183. l£6e Jaargang. 1883. Maandag 6 Augustus. K I T. 81 FEUILLETON. Middelburg 4 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën - 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels/' 1,50 iedere regel meer f 0>2Ö. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. MIDDELBIJRGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicilé G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. Bij al de stemmen die zich zoo krachtig doen hooren tegen het ontwerp van wet tot regeling van het notarisambt, door den heer Sannes ge maakt, heeft zich eindeljjk iemand doen hooren, de heer W. J. N. Landré, notaris te Vljjmen, die ook op het goede wijst dat in het bewuste ont werp is te vinden. De heer Landré zou het betreuren dat een in vele opzichten zoo verdienstelijke arbeid tot vruchteloosheid zou worden gedoemd. Er is een heftige kritiek uitgesproken over vele details van het ontwerp, en volgens den heer Landré terechtmaar nu bestaat er, volgens hem, gevaar dat de verdienste der hoofdbeginselen van het ontwerp geheel wordt verdrongen door de grieven tegen onderdeelen. Het ontwerp behoeft waarlijk niet onvoorwaardelijk in zijn geheel te worden verworpen op grond van zijn gebreken, die niet van zulk een ernstigen aard zijn. De beschouwing van den heer Landré verdient, juist omdat zij een contrast vormt met de andere besprekingen, die over het bekende ontwerp zijn verschenen, gelezen te worden. De heer Landré brengt aan het slot van zijn brochure hun, die geneigd zijn een hard oordeel over het ontwerp van den heer Sannes te vellen, de woorden van Tollens in herinnering. „En rekent d'uitslag niet, maar telt het doel al leen", een devies uitstekend geschikt voor een rederijkers-vereenigingwaarvan de leden voor eigen liefhebberij zich oefenen in uiterlijke wel sprekendheid en tot verschooning tegenover hoor ders en hoorderessen behoefte hebben aan zulk achterdeur. Maar voor een werk als de heer Sannes heeft verricht kan de toepassing van zulk een tirade wel achterwege blijven. Hierbij is de uitslag alles, want zonder een goeden grondslag zal de regeering nooit tot haar doel geraken het verkrijgen van een flink ontwerp van wet op het notarisambt dat zij de vertegenwoordiging ter behandeling kan aanbieden. Wie dus ronduit zijn meening, zij die ook ongunstig, uit over het werk van den heer Sannes, omdat hij vast overtuigd is dat dit werk niet tot het goede doel zal leiden, hij heeft daartoe volkomen recht; en geen phrases mogen hem weerhouden die meening te openbaren. Het beoogde doel zal daardoor beter bereikt wor den dan door Tollens's ontboezeming tot richtsnoer te nemen. De heer Landré toonde dit dan ook te begrijpen door in zijn lezenswaardige kantteekeningen wel degelijk de zwakke punten van het werk des heeren Sannes aan te toonen. De kermispret in onze gemeente is bijna voorbij; nog een laatste drukke avond, bjj wijze van een slotnommer van een vuurwerk, en ieder keert weer tot zijne gewone bezigheden terug. HESE as 'JE EB. Bï Ut E fflt Sa dooe James Payn. TWEEDE DE EE. HOOFDSTUK XXIII. Donkere dagen. De twee personen, die zulk een groot deel van hun huiselijk leven hadden uitgemaakt, Kit en Frenna, hadden zich zelf daarvan uitgesloten de een gedwongen, de ander vrijwillig en de Terp zou hen nooit terug zien. Voor mevrouw was het een groote slag, voor Maud een erg verdriet, maar voor Mark was het verpletterend. Zijn genegenheid, die zich tot over zoo weinig menschen beperkte, had zich als het ware geconsentreerd op Kit en was nu geheel verwoest. Het zon hard voor hem geweest zijn als hij zijn vriend door den dood had moeten verliezen, maar dit wonde zou door den tijd ge heeld zijn. Wat hem thans overkomen was, was veel erger dan de dood en dat kon Kit door Mark's eigen toedoen overkomen«Bedenk dat ik u uit een levend graf gered heb"; die woorden padden hem onophoudelijk in de ooren geklonken Vlissingen en Middelburg hebben dan weer voor een jaar die vreugde gesmaaktGoes en Zierikzee zijn nu aan de beurt. Of die vreugde voor allen, die eraan deelnamen! onverdeeld wezen zal, kan met grond ontkend worden, en juist omdat menigeen de treurige naweeën van het uitgaan in die dagen nog zal gevoelen, wil men ook de kermissen afschaffen. Men vergeet echter dat het bestuur eener gemeente zich dan op een zeer gevaarlijk terrein zou be geven. Het is niet zijn plicht controle uit te oefenen op de uitgaven van de ingezetenen, dit behoort zelfs tot de onmogelijkheden, want buiten de kermisdagen zijn ook de gelegenheden die er bestaan om meer uit te geven dan de middelen toelaten, zoowel in als buiten eene gemeente, velen, terwijl zulk een vaderlijk gezag zich dan ook over alle standen der maatschappij zou moe ten uitstrekken. Of meent men dat verkwisting alleen schuilt onder de onderste lagen der maat schappij Zoo men op dien grond begon met afschaffen, men zou ten slotte geen grens meer kunnen bereiken. Trouwens dit ligt ook niet op den weg van een bestuur of eene regeering. Een ieder dient op dat punt voor zich zeiven te waken, wijl daarbij te veel bijzondere belangen zijn betrokken. Maar wat een bestuur moet doen en ook reeds doet is waken tegen vertooningen, die onzedelijk zijn, het bedrog in de hand werken of voor deze of gene gevaar opleveren. En daarom zouden wij van menig bestuur meer waakzaamheid nog verlangen, omdat daardoor wellicht een stap nader zou gezet kunnen worden op den goeden weg, die tot verbetering der ker mis kan leiden. Waarom bij voorbeeld tentjes toegelaten waarin een kaffer vertoond wordt zander dat men zich overtuigd heeft of daarbij bedrog in het spel is Kan de vertooner bewijzen dat de man, dien hij te zien geeft, werkelijk is degene voor wien hij zich uitgeeft, welnu dan late men hem zijn gang gaan, maar waar kennelijk bedrog gepleegd wordt, moest men dit weren. Men beweert dat dezen Kaffer op onze kermis verboden werd levende konijnen te eten. Meer nog dan de man zelf, die met' zulke ongewone bezig heden zijn kost verdienen moet, zal ieder welden kende zich over dit verbod verheugen, maar waarom is dan ook niet verboden wat in het Schuttershof de Japansche jongleur Arr You, zooals hij zich noemt, verrichthet werpen met messen naar eene vrouw, boven wier hoofd en tusschen wier uit gespreide vingers zulke gevaarlijke werktuigen wor den geslingerd? Eén verkeerde worp en de toe schouwers, die zulke vertooningen nog wel voor hun genoegen bezoeken, kunnen het onverkwikkelijk schouwspel bijwonen van eene ernstige verwonding. Dient daartegen niet gewaakt te worden, zoowel ter wille der bezoekers als voor haaf voor wier leven gevaar bestaat Zijn er die vinden dat wij de kermis, die men algemeen nog slechts een kort leven voorspelt, te veel eer aandoen door erover te schrijven, wij en toen het oogenblik daar was, had hij er niet aangedacht. De vraagHoe hij dan anders had willen handelen werd hem herhaaldelijk gedaan en hij had er natuurlijk geen antwoord op maar hij was niet vatbaar voor logica. Voor zijn verzwakten geest bleef hij zelf degeen die het vonnis over Kit had uitgesproken. Na eenigen tijd vertrok het geheele gezelschap met den dokter en zijn zoon naar huis. Frank had zijn vader overgehaald om in de stad te blij ven, zoolang de Medway's er waren en waarlijk het gezelschap van Maud scheen even weldadig op hem te werken als de buitenlucht. Het scherpe dokters oog van den heer Meade had dit weldra ontwaard en hij begreep er spoedig de reden van, die hij tot nog toe in het minst niet vermoed had. De jonge lui spraken echter volstrekt niet van hun genegenheid; daarvoor waren de omstandig heden te droevig; maar Frank leefde in een atmosfeer van liefde en putte er met eiken adem tocht nieuwe kracht uit. Zijn sterke gezondheid had hij voor goed verloren, maar hij herstelde en zou volgens de voorspelling der geneesheeren in staat zijn om zijn beroep te Mogadion uit te oefenen, doch niet in den rook en den walm van Londen. Zijn eerzuchtige droom was voorbij maar er bleef hem een even, heerlijke werkelijk heid. Er is niets verrukkelijker voor een mensch dan het gevoel van te herstellen na een ernstige ziekte en nu het nog bovendien de tjjd van het tjerken hun op dat het voor de toekomst nuttig wêzen kan de laatste dagen van zulk een stervende goed gade slaan, en de verschijnselen op te tee kenen die zich daarbij voordoen. Voor de toe komst kan men, bij het regelen van andere volksfeesten, daarvan voordeel trekken. "Vlissing-eo, 4 Aug. Feitelijk is thans met de slechting der vesting een aanvang gemaakt en wel door het begin der werkzaamheden van de heeren Volker c° voor den aanleg van een spui- boezem buiten de voormalige Duinpoort alhier, waarvoor de eerste spade is gestoken. De gemeente is thans geheel in het bezit der uitgebreide ves- tinggronden; alle lastige formaliteiten met het departement van oorlog, die bij zulk een werk velen zijn, zijn thans geheel onnoodig. Verseke, 4 Aug. Gisteren avond is alhier eene kiesvereeniging opgericht, die den naam zal dragen van Recht voor allen. De door de commissie ontworpen statuten zijn met eenige wijzigingen aangenomen. Tot het kiezen van een bestuur, dat uit 5 leden zal bestaan, werd het te laat, doch dit zal in eene vergadering op 17 Aug. e. k. ge schieden. De vereeniging telt tot heden 18 leden. Volgens de N. R. Crt. bedroeg in de afgeloopen maand het aantal der met de stoomschepen der maatschappij Zeeland vervoerde passagiersvan Vlissingen naar Queenboro' 3851, van Queenboro' naar Vlissingen 4461, te zamen 8312 of 458 meer dan in dezelfde maand van het vorige jaar. Als bewijs hoezeer deze route boven andere door het reizend publiek wordt verkozen, moge dienen, dat, terwijl de Great Eastern Com pany, die reeds sedert 1863 bestaat, in het afge- loopen jaar langs twee lijnen (HarwichRot terdam en HarwichAntwerpen) ruim 80.000 reizigers vervoerde, de maatschappij Zeeland in acht jaren het aantal harer passagiers zoodanig zag klimmen, dat het over 1882 méér dan 70,000 bedroeg, over hare éenige lijn VlissingenQueens- boro'. In de eerste 7 maanden van 1883 bedroeg het aantal vervoerde passagiers weder over 2000 méér dan in hetzelfde tijdvak van 1882. Bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen wordt verplaatst van Middelburg naar Goes de 3e klerk H. P. Monté en is benoemd tot surnumerair te Goes L. J. R. Ort van Vlissingen. (ér. Ct.) Het gisteren namens de ingezetenen van Wa- geningen, den koningin aangeboden album is ont worpen en uitgevoerd in de fabriek van de hee ren Van Kempen te Voorschoten. Het heeft een oppervlakte van 40 bij 50 duimis gebonden in donkerrood zijden fluweel en met zilver gemon teerd. De voorzijde bevat het naamcijfer der koningin, in blauw émail, door fijngeciseleerde genieën gekroond met de koningskroon. Boven het medaillon bevinden zich lauwertak ken. De onderzijde bevat een rijk georneerd schild, met het jaartal 1883, in blauw émail. De rand jaar waswaarin de geheele aarde scheen te herstellen van hetgeen zij in den winter geleden had en waarin men zegt dat een jong mensch het meest tot liefde geneigd is, is het geen won der dat Frank in een benijdenswaardigen toestand verkeerde. Hij betreurde van ganseher harte wat er met Kit gebeurd was; maar hij was er geheel anders door getroffen dan de overigen. Het was hem thans meer dan duidelijk dat de misdaad, waarvoor Christoflel Garston zóo zwaar gestraft werd, niet zijn eerste was en Frank kon Kit niet vergeven dat deze zoo laag was geweest om Frenna een deel van den last der eerste te doen dragen. Het was voor Frank altijd iets onverklaarbaars geweest dat Frenna die bankbiljetten van haar vader gestolen had, maar hij had haar op haar woord geloofd. Hij wist nu zeker, en had haar dit, zooals wij weten, door zijn vader laten zeggen, dat zij onschuldig was aan die misdaad en hij was zeer verbolgen op den man, die de oorzaak was ge weest dat hij haar voor schuldig had gehouden. Frank alleen begreep waarom Frenna alle hulp Van hare oude vrienden afwees en hen niet wilde zien. Haar liefde en toewijding voor haar broe der waren e.ven groot als altjjd daar die bestand waren geweest tegen zijn eerste misdaad, was er g^en reden waarom zij thans veranderd zouden z..jn, en Frank begreep zeer goed dat het onmogeljjk T L">r haar was om te verkeeren met hen, die hem |g gehad hadden en op een uitzondering na, van zijn schuld overtuigd moesten zijn. Dit versiering bestaat ter wederzijde uit bas-relief» van vruchtenaan de hoeken zijn geciseleerde rosetten aangebracht met geplatineerde omlijsting. Aan de keerzijde ziet men geëmailleerde wapen schilden