iüiniuip. ADVERTENTIËN. Vijf en twiniii-jarip EcMTeraiipi Lager Onderwijs. Briefwisseling. Handelsberichten. Weerkundige waarnemingen. Algemeen Overzicht. Het proees-Bernard- Graanmarkten, enz. Prijzen van Effecten. tigen dat Cetawayo nog leeft. Hij wordt te Ma- ritsburg verwacht. Alexandria. De cholera breidt zich hier niet ernstig uit. üonstautinopel. De Sultan heeft een irade geteekend tot unificatie der Turksche schuld. 10 Augustus, des morgens te 8 uren. Verwachtkrachtige W. wind, buiig weder en regen. Thermometerstand te Middel burg. 9 Aug. *8 avonds 11 uren 56 gr. 10 n *8 morgens 8 uren 58 gr. 's middags 1 uur 67 gr. *8 avonds 5 uren 61 gr. F. De tijdingen omtrent het lot van Cetewayo spreken elkaar nog altijd tegen. Volgens som mige heeft de Zoeloekoning in het gevecht bij Ulundi slechts een paar lichte assagaai-wonden gekregen, en is hij er in geslaagd om te ont snappen met eenige zijner vrouwen in een kraal tusschen Ulundi eu de Umvolosi-rivier. En deze tijding zoude de Engelsche regeering ontvangen hebben van Cetewayo's schoonbroeder Sherigana. Doch volgens eene andere lezing zou de Zoeloe koning zijn aangekomen bij den Engelschen mi nister-resident Osborn, die met het toezicht op Zoeloeland is belast. Eindelijk seint Reuter, dat het nagenoeg zeker is, dat Cetewayo leeft en ge vlucht is op het grondgebied, dat aan Natal grenst en dat door Engeland voor onzijdig grondgebied werd verklaard. Die verzameling berichten maakt het groote onderwerp van den dag uit. Men is zeer nieuwsgierig ot de reusachtige negerkoning nog leeft dan of men, uit liefde tot de legende, hem heeft opgewekt uit den doode, gelijk men eertijds Napoleon I in Frankrijk opwekte lang na zijn verscheiden. Zeker is het voorbarig bericht van den dood van een hooggeplaatst persoon in Afrika niet zonder voorbeeld. Vier jaren geleden rekende men Usibipu, den overwinnaar van Cete wayo, ook onder de doode slachtoffers van een gevecht, en eenige zijner vrouwen, die beweerden het lijk gezien te hebben, waren reeds kaal ge schoren als teeken van rouw, toen de echtgenoot gezond en wel terugkeerde. Men behoeft dus niet zeer verbaasd te zijn, indien de Zoeloekoning wederom uit zijn asch verrijst. Wellicht wil echter de vijand de waarheid geheim houden uit vrees voor eene bestraffing van de Engelsche regeering. De dynamietpartij doet weder van zich spreken. Het gerechtshof te Liverpool sprak het schuldig uit over vijf Ieren, die overeengekomen waren om Westminster en de bureaux der Times in de lucht te doen springen zij werden tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. Op een der in beslag genomen pakjes ontplofbare stof was met komiesch cynisme geschreven „best middel tegen de jicht; oogenblikkelijke genezing". Ook een zesde per soon is in hechtenis genomen juist toen hij, uit Amerika komende, in Engeland aan wal stapte; hij staat ook in betrekking tot dit dynamiet- proces. Egypte wordt nu ook door een andere plaag bedreigd, namelijk door het Nijlwater, dat onrust- harend stijgt en eene overstrooming zal veroorza ken, voor welke de bewoners grooter vrees hebben dan voor de cholera. De epidemie neemt te Caïro merkbaar af en eveneens onder de Engelsche troe pen, maar zij neemt toe te Alexandria en woedt ook hevig te Kafrzayat. Ook in het krankzinni gengesticht te Abassieh brak zij uit, waar vele slachtoffers bezwijken, dank zij de zorgeloosheid