N° 211. 1886. Yrijda 7 September. DE ARME MIMI. Middelburg 6 September. 126* Jaargang. Advertentien - 20 Gent per regei. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. g Dit blad verschijnt, dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Nationale Militie. Oproeping van een verlofganger. FEUILLETON^ Eene schets uit het dagelijksche leven, MIDDELBUROSGHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. JBolland, te Ivruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüvvenhüuzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicilé G. L. Daübe en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. De burgemeester van Middelburg, roept bij deze op den verlofganger Pieter de Seijn, nunimerverwisselaar dezer gemeente, der lichting 1879, behoorende tot bet 3e regiment infanterie, die zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van art. 136 der militiewet, om zich, voorzien van zijne kleeding en voorwerpen van uitrusting door hem bij zijn vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van zijn verlofpas, uiterlijk op den 15 September aanstaande bij zijn korps te Bergen op Zoom te bevinden, teneinde gedurende drie maanden onder de wapenen te worden gehouden. Hij moet zich vooraf en wel op Woensdag den 12 September a. des voormiddags tusschen 10 en 11 uur bij den burgemeester dezer gemeente aan melden, voorzien van zijn verlofpas, teneinde die voor vertrek kunne worden afgeteekend. Middelburg, den 4 September 1883. De burgemeester voornoemd, PICKÉ. Zooals in ons vorig nommer onder Laatste. Be richten medegedeeld is, vergaderde gisteren middag de hoofdcommissie tot leniging van de ramp op Java en Sumatra ten paleize en onder voorzitter schap van Z. K. H. prins Alexander der Neder landen, prins van Oranje. Z. M. de koning heeft het beschermheerschap van deze commissie aanvaard. Leden der commissie zijn: jhr mr G. C. J. Yan Iteenen, vice-president van den raad van state jhr mr F. J. J. Yan Eijsinga, voorzitter van de eerste kamer der staten-generaalO. Van Rees, voorzitter van de tweede kamer der staten-gene raal mr C. L. De Yos Yan Nederveen Cappel president van den hoogen raadE. A. A. J. De Roij Van Zuidewijnpresident der Algemeene Rekenkamer; mr G. Van Tienhoven, burgemeester van Amsterdammr S. A. Vening Meinesz, bur gemeester van Rotterdammr. J. Cl. Patijn, bur gemeester van 's GravenhageJ. D. Fransen van de Putte, lid der eerste kamermr G. De Vries Az., lid van den raad van stateM. Jansen, lid van den raad van statejhr mr H. C. Van der Wijck, oud lid van den raad van Ned. Indië; luit.-generaal Bouwmeester, oud legerkommandant in Ned. Indië mr N. Trakranen, president der Ned. Handels maatschappij luit. generaal Reuther, lid der tweede kamer; A. baron Scbimmelpenninck van der Oye, lid der tweede kamer; en M. G. Van Heel van Rossum. De commissie doet de volgende oproeping Landgenooten De gebeele omvang der ontzettende ramp, welke een gedeelte van N.-I. beeft getroffen, is nog niet bekendniettemin staat het vast dat in de ge DOOK OCTAVIO BR£ K. Waar haar wieg gestaan heeft kan ik u niet zoo precies zeggen, waarschijnlijk in het een of ander provincie-stadje, vanwaar zich zoo velen aanmelden bij de informatie-bureaux der groote kleedermagazjjnen in de hoofdstad. Wie bekom mert zich ooit om bet verleden van die tallooze jonge meisjes en vrouwen, die van alle zijden naar de hoofdstad stroomen om met noeste vlijt een armoedig bestaan te zoeken Zjj zijn de zoo genaamde onzichtbare, gedienstige geesten der groote wereld, die de eindelooze weelde voortbren gen, waardoor deze zich boven het gewone mensch- dom verheft. Het is haar vaardigheid, haar goede smaak, vaak zelfs het zware werk harer slapelooze nachten, dat de groote dames den triomf op een bal bezorgt. Zjj behangen en drapeeren hare ge stalten, doen haar figuur op het voordeeligst uit komen, versieren hare schouders met de beval- ligste plooisels en garneersels, zoodat de toiletten bewonderd en benijd worden en de dames eveneens. »Welk een uitstekende modiste hebt 'smenschen zelfverblinding teisterde streken, door de ongelukkige bevolking onuitsprekelijk veel wordt geleden, en dat zij niet in staat is, door eigen krachten, in den nood te voorzien. Hulp van elders wordt dringend vereischt, en zonder twijfel is het Nederlandsch volk bereid baar te verleenen. Opwekking daartoe is overbodigalleen moet aan ieder de gelegenheid om eene bijdrage te schenken aangeboden en bem de zekerheid gege ven worden dat zijne gift goed zal worden besteed. Met dat doel hebben de ondergeteekenden zich onder het beschermheerschap van zijne Majesteit den koning en onder voorzitterschap van Zijne Koninklijke Hoogheid prins Alexander der Neder landen, Prins van Oranje, in commissie vereenigd. Zij stelt zich voor, terwijl ieder harer leden be reid is de gelden, die bun mochten worden toegezonden, in ontvangst te nemen, en in elke ge meente de gelegenheid tot het verstrekken van bijdragen te openen. De commissie aanvaardt hare taak met vertrouwen. Moge haar eene ruime medewerking worden geschonken. Een bij bet departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Neder- landsch-Indië, van gisteren, deelt mede dat van de Lampongs nog geen nadere berichten ontvangen en dat de baaien met banken van puimsteen bezet zijn. De ramp van Krakatau geeft de Standaard aanleiding tot de volgende ontboezeming Ontzettend, en alle voorstelling te boven gaande, is de schrikkelijke beroering, die God Almachtig aan Java's westkust in zee en rots en berg gewrocht heeft. Rotsen verzonken en bergen doken op en de zee stoof weg voor Zijn schelden en duizenden en duizenden zijn de dooden, die geveld liggen onder Zijn machtige hand." Of dit »tale Kanaans" is, weten wij niet, maar- verheven of eerbiedig is zulk een beeldspraak zeker niet. Verder beet het dan „En nog roept de dwaas Er is geen God en nog roept men, alsof deze aarde nooit in haar ele menten brandende kon worden »Is er iets, dat evenaart Het is ons niet bewust, dat er verblinden zijn, die roepen, „alsof deze aard nooit in baar ele menten brandende kon worden." Wie zoo'n onbegrijpelijk dwaze phrase zou roepen, was zeker rijp voor Meerenberg. En wat die dwazen" betreft, die tegenover zulke verschijnselen roepen: »Er is geen Godbet moet al een zonderling Godsge loof zijn, dat dergelijke geweldige natuurverschijn selen als grondslag behoeft. Gelukkig, dat er altans een troost is voor de Standaard, namelijk dat ook de dwazen gaarne uit deernis helpen om geslagen wonden teheelen. Dit overtuiging verzoent ook ons bijna met de taal dier wijze mannen, die in de ramp van Krakatan Gods schelden bewonderen. Vad gij," zegt menmaar dan denkt men niet aan de persoonlijkheid der naaister, alleen aan de machine, het naamlooze werktuig dat al die pracht in het leven riep. Het is een kleine wereld op zichzelf, waar nie mand aan denkt en niemand langer op let dan hij er meê in aanraking komt, en toch is zij onontbeerlijk voor de groote wereld. Mimi was een fijne naaisterd. w. z. zij hield zich slechts met het fijnste en elegantste werk bezig. Wel beschouwd was zij een klein, leelijk schepseltje; zonder eenige regelmatigheid in hare gelaatstrekken en verschrikkelijk magermaar zij had «en paar oogen, die u onwillekeurig noopten te vragen»hoe komt zij daaraan Zij lagen zeer diep, maar waren toch heel groot en zulke oogen zien er altijd gevoelvol uit. Hare geheele persoonlijkheid lag in hare oogen. »Ziet gij dat meisje daar?" zegt de eene flaneur. »Ja, wat is daar voor bijzonders aan?" vraagt de tweede, zij is mager en leelijk." Mooie oogeD t Ja, waarlijk prachtige oogen kom 1" Maar de oogen van Mimi lagen te diep; zij merkte niets van de blikken die op haar gericht werden, noch iets om zich heen, wanneer zij 's avonds, armoedig gekleed, met haar taschje aan den arm naar huis ging, waar zjj haar kamertje een klein hokje met een sigaren verkoop stertje deelde. Dat was nu in twee jaren haar zesde kamer Het plaatselijk comité te Amsterdam voor de inzameling van giften voor de slachtoffers der ramp in Ned. Indië, heeft door bemiddeling der Nederlandsche Handelmaatschappij, reeds f 13,000 per telegraaf overgemaakt aan de plaatselijke commissie te Batavia. Evenals de beer Job. Ykema te 's Hage wil ook de heer F. B. Van Ditmar te Utrecht een kunst blad Nederland-Insulinde uitgeven tot leniging van de ramp van Krakatau. Hij roept daartoe de medewerking van alle bekende letterkundigen schilders, musici en teekenaars in. Van 't goede niet te veel, zouden wij wenschen in herinnering te brengenwaar Frankrijk het met éen Paris-Murcie afkon, beeft Nederland geen twee drie ondernemingen noodig. 't Vermeerdert de uitgaven, zonder de inkomsten belangrijk te verboogen. Omtrent Llolland-Krakatau kunnen wij nog mededeelen, dat het in onze en in de Fransche taal zal verschijnen, en dat onze begaafde schilder Bosboom zich bereid verklaard heeft om het plan der heeren Ykema en Stempels te ondersteunen en zich te belasten met de artistieke rangschik king der in te komen gravures. Van vertrouwbare zijde wordt Het Vaderland medegedeeld, dat eerstdaags een kaart zal ver schijnen, bevattende bet zoo vreeselijk geteisterde deel van onzen Archipel. De opbrengst dezer uitgave, die volgens de nieuwste bronnen wordt samengesteld en waarvoor de directeur der topo grafische inrichting zijn steun heeft toegezegd, zal strekken tot leniging van den nood in West- Java en Zuid-Oost-Sumatra. Gisteren avond had in de groote zaal van bet Schuttershof alhier de bekroning plaats van de inzenders der best gekweekte planten ter Floralia- tentoonstelling. Nadat het strijkorkest onder directie van den heer Liesoy de feestelijke bijeenkomst geopend bad, hield de beer P. D. Koning eene korte toe spraak tot de ruim 400 aanwezigen, voornamelijk inzenders. Hij bracht hun dank voor den steun dien zij bet pogen der vereeniging verleenen, dooi de zorg die zij aan de planten wijden, waar door bet mogelijk is, niettegenstaande tal van bezwaren, zulke scboone, flink ontwikkelde planten ten toon te stellen. Spreker gaf voorts nog eenige wenken voor bet kweeken, wees erop dat elke plant hare eigenaar dige behoeften en eischen heeft en raadde de aan vragers aan daarmede steeds rekening te houden; konden zij zelf niet oordeelen, de commissieleden zijn bereid ben voor te lichten. Daarna sprak de heer Doorenbos de bekroonden toe en wenscbte ben met bun prijs of premie geluk. Hen die met een spaarbankboekje waren bekroond wekte spreker op tot spaarzaamheid, tot passen op de kleintjes, en de andere premiewin ners tot voortgaan op den ingeslagen weg om genoot. De vijf eersten waren baar gezelschap al heel spoedig moede geworden. Zij was zoo stil en eenzelvig en wilde nooit eens meêdoen aan een pretje. Hare oogen waren altijd in de weer als een kwaad geweten, voor het minste onge- rechtigheidje, en met een kwaad geweten kan men het op den duur niet uithouden. Het sigaren verkoopstertje scheen echter minder van die oogen te lijden te hebben dan de anderen want zij had het nu reeds anderhalf jaar uitge houden en het was nog niet in haar opgekomen om te scheiden van de »Mier", zooals zij Mimi, ter wille van haar vlijt, gedoopt had. Het was een vroolijk, levendig meisje, dat het leven nam voor hetgeen het was, het er zoo goed mogelijk van nam en in haar stand een zeer goeden naam had. Op hare vrije dagen placht zij Mimi aan haar werkplaats af te halen en een eind met haar te wandelen eer zij naar huis gingen. Het was haar trots om door haar vroolijkheid een glimlach op die altijd zoo ernstige trekken van Mimi te kunnen brengen. Zij had zooveel te vertillen van bare dagelijksche klanten, zoo veel praatjes, die de heeren met haar maakten, en zij meende dat dat Mimi moest amuseeren, die zoo weinig van de wereld zag. Zij had daar zelf ook nog een zeer ongekunstelde opvatting van en was veel te eenvoudig om den verborgen zin dier praatjes te begrijpen, zoodat baar verbalen Mimi in geen enkel opzicht konden schaden. Zoo waren de jonge meisjes goede vrienden ge worden en Sophie was het eenige, wezen, tegen steeds vooruitgaande in bloemenkennis straks ook als prijswinner uit het krijt te treden. Hierop nam het uitreiken der prijzen een aan vang, dat op de gewone wijze plaats had. Even als vroeger ontbrak bet