N° 195 126® Jaargang. 1883 Maandag 20 Augustus. Nationale Militie. Politie. 3 FEUILLETON. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels/' 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Oproeping van verlofgangers der lichting 1880. Middelburg 18 Augustus. HET TISZA-ESZLAR-PROCES. MIDDELBIIRGSOH COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. De burgemeester van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in deze provincie van den 17 Mei 1883, A n° 829/3e afdeeling (provinciaal blad n° 43), roept bij deze op de in deze gemeente wonende milicien-verlofgangers der lichting 188©, behoorende tot het Itorps rijdende artillerie, om op den tijd en plaats als in de aan hen uit te reiken order is vermeld, tegen woordig te zijn, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomenbenevens van hun verlofpas, teneinde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken. Zij moeten zich vooraf en wel op Maandag den 27 Augustus a., des voormiddags tusschen 10 en 11 uren, bij den burgemeester hunner woonplaats aanmelden, voorzien van hun verlofpas, ten einde de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen. De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps gestraft. Zij, die niet aan de oproeping voldoen, worden als deserteurs behandeld, terwijl degenen, die door ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, van die omstandig heid, onder overlegging van eene verklaring van den geneesheer, tijdig kennis behooren te geven aan den burgemeester. Na hun herstel vervoegen zij zich bij hun korps. Middelburg, den 18 Augustus 1883. De burgemeester voornoemd, D. A. DRONKERS, L. B. De burgemeester en wethouders van Middelburg, herinneren de ingezetenen aan hunne publicatie van den 30 April 11. waarbij de verordening van al- gemeene plaatselijke politie, zooals die den 18 April te voren door den gemeenteraad is vastgesteld, en voor een ieder tegen betaling van twintig cent ter gemeente secretarie verkrijgbaar is gesteld. Middelburg, den 17 Augustus 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, D. A. DRONKERS I. I De secretaris, Gr. N. de STOPPELAAR. Als een nieuwe bijdrage tot de door ons, in ons nommer van 28 Juli, geleverde beschouwing, waarin wij beweerden dat wij in zake de schoolquaestie door het aftreden van den heer Pijnacker Hordijk en het optreden van den heer Heemskerk geraakt zijn van Scylla op Charybdis, verdienen wel de aandacht de wijzigingen die door de regeering zijn gebracht in de koninklijke besluiten betreffende den schoolbouw. Het Handelsblad wijst daarop en verklaart ook dat er zich bij het hoold van het kabinet sporen De ontdekking van het lijk van een jong meisje in de Theiss dreigt het gansche gebouw, dat op het getuigenis van den zoon tegen den vader is opgericht, omver te werpen: de kleeding van de verdronkene komen juist overeen met die welke het meisje droeg op den dag harer verdwijning. Van een wond of gewelddadige behandeling geen spoor. Er is dus geen moord gepleegd, en het ontaarde kind blijkt een bedrieger te zijn. Doch de antisemieten zijn doof aan dat oor. Zij willen hun prooi niet loslaten. De Joden, zij die het meest belang bij de zaak hebben, worden gestreng van de confrontatie van het lijk verwijderd ge houden, en dit, hiervoor zorgt men wel, wordt den lieden ontkleed vertoondhet mag niet herkend -worden. De moeder en vrouw Hury zeggen, dat het Esther niet is. Het parket, onder den invloed van den rechter van instructie Barry, roept de vinders van het lijk voor zich en ontwringt hun door kwellingen de later in de volle zitting her roepen verklaring, dat het gevonden lijk is onder geschoven en bedekt met de kleeren van Esther Solymossy. De debatten worden den 18e» Juni 1883 geopend voor de rechtbank van Nyiregehaza, in eene zoo yerhitte en overspannen omgeving, dat men niet van zekere reactie op 't gebied van het onderwijs schijnen *te vertonnen, die iet—blad- voorkómen in strijd met het welbegrepen belang van ons volk te zijn. „Ingevolge art. 4 der nieuwe onderwijswet heeft indertijd," zoo schrijft het blad, de „minister Six in Augustus 1880 een