der autoriteiten. Gelijk wij gisteren onder de Laatste Berichten nog konden mededeelen gaat de geest van opstand, die zich in Spanje 's provincie Estramadura openbaarde, ook elders uitbreken. Werkelijk zijn de berichten hieromtrent zeer ernstig. Te Nagera in de provincie Logrono is een gedeelte van het garnizoen in opstand gekomen en daarna, toen de insurgenten bedreigd werden, naar de bergen gevlucht. Ook in Barcelona nemen de militai ren eene dreigende houding aan. De gebeurte nissen wekken overal zeer levendige ongerustheid. De Madridsche pers en de politieke kringen houden zich slechts met die complotten bezig, die een uitvloeisel zijn van een militair pronunciamento. Men dacht dat de tijd der pronunciamentos voorbij was. Het blijkt dat de opstand te Badajoz langen tijd tevoren is beraamd en dat hij geheel een republikeinseh karakter draagt, d. w. z. dat de insurgenten bekooren tot de verschillende republi- keinsche elementen als zorillisten, federalisten, possi- bilisten (zij die zich van Castelar hebben afgeschei den) enz. Wat de reden is van het terugtrekken der opstandelingen over de Portugeesche grenzen, be grijpt men tot nu toe niet, daar zij door bekwame hoofden werden aangevoerd en talrijk genoeg waren om aan generaal Blanco, die nog ver van Badajoz af was, weerstand te bieden. De koning heeft nu een besluit geteekend tot schorsing der constitutioneele waarborgen en de ministers ge machtigd om den staat van beleg af te kondigen, waar dat noodig mocht zijn. De kommandant en de prefect van Badajoz zijn afgezet. In Oostenrijk volgt men met belangstelling den dageljjksehen strijd tusschen de Czechische en Duitsche partijen. Men moet erkennen, dat de eersten zich vrij conciliant toonen. Zoo stelde onlangs de club der Czechen aan de club der Duit- schers voor om eene commissie te benoemen, die voorstellen zoude doen tot eene overeenkomst tusschen de twee nationaliteiten. De andere partij gaf hierop een weigerend antwoord, daar zij geen vrede mogelijk achtte. De centralisten wil len aan den anderen kant Bohemen in twee deelen verdeelen, een Duitsch en een Czechisch deel. Doch hiermede steekt de Czechische pers den draak, daar gansch Bohemen volgens haar Cze chisch is. Een dergelijke verdeeling zoude trou wens aan de goedkeuring van den Reichsrath moeten onderworpen worden, welks meerderheid daarin zeker niet zoude toestemmen. (Slót) Na de uiteenzetting van hetgeen aan dit ge ruchtmakend proces is voorafgegaan komen wij aan de ondervraging van den beschuldigde Ber nard. Hij bekende de gelden te hebben medege nomen om ze te onttrekken aan de aanspraken van den gewezen bisschop Duinont. Den dag voor zijn vertrek was er groote raad geweest in het bisschoppelijk paleis, waar voorlezing was gedaan van een brief van den oud-minister van justitie Delandtsheere, die aanraadde tot het vertrek. Ber nard verklaarde daarenboven wat niet zeer hel der is dat volgens zijne meening hij, van het oogenblik dat de bisschoppelijke schatkist aan hem was toevertrouwd, zich moest beschouwen als „ver antwoordelijk eigenaar" der gelden die erin waren. Deze ondervraging van den kanunnik was in zeker opzicht voor velen een verrassing, daar zij verondersteld hadden dat zij een ernstige beschul diging zoude bevatten tegen den Doornikschen bisschop. Doch tot aller verwondering zijn de rollen omgekeerd, en is Du Rousseaux als aan klager opgetreden, openlijk gewagend van de knoeierijen" van den priester, die zijn vertrouwde was geweest. Uit het getuigenis van Du Rousseaux blijkt, dat Bernard reeds aan de kas heeft ge zeten vóór de gebeurtenissen voorvielen, waaruit het proces is voortgekomen. En dat hij, uitgenoo- digd om de schatkist op een veilige plaats te brengen, de bevelen heeft overschreden door naar Amerika te vertrekken, schijnt zijn reden te hebben in de omstandigheid dat hij vroeger gepleegde verduisteringen had te verbergen. Er waren, volgens de verklaringen van dèn vi caris-generaal Bouvry, te Doornik drie kassen de bisschoppelijke kas, die de schatten van het diocees bevattedie van het seminarium, waarin de giften, door particulieren met een zeker doel ge geven, werden bewaard en ten laatste een spe ciale kas, een hulpfonds, waarin de gelden werden bewaard, bestemd voor de pensioenen der priesters. Buitendien was er natuurlijk nog de persoonlijke kas van den bisschop. Het schijnt dat Bernard na zijne benoeming tot kassier al die kassen heeft vereenigd tot éen die groote welke hij medege nomen heeft naar Amerika, en die de politie commissaris Bourgeois met zoo groote moeite heeft teruggebracht. Een inwoner van Doornik kwam getuigen, dat de kanunnik Bernard voor zijn vlucht in de En gelsche taal les nam dat hij zich voorbereidde om naar Amerika te gaan, lang voor het oogenblik waarop er quaestie kon zijn van de schatkist in veiligheid te brengen. Na de getuigen, die tegenwoordig waren bij het beslag leggen op de eigendommen door den nieuw benoemden bischop Du Rousseaux, kwamen eenigen verklaren dat Bernard, lang vóór zijn vlucht, aan de beurs speculeerde met de fondsen uit de bis schoppelijke kas. Een bijzonderheid moet hierbij worden gevoegd, dat namelijk Bernard vóór zijn vertrek door den bisschoppelijken bakker de papieren heeft doen verbranden, die zijn speculaties aan het licht konden brengen. Een reeks van vragen, door den advocaat De Mot tot den vicaris-generaal Bouvry gericht, open baarden het feit, dat Bouvry, de voorganger van Bernard, de kas volgens de regelen heeft overge dragen, en dat die overdracht aldus sedert onheug lijke tijden geschiedde, als 't ware van hand tot hand. Deze verklaring was zeer belangrijk zij is in zeker opzicht de sleutel van het proces daar de regeering op dit feit steunde om de weg gevoerde geldswaarden terug te eischen, als zijnde goederen in de doode hand. De oud-bisschop Dumont bleef volharden bij zijne weigering om als getuige op te treden, hoe wel het proces is aangegaan op zijn verzoek en op zijn aanklacht. Na het verhaal van den heer Bourgeois over zijne reizen in Amerika om de verstrooide schatten bijeen te zoeken kwam het openbaar ministerie aan het woord. De heer Geoffroi begon met te zeggen, hoe men in Doornik achter de handelwijze van den be schuldigde was gekomen, namelijk door den agent van het handelshuis Crédit Lyonnais te New-York, die om inlichtingen schreef omtrent zijn nieuwen cliënt, welke met zoo aanzienlijke waarden kwam. Toen werd de kanunnik Dubois door Du Rous seaux afgezonden om zijn collega te zoeken en vooral de kas terug te brengen. Deze Dubois was bij zijn aankomst te New-York zóo openhartig met het opgeven van zijn naam enz, dat Bernard spoedig begreep, dat men hem op de hielen zat. Hij verschalkte dus Dubois herhaaldelijk en deze, moede van al het zoeken, keerde naar