iüiniuip.
ADVERTENTIËN.
Vijf en twiniii-jarip EcMTeraiipi
Lager Onderwijs.
Briefwisseling.
Handelsberichten.
Weerkundige waarnemingen.
Algemeen Overzicht.
Het proees-Bernard-
Graanmarkten, enz.
Prijzen van Effecten.
tigen dat Cetawayo nog leeft. Hij wordt te Ma-
ritsburg verwacht.
Alexandria. De cholera breidt zich hier niet
ernstig uit.
üonstautinopel. De Sultan heeft een
irade geteekend tot unificatie der Turksche schuld.
10 Augustus, des morgens te 8 uren.
Verwachtkrachtige W. wind, buiig weder en
regen.
Thermometerstand te Middel burg.
9 Aug. *8 avonds 11 uren 56 gr.
10 n *8 morgens 8 uren 58 gr. 's middags 1 uur 67 gr.
*8 avonds 5 uren 61 gr. F.
De tijdingen omtrent het lot van Cetewayo
spreken elkaar nog altijd tegen. Volgens som
mige heeft de Zoeloekoning in het gevecht bij
Ulundi slechts een paar lichte assagaai-wonden
gekregen, en is hij er in geslaagd om te ont
snappen met eenige zijner vrouwen in een kraal
tusschen Ulundi eu de Umvolosi-rivier. En deze
tijding zoude de Engelsche regeering ontvangen
hebben van Cetewayo's schoonbroeder Sherigana.
Doch volgens eene andere lezing zou de Zoeloe
koning zijn aangekomen bij den Engelschen mi
nister-resident Osborn, die met het toezicht op
Zoeloeland is belast. Eindelijk seint Reuter, dat
het nagenoeg zeker is, dat Cetewayo leeft en ge
vlucht is op het grondgebied, dat aan Natal grenst
en dat door Engeland voor onzijdig grondgebied
werd verklaard. Die verzameling berichten maakt
het groote onderwerp van den dag uit. Men is
zeer nieuwsgierig ot de reusachtige negerkoning
nog leeft dan of men, uit liefde tot de legende,
hem heeft opgewekt uit den doode, gelijk men
eertijds Napoleon I in Frankrijk opwekte lang na
zijn verscheiden. Zeker is het voorbarig bericht
van den dood van een hooggeplaatst persoon in
Afrika niet zonder voorbeeld. Vier jaren geleden
rekende men Usibipu, den overwinnaar van Cete
wayo, ook onder de doode slachtoffers van een
gevecht, en eenige zijner vrouwen, die beweerden
het lijk gezien te hebben, waren reeds kaal ge
schoren als teeken van rouw, toen de echtgenoot
gezond en wel terugkeerde. Men behoeft dus niet
zeer verbaasd te zijn, indien de Zoeloekoning
wederom uit zijn asch verrijst. Wellicht wil
echter de vijand de waarheid geheim houden uit
vrees voor eene bestraffing van de Engelsche
regeering.
De dynamietpartij doet weder van zich spreken.
Het gerechtshof te Liverpool sprak het schuldig
uit over vijf Ieren, die overeengekomen waren
om Westminster en de bureaux der Times in de
lucht te doen springen zij werden tot levenslangen
dwangarbeid veroordeeld. Op een der in beslag
genomen pakjes ontplofbare stof was met komiesch
cynisme geschreven „best middel tegen de jicht;
oogenblikkelijke genezing". Ook een zesde per
soon is in hechtenis genomen juist toen hij, uit
Amerika komende, in Engeland aan wal stapte;
hij staat ook in betrekking tot dit dynamiet-
proces.
Egypte wordt nu ook door een andere plaag
bedreigd, namelijk door het Nijlwater, dat onrust-
harend stijgt en eene overstrooming zal veroorza
ken, voor welke de bewoners grooter vrees hebben
dan voor de cholera. De epidemie neemt te Caïro
merkbaar af en eveneens onder de Engelsche troe
pen, maar zij neemt toe te Alexandria en woedt
ook hevig te Kafrzayat. Ook in het krankzinni
gengesticht te Abassieh brak zij uit, waar vele
slachtoffers bezwijken, dank zij de zorgeloosheid
der autoriteiten.