daarbij niet aan verma kelijke incidenten, wanneer namelijk bet cadeau juist tegenstrijdig was met de persoonlijkheid van den winner of de winster, en eene oude boeren vrouw een tabakspijp, een zeer jong meisje een gueridon ten deel viel enz. Als eene aardige bijzonderheid verdient het ver melding dat uit een gezin 4 personen ieder met een spaarbankboekje van f 5 werden bekroond. Bij de bekroning van de beste planten overge houden van 1882, deelde de beer Doorenbos mede dat het daarvoor beschikbaar gestelde spaarbank boekje was bestreden uit een gift van de vrijmet selaarsloge La Compagnie Durable alhier. Na bet uitreiken der prijzen en premiën bracht namens de bekroonden een hunner, C. Janse, aan het bestuur aller dank voor de vele moeite en zorg die het zich geeft voor den werkmansstand en sprak bij de hoop uit dat bet op dien weg steeds, zoo mogelijk met nog meerder succes, moge bljjven voortgaan. Vlissing-en, 5 Sept. Weldra zal op den ontworpen zeeboulevard, thans nog de Westdijk genaamd, bet eerste gebouw verrijzen, waarvan plan en teekening zijn ontworpen door den bouwkun dige J. J. Notenboom alhier. Het zal voor rekening van den beer A. But alhier worden gebouwd, terwijl daarin de sociëteit „Nederlandsch loodswezen" zal worden gevestigd. Tevens zal zich in het benedengedeelte de wacht der loodsen bevinden, welke tot nu in een hok der vroegere kasematten van de voormalige vesting werken werd gehouden. Dit eerste gebouw, waarvan een vergezicht in zee en op de Schelde zal te genieten zijn, dat stellig eenig in onze stad, belooft in alle opzich ten een sieraad te zu\len worden. Men schrijft ons De vrees, die wel eens bij sommigen is opge komen, dat het electrische licht de gasfabrieken geheel zoude verdringen, is eenig9zins voorbarig geweest, en er bestaat geen reden om te veronder stellen dat bet in vele opzichten zoo nuttige gaslicht plotseling nu het nieuwe licht komt als ballast over boord zal worden geworpen. Juist door de komst van het electrische licht zal het gaslicht meer tot zijn recht geraken; alle ver beteringen die mogelijk zullen zijn, zullen worden aangebracht, en niet alleen dit, ook de prijzen van het gaslicht zullen matiger worden en gelijken tred houden met bezuiniging van het verbruik en vermeerdering der lichtsterkte. Op dien weg zijn dan ook reeds de geleerden in dat vak druk werkzaam geweestwij zagen hiervan dezer dagen een duidelijk voorbeeld. Gelijk men algemeen weet worden de werk plaatsen der koninklijke maatschappij De Schelde te Vlissingen met electrische lampen verlicht. In wie Mimi zich uitliet en met wie zij eenigszins openhartig omging. Maar er was nog iemand voor wien hare diep liggende oogen een groote aantrekkelijkheid hadden, iemand die dolgaarne nader kennis wilde maken met dit zonderlinge schepseltje. Dit was haar buurman of liever overbuurman, die van zijn zolderkamertje precies op het hare kon zien. Hij was boekdrukker op eene groote drukkerij en scheen bet nog al goed te hebben. Eiken ochtend als hij naar zijn werk ging, zag hij Mimi uitgaan, en als hij 's avonds niet toe vallig laat thuis kwam, waren zij bijna altijd te gelijk in de straat of voor de deur. Zoo hadden zij elka&r bijna een heel jaar gekend, maar nog geen woord gewisseld. Hare oogen lagen te diep. Zij keek zelden op, wanneer zij alleen op straat liep, en die bedeesdheid maakte bem insgelijks schuchter. Hij zou nooit op het denkbeeld gekomen zijn om baar aan te spreken, als niet een zeer onbeduidend voorval, dat evenwel hoogst gewichtige gevolgen na zich sleepte, plaats gehad en een einde aan zijn aarzeling gemaakt had. Op zekeren morgen liep bij de markt over en en zag hoe een groote slagershond op Mimi toe schoot en baar zoodanig deed schrikken, dat zij haar taschje liet vallen en achteruit deinsde. Hij spoedde zich naar haar toe, gaf den hond een slag met zijn stok, zoodat die jankende wegliep, raapte het taschje op en gaf het Mimi terug. Toen sloeg zij voor het eerst hare oogen tot hem op en zag hem met innigheid en warmte aan, terwijl zij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1