Europa terug, nadat hij van den ontwijkenden Bernard het volgende curieuse briefje had ontvangen Waarde vriend, het speet mij zeer u niet te hebben ontmoet; door de warmte werd ik ge noodzaakt de stad te verlaten. Er blijft slechts over, dat wij op den wettigen weg terugkeeren." Doch Bernard bleef doof voor de bevelen van zijn bisschop en voor de smeekbrieven zijner familie hij verkoos liever zijn aangenaam leven te blijven voortzetten. Korten tijd daarna teekende Bernard, om op den wettigen weg terug te keeren, de over eenkomst met den advocaat Goodhue, waarin hij beloofde 1.700.000 frank aan den bisschop Dumont terug te geven, indien men hem 40 als com missieloon wilde toestaan. Het openbaar minis terie drong krachtig aan op Bernard's veroordeeling. De advocaat van Bernard, de heer De Mot, ving zijne verdediging aan met zeer hevig den voor ganger van Bernard aan te vallen, den vicaris- generaal Bouvry, die aan den beschuldigde niet alleen den raad, maar ook het bevel heeft gegeven om de gelden weg te brengen. De verdediger las een briefje voor van den vicaris-generaal, waarin deze zegt dat „de schijnbare eigenaar der gelden gemachtigd is om de meest afdoende maatregelen te nemen tot het verwijderen van het gevaar dat wil zeggen van de kas". Het was dan ook de groote zorg van den advocaat De Mot om te betoogen, dat de kanunnik niet heeft gehandeld uit eigen beweging, maar dat hij, door zich in te schepen naar Amerika, slechts gehoorzaamde aan de bevelen zijner superieuren, die op het oogen blik dat le Schisme de Tournai ontstond vooral ernaar streefden de kas van het diocees te ont trekken aan de aanspraken van den afgezetten bisschop Dumont. Groote opschudding bracht de voorlezing van een brief van den oud-minister van justitie De Landtsheere te weeg, welk epistel, volgens den heer De Mot, tengevolge heeft gehad, dat Bernard zoude zijn belast met het in veilig heid brengen der schatkist. Om dit te betoogen gebruikte de verdediger een groot gedeelte zijner schoone rede, om ten laatste uit de wijze, waarop Bernard zich in Amerika niet schuil hield en waar op hij het slachtoffer van Goodhue is geworden, evenzoovele bewijzen te halen, dat de beschuldigde niet een misdadiger is. »De rede van den advo caat-generaal," aldus eindigde de heer De Mot, »is zonderling genoeg. Bernard heeft volgens de be kentenis van dien ambtenaar geene grove vertee ringen gemaakt en zijn gedrag is onberispelijk. Onder deze omstandigheden en met het oog op den twijfel, die in deze zaak bestaat, vraag ik u, rechters of gij met een gerust geweten den aan geklaagde kunt veroordeelen. Het lot dat aan de teruggebrachte gelden zal ten deel vallen is nog onzeker, maar dit mag geen invloed hebben op uwe uitspraak. Geen benadeeling heeft plaats gehad. Ongetwijfeld is het niet goed te strijden tegen de burgerlij ke wetmaar dit mag niet als een misdaad worden beschouwd." Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op morgen (Zaterdag). Aante Goes. Zoolang er niets zekers te melden valt omtrent de bewuste geldleening u weet er immers evenveel of liever even weinig van als wijkan er nog geen quaestie wezen van, op grond van solide geldbelegging, tot deel neming aan te sporen. Op dat punt is voorzich tigheid meer dan noodig en wij laten het liever aan de financieele bladen over daarover een oordeel uit te spreken. Wat het aanknoopen van handelsbetrekkingen met Transvaal betreft, als u o. a. de hommers van 7 en 9 Juli gelezen hebt kunt u weten dat wij reeds uitvoerig daarop gewezen hebben. Yerseke. Oesterbeurs. Er waren twee partijtjes aangevoerd. Jarige tegen 10.50 en 10 gedaan. Vlissingen, 10 Aug. Boter per kilog. 