N° 222.
126e Jaargang.
1883.
Donderdag
20 September.
3 FEUILLETON.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent:
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 19 September.
DE GOUDEN SPELD.
MIDDELBURGS» CO! RAM.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M„ Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
Zij, die zich met 1 October op deze courant
abonneerenontvangen de nog in deze maand
verschijnende nommers kosteloos.
Wij leven in bet jaar 1883 en in bet hoogge
roemde vrije Nederland.
Dit mogen wjj ons zeiven wel eens in berinnering
brengen, want sommige feiten geven gereede aan
leiding om te vragen of men ook al onwaarheid
spreekt wanneer men in toosten en verzen Neder
land verheerlijkt als bet land der vrijheid van
spreken en schrijven bij uitnemendheid.
Wij zien met minachting op Pruisen neer, maar
wij gaan met rassche schreden denzelfden weg op
die daar wordt bewandeld om de vrijheid van
spreken en schrijven aan handen te leggen.
In dit jaar nu en in de gemeente Zwolle is
het navolgende gebeurd.
Mr L. Biichler, in de Ned. Herv. gemeente aan
genomen, behoort tot de niet-geloovigen. Hij liet
zich daarop volstrekt niet voorstaanwas geen
voorvechter tegen de geloovigen, hij had zelfs
sympathie voor datgene, wat naar zijne opvatting,
het voornaamste moet zijn ook voor den meest
orthodox-geloovige."
Zijn kind liet hij doopen, en hij zou zeker nooit
aandrang gevoeld hebben om openlijk van zijn
gevoelen te doen blijken, wanneer hem niet de
ontvanger der Hervormde kerk in zijne woon
plaats een aanslagbiljet had gezonden, niettegen
staande hij nooit een stembiljet ontving. Daaruit
bleek dat men hem wel wist te vinden toen men
geld van hem verlangde, al rekende men anders
hem niet mee. Een attestatie leverde de heer
Büchler nooit in. Was dit een reden om hem
geen stembiljet te zenden, dan toonde men daar
door hem niet als lid te erkennen, maar de toe
zending van een aanslagbiljet bewees weer het
tegendeel. In het eene geval vordert men een
bewijs van lidmaatschap, in het andere niet.
Daardoor gevoelde hij aandrang om uit te
spreken dat hij eigenlijk niet behoort tot de
kerk, waarvoor zijn bijdrage gevorderd wordt,
een toestand waarin hij vermoedt dat velen
met hem verkeeren. Hij leverde in de Prov. Over. Ct
in een stuk »aan de autoriteiten der Ned. Herv.
gemeente te Zwolle" eenige beschouwingen om
zijn meening bekend te maken, en verklaarde
daarin zijn lidmaatschap op te zeggen, maar
tevens bereid te zijn voor de welgeloovigen een
bijdrage te betalen alsof hij wel lid was.
Dat de heer Büchler gedurende de 30 jaren,
sedert zijne aanneming verloopen, heeft gezwegen
verklaart hij door deze woorden. »Niet zonder
eenig gemoedsbezwaar liet ik mij aannemen
het kan zijn dat ik hieraan zedelijk verkeerd
deed want ik was reeds (althans ten halve) een
ongeloovige; maar niet de vrees om als het tot
DOOR
GEORGES PETREBBUNE.
II
En toch wanneer juffrouw Thilda des Zondags
haar regiment schoolkinderen naar de kerk geleidde,
keerde iedereen zich om en deden de mannen hun
best om de aandacht der mooie schooljuffrouw te trek
ken, die er in hare schamele kleedij toch zoo be
vallig uitzag. Zij droeg haar wollen kleedje met
een eigenaardigen zwier en wanneer hare wangen
zich kleurden door het loopen of door de verle
genheid, zag zij er ontegenzeglijk heel mooi uit.
Meer dan eens werd er achter haar gezegd:
„Hoe jammer
En het arme meisje ging voort, bewonderd, be
geerd, doch door haar armoede als het ware tot
voortdurend alleen zijn gedoemd. Zij heette me
juffrouw Ferrière en was een wees.
Dit alles wist Angelus en ook haar innerlijk
Verdriet was hem bekend. Ook hij had geen fa
milie, zelfs geen naam. Zij begrepen en troostten
elkaar alleen door elkaar lang aan te zien, hij in
de zwarte oogen van Thilda en zij in de mooie
blauwe kijkers van Angelus.
Aan den avond van den dag, die tante Magdalena
zulk een hevige ontroering bezorgd had, riep deze
pa den eten haar neef boven en ging met hem
iets goeds kon leiden mijne meening te zeggen,
alleen (hoofdzakelijk ten minste) de zucht om niet
onnoodig opzien te baren, heeft toen en later
mijne houding in zakeD van godsdienst bestuurd."