Gelijk wij gisteren onder de Laatste Berichten
nog konden mededeelen gaat de geest van opstand,
die zich in Spanje 's provincie Estramadura
openbaarde, ook elders uitbreken. Werkelijk zijn
de berichten hieromtrent zeer ernstig. Te Nagera
in de provincie Logrono is een gedeelte van het
garnizoen in opstand gekomen en daarna, toen
de insurgenten bedreigd werden, naar de bergen
gevlucht. Ook in Barcelona nemen de militai
ren eene dreigende houding aan. De gebeurte
nissen wekken overal zeer levendige ongerustheid.
De Madridsche pers en de politieke kringen houden
zich slechts met die complotten bezig, die een
uitvloeisel zijn van een militair pronunciamento.
Men dacht dat de tijd der pronunciamentos voorbij
was. Het blijkt dat de opstand te Badajoz langen
tijd tevoren is beraamd en dat hij geheel een
republikeinseh karakter draagt, d. w. z. dat de
insurgenten bekooren tot de verschillende republi-
keinsche elementen als zorillisten, federalisten, possi-
bilisten (zij die zich van Castelar hebben afgeschei
den) enz. Wat de reden is van het terugtrekken der
opstandelingen over de Portugeesche grenzen, be
grijpt men tot nu toe niet, daar zij door bekwame
hoofden werden aangevoerd en talrijk genoeg
waren om aan generaal Blanco, die nog ver van
Badajoz af was, weerstand te bieden. De koning
heeft nu een besluit geteekend tot schorsing der
constitutioneele waarborgen en de ministers ge
machtigd om den staat van beleg af te kondigen,
waar dat noodig mocht zijn. De kommandant en
de prefect van Badajoz zijn afgezet.
In Oostenrijk volgt men met belangstelling den
dageljjksehen strijd tusschen de Czechische en
Duitsche partijen. Men moet erkennen, dat de
eersten zich vrij conciliant toonen. Zoo stelde
onlangs de club der Czechen aan de club der Duit-
schers voor om eene commissie te benoemen, die
voorstellen zoude doen tot eene overeenkomst
tusschen de twee nationaliteiten. De andere partij
gaf hierop een weigerend antwoord, daar zij
geen vrede mogelijk achtte. De centralisten wil
len aan den anderen kant Bohemen in twee deelen
verdeelen, een Duitsch en een Czechisch deel.
Doch hiermede steekt de Czechische pers den
draak, daar gansch Bohemen volgens haar Cze
chisch is. Een dergelijke verdeeling zoude trou
wens aan de goedkeuring van den Reichsrath
moeten onderworpen worden, welks meerderheid
daarin zeker niet zoude toestemmen.
(Slót)
Na de uiteenzetting van hetgeen aan dit ge
ruchtmakend proces is voorafgegaan komen wij
aan de ondervraging van den beschuldigde Ber
nard. Hij bekende de gelden te hebben medege
nomen om ze te onttrekken aan de aanspraken
van den gewezen bisschop Duinont. Den dag voor
zijn vertrek was er groote raad geweest in het
bisschoppelijk paleis, waar voorlezing was gedaan
van een brief van den oud-minister van justitie
Delandtsheere, die aanraadde tot het vertrek. Ber
nard verklaarde daarenboven wat niet zeer hel
der is dat volgens zijne meening hij, van het
oogenblik dat de bisschoppelijke schatkist aan hem
was toevertrouwd, zich moest beschouwen als „ver
antwoordelijk eigenaar" der gelden die erin waren.
Deze ondervraging van den kanunnik was in
zeker opzicht voor velen een verrassing, daar zij
verondersteld hadden dat zij een ernstige beschul
diging zoude bevatten tegen den Doornikschen
bisschop. Doch tot aller verwondering zijn de
rollen omgekeerd, en is Du Rousseaux als aan
klager opgetreden, openlijk gewagend van de
knoeierijen" van den priester, die zijn vertrouwde
was geweest. Uit het getuigenis van Du Rousseaux
blijkt, dat Bernard reeds aan de kas heeft ge
zeten vóór de gebeurtenissen voorvielen, waaruit
het proces is voortgekomen. En dat hij, uitgenoo-
digd om de schatkist op een veilige plaats te
brengen, de bevelen heeft overschreden door naar
Amerika te vertrekken, schijnt zijn reden te hebben
in de omstandigheid dat hij vroeger gepleegde
verduisteringen had te verbergen.
Er waren, volgens de verklaringen van dèn vi
caris-generaal Bouvry, te Doornik drie kassen
de bisschoppelijke kas, die de schatten van het
diocees bevattedie van het seminarium, waarin de
giften, door particulieren met een zeker doel ge
geven, werden bewaard en ten laatste een spe
ciale kas, een hulpfonds, waarin de gelden werden
bewaard, bestemd voor de pensioenen der priesters.
Buitendien was er natuurlijk nog de persoonlijke
kas van den bisschop. Het schijnt dat Bernard
na zijne benoeming tot kassier al die kassen heeft
vereenigd tot éen die groote welke hij medege
nomen heeft naar Amerika, en die de politie
commissaris Bourgeois met zoo groote moeite
heeft teruggebracht.
Een inwoner van Doornik kwam getuigen, dat
de kanunnik Bernard voor zijn vlucht in de En
gelsche taal les nam dat hij zich voorbereidde
om naar Amerika te gaan, lang voor het oogenblik
waarop er quaestie kon zijn van de schatkist in
veiligheid te brengen.
Na de getuigen, die tegenwoordig waren bij het
beslag leggen op de eigendommen door den nieuw
benoemden bischop Du Rousseaux, kwamen eenigen
verklaren dat Bernard, lang vóór zijn vlucht, aan
de beurs speculeerde met de fondsen uit de bis
schoppelijke kas. Een bijzonderheid moet hierbij
worden gevoegd, dat namelijk Bernard vóór zijn
vertrek door den bisschoppelijken bakker de papieren
heeft doen verbranden, die zijn speculaties aan het
licht konden brengen.
Een reeks van vragen, door den advocaat De
Mot tot den vicaris-generaal Bouvry gericht, open
baarden het feit, dat Bouvry, de voorganger van
Bernard, de kas volgens de regelen heeft overge
dragen, en dat die overdracht aldus sedert onheug
lijke tijden geschiedde, als 't ware van hand tot
hand. Deze verklaring was zeer belangrijk zij
is in zeker opzicht de sleutel van het proces
daar de regeering op dit feit steunde om de weg
gevoerde geldswaarden terug te eischen, als zijnde
goederen in de doode hand.
De oud-bisschop Dumont bleef volharden bij
zijne weigering om als getuige op te treden, hoe
wel het proces is aangegaan op zijn verzoek en
op zijn aanklacht. Na het verhaal van den heer
Bourgeois over zijne reizen in Amerika om de
verstrooide schatten bijeen te zoeken kwam het
openbaar ministerie aan het woord.
De heer Geoffroi begon met te zeggen, hoe men
in Doornik achter de handelwijze van den be
schuldigde was gekomen, namelijk door den agent
van het handelshuis Crédit Lyonnais te New-York,
die om inlichtingen schreef omtrent zijn nieuwen
cliënt, welke met zoo aanzienlijke waarden kwam.
Toen werd de kanunnik Dubois door Du Rous
seaux afgezonden om zijn collega te zoeken en
vooral de kas terug te brengen. Deze Dubois was
bij zijn aankomst te New-York zóo openhartig
met het opgeven van zijn naam enz, dat Bernard
spoedig begreep, dat men hem op de hielen zat.
Hij verschalkte dus Dubois herhaaldelijk en deze,
moede van al het zoeken, keerde naar Europa
terug, nadat hij van den ontwijkenden Bernard
het volgende curieuse briefje had ontvangen
Waarde vriend, het speet mij zeer u niet te
hebben ontmoet; door de warmte werd ik ge
noodzaakt de stad te verlaten. Er blijft slechts
over, dat wij op den wettigen weg terugkeeren."
Doch Bernard bleef doof voor de bevelen van zijn
bisschop en voor de smeekbrieven zijner familie
hij verkoos liever zijn aangenaam leven te blijven
voortzetten. Korten tijd daarna teekende Bernard,
om op den wettigen weg terug te keeren, de over
eenkomst met den advocaat Goodhue, waarin hij
beloofde 1.700.000 frank aan den bisschop Dumont
terug te geven, indien men hem 40 als com
missieloon wilde toestaan. Het openbaar minis
terie drong krachtig aan op Bernard's veroordeeling.
De advocaat van Bernard, de heer De Mot, ving
zijne verdediging aan met zeer hevig den voor
ganger van Bernard aan te vallen, den vicaris-
generaal Bouvry, die aan den beschuldigde niet
alleen den raad, maar ook het bevel heeft gegeven
om de gelden weg te brengen. De verdediger las
een briefje voor van den vicaris-generaal, waarin
deze zegt dat „de schijnbare eigenaar der gelden
gemachtigd is om de meest afdoende maatregelen
te nemen tot het verwijderen van het gevaar
dat wil zeggen van de kas". Het was dan ook
de groote zorg van den advocaat De Mot om te
betoogen, dat de kanunnik niet heeft gehandeld
uit eigen beweging, maar dat hij, door zich in te
schepen naar Amerika, slechts gehoorzaamde aan
de bevelen zijner superieuren, die op het oogen
blik dat le Schisme de Tournai ontstond vooral
ernaar streefden de kas van het diocees te ont
trekken aan de aanspraken van den afgezetten
bisschop Dumont. Groote opschudding bracht de
voorlezing van een brief van den oud-minister
van justitie De Landtsheere te weeg, welk epistel,
volgens den heer De Mot, tengevolge heeft gehad,
dat Bernard zoude zijn belast met het in veilig
heid brengen der schatkist. Om dit te betoogen
gebruikte de verdediger een groot gedeelte zijner
schoone rede, om ten laatste uit de wijze, waarop
Bernard zich in Amerika niet schuil hield en waar
op hij het slachtoffer van Goodhue is geworden,
evenzoovele bewijzen te halen, dat de beschuldigde
niet een misdadiger is. »De rede van den advo
caat-generaal," aldus eindigde de heer De Mot, »is
zonderling genoeg. Bernard heeft volgens de be
kentenis van dien ambtenaar geene grove vertee
ringen gemaakt en zijn gedrag is onberispelijk.
Onder deze omstandigheden en met het oog op
den twijfel, die in deze zaak bestaat, vraag ik u,
rechters of gij met een gerust geweten den aan
geklaagde kunt veroordeelen. Het lot dat aan
de teruggebrachte gelden zal ten deel vallen is
nog onzeker, maar dit mag geen invloed hebben
op uwe uitspraak. Geen benadeeling heeft plaats
gehad. Ongetwijfeld is het niet goed te strijden
tegen de burgerlij ke wetmaar dit mag niet als
een misdaad worden beschouwd."
Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald
op morgen (Zaterdag).
Aante Goes. Zoolang er niets zekers te
melden valt omtrent de bewuste geldleening
u weet er immers evenveel of liever even weinig
van als wijkan er nog geen quaestie wezen
van, op grond van solide geldbelegging, tot deel
neming aan te sporen. Op dat punt is voorzich
tigheid meer dan noodig en wij laten het liever
aan de financieele bladen over daarover een
oordeel uit te spreken.
Wat het aanknoopen van handelsbetrekkingen
met Transvaal betreft, als u o. a. de hommers
van 7 en 9 Juli gelezen hebt kunt u weten dat
wij reeds uitvoerig daarop gewezen hebben.
Yerseke. Oesterbeurs. Er waren twee
partijtjes aangevoerd. Jarige tegen 10.50 en 10
gedaan.
Vlissingen, 10 Aug. Boter per kilog. 1.35
a j 1.30. Eieren 4.40 per 104 stuks.
Amsterdam, 10 Aug. Raapolie op 6 weken 40
Lijnolie 23.
Gent, 10 Aug. Roode en witte tarwe ad 100
kilo fr. 25.25; rogge fr. 18.50; gerst fr 19.—;
haver fr. 17.50; boekweit -fr. 16.— paarden-
hoonen fr. 17.— koolzaad fr. 40.lijnzaad
fr. 27.50lijnkoeken fr. 24.50koolzaadkoeken
fr. 20.50boter fr. 2.80 per kilogrameieren
fr. 2.10 per 26 stuks.
AmHtcrd-vUi.
9 10
ttlAATSLEENINGEN. Aug. Aug.
Nederland. Cert. W. Sch. 2I 'jj pet. 668/4 66%
dito dito dito 3 7811%
dito dito dito 4* 101% 1007fa
dito Obl. 1878 1000. 4 101
dito dito 1883 4 9 99 99%
België. Obligatieu21 /2
Frankrijk. Origin, rnsch. 3 9
Hongarije. Obl. Leening 1867
fl. 1205 971/8 973/g
dito Goudleening5 888/4 833/g
dito dito fl. 500 6 ti
Xialië. Cert. Adm. Amstei'd. .5
Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 9 86I/4 663%
dito Febr.-Aug. 5 66%
dito Jan.-Juli 5 671% 67
dito April-Oct. 5 9
dito dito Goud4 9 833/^
Polen. Obl. Schatkist 1844 4
Portugal. Obl. Btl. 1853/80. 3 I 63% 5215%
dito dito 18815 9 90ö/g
Husland. Obl. Hope C.