1.35 a j 1.30. Eieren 4.40 per 104 stuks. Amsterdam, 10 Aug. Raapolie op 6 weken 40 Lijnolie 23. Gent, 10 Aug. Roode en witte tarwe ad 100 kilo fr. 25.25; rogge fr. 18.50; gerst fr 19.—; haver fr. 17.50; boekweit -fr. 16.— paarden- hoonen fr. 17.— koolzaad fr. 40.lijnzaad fr. 27.50lijnkoeken fr. 24.50koolzaadkoeken fr. 20.50boter fr. 2.80 per kilogrameieren fr. 2.10 per 26 stuks. AmHtcrd-vUi. 9 10 ttlAATSLEENINGEN. Aug. Aug. Nederland. Cert. W. Sch. 2I 'jj pet. 668/4 66% dito dito dito 3 7811% dito dito dito 4* 101% 1007fa dito Obl. 1878 1000. 4 101 dito dito 1883 4 9 99 99% België. Obligatieu21 /2 Frankrijk. Origin, rnsch. 3 9 Hongarije. Obl. Leening 1867 fl. 1205 971/8 973/g dito Goudleening5 888/4 833/g dito dito fl. 500 6 ti Xialië. Cert. Adm. Amstei'd. .5 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 9 86I/4 663% dito Febr.-Aug. 5 66% dito Jan.-Juli 5 671% 67 dito April-Oct. 5 9 dito dito Goud4 9 833/^ Polen. Obl. Schatkist 1844 4 Portugal. Obl. Btl. 1853/80. 3 I 63% 5215% dito dito 18815 9 90ö/g Husland. Obl. Hope C. 1798/1815 5 98% Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 655/g 553/^ dito dito 6e 1855. 5 79% 791/g Obligatien 1862 5 dito 1864 10005 97 dito 4864 1005 dito 1877 dito. 5 927/g 927/8 dito Oostersche le serie. 5 6+% 54I/4 dito dito 2e 5 &+U% 645/g dito dito 3e 5 543 dito 1872 gecon. dito. 5 877% 873/s dito 1873 gecon. dito. 5 87% 871/4 dito 1350 te Leenmg dito 4-/2 92S/4 dito 1860 2e Leening dito 4% 863/g 861/g dito 1875 gecons. dito 4% 9 797/g dito 1880 gecons. dito 4 4 69% 69I/4 Cert.Hope Co. 1840 4 g dito 2e, 3e, 4e Leen. 1842-44. 4 g Obligatie-Leening 1867/69 4 9 781/4 781/g dito dito 1859. 3 661/g 607/16 Cert, van Bank-Assign. 6 Spanje. Obl. Buit. 1867/75 U/4 9 dito dito 18762 9 441/4 dito Perpetueele4 57 55% dito- Binnénl. Esc. 5000-10000 U/4 9 Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 9 107/g 107/g dito geregestreerde. 9 19% 19 dito dito i 869 6 913% 97/g Egypte. Obl. Leening 1876. 4 9 71% 703/g dito dito 1876. 5 - Vereen. Staten Obl. 1877. 4 dito dito 18764% Sïrazilië. Obl. Londen 1865 5 9 1011/g dito Leening 1875 5 9 1001% 100 dito 1863 1004% INDU8TRIEELE EN FINANCIEELS ONDERNEMINGEN. Rfederl. Afr. Iland.-V. aand. pot. Ned. Hand.-Maatsch. aand. rescontre5 9 10418% 1047/8 Ned. Ind. Handelb. Aand. 9 Stoomvaartm. Java Obl9 94 dito Zeeland Aand9 833/4 dito dito Prefer, dito 9 968/4 dito dito Obl5 9 Ouitschland. Cert. Rijksbank Adm. Amsterdam9 Oostenrijk. Aand. O. H. B. 9 SPOOEWEGLEENINGEN Nederland. Holl. IJz. Spw. Obl. 1871r. - IOOI/4 dito Maats, tot Exploitatie van Staats-Spw. Aand9 H7% Ned. Cent. Spw. Aand. Z260. 9 391/4 39% dito gestemp. Obl. 50 671It Ned. Ind. Spoorw. Aand. 9 1513/4 Ned. Rijn.Spw. volgef. Aand. 9 120 N.-Brab. Roxt. Ob!. gestemp. 1875/8059 Zuid Ooster sp. Obl5 9S3/4 Kougarije. ïheiss. Spoorw. Aahd. fl. 200 5 dto dito Obl5 9 86I/4 Italië. Victor Em. sp. Obl. 3 9 Zuid-Ital. Spw. Obl3 523/g Oostenrijk. E. O. Sp. Obl 3 743/g Polen. Wars.-Brom. Aand. 4 9 465/g Warschau-Weenen dito. 83 Buoland. Gr. Sp. Maats. Aand. 5 1193/g dito Hypoth. Obligatien 4l/g 90 dito dito dito4 9 Baltische Spoorweg Aaud. 3 513/j Chark-Azow Oblig. 100. 5 9 Jelez-Griasi dito5 9 85 Jelez-Orel dito f 1000. 5 9 89 Kursk.-Ch.-Az. Obl. 100. .5 9 Losowo-Sewastopol 1000. .5 9 Morschansk-Sysran. Aand. 5 9 60 Mosk.-Jaroklaw Obl. 100. 5 9 998/4 Mo8k.-Kursk dito dito 6 Mosk.-Smol. dito dito 5 9 89% Orel-Vitebsk Obl, dito 5 9 Poti-Tiflis dito f 1000. 5 9 887/g Riaschk.-Wiastn, Aand 5 9 593/4 Zuid West Spoorw.-Maats. 5 9 58% Amerika, Cent. Pac. Obl. 6 9 111 Vs dito California Oregon dito. 6 Chic. N,- W. Cert. Aand. 9 dito dito le hyp. Cert f 1000 7 a dito Mad. Ext. Obl7 a dito Menominee lis. 500-100 7 a dito N.-W. Union, dito 7 a dito Winona St. Peter dito. 7 9 dito S.-W. Ob. Us. 500-1000. 7 119 Illinois Cert. v. Aand. 131 St. Paal Minn. Man. Obl. 7 107% Union Pac. Hoofdi. dito 8 11D,4 PREMIE-LEENINGEN. Neder). Stad Arnst. 100 3 pet. 1118/4 Stad Rotterdam3 9 Gemeente Crediet 8 9 543/g Selgië Stad Antwerp. 1874 3 9 dito 'Brussel 1879 fr. 100 8 9 Hongarije. Staatsl. 1870 Oostenrijk. Staatsleening 1854 fl. 250 4 101S/4 dito 18605 f 113 dito 1864 9 Crediet Inst. 1858 fl 100. 9 - eiusland. Staatsl. 1864 5 9 dito 1866 5 9 1253/4 Spanje. Stad Madrid fr. 100 8 447/g Turkije. Spoorwegl3 9 Hl/4 67% l54S/4 1201/2 587/g 523/g 7+1/2 67% 1193/4 991/2 513/4 89% 821,4 817/s 603/g 102 5911/ig 563/g '02% 147 111 Uil/2 100 9+% 1273/4 43% US/g Prijzen van conpuits en losbare ubllgatiën. Amsterdam 9 Augustus. Oostenrijk. Papier 9 met affidavit Portugeesche Pransche Belgische Pruisische58.75 Hamb. Russen Russen in Z. R. Poolsche per Z. R. Amerik. Binnenl. in dollars 10 Augustus. 21.171/2 21.171/2 21.171/2 9 21.171/2 11.571/2 9 11.57% 11.871/2 9 11.87% 12.021/2 12.02% 47.60 47.60 47.30 47.60 ti 58.75 58.75 9 1.1 1.14 9 1.17 1.17% 47.60 47.60 r 2.32 2.32 2.47 2.47 van onze geliefde ouders MATTHEüS KEULEMANS en CHRISTINA JOHANNA RIDDER. Donderdag, 16 Augustus 1883. Namens de kinderen, M. C. KEULEMANS. Voorspoedig bevallen van een Zoon E. JOBSE— DE VLIEGER. O.- en W.-Souburg, 8 Augustus 1883. Bevallen van een Meisje S. P. M. DE LANGE AKKERMAN. Middelburg, 10 Augustus 1883. In Amsterdam is in den ouderdom van rui'm 86 jaren overleden, de Hooggel. heer C. B. TILANUS, hartelijk geliefde vader en behuwd vader van Middelburg, E. J. W. KOCH en 8 Augustus 1883. C. J. D. KOCH Tilanus. Heden overleed na een smartelijk doch gedul dig lijden van bijna vijf jaren, tot diepe droef heid van mjj, mijne kinderen en behuwdkinderen, mijn dierbare echtgenoot HELENA MARIA FRAN- SELLA, in den ouderdom van vjjf en zestig jareü. Bijna veertig jaren was ik met haar vereenigd, en verlies aan haar eene brave vrouw en mjjne kinderen eene zorgvolle goede moeder. Middelburg, J. F. LIESOIJ. 9 Augustus 1883. Voor de blijken van belangstelling, op 8 Augus tus jl. ondervonden, betuigt ondergeteekende zijnen welgemeenden dank. Groede, M. M. LUGIEER. 9 Augustus 1883. De INSPECTEUR van het L. O. in de 2e In spectie maakt bekend, dat het KJCAINKIN ter verkrijging der Akte, bedoeld in art. 56a der Wet van 17 Aug. 1878 (Stbl. N°. 127), voor de tweede maal in dit jaar zal gehouden worden op 1. October e. k. en volgende dagen. Zij, die daaraan willen deelnemen, moeten de stukken, in art. 59 der Wet genoemd, vóór 1 September e. k. toezenden aan hun Districts schoolopziener. Amsterdam, 9 Augustus 1883. De Inspecteur voornoemd, M O E N S.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 3