De heer Büchler zegt zich niet te herinneren
dat vroeger leden van het N. H. kerkgenootschap
gedwongen werden te offeren voor kerkgebouwen
of wat ook; wat bijgedragen werd, werd, meent
hij, vrijwillig bijgedragen. In elk geval schijnt
het hem toe dat het zoo behoort, en dat het beter
is dat eene stoffelijke behoefte van een kerkge
nootschap of van eene kerkelijke gemeente onver
vuld blijve, dan dat er eenige dwang zjj. Hem
dunkt dat de kerk, het kerkgebouw en alle
mogelijke andere kerkelijke inrichtingen moeten
zijn middel en niet doeldat het doel, waarvoor
al die dingen bestaan, buitensluit eiken dwang,
zelfs wat men pressie noemt.
Is het waar dat tengevolge van het niet meer
ter kerk gaan van velen uit den gegoeden stand,
de van ouds gebruikelijke collecten minder dan
vroeger opbrengen; dan blijkt er uit, dat velen
voor zichzelf op het onderhoud van kerkgebouwen
weinig prijs stellenhen tot bijdragen te dwingen
komt den schrijver onredelijk voor niet onredelijk
is het van hun kant zich dien dwang niet te
willen laten welgevallen, al zouden zij tot vrij
willig bijdragen wel genegen zijn.
Dit was de hoofdinhoud van zijne beschouwing.
Als gevolg daarvan werd de heer Büchler eerst
bp den directeur der H. B. school geroepen, die
hem zijn spijt te kennen gaf dat hij dit stuk had
geschreveneene handeling die om haar offi
cieel karakter al dwaas genoeg was.
Doch er volgde nog iets anders de heer Büchler
ontving in Juli het navolgend briefje.
„N° 1066. Amsterdam, 8/VII '83.
Ik heb de eer u mede te deelen dat mij bij
schrijven van den inspecteur van het midd. onder
wijs, dr A. T. Yan Aken, van 6 Juli 11., no 2422,
is opgedragen u de ontevredenheid van Z. E. den
minister van binnenlandsche zaken te betuigen,
wegens het door u in de Prov. Ov. en Zwolsche
courant van den 31 Mei ingezonden stuk aan de
autoriteiten der Nederduitsch hervormde gemeente
te Zwolle, en u ernstig te raden u in het vervolg
van dergelijke handelwijze te onthouden.
De directeur der rijks H. B. school te Zwolle,
(geteekend) Huberts".
Van een en ander geeft de heer Büchler aan
de tweede kamer in een adres kennisterwijl hij
daarin verzoekt dat de staten-generaal, desnoods
na nauwkeurig onderzoek van het gebeurde (of
schoon de heer B. niet weet dat er iets meer
gebeurd is dan hij bij dezen heeft medegedeeld),
middelen beramen en aanwenden, om onderge
schikte ambtenaren tegen ongepaste bemoeiingen
van hunne superieuren te beschermen.
Tot zoover de feiten zooals die worden gemeld.
Hieruit blijkt dat volgens de opvatting van de
daarbij betrokken autoriteiten leeraars aan 's rijks
inrichtingen van middelbaar onderwijs voor hunne
daden en meeningen, die met hunne betrekking
naar zijn zolderkamertje. Het spreken kostte
haar moeite; het was alsof haar keel dicht ge
knepen werd, en haar hart klopte hevig.
»Doe de deur toe en kom hier. Wat is
dit?" Zij hield hem den gouden haarspeld voor.
Hij deed den mond open en stond onthutst en
bedremmeld.
Zwijg. Lieg niet. Wat is dit?"
Tante stamelde hij.
„Het is niet waargilde Magdalena, „gij
hebt dit bij een floddermadam gevonden
Wilt gij zwijgen deugniet 1"
Angelus kronkelde zich als een slang en riep
razend van verontwaardiging:
»Een floddermadam, zij, zjj! Geef mij die
speld terug, tante, of
»Of?"
Zij hief de hand op.
Hij zwichte niet en herhaalde flinkweg
»Of ik ga heen 1"
En hij zou gedaan hebben wat hij zei. Dat
was duidelijk. Thans begon de engel zich te ver
zetten en God weet welke omwentelingen er plaats
hebben wanneer de engelen in verzet komen
Magdalena bedaarde als met een tooverslag en
werd koud bij het denkbeeld dat de kleine jongen
heen zou gaan. Zij gaf hem echter de speld niet
terug, maar wierp haar door de kamer. Het
kleinood rolde met een helderen klank, als be
klaagde het zich dat het zoo behandeld werd, over
den vloer. Angelus liep het achterna, raapte het
op, veegde het af, wreef het met een slip van
niets te maken hebben, ook rekenschap en ver
antwoording schuldig zijn aan hunne superieuren.
Daarin zijn zij dus niet vrij.
En waarom niet?
Dezelfde schroomvalligheid en overdreven vrees,
die in den laatsten tijd aanleiding gaven tot ver
bodsbepalingen omtrent schoolboeken en het schor
sen van onderwijzers, beginnen ook verder hun
invloed te doen gelden.
Elke zelfstandige meening, elke uiting van een
eerlijke overtuiging moet vermeden worden, ten
einde toch vooral geen aanstoot te geven. Deze
of gene z. g. geloovige mocht zich daaraan eens
ergeren.
Het prestige der school was bij deze quaestie
niet gemoeid, want het gebeurde stond daar ge
heel buitenen hooge autoriteiten als de hierbij
betrokkenen: een minister, een inspecteur van
het midd. onderwijs en een directeur der R .H.
B. S. moesten toonen dat onderscheid goed te
kennen en te handhaven.
Door eene handeling als tegenover dr Buckler
is gepleegd wordt de toestand onhoudbaar.
Wie, zooals hij, financieel onafhankelijk is kan
zich van zelf aan dergelijke willekeur onttrek
ken, maar minder gelukkigen dan hij op dit punt
moeten zwijgen en berusten ofwellicht ge
brek lijden.
En dat behoort niet in dezen tijd, niet
in ons land tehuis.
Wanneer de geloovigen hun geloof als kraak
porselein beschouwen, dat bij de minste aanraking
breekt, dan dienen zij zeiven te zorgen dat het niet
met dat van anderen in aanraking kome. Maar wij
hebben dan geen eerbied en vertrouwen in de
degelijkheid ervan, en allerminst achten wij den
staat geroepen, alleen uit vrees voor het kleinste
duwtje dat daaraan soms gegeven kon worden, om
in te grijpen in de vrijheid van anderen.
Geloovigen en niet-geloovigen hebben evenveel
recht om hunne meening te openbaren.
Thans worden ten believe van de eersten de
laatsten onder toezicht gesteld, waar dit slechts
mogelijk is.
Wij hopen daarom dat de tweede kamer in streng
afkeurenden zin zich in dezen zal doen hooren
en den minister duidelijk te kennen geven dat
iemand als hij, die van zjjne macht misbruik
maakt om de vrijheid van een rijks-ambtenaar te
beperken, uit zucht om zekere partij tot vriend
te houden, niet aan het hoofd van een ministerie
in Nederland behoort te staan.
De huishoudelijke wedstrijd der Schietv er eenig ing
alhier zal, zooals reeds door ons gemeld is, plaats
hebben op Zondag 23 dezer van 's morgens 81
uur en Maandag 24 dezer van 's morgens 8 -12
en 's middags 15 uren. Bjj ongunstig weder
acht dagen later.
De wedstrijd zal verdeeld zijn in drie klassen,
A personeele wedstrijd (uitsluitend voor de leden)
B vrije baan (kaarten van 3 schoten) maximum
voor een persoon 40 kaarten, G (vrije baan) kaar
ten van 5 schoten, maximum 10 per persoon.
zijn jas op en stak de speld toen brutaal op een
kussen, dat Magdalena eigenhandig gemaakt had.
Dat was de onbeschaamdheid ten top voeren.
Angelus zag echter zeer roodhij voelde wel
dat hij iets ongehoords gedaan had en verwachtte
een vreeselijke bestraffing. Hij wierp een angsti-
gen blik op de huishoudster en deze giste een
begin van boetvaardigheid.
Ellendelingsprak zij op den meest hol
len toon, dien zij kon uitbrengen. Daarop haalde
zij haar zakdoek uit en snoot haar neus vreeselijk
hard, al roepende dat zij dood ongelukkig was.
»Maar tante," mompelde Angelus geheel ver-
teederd, waarover beklaagt gij u toch? Ik doe
alles wat gij wilt
»Dat zullen wij zien
Zij was genoodzaakt op te houden om te hoes
ten zij stikte bijna.
„Angelus, gij zijt drie en twintig jaren en
ik begrijp dat wil zeggen ik begrjjp
niet Maar, ziet gij, mijn kind Gij moet
braaf zijn. Er is niets anders in het leven dat
goed is dan dat.. Als gij slecht werdt zou ik het
besterven. Het kan een misdaad worden om
meisjes na te loopen. Als gij eens wist
Wilt gij een vrouw hebben? Welnu, dan moet
gij er een nemen, dat is al, Angelus, gij moet
trouwen."
»Ik!" riep de jongeling geheel verbluft uit,
alsof hij een slag gekregen had. En hij werd
doodsbleek.
Wees niet bang, mijn jongske, ik heb goed
De prijzen worden uitgereikt op den tweeden
dag, des avonds te 8 uren, in het Schuttershof,
welke plechtigheid opgeluisterd zal worden door
eene muziekuitvoering. De leden met hunne
dames zullen daarbij worden uitgenoodigd. De
vereenigingen van Vlissingen en Veere zijn tot
deelneming aan de vrije banen uitgenoodigd, waar
aan door eenige leden gevolg gegeven zal worden.
Aan den wedstrijd zal worden deelgenomen:
Zondags in burgerkleeding en 's Maandags in
uniform (klein tenu).
De vereeniging van burg. en weth. in Zuid- en
Noord-Beveland zal op Donderdag den 27 Sept.
a. s. in het lokaal der Sociëteit Eensgezindheid te
Goes hare najaarsvergadering houden. Behalve
aan de mededeeling van het verslag van de al-
gemeene vergadering der Nederlands die vereeni
ging van gemeenteambtenaren, den 6 September jl.
te Amsterdam gehouden, zal de vergadering gewijd
zijn aan de behandeling der volgende vraagpunten:
lo. Is er geen strijd tusschen artt. 18 en 88
der gemeentewet Kan aan art. 83 dier wet altijd
uitvoering gegeven worden Adviseur de heer J.
A. Neeteson, surnumerair te Goes.
2o. Is de regeering bevoegd heffing van school
geld als voorwaarde te verbinden aan het verleenen
van subsidie, ingevolge art. 49 der onderwijswet
Adviseur de heer jhr. M.qJ. De Marees van
Swinderen, wethouder van Goes.
3o. Kan de raming van de 30 pet. bijdrage
van het recht in de kosten van het lager onderwijs,
zöoals die laatstelijk door ged. staten is voorge
schreven, geen aanleiding geven tot verwarring
in de comptabiliteit der gemeente? Adviseur
de heer H. G. Hartman Jz., secretaris van Goes.
Kterili7.ee, 18 Sept. De collecte, heden aan
de huizen der ingezetenen door de plaatselijke
commissie gehouden, ten behoeve der noodlijdenden
door de aardbeving te Krakatau in N.-I., heeft
f 500 opgebracht.
Uzendijke, 18 Sept. Door het a. vertrek
van den heer W. E- N. Muskeijn, rijks-ontvanger
alhier, naar Hedel, verliest de vrijzinnige partij
een goed voorstandervan zijne liberale denkbeel
den gaven zijne gedichten herhaaldelijk blijk. Door
zijn vertrek komt tevens de voorzittersplaats van
ons lV«fc.'-departement vacant.
Breskens, 18 Sept. Heden had de plechtige
teraardebestelling plaats van wijlen den heer A,
Kole, in leven post- en telegraafdirecteur alhier.
De burgemeester en vele ingezetenen van deze
en andere gemeenten volgden den lijkstoet.
Aan het graf werd door den burgemeester een
woord van hulde gebracht aan den overledene,
wiens nauwgezette plichtsbetrachting en minzaam
karakter werden herdacht.
De schoonvader van den overledene zeide den
spreker dank.
Allen, die den lijkstoet gevolgd waren, zagen
met innig leedwezen den overledene, die hier
algemeen geacht was, grafwaarts dalen.
voor u gekozen. Tante Magdalena ziet goed uit
hare oogen. Zjj weet wel wat zoo'n bedorven
jongetje, als gij zijt, noodig heeft. Het is een
mooi meisje, dat geen cent bezit, want anders
zou zij geen armen drommel van een boekdrukker
willen hebben. Maar ik hoop dat deze nietnene
zal zeggen. Bovendien hebben we een spaar
duitje, zoodat gij u goed in uw huishoudentje
kunt zettenGij zult eens zien hoe aardig dat
zal wezen. Nu, wat is er? Trekt gij zoo'n lee-
lijk gezicht van verdriet over dat malootje van
u Zeg eens, gij moet mij niet boosmakenIk
wil.... verstaat gij mij Ik w i 1 dat gij met
juffrouw Ferrière trouwt, en anders zult gij wat
moois beleven En maak nu dat gjj weg
komt
Magdalena wees met haar bevenden vinger naar
de deur. Zij zag rood van aandoening omdat de
kleine jongen op zijne beenen waggelde en
tranen in de oogen had. Eensklaps sprong hij
als een bezetene op haar toe, sloeg zijne armen
om haar hals en riep al snikkend uit
»0 tante, tante ik houd zooveel van u."
En hij omhelsde haar en snikte als een kwajon
gen en verborg zijn gelaat ih den kraag der ver
baasde Magdalena.
Zij had wel willen zeggenLaten wij er niet
meer over spreken," zoo bedroefde het haar, hem
zoo te zien snikken.
(IkWf vervolgd'}