1798/1815 5 98%
Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 655/g 553/^
dito dito 6e 1855. 5 79% 791/g
Obligatien 1862 5
dito 1864 10005 97
dito 4864 1005
dito 1877 dito. 5 927/g 927/8
dito Oostersche le serie. 5 6+% 54I/4
dito dito 2e 5 &+U% 645/g
dito dito 3e 5 543
dito 1872 gecon. dito. 5 877% 873/s
dito 1873 gecon. dito. 5 87% 871/4
dito 1350 te Leenmg dito 4-/2 92S/4
dito 1860 2e Leening dito 4% 863/g 861/g
dito 1875 gecons. dito 4% 9 797/g
dito 1880 gecons. dito 4 4 69% 69I/4
Cert.Hope Co. 1840 4 g
dito 2e, 3e, 4e Leen. 1842-44. 4 g
Obligatie-Leening 1867/69 4 9 781/4 781/g
dito dito 1859. 3 661/g 607/16
Cert, van Bank-Assign. 6
Spanje. Obl. Buit. 1867/75 U/4 9
dito dito 18762 9 441/4
dito Perpetueele4 57 55%
dito- Binnénl. Esc. 5000-10000 U/4 9
Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 9 107/g 107/g
dito geregestreerde. 9 19% 19
dito dito i 869 6 913% 97/g
Egypte. Obl. Leening 1876. 4 9 71% 703/g
dito dito 1876. 5 -
Vereen. Staten Obl. 1877. 4
dito dito 18764%
Sïrazilië. Obl. Londen 1865 5 9 1011/g
dito Leening 1875 5 9 1001% 100
dito 1863 1004%
INDU8TRIEELE EN FINANCIEELS
ONDERNEMINGEN.
Rfederl. Afr. Iland.-V. aand. pot.
Ned. Hand.-Maatsch. aand.
rescontre5 9 10418% 1047/8
Ned. Ind. Handelb. Aand. 9
Stoomvaartm. Java Obl9 94
dito Zeeland Aand9 833/4
dito dito Prefer, dito 9 968/4
dito dito Obl5 9
Ouitschland. Cert. Rijksbank
Adm. Amsterdam9
Oostenrijk. Aand. O. H. B. 9
SPOOEWEGLEENINGEN
Nederland. Holl. IJz. Spw.
Obl. 1871r. - IOOI/4
dito Maats, tot Exploitatie van
Staats-Spw. Aand9 H7%
Ned. Cent. Spw. Aand. Z260. 9 391/4 39%
dito gestemp. Obl. 50 671It
Ned. Ind. Spoorw. Aand. 9 1513/4
Ned. Rijn.Spw. volgef. Aand. 9 120
N.-Brab. Roxt. Ob!. gestemp.
1875/8059
Zuid Ooster sp. Obl5 9S3/4
Kougarije. ïheiss. Spoorw.
Aahd. fl. 200 5
dto dito Obl5 9 86I/4
Italië. Victor Em. sp. Obl. 3 9
Zuid-Ital. Spw. Obl3 523/g
Oostenrijk. E. O. Sp. Obl 3 743/g
Polen. Wars.-Brom. Aand. 4 9 465/g
Warschau-Weenen dito. 83
Buoland. Gr. Sp. Maats. Aand. 5 1193/g
dito Hypoth. Obligatien 4l/g 90
dito dito dito4 9
Baltische Spoorweg Aaud. 3 513/j
Chark-Azow Oblig. 100. 5 9
Jelez-Griasi dito5 9 85
Jelez-Orel dito f 1000. 5 9 89
Kursk.-Ch.-Az. Obl. 100. .5 9
Losowo-Sewastopol 1000. .5 9
Morschansk-Sysran. Aand. 5 9 60
Mosk.-Jaroklaw Obl. 100. 5 9 998/4
Mo8k.-Kursk dito dito 6
Mosk.-Smol. dito dito 5 9 89%
Orel-Vitebsk Obl, dito 5 9
Poti-Tiflis dito f 1000. 5 9 887/g
Riaschk.-Wiastn, Aand 5 9 593/4
Zuid West Spoorw.-Maats. 5 9 58%
Amerika, Cent. Pac. Obl. 6 9 111 Vs
dito California Oregon dito. 6
Chic. N,- W. Cert. Aand. 9
dito dito le hyp. Cert f 1000 7 a
dito Mad. Ext. Obl7 a
dito Menominee lis. 500-100 7 a
dito N.-W. Union, dito 7 a
dito Winona St. Peter dito. 7 9
dito S.-W. Ob. Us. 500-1000. 7 119
Illinois Cert. v. Aand. 131
St. Paal Minn. Man. Obl. 7 107%
Union Pac. Hoofdi. dito 8 11D,4
PREMIE-LEENINGEN.
Neder). Stad Arnst. 100 3 pet. 1118/4
Stad Rotterdam3 9
Gemeente Crediet 8 9 543/g
Selgië Stad Antwerp. 1874 3 9
dito 'Brussel 1879 fr. 100 8 9
Hongarije. Staatsl. 1870
Oostenrijk. Staatsleening 1854
fl. 250 4 101S/4
dito 18605 f 113
dito 1864 9
Crediet Inst. 1858 fl 100. 9 -
eiusland. Staatsl. 1864 5 9
dito 1866 5 9 1253/4
Spanje. Stad Madrid fr. 100 8 447/g
Turkije. Spoorwegl3 9 Hl/4
67%
l54S/4
1201/2
587/g
523/g
7+1/2
67%
1193/4
991/2
513/4
89%
821,4
817/s
603/g
102
5911/ig
563/g
'02%
147
111
Uil/2
100
9+%
1273/4
43%
US/g
Prijzen van conpuits en losbare
ubllgatiën.
Amsterdam 9 Augustus.
Oostenrijk. Papier
9 met affidavit
Portugeesche
Pransche
Belgische
Pruisische58.75
Hamb. Russen
Russen in Z. R.
Poolsche per Z. R.
Amerik.
Binnenl.
in dollars
10 Augustus.
21.171/2
21.171/2
21.171/2
9 21.171/2
11.571/2
9 11.57%
11.871/2
9 11.87%
12.021/2
12.02%
47.60
47.60
47.30
47.60
ti 58.75
58.75
9 1.1
1.14
9 1.17
1.17%
47.60
47.60
r 2.32
2.32
2.47
2.47
van onze geliefde ouders
MATTHEüS KEULEMANS
en
CHRISTINA JOHANNA RIDDER.
Donderdag, 16 Augustus 1883.
Namens de kinderen,
M. C. KEULEMANS.
Voorspoedig bevallen van een Zoon E. JOBSE—
DE VLIEGER.
O.- en W.-Souburg, 8 Augustus 1883.
Bevallen van een Meisje S. P. M. DE LANGE
AKKERMAN.
Middelburg, 10 Augustus 1883.
In Amsterdam is in den ouderdom van rui'm 86
jaren overleden, de Hooggel. heer C. B. TILANUS,
hartelijk geliefde vader en behuwd vader van
Middelburg, E. J. W. KOCH en
8 Augustus 1883. C. J. D. KOCH
Tilanus.
Heden overleed na een smartelijk doch gedul
dig lijden van bijna vijf jaren, tot diepe droef
heid van mjj, mijne kinderen en behuwdkinderen,
mijn dierbare echtgenoot HELENA MARIA FRAN-
SELLA, in den ouderdom van vjjf en zestig jareü.
Bijna veertig jaren was ik met haar vereenigd,
en verlies aan haar eene brave vrouw en mjjne
kinderen eene zorgvolle goede moeder.
Middelburg, J. F. LIESOIJ.
9 Augustus 1883.
Voor de blijken van belangstelling, op 8 Augus
tus jl. ondervonden, betuigt ondergeteekende zijnen
welgemeenden dank.
Groede, M. M. LUGIEER.
9 Augustus 1883.
De INSPECTEUR van het L. O. in de 2e In
spectie maakt bekend, dat het KJCAINKIN ter
verkrijging der Akte, bedoeld in art. 56a der
Wet van 17 Aug. 1878 (Stbl. N°. 127), voor de
tweede maal in dit jaar zal gehouden worden op
1. October e. k. en volgende dagen.
Zij, die daaraan willen deelnemen, moeten de
stukken, in art. 59 der Wet genoemd, vóór 1
September e. k. toezenden aan hun Districts
schoolopziener.
Amsterdam, 9 Augustus 1883.
De Inspecteur voornoemd,
M O E N S.