koninklijk besluit uitgelokt, waarbij, in overeenstemming met het advies der inspecteurs de houw en inrichting der scholen op vasten voet worden gebracht. Ten einde de ge meenten den noodigen tijd te gunnen, werd tevens bepaald dat uiterlijk 1 Januari 1884 overal de nieuwe scholen gereed moesten zijn. Doch reeds de opvolger van den heer Six heeft de door zijnen voorganger gestelde eischen aan merkelijk verlaagd. De heer Pijnacker meende sommige gemeente besturen ter wille te moeten zijn in hun klachten over al te drukkende bepalingen, die, gelijk zij beweerden, hooge kosten veroorzaakten. Daarom werden allerlei voorgeschreven verbeteringen we derom ingetrokken. En dat niet alleen. Maar ook werd aan de bijzondere scholen dispensatie van de nog overblijvende bepalingen geschonken. Wie nu gedacht moge hebben dat aan de oppo sitie genoeg concessies gedaan waren, heeft blijk baar buiten den waard gerekend. De heer Heems kerk gaat nog5 weer eenige schreden verder. Had zijn voorganger althans de houten vloeren in de scholen nog noodig geacht, de tegenwoordige mi nister geeft aan steenen gangpaden de voorkeur. Yond de eerste geheel of gedeeltelijk overdekte speelplaatsen verkieslijk, zijn opvolger schijnt ze overtollige weelde te achten. Bleef tot heden de termijn van voldoende inrichting der scholen tot 1 Januari 1884 gehandhaafd, thans worden de gemeentebesturen gemachtigd de noodigste verbe teringen weer tot 1 Januari 1886, dat is nog twee volle jaren langer, uit te stellen." Het maakt, volgens het Hand., reeds op zich zelf een slechten indruk, dat binnen een betrekkelijk kort tijdsverloop de koninklijke besluiten betref fende een onderwerp telkens gewijzigd worden. Het gaat thans op het gebied van onderwijs ge lijk op dat van marine en oorlog. Wat de eene minister opbouwt, breekt de andere weêr af. En daar de heeren elkander met verrassende snelheid opvolgen, zijn die afwisselingen veel te talrijk. Zij belemmeren de goede werking der schoolwet en geven aan het onderwijs een zekere onvastheid die de school stellig niet ten goede zal komen. Het blad toont aan dat die wijzigingen niet gemotiveerd zijn. Het is niet hekend dat erva ring en wetenschap iets ten nadeele van het eerste besluit over de schoollokalen hebben geleerd en evenmin weten wij dat aangetoond is dat de door den heer Six gevolgde geleerden en vakmannen dwaalden. Alles draait blijkbaar neêr op de geld- quaestie, en het blad waarschuwt tegen de tegen woordige taktiekdie slechts doet vragenvoor hoe weinig kan het en niethoe geschiedt het, in het belang der schooljeugd, het best Daartegen waarschuwt de redactie die den minister wel zou willen verzoeken zich op dit begrijpen kan, hoe de regeering te Pesth geen gebruik heeft gemaakt van de wet, om de zaak naar een ander hof over te brengen. Te Nyire gehaza zijn de getuigen omgeven door een troep woedende fanatiekende mannen hebben den eer bied voor zichzelven en voor de justitie verloren; de vrouwen stellen zich woest en krankzinnig aan, gelijk de Erinnyen. Als de beschuldigden 's morgens uit de gevangenis naar het gerechts gebouw daartegenover gebracht worden, moeten zij geëscorteerd worden om voor een aanval van de menigte behoed te blijven. Gelukkig dat naast die heerschappij der blinde hartstochten, naast die omkooping der getuigen, welke de rechter van instructie Barry, die ten spijt van de protesten der advocaten in de zaal heeft post gevat, in praktijk brengt in tegen woordigheid der rechters, gelukkig dat naast dit alles de beschuldigden zeiven voor zich hebben hun onschuld, de wetenschap die haar machtige en onpartijdige stem zal verheffen, en eindelijk de warme en bezielde welsprekendheid van de advocaten Eötvoes, Heumann, Friedberg, Fun- tack enz. De aangeklaagden zijn negen in getalSchwarz, Leopold Braun, Buxbaum, en Wollner, die van moord beschuldigd wordenScharf, Lustig, Abra ham Braun, Weisstein en Junker, beschuldigd van medeplichtigheid. Op veertien maanden preventieve hechtenis volgen zes weken, doorgebracht op den bank der beschuldigden. Yoor 't eerst in onzen modernen hellend vlak niet verder voort te