van Z. M. den koning en H. M. de koningin, met de wapenspreuken, door lauwertak ken omgeven. De geheele ornamentiek is in Itali- aanschen renaissancestijl. De opdracht op het titelblad luidt als volgt «Aan hare majesteit de koningin wordt dit bewijs van hulde eerbiedig aangeboden door de ingeze tenen van Wageningen, bij haar eerste verblijf binnen die gemeente. Augustus 1883." Het album is besloten in juchtlederen étui. Op het deksel prijkt de met goud ingedrukte koningskroon. De Holl. Afrikaan bericht, dat met het lid der emigratie-commissie, die eerlang naar de Zuid- Afrikaansche republiek vertrekt, een timmerman, een metselaar en vier landbouwers zullen meegaan. Deze zullen den door eenige heeren daar gekoch- ten grond gaan gereed maken voor de vestiging van eenige Hollandsche en Friesche boeren, aan wie die gronden in stukken van 50 morgen op gemakkelijke voorwaarden zullen worden uitge geven en die omstreeks Februari 1884 hopen te volgen, indien de te ontvangen rapporten gunstig kunnen luiden. Enkele lieden hebben zich intus- schen reeds met onderling goedvinden bij de voor trekkers aangesloten. Onder de zes bovenbedoelde voortrekkers be vindt zich ook een boer, die reeds 14 jaren in Zuid-Afrika heeft doorgebracht en die door zijne meerdere vertrouwdheid met den grond, de wijze van landbouw, omgang met Kaffers enz., veel tot de goede inrichting van de vestiging zal kunnen bijdragen. Deze man behoorde bij de voor jaren van uit Holland naar de Kaap gezonden kinderen, en hem is het daar goed gegaan. Wie hem daarvan hoort verhalen, zal zeer zeker terugkomen van het verkeerde denkbeeld, dat hier en daar maar al te zeer heeft post gevat, namelijk dat die toen uitgezonden kinderen het in Zuid-Afrika allen slecht hebben gehad en geheel mislukt zijn. De Holl. Afrikaan raadt echter tevens aan om voorloopig nog te wachten met het heengaan op eigen risico naar Transvaal. ijs. us de reden dat Frank, wiens hart bloedde Tot sluiting van het debat over Zwarte Griet, schrijft de beer George Van der Meij nog in het Leidsche Dagblad. Indien ik het ingezonden stuk van den heer R. Faassen goed begrepen heb, dan twijfelt ge noemde heer aan de waarheid mijner woorden, waartoe ik ZE., behoudens alle respectvolstrekt geen recht geef. In den afgeloopen winter was ik in eene andere plaats en bij een ander gezelschap verbonden en stond ik met den heer Nieuwenhuis volstrekt niet in betrekking en ten bewjjze hoe weinig ik mij aan de fout van plagiaat heb schuldig gemaakt moge de verklaring strekken dat ik bij het schrijven (ik schrijf niet meer „maken" een teeken dat ik voor verbetering vatbaar ben) van het stuk voor Frenna, niet zoo erg begaan, was met Kit en ofschoon hij een groote zelfbeheersching had, kon hij geen gevoelens huichelen die hij niet koesterde en Kit niet prijzen of beklagen. Dat was in de oogen van Mark een groot vergrijp. De vriendschap dezer twee jonge lieden werd dus wel niet verbroken, maar toch tamelijk een zijdig en moeielijk vol te houden. Frank, diö niets te doen had voor het oogenblik dan beter te worden, was nu voortdurend op de Terp en in plaats van zijn tijd door te brengen, zooals hjj het liefste wilde, in gezelschap van Maud, wijdde hij zich aan de taak om haar broeder uit zjjn zwaarmoedigheid op te wekken doch men begrijpt met hoe weinig succes. Eindelijk brak de brooze ijskorst, waarop zij zich staande hielden. In het voorjaar zag de bekoorlijke buitenplaats er op haar liefst uit en op zekeren dag, toen zjj samen in den tuin wandelden, maakte Frank een opmerking over die buitengewone schoonheid. „Hebt gij daar pleizier in riep Mark barsch uit«ik verfoei het. De boomen en bloemen zijn dezelfde van vroegermaar voor mij hebben zjj hun bekoorlijkheid verlorende rivier en de woeste partij zijn er nog, maar de grootschheid is er af. Okon ik die hand nog maar aanraken, die weg is die stem, die zwijgt, nog eens hooren «Het is heel natuurlijk dat gij hem mist, Mark, maar is het nu wel verstandig om door dat verlies uw geheele leven te laten verbitteren «Dat verlies? Denkt gij dan dat ik aan zelfzuchtig verdriet toegeef. Ik weaschte dat ife

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1