitgeschreven was om ieders werkkring aan
te wijzen. Onze burgemeester was nog wel uit
Yzendijke gekomen om de vergadering te presi-
deeren.
De collecte geschiedde nu door den gemeente
veldwachter.
Aan een particulier schrijven uit N.-Indië wordt
het volgende ontleend
»Vroeger was de positie van den onderwijzer
in Indië veel beter. Indien men de hoofdakte
had, werd men onmiddellijk als onderwijzer tweede
klasse geplaatst, of althans binnen een jaar tot die
klasse bevorderd. Tegenwoordig zijn' er onderwij
zers 3e kl. die met de hoofdakte toch reeds 3$ jaar
dienst in deze klasse doen en nog altijd op hunne
bevordering wachten. In het laatste lOtal maan
den zijn er slechts 2 tot onderw. 2e kl. bevorderd.
Komt er geene wijziging in de bepalingen, dan
zal 't nog slechter met de promotie gaan.
Zonder veel lessen kan een gehuwd onderw. 3e
kl., al heeft hij geen kinderen, onmogelijk leven
zonder schulden te maken. Maar van dat lesgeven'
blijven de gevolgen niet nit. Een onderwijzer werkt
hier in de school 5i uur per dag in eene tempe
ratuur van 80° tot 90® F. Zouden dan de school
en de gezondheid onder die lessen niet lijden
Yele onderwijzers moeten dan ook, tengevolge
van overwerken wegens ziekte, met een tweejarig
verlof naar Europa."
Naar het gevoelen van den schrijver is het leven
in het moederland met een karig hulponderwij
zers-traktement niet slechter.
Amstes-tla/m, 3 Oct. Bij de Dinsdag ge
houden herstemming voor een raadslid is m' J.
N. Yan Hall (lib.) gekozen met 1050 stemmen.
Mr Th. Heemskerk (ant.) bekwam 822 stemmen.
Naar gelang 1 Mei 1884 nadert worden na
tuurlijk de pogingen der vele belanghebbenden
talrijker om art. 3, een der voornaamste, van de
drankwet alsnog wettelijk of langs een omweg
afgeschaft te krijgen. Dat art. verbiedt nl., met
ingang van dien datum, de verbinding van drank
verkoop met andere neringen een bepaling die,
in het algemeen hoogst nuttig zal werken, doordien
dan de gelegenheid zal vervallen, welke water
en- vuur-, kruideniers- en koomenijswinkels enz.
enz. aanbieden om zachtjes aan tot drankgebruik
te komen.
Men mag zich dan ook vleien, dat ook een nu
weder uit Groningen aangewende poging tot wets-
verslapping in deze mislukken zal.
Want bovendien de tappers zijn door de drankwet
zwaar belast, en het is dus nu ook billijk, dat de
wetgever hun stille concurrenten niet bevoordeele
eerlijk is eerlijk.
(D. v. 's-IIage.)
De naamlijst is verschenen van het hoofdbestuur
en de vertegenwoordigers der internationale land-
bonw-tentoonstelling, welke van 25 Aug. tot 6
Sept. 1884, op het terrein achter het rijksmuseum
aan de Stadhouderskade te Amsterdam zal worden
gehouden. Eerevoorzitter is jhr G. J. Klerck, oud
minister van waterstaat, handel en nijverheid,
voorzitter mr C. J. Sickesz, op de Cloese bij Lo-
chem, 2e voorzitter, C. J. Yan der Oudermeulen,
te Wassenaar, en secretaris-penningmeester de heer
P. F, L. Waldeck, te Loosduinen.
Onder de leden komen voor de heeren H. J. E.
Gerlach te Middelburg, C. J. M. Jongkindt Coninck
te Wageningen, en roor de Maatschappij ter be
vordering van landbouw en veeteelt in Zeeland de
heeren J. M. Kakebeeke te Goes, B. G. Yan dei-
Have te Ouwerkerk, en E. Van den Bosch te Goes.
Uit het 24e jaarlijksche verslag betrekkelijk de
verpleging en het onderwijs in het Nederlandsch
gasthuis voor ooglijders te Utrecht blijkt dat in
het afgeloopen jaar het aantal lijders alweder met
200 is toegenomen en nagenoeg het cijfer van 2500
heeft bereikt, terwijl daarentegen dat der verpleeg
den van 435 op 380 is verminderd.
Deze 380 hadden 8997 verpleegdagen of gemid
deld 24 dagen elk.
Uit Zeeland waren in 1882 48 lijders behandeld
en werden 34 personen verpleegd.
Het aantal kostelooze consultatiën, waarbij in
den regel ook kosteloos geneesmiddelen werden
verstrekt, bereikte het aanzienlijke cijfer van 20450.
Het aantal operatiën, bij de verpleegden bewerk
stelligd, steeg tot 286, bij 267 in 1881.
De ontvangsten bedroegen ƒ12832.57* en de
uitgaven 154.80.52L er is dus een nadeelig saldo
van 2647.95, voornamelijk tengevolge van het voor
het onderhoud van gebouwen uitgegevene.
Zooals reeds vroeger medegedeeld werd, bestaat
het plan bij de bestuurders van het gasthuis een
nieuw gebouw te stichten, dat aan alle eischen
voor ziekenverpleging beter zou voldoen, tevens
in de behoefte zou voorzien voor een tweede klasse
van lijders, een behoefte, niet minder sterk ge
voeld, dan die voor behoeftigen, en, op bekwamen
afstand van het ziekenhuis gelegen, de waarde
der instelling als inrichting van onderwijs zou
verhoogen.
De beschikbare middelen waren daartoe echter
geheel ontoereikend.
Wel werden reeds een aantal bijdragen ge
schonken, doch de globale begrooting wijst aan,
dat, om het plan, met tweeledig doel, verpleging
niet enkel, als tot dusverre, van behoeftigen en
minvermogenden, maar ook van een iets hoogeren
middelstand, als tweede klasse, eene inderdaad
steeds klimmende behoefte, naar eisch ten uit
voer te brenger), afgezien van de kosten van het
terrein, nog aanzienlijke giften zullen moeten toe
vloeien. Gesteund door de gewestelijke en ge
meentelijke comruissiën, die van de oprichting af
niet ophielden de belangen der instelling te be
hartigen, hoopt het college van regenten met een
beroep op de medewerking van menschlievende
stad- en landgenooten in het nog ontbrekende te
voorzien. Maar zij achten het niet raadzaam, en
wel ook minder voegzaam, zich openlijk en officieel
tot hen te richten, zonder eene, op uitgewerkte
plannen gegronde, begrooting en aanwijzing vaD het
nog benoodigde over te leggen, zonder zekerheid te
kunnen aanbieden, dat, zoodra in het ontbrekende
zal voorzien zijn, de aanbouw zal worden ter hand
genomen en naar het vastgestelde plan teneinde
gebracht.
Daartoe hopen zij weldra in staat te zijn.
De thans op zijn verzoek, om redenen van ge
zondheid, eervol ontslagen Leidsche hoogleeraar
Jonckbloet zal zich metterwoon te Kissingen gaan
vestigen.
In de Staatscourant leest men het volgende, dat
wel opmerking verdient, nu alles wordt beproefd
om tegen de vaccine te agiteeren.
„Bij een onderzoek naar de oorzaken van de
sterke verbreiding der pokken in de gemeente Oud-
Beijerland is het volgende gebleken:
,,In die gemeente bestaat veel tegenzin tegen de
koepok-inenting.
„Dit blijkt zoowel uit het jaarlijksch cijfer der
verrichtte vaccinatiën, dat in reden tot het aantal
inwoners lager is dan in het geheele rijk, als uit
het geringe aantal revaccinatiën.
„Daaruit laat zich echter niet alleen en nietig