De portretten-tentoonstelling te Parijs. geen plan om het Britsche eskader voor Tama- tave te versterken. In dezelfde zitting werd besloten dr William Hunter naar Egypte te zenden, ten einde daar de cholera te helpen bestrijden. Men neemt het Engeland zeer kwalijk dat het niet de noodige quarantaine-maatregelen neemt in hetNylland, en evenzoo tracht men meer en meer het Britsche rijk te overtuigen van zijn schuld in het over brengen der gevreesde ziekte uit Engelsch-Indië. Deze beschuldiging wordt o. a. uiteengezet in ,een te Rome uitgekomen schotschrift, welks conclusie tot op zekere hoogte overeenkomt met het rap port aan de Belgische koninklijke academie. De Engelsche vertegenwoordiger in de gezondheids commissie te Constantinopel zoude verzuimd heb ben voorzorgsmaatregelen te nemen, verklarende «dat de handelsbelangen minstens evenveel golden als de openbare gezondheid". De schrijver van dit pamflet eindigt met Engeland en de cholera voor te stellen als de twee zwarte bondgenooten". Heden wordt te Parijs de 14e Juli, de Bastille- dag, gevierd. Wederom hebben de gewone fees telijkheden plaats, maar de dag werd niet met bjjzonder groote opgewektheid tegemoet gezien, 't Was lang niet zeker dat de president dei- republiek bij de inwijding der statue de la Républi- que tegenwoordig zou zijn, en reeds had hij een uitnoodiging van het gemeentebestuur afgewezen. De graaf van Chambord is stervende- Het huis van afgevaardigden in Spanje heeft het debat over de quaestie van hervorming dei- constitutie geëindigd, zonder tot eene beslissing te komen, maar niet zonder hevige tooneelen tus- schen de redenaars der oppositie en de ministