De portretten-tentoonstelling
te Parijs.
geen plan om het Britsche eskader voor Tama-
tave te versterken.
In dezelfde zitting werd besloten dr William
Hunter naar Egypte te zenden, ten einde daar de
cholera te helpen bestrijden. Men neemt het
Engeland zeer kwalijk dat het niet de noodige
quarantaine-maatregelen neemt in hetNylland, en
evenzoo tracht men meer en meer het Britsche
rijk te overtuigen van zijn schuld in het over
brengen der gevreesde ziekte uit Engelsch-Indië.
Deze beschuldiging wordt o. a. uiteengezet in ,een
te Rome uitgekomen schotschrift, welks conclusie
tot op zekere hoogte overeenkomt met het rap
port aan de Belgische koninklijke academie. De
Engelsche vertegenwoordiger in de gezondheids
commissie te Constantinopel zoude verzuimd heb
ben voorzorgsmaatregelen te nemen, verklarende
«dat de handelsbelangen minstens evenveel golden
als de openbare gezondheid". De schrijver van
dit pamflet eindigt met Engeland en de cholera
voor te stellen als de twee zwarte bondgenooten".
Heden wordt te Parijs de 14e Juli, de Bastille-
dag, gevierd. Wederom hebben de gewone fees
telijkheden plaats, maar de dag werd niet met
bjjzonder groote opgewektheid tegemoet gezien,
't Was lang niet zeker dat de president dei-
republiek bij de inwijding der statue de la Républi-
que tegenwoordig zou zijn, en reeds had hij een
uitnoodiging van het gemeentebestuur afgewezen.
De graaf van Chambord is stervende-
Het huis van afgevaardigden in Spanje heeft
het debat over de quaestie van hervorming dei-
constitutie geëindigd, zonder tot eene beslissing
te komen, maar niet zonder hevige tooneelen tus-
schen de redenaars der oppositie en de ministeri-
ëele afgevaardigden. In de zitting van Woensdag
had de minister Sagasta namens de regeering ver
klaard, dat hij zich. tegen elke constitutioneele
hervorming verzette, maar dat hjj bereid was een
wetsontwerp te deponeeren op de bescherming der
individueele rechten. Donderdag sprak de be
roemde Castelar eene belangrijke redevoering uit,
waarin hij verklaarde voorstander te zijn van het
meest absolute radicalisme en daarentegen zeer
conservatief ten opzichte van het republikeinsche
regeeringsstelsel. Deze stelling heeft de uit
nemende liberale redenaar reeds menigmaal ont
wikkeld op dit punt zijn zijne denkbeelden niet
veranderd. Hij verdedigde de vrijheid van de tribune
en de vrijheid der pers, en zeide weinig vertrouwen te
hebben in het resultaat der pogingen van den minister
Sagasta om eene overeenstemming te verkrijgen
met de democratie. De heer Castelar heeft zoo
weinig vertrouwen daarin, dat hij de overtuiging
uitsprak dat de republiek eenmaal over de monar
chie zal triomfeeren, en dat de conservatieven er
genoegen mede zullen noemen.
De heer Sagasta nam de gelegenheid waar om
zijne monarchale denkbeelden uiteen zetten. Zelfs
ging hij zoo ver van te beweren dat, indien alle
Spanjaarden een even verkeerd denkbeeld van
vrijheid hadden als Castelar, hij zijne nationaliteit
gaarne zonde willen prijsgeven. Deze woorden
wekten luide protesten en een groot tumult, waarna
de debatten werden gesloten zonder meer. Wij
weten thans nog niet wat de kamer besloten heeft
met betrekking tot het voorstel tot herziening,
gedaan door generaal Lopez Dominguez. Maar
zeker kan men voorspellen dat het niet zal worden
aangenomen.
(Profiels en Silhouetten
De Fransche schrijvers der 17e en der 18e eeuw
deden de schimmen dialogen houden en in de
onderwereld de beroemde dooden met elkaar praten
over de belangen der levenden. Onze tijd heeft
een gelukkiger ingeving, dank zij der liefde voor
tentoonstellingen. Zoo had Parjjs in de afgeloopen
Meimaand, terwille van eene instelling van lief
dadigheid, beeltenissen van allerlei aard verzameld
op de quai-Malaquais in de- school der schoone
kunsten: men zag er dichters, geleerden, schilders,
beeldhouwers, staatslieden, koningen en konin
ginnen, beroemde veldoversten, acteurs en actrices,
kortom allen die zich van 1783 tot heden beroemd
hebben gemaakt in de geschiedenis van Frankrijk.
Zjj waren daar, afgebeeld door de meesters van
onze dagen, en alsof zij nog leefden te midden
van ons. Tot velen van hen er waren ook
minder bekende onder was men geneigd vragen
te richten, die zij alleen in staat zijn op te
lossen. Ongelukkig spreken zij niet meer, al gelij
ken de meesten sprekend. In de toekomst even
wel zal het niet moeilijk zijn dit euvel te verhelpen
men zal slechts de phonograaf toe te passen en op
een knopje te drukken hebben om uit de schil
derij het gewensehte geluid te krijgen!
Kan men zich een denkbeeld vormen van het
effect dat aldus zoude teweeg gebracht worden
voor het portret van Barrère, die daar voorgesteld
is op het oogenblik dat hij van de tribune dei-
Nationale Vergadering zijn requisitoir slingert
tegen „burger Capet"? En men zal zich slechts
behoeven om te keeren om den zilveren, klank
vollen lach te hooren van madame Récamier, die
deugdzame Ninon de Lanclos van het keizerrijk
en de Restauratie. Barrère, wien David het uiterlijk
heeft gegeven van een ternauwernood ontbolsterden
knecht van goeden huize, was een der eersten die
rondfladderden om die door David en Canova on
sterfelijk gemaakte schoonheid, van welke baron
Gérard ons slechts de uitwendige gratie heeft
getoond door haar ons voor te stellen gezeten in
een Grieksche rustbank. Madame Récamier verstond
de kunst van te bekooren en, door haren glimlach
en door haar talent van luisteren alleen, gedurende
haar gansche leven een heir van aanbidders aan
zich te boeien. Slechts een der beide grjjzaards
leeft nog, die haar gekend hebben in hare afzon
dering van de wereld in VAbbaye-aux-Bois, waar
zij als een literarische zuster van liefdadigheid de
altoos bloedende wonden, die Chateaubriand'»
eigenliefde geslagen werden, stelpte.
_Wat zou men niet geven, terwijl men de aan
grijpende schets van Delacroix bewondert, die in
eene der schitterendste improvisaties van zijn pen
seel Paganini als levend op het doek bracht; wat
zou men niet geven indien men deze afbeelding
volmaken en de geniale streek van den meester
hooren konHet pendant van deze impromptu
a la Rembrandt vindt men in het stuk van Géri-
eault, die Murat schilderde, den laatsten Franschen
ridder, op een vurig ros midden in het gewoel
van den strijd. Hier is elk woord te veelMurat
schiet voorbjj als een bliksemstraal. De Guizot
daarentegen van Paul Delaroche zou volmaakter
zijn, indien de phonograaf zijn beroemd woord
Van deze schets, die morgen in de Revue de Bel-
gique verschijnt, werden wij in staat gesteld onzen lezers
de primeur te geven.
Enrichissez-voushadde bewaard. Cest déja fait"
antwoordt de oudere Bertin door zijne houding
alleen.
Theophile Gauthier had wel gelijk, toen hij
naar aanleiding van dit meesterlijk stuk van Ingres
vroeg »Ia het geene openbaring van een gansch
tijdperk Toen Ingres (het is eene schildersle
gende) den hoofdredacteur van het Journal des
Débats voor zich had, zocht hij langen tijd te
vergeefs naar eene karakteristieke houding. Bertin
werd ongeduldig toen hij den schilder zag zoeken
zonder het gewensehte te vinden doch zoodra hij,
de man die zijnen tijd naar waarde wist te schat
ten, de dikke handen deed rusten op zijne grove
knieën, het hoofd een weinig vooruit hield en een
«zjjn we er nu?" deed hooren, gaf Ingres slechts
antwoord door in groote streken het houtskool te
hanteeren. Het toeval had Delaroche gediend,
maar zijn genie was noodig om er zóó partij van
te trekken.