bewegen. Want ga A dit beginsel heerschen, daa zullen wij waar schijnlijk van kwaad tot erger komen. Als het op betalen aankomt, pruttelen de menschen altijd. Men zal blijven klagen over den te zwaren druk; steeds meer trachten de kosten der school te ver minderen. Het einde zal zijn dat de minister, om allen te bevredigen, de éene bepaling voor, de andere na opofferen moet. Yooral de verlenging van den termijn is gevaarlijk. Want let wel! wij zijn nu nog twee en een half jaar verwijderd van het tijdstip, waarop de scholen, volgens dezen minister behoorlijk ingericht moeten zijn. In die twee en half jaar kan veel gebeuren! Allereerst zal het volgende zeker geschieden: Yele gemeenten, die zich tot verbetering van den bestaanden toestand gingen aangorden met het oog op den door minister Six gestelden termijn van 1 Januari 1884, zullen nu de handen weer voor twee jaar in den schoot leggen, denkende dat wie dan leeft ook wel zorgen zal. Neemt men hierbij in aanmerking, dat de reactie veld wint en dat het twijfelachtig is, of nog lang der schoolwet genegen ministers aan het bewind zullen zijn, dan schijnt vooral de wijziging van den termijn te betreuren. De onwillige gemeentebesturen zullen lachende oppositie zal juichen, maar wie het wel meent met de volksschool ziet een volks ramp in 't verschiet, als hij bedenkt dat van dit uitstel wellicht afstel zal komen. Al betaalt men thans veel, men heeft jaren, eeuwen lang te weinig voor het onderwijs uitgegeven. Bovendien is 't bekend dat, als de groote som men voor den bouw en de inrichting der scholen eenmaal besteed zijn, de onkosten allengs van zelve zullen inkrimpen. Doch laat het zelfs zijn dat sommige gemeenten thans door die uitgaven wat zwaar gedrukt wor den. Dan zou daaruit logisch volgen, dat men die krachtig subsidieerde of op haar, althans voor een tijd, den maatregel niet te streng toepaste Maar terwille van die enkelen, welke zich terecht of ten onrechte bezwaard achten, alles weder voor een tijd prijs te geven en den gan sehen schoolbouw op losse schroeven te stellen, is ver keerd. De redactie van het blad hoopt, en wij met haar, dat welgezinde besturen die het hoog belang der volksschool begrijpen, zich door het koninklijk besluit niet zullen laten weerhouden om in dezen zoo spoedig mogelijk hun plicht te doendat de minister niet op den ingeslagen weg voortga, en dat deze stap achteruit de laatste zij en bljjve. De St.-Ct. bevat het volgende verslag omtrent de verwachtingen van den oogst over 1883 in de provincie Zeeland. De tarwe is in sommige streken dun van stand, doch heeft een goed gevulde aar. Men schat de opbrengst, zoo van graan als stroo, op het gemid delde of eenigszins daarboven. Yan de rogge geldt hetzelfde. De wintergerst is veelal ongelijk gegroeid en tijd heeft een crimineel proces een zoo langen duur. Waarlijk een Tantalusstraf voor de arme aangeklaagden! En wederom een overeenkomst met de heksenprocessen. De instructie was dooi de inquisiteurs Barry en Peczely met barbaarsche wreedheid geleid ten einde schrik te verspreiden en bekentenissen te ontwringen hadden zij 73 personen in de gevangenis geworpen en allerlei kwelmiddelen toegepast. Zjj zouden graag de gansche Joodsche bevolking achter de grendels hebben gezet. Wel pogen zij de waarheid te on derdrukken, maar de openbaarheid der debatten brengt alles aan het licht. In de eerste zittingen weerklinkt het rechtsgebouw van de woedende uitingen, die volgen op de protesten der aange klaagden, van welken de meesten zich op hevig verontwaardigden toon uitdrukken. Doch men valt hen alleen niet lastig en in de rede. Man nen en vrouwen vallen de verdedigers aan, en beleedigen het openbaar ministerie, den heer Szeiffert, die, naar mate de debatten voortgaan en het complot aan dén dag brengen, de zaak van de beschuldigden opneemt en den president dwingt zijne stuitende partijdigheid althans te verbergen. Die president neemt een droevige houding aan gedurende de uiterst tragische scene, waarin bij de opening der debatten Scharf, de vader, wordt geplaatst tegenover zijn zoon. Geen zuchtje wordt gehoord. Men houdt zich gereed den kostbaren getuige te verdedi gen indien Scharf, een man van groote ge stalte, met een martiaal voorkomen en een krijgs- gerijpt, zoodat geen gelijkmatige korrel zal wor den verkregen. De opbrengst zal niet boven het middelmatige zijn. De zomergerst daarentegen is zeer voordeelig ontwikkeld, zoodat een vrij ruim beschot mag worden verwacht. Wat de qualiteit betreft, is het vooruitzicht door de regens van den laatsten tijd onzeker. De haver is, althans voor het grootste gedeelte, goed geslaagd; overigens geldt hetgeen bjj de zomergerst is opgemerkt. De boekweit, slechts in een klein gedeelte der provincie verbouwd, staat veelbelovend. Van de bruine en witteboonen (stamboontjes) kan een ruim beschot worden verwacht, zoo die verder door droog en niet te heet weder worden begunstigd. De paardenboonen beloven eene zoo al niet hooge, dan toch zeer bevredigende opbrengst, mits de gewone luisplaag, die vrij algemeen voorkomt, zich niet te sterk ontwikkele. Op de erwten, welke zich aanvankelijk zeer schoon ontwikkelden, oefenden de zware regens der laatste weken een ongunstigen invloed. Ook wordt in sommige streken geklaagd over schade, door de luis aangericht. Over het algemeen schijnt echter de opbrengst niet onvoldoende te zullen zjjn. Het vlas was algemeen ongelijk gewassen en voor een groot deel te kort van stengel. De op brengst van den verkoop te velde was daarom in een groot gedeelte der provincie voor den ver bouw niet voordeelig. Toch schijnt het beschot, zoo van lint als van zaad, vrij algemeen op het middencijfer te kunnen worden gesteld. Het koolzaad heeft slechts hij uitzondering eene bevredigende uitkomst gegevenover het alge meen waren qualiteit en quantiteit beneden het middelmatige. Van de aardappelen leverden de vroegcsoorteb een ruim beschot. De latere stonden tot dusver goed, maar hebben thans veel van de ziekte te lijden. De meekrap schijnt niet onvoordeelig te staan. Ajuin had tot dusver geen gullen groei. Hoog stens kan een middelmatig beschot worden ver wacht. Suikerbieten, mangelwortels en paardenpeenen zijn schoon ontwikkeld en beloven een zeer rui men oogst. De weilanden, vooral de hooger gelegene, had den van de droogte in het voorjaar en den voorzomer te lijden, doch staan thans, door de sedert gevallen regens, gunstig. De hooisnede was vrij voldoende op de inza meling oefende echter de natte weersgesteldheid een ongunstigen invloed. Klaver en lucerne hebben eene volle snede op geleverd. Yerseke, 17 Augustus. De kiesvereeniging Recht voor Allen heeft in hare vergadering van Vrijdagavond een bestuur van 5 leden gekozen. Tot president is gekozen de heer D. H. W. Laeijen- decker, tot vice-president de heer P. Sandee Sr., tot leB secretaris de heer I. Hage, tot 2en secretaris de heer C. A. E. Sauer en tot penningmeester de heer P. Dijkwel. Genoemde heeren hebben alle hunne betrekking aangenomen; de heer Laejjen- decker met de bijvoeging dat hij zulks deed om geen stoornis in de vergadering teweeg te brengen haftige houding, nog in de kracht van zijn leven, soms uit woede zijn zoon geweld wilde aandoen. Maar niets ligt minder in zijn gedachte. Niet gramschap, maar onverwinlijke teederheid bezielt hem »Kent gij het zevende gebod gij zult uwen vader en uwe moeder eeren?" De zachte en toch doordringende stem, het on verwachte der vraag, de eenvoud waarmede zij gedaan werd hebben een gevoelige uitwerking op de hoorders, zelfs op de bevooroordeelde menigte. »Neen", antwoordt de zoon. Na den eersten leugen volhardt hij, en de vader, die niet wil gelooven aan zooveel laagheid, smeekt zijn zoon onder tranen medelijden met hem te hebben, met den vader die hem had opgevoed, verzorgd en doen onderwijzen met groote kosten. De jongen wordt hoegenaamd niet bewogen. Hij herhaalt zijn verklaringhij verzekert, dat hij Esther heeft zien ombrengen. Hij verzaakt het geloof zijner ouders, dat hij volgens zijn zeggen wil afzweren; hij verheft zijn stem tegen zijn vader en doet hem gevoelen dat 't slechts van hem, den zoon, afhangt den toestand van den vader nog moeiljjker te maken. Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1