Niet minder schilderstalent en physiologische
kennis legde Paul Delaroche aan den dag door
zijn profiel van Guizot, Vhomme de Gand, in wien
de Juli-monarchie zich heeft belichaamd. Dit
marmerachtig profiel met zijn sobere lijnen, die
niet door haar sierlijkheid worden vergoed, dat
hooge voorhoofd, die arendsneus, die fijne en
gesloten lippen, die trotsche houding, die hand in
den toegeknoopten rok, ja, dit is de president
van den raad, die op de hevige schimpwoorden
der oppositie antwoordde »Uwe minachting kan
de hoogte van mijne walging niet bereiken". Dat
is wel de minister, die zich koning voelde bij
zijne impopulariteit. Hij heeft het koude gelaat
van iemand, die geen jeugd heeft gehad, die geen
zon heeft gekend in zijne kindsche jaren. Toen
hij op den drempel van het leven stond wierp de
guillotine een langen somberen schaduw op zijnen
wegzijn vader liet het leven onder haar scherp
mes. Inde irae Hij bleef over met zijne moeder,
eene fanatieke Protestantsche vrouw .uit Nïmes,
en zij gaf hem dien kouden wil, dat inwendig
brandend maar niet uitbarstend vuur. Zijne op
voeding te Genève, de stad der Calvinisten, het
Protestantsche Rome, deed het overige.
Wanneer hij te Parijs ware opgevoed, als zijn
mededinger Thiers, zou hij wellicht minder
hoekig zijn geweest. De een is al verstand, de
ander al geest. Royer-Collard, die peet was van
Guizot, zeide bij hun eerste ontmoeting: „Gij ziet
er uit als een staatsman." Manuel leidde Thiers
in de strijdvaardige, democratische journalistiek
in hun kennismaking dagteekent van den dag,
waarop Manuel uit de kamer van afgevaardigden
gebannen werd. Evenals de aanvang is ook hun
verdere loopbaan zeer verschillendzij waren
tegenvoeters. Louis Philippe kon hun wel samen
koppelen aan denzelfden ministerieelen wagen,
Thiers blijft steeds toch de revolutionnair, de
medewerker aan de National, de ambtgenoot van
Armand Carrel. Guizot vertegenwoordigt de
antirevolutionnaire burgerij. Een oogenblik doet
hij een schrede naar de legitimisten, maar hij
moet weldra erkennen, dat er geen leven zal
komen in dat gepleisterd graf. Hij vereenzelvigt
zich met de tiers-état. En gedurende achttien
jaren, hetzij op het kussen of in de oppositie,
peinst hij op middelen om de autrocratie van het
talent in de plaats te stellen van het goddelijk
recht, welks altaren hij verlaten had.
Een der meest treffende gedeelten uit de inlei
ding tot Michelet's Geschiedenis der Fransche revo
lutie toont ons het Fransche volk, gedurende lange
eeuwen vergeefs vragend om recht, eerst aan de
kerk daarna aan het koningschap, en het eindelijk
ontwarend en het met hooge maar helaas 1 voor
bijgaande geestdrift toejuichend op het feest
van den 13en Juli 1792. Duizenden vielen op het
Champ-da-Mars het nieuwe evangelie bij. Doch de
geopenbaarde waarheid ging weldra schuil achter
het roode licht van het schrikbewind om geheel
te verdwijnen onder den triomf van het geweld.
Het overwonnen caesarisme, eene onechte legiti
miteit, baande den weg tot de regeering van het
juiste midden.
Het juiste midden was dat van de grootste on
rechtvaardigheid. Na de heilzame vereeniging van
allen, tijdens welke het volk handelde, tevens ge
tuige was en buitendien de rechten der humaniteit
verkondigde, ontstond eene regeeringskaste, die
ongevoelig en ontoegankelijk was voor elke edele
gedachte, en vrij wat krachtiger en meer exclusief
zich toonde dan die der Britsche aristocratie. De
Fransche adel heeft hare bijeenkomst in de Kaats
baanzaal gehad, waar zij uit eigen wil, medege-
sleept door de stellingen van Jean Jacques Rous
seau, waardigheid, bezittingen, privilegies en for
tuin inruilde tegen den titel van citoyen.
Al is menig edelman, berouw gevoelend over
dit offer, weder later afvallig geworden, de groot
heid van de daad verandert er niet door. De adel
heeft minstens de verdienste gehad van het initia
tief te hebben genomen. Niet de doctrinairen
zouden vatbaar zjjn geweest voor zulk een weg-
sleepende krachtsterk door hun talent waanden
zij zich voorbeschikt tot de regeering, en eens in den
Cocagne-mast geklommen keken zij spottend neer
op hen, die hem hadden opgericht. Zij wachtten
er zich wel voor de beginselen van '89 te ver
loochenen. De geboorte-aristocratie werd vervan
gen door de rijke parvenus. Doch om de macht
te behouden moet men niet alleen rijk zijn, men
dient het ook te blijven, en van daar de tallooze
misbruiken. Vergeefs wijzen de lofredenaars van
dit systeem op de puriteinsche gestrengheid, op
de boven verdenking verheven rechtschapenheid
van Guizot door deze deugd in den privaten
persoon op den voorgrond te stellen daalt de
staatsman nog meer.
Onder het Juli-koningschap was alles berekend
op misleiding de p'nrase heersclite, en de lagere
klasse kreeg een in den grond geheel nieuwen
basis. Deze klasse is het minst toegankelijk voor
de groote ideën, die door hun innerlijke kracht
invloed hebben in hoogere kringen en de tevens
massa treffen, wijl die nog niet van den weg is
gebracht door eene halve opvoeding. Bismarck
zeide men steunt niet op bajonetten. Men steunt
nog minder op een klasse, die alleen let op haar
bekrompen en armzalig eigenbelang.
Guizot was de eerste die verlaten werd door de
nationale garde, welke hem had moeten bjj vallen,
wijl hij haar man was.
Alles was ook berekend op den schijn. Een
voorbeeld onder duizende heeft men in de onder
handelingen van graaf Rossi met Gregorius XVI
en kardinaal Lambruschini. Men wilcïe toen van
den paus de terugroeping der Jezuïten verkrijgen,
ten einde aan de regeering van Louis Philippe
de voor haar wreede noodzakelijkheid te besparen
om de wetten toe te passen die onder het oude
regime, onder het keizerrijk en de Restauratie,
waren uitgevaardigd tegen de geautoriseerde con
gregaties. Het einde was, dat de Jezuïten den
schijn aannamen vrijwillig Frankrijk te verlaten,
maar in werkelijkheid bleven zij er als te voren.
Ten einde eene volgzame meerderheid in de
kamers te verkrijgen en te behouden bouwde
Guizot op de meerderheid in het land, alsof de
votum's van vertrouwen de stemmen der ontevre
denen konden tot zwijgen brengen. Na een tijd
perk van achtien jaren had Frankrijk er genoeg
van om onder voogdij te staan. Van daar de
beweging voor kieshervorming, waarin Guizot in
deu beginne niets ernstigs wilde zien. Hij had
wel een anderen plicht, zeide hij, namelijk om de
„vrije regeering" te grondvesten, dat wil zeggen
de vrijheid der doctrinairen te verzekeren en hun
oligarchische macht te verdedigen. Intusschen
nam de kiezersagitatie grooter verhoudingen aan
banketten werden gehouden ten gunste der her
vorming, waar vermetele eischen werden uitge
sproken de republikeinen zetten hun vaandel
overeind. Te vergeefs maanden mannen als De
Morny tot een concessie-politiek Guizot wilde van
niets hooren en Louis Philippe had alleen in hem
vertrouwen. Doof bleef hij voor alle waarschu-
schuwingen niet alleen van zekere diplomaten,
maar ook voor die van de hovelingen en zelfs
van de koningin, die op eene wijziging van het
kabinet stond. Toen zij haren zin niet kreeg
zeide MarieAmelie van Guizot,,'t Is een krab
die zich krachtig vastklampt aan de regeering
men kan hem slechts weg doen door de rots
mede omver te halen."
De voorspelling van deze moderne Hecuba, wier
hartstochtelijk voorkomen Jalabert op doek heeft
gebracht, werd bewaarheid. Na zich het ontslag
van Guizot te hebben laten ontwringen, zag
Louis-Philippe zijn eersten minister slechts terug
in Glaremont. De ballingschap doodde den ont
troonden koning geheelhij behield niet de eer
zucht van Guizot. Deze ging, na als staatsman
te hebben afgedaan, weder schrijven aan zijne
theorieën der regeerende klassen. Met een onver-
winlijk geloof in zijn systeem verkondigde hij
weder zijne denkbeelden in een werkje over de
democratie, en in eene redevoering die later als
inleiding verscheen tot zijne Histoir-e de la revo
lution d'Angleterre.
Thiers had een helderder zicht op de zaken en
een juister gevoel, schoon hij van een goede dosis
stijfhoofdigheid niet was vrij te pleiten. Met een
verwonderlijk assimilatievermogen begaafd dat
hem van 1833 af als minister in staat stelde onwaar
deerbare diensten te bewijzen aan de ontwikkeling
van handel en nijverheid in Frankrijk, sprak
Thiers met gezag over alle onderwerpen, zonder
zich daarbij van de deftigheid van Guizot te be
dienen en vooral vrij van alle mystische onduide
lijkheid. Thiers vergiste zich dikwijls, doch men
kon het hem gemakkelijker vergeven, daar hij het
zelf somwijlen erkende. Zedelijk als lichamelijk
is het contrast tusschen die beiden treffend.
Het portret van Thiers door Bonnat heeft niets
dat aan marmer doet denken; het is eerder een
houten beeld. Een eenvoudige houding, onge
dwongen, van den natuur afgezieneen sober
koloriethet gelaat stralend van schalkschheid en
geestkorte en vleezige handenniets is wegge
laten, geen trekje, geen rimpeltjehet minste
wratje is aangegeven. Dit wat het uiterlijk be
treft. Maar door dit alles komt het innerlijk
leven, de ziel, als 't ware heenbreken. Die scherpe,
doordringende blik, hoewel onderschept door bril
glazen, schijnt het publiek toe te roepen»Niet
alleen heb ik de macht regeeringsvormen omver
te werpen en op te heffen, eene republiek te
stichtenik weet ook den schilder te kiezen, die
de kunst verstaat mijne trekken voor het nage
slacht te behouden."
Thiers is nooit een partyman geweest; vóór alles
was hij zichzelf, en daarna Franschman. En wie
in Frankrijk nationaliteitsgevoel heeft zal op de
groote menigte altijd een onweerstaanbare kracht
uitoefenen. Dit is het geheim van de populari
teit van Thiers. Hoe dikwijls heb ik het door
republikeinsche notabiliteiten, bannelingen van
den 24en December, niet hooren betreuren, dat zij
in 1848 na den val van de Julimonarchie de me
dewerking van Thiers niet hadden ingeroepen.
«Hij alleen," voegden zjj er dan bij «zou de repu
bliek misschien gered hebben, ofschoon zelf geen
republikein."
Van dit laat gevoeld leedwezen, dat, toen het
werd uitgesproken, voor een paradox kon door
gaan, is twintig jaar later op schitterende wijze
de juistheid bewezen. In de laatste jaren van het
tweede Keizerrijk zeide Thiers reeds tot zijne
vertrouwelingen «Mijn ideaal, ik verberg het u
niet, is het Engelsche regeeringstelsel, maar ik
erken, dat de gebreken en gruweldaden van onze
monarchieën eiken anderen bestuursvorm dan de
republiek onmogelijk hebben gemaakt. Laten wij
slechts streven en al onze krachten vereenigen,
opdat de republiek toegankelijk en voorkomend
zjj voor alle goedgezinden."
Het vervolg heeft, tot onbeschrijfelijke woede van
de Orleanisten, geleerd, dat dit niet was een
schermen in de lucht. Den overwegenden invloed,
dien hjj gekregen had door zjjne toewijding aan
Frankrijk gedurende den oorlog van 1870—71,
zjjne reizen in 't hartje van den winter naar de
verschillende hoven van Europa, en zjjne onder
handelingen met de groote mogendheden maakte
hjj der republiek ten nutte. Doordat hij in gee-
nen deele tot het oude wilde terugkeeren, nood
zaakten de mannen van den 24,ten Mei hem zjjn
ontslag te nemen als president van de republiek,
alsof, in de oppositie en in de afzondering, Thiers
niet meer te duchten was dan aan het hoofd van
de uitvoerende macht.
Door zjjne veranderljjkheid heeft hjj zich het
meest gekenmerkt. Onveranderljjk echter was zjjn
geloof in zichzelf en zjjne liefde voor Frankrijk.
De geschiedenis van zjjne verschillende politieke
handelingen van 1830 tot 1848 zoude boekdeelen
vullen. Beurtelings was hjj de bondgenoot van
de uiterste linkerzjjde en van de royalistische
conservatieven. Balzac noemde hem»den beroemden
Gentenaarmaarschalk Soult, zjjn collega, sprak
hem liefst aan met een spotnaam uit den kazer-
netjjd. Nu vredelievend, dan oproerig had hjj iets
van den camelion. Het scheen wel dat dage
lijks van politiek veranderde, maar hjj veranderde
niet van doel.
Wilde Guizot, in plaats van te zwichten, liever
vallen en den troon met zich sleepen, Thiers wist
met een weergalooze buigzaamheid altjjd te zwenken
en was de man van de toekomst. Ware de dood
hem niet in den strjjd overvallen, dan was hjj ten
tweeden male benoemd tot president van de repu
bliek na de omwenteling van den 16eu Mei.
Meissonnier heeft hem geschilderd op zjjn doods
bed zonder een zweem van strijd op het gelaat.
Hij ligt rustig te slapen, als hadde hjj het kalme
leven achter zich van een gewoon burgerman.
Een ander burger, een die nog leeft is Jules
Grévy, de tegenwoordige president van de repu
bliek. Bonnat heeft hem, ontdaan van allen luister,
geschilderd. Het is een banaal doek. Hoe jam
mer dat Grévy Bastien— Lepage niet heeft gekozen,
die door het portret van zijn vader gewedijverd
heeft met de gothische meesters in waarheid en in
angstvallige oprechtheid. Het zoude belangrijk
zijn om aan onze nakomelingen de nauwkeurige
gelaatstrekken te vermaken van het eerste hoofd
der uitvoerende macht, van hem die geen inbreuk
heeft gemaakt op de souvereine rechten der natie,
en die ten spijt van alle bedreiging en bespotting
zich binnen de hem door de constitutie aangewezen
grenzen heeft weten te houden.
Grévy geeft een groot voorbeeldmen zal er
eenmaal van overtuigd zijn. Kan men zich schreeu-
wender inconsequentie denken? Hetzelfde land,
dat altijd gereed was om in opstand te komen
tegen zjjn souvereinen die stonden onder verdenking
van personeele politiek, dat zelfde land maakt er
thans Jules Grévy een grief van dat hjj schijn
baar constitutionneel werkeloos is om een ver
moeden zoude het hem op éen Ijjn plaatsen met
de niets beduidende koningen van vroegêr. Neen
Jules Grévy neemt grooter plaats in dan men denkt.
Men zal wellicht deze beschouwingen vreemd
achten of misplaatst in eene bespreking van eene
portretten-tentoonstelling. Doch de lezer, die rond
gewandeld heeft in dit Père-Lachaise, zal ze zeer
natuurlijk vinden. Deze gedachten dringen zich zoo
krachtig op en maken zich met zooveel hevigheid
van onzen geest meesterdat men aan het ge
noegen om aldus te kunnen beschouwen en ver
gelijken toegeeft. Hoe kan men bij voorbeeld de
gedachten weren die bij ons opkomen voor het
gelaat van Lodewijk XVII, door Alexander Fra-
gouard geschilderd, of bjj den „koning van Rome,"
een vreemd doek van Laurence. Deze beide stuk
ken, waarop een vage melancholie verspreid ligt,
zouden tot opschrift kunnen hebben Vanitas Vani-
tatum. Met welk een geestdrift is de geboorte
van deze erfgenamen van den troon begroet, van
welken de een een geheimzinnigen dood vond in
de Conciergerie en de andere onder het gewicht
van zjjns vaders roem verkwijnde in zjjne vergulde
gevangenis te Weenen. Om het trio voltallig te
maken ontbreekt nog maar het portret van „het
Wonderkind."
ToeD Lodewjjk XVIII, gezeten in den armstoel
die zjjn doodsbed zoude worden, en door weenenden
omringd zjjn laatste uur voelde naderen, deed hjj
den jongsten en zwaksten der prinsen uit de
familie tot zich komen, en zegende hem, zeggende:
Que mon frère ménage la couronne de eet enfant
Het portret van den hertog van Orleans door
Ingres is niet een der minst treffende. Wie weet
of niet zjjn zielenadel, zjjn democratisch streven,
zjjn verlichte denkbeelden hem geschikt hadden
gemaakt om voor trait d'uniontc dienen tusschen het
monarchaal verleden en de toekomst der demo
cratie. Zijn ongelukkig einde deed de doodsklok
luiden over de Juli-monarchie. Ingres heeft aan
het gelaat van den hertog een voorspellende uit
drukking gegeven.
Niets dergeljjks vindt men bjj de ex-keizerin
Eugenie, die in Winterhalter den hofschilder en
den artist gevonden heeft, die haar beviel. Eris
niets verhevens noch in de lijnen noch in de uit
drukking. Het lief kopje is meer Engelsch dan
Spaanschhet voorhoofd is klein.
Aangrijpender is het portret van prins Jeröme
Napoleon. Flandrin heeft hem afgemaald met die
loodkleur, die aan den waren Napoleon in de laatste
jaren van zijne regeering eigen was, toen de kan
ker hem reeds verteerde. Zijn verbazende gelijke
nis met zijn oom valt dadelijk op. Doch draait
men zich maar even om, naar die bewonderens
waardige schets van Napoleon I door David, dan
wordt men zich zjjner dwaling bewust. Prins
Jeróme Napoleon heeft evenveel van zijn' oom,
als het opgeblazen gelaat van een der Caesars uit
den vervaltijd gelijkt op dat van den overwinnaar
der Galliërs. Ik spreek wel te verstaan van het
uiterljjkvoor het overige kan er van eene ver
gelijking zelfs geen sprake zjjn.
Prins Jeröme Bonaparte had onder zjjn armzalig
politiek rommeltje éen enkele snaar, die hjj niet
geheel zonder handigheid wist te doen trillen
tjjdens het tweede keizerrjjk zjjn anti-clericalisme,
zjjn haat tegen het pauselijk Rome. Sedert heeft
hjj ze afgezworen om, in het belang van zjjn
pretendentschap, de clericale Bonapartisten van
de soort van Paul de Cassagnac aan zich te ver
binden en dat is dezelfde man, die aan Sainte-
Beuve schreef apropos van een woordenstrjjd over
de quaestie van Rome in het wetgevend lictiaam
»Wat is het geheugen van staatsmannen toch
kort! Welke droevige leerlingen geven zij ons."
Gelukkig, dat Frankrijk zich niet bekommert
over hen, wien hjj het wilde toevertrouwen. „Sedert
1789," zegt Stendhal in zjjn leven van Napoleon I
kan een vorst, die niet gesteund wordt dooreen
kamer, zich slechts staande houden door de vrees
die zjjn leger inboezemt of door de bewondering
die zjjn genie opwekt." Zonder partjj in de kamer,
zonder ander leger dan de generale staf, bestaande
uit Emile Ollivier, Pascal, den ex-prefect van den
16en Mei, en eenige behroonden uit den slag van
Sedan, geheel van genie ontbloot wat bljjft er
dus van hem over Niets als zjjn Napoleontisch
masker.
Eigenljjk draagt van al de toongestelde tjjdge-
nooten maar éen den stempel van het genie
Victor Hugo. Toen Bonnat dit portret in den
salon van Parjjs tentoonstelde, maakte ik hem een
verwjjt van zjjn te groote tastbaarheid. Nu vraag
ik mjj af of dit waarl jjk een gebrek mag genoemd
worden. Het is niet van nut ontbloot aan het
nageslacht een Victor Hugo van vleesch en bloed
te vermaken, dat is tejzeggen gelijk wij hem nu nog
voor ons zien met zjjn forsche gestalte maar die
zelfs op zijn hoog gevorderden leeftijd nog getui
genis aflegt, dat hjj heeft geleefd, gestreden, ge
leden, geliefd, en met lange teugen den beker des
levens heeft gedronken, zonder zich er aan te
kunnen verzadigen. De schilder deed goed weer
stand te bieden aan de verzoeking om te ideali-
seeren. Hij had geen geniale houding op het oog.
Hjj heeft veeleer zjjn model met een schroom-
valligen eerbied voor de werkelijkheid weergege
ven. Waar hjj echter zorg voor heeft gedragen,
is dit, dat hjj het licht van boven af heeft laten
vallen op dat olympische voorhoofd, waaruit zoo
veel grootsche scheppingen zjjn te voorschijn ge
sprongen. Als episch, lyrisch, dramatisch dichter
en als prozaschrijver heeft Victor Hugo alle genres
met meesterschap beoefend, tot zelfs het politiek
schotschrift toe. Zjjn Napoléon le Petit doet nu
eens aan Tactius dan weer aan Juvenalis denken.
In hem brandt een onuitbluschbaar vuur voor het
ware, het goede, het recht, een vuur dat de koele
ouderdom niet heeft kunnen dooven. Eens zal het
zijn grootste roem zjjn, door het reusachtig verbond
van kunst en geestdrift bezield in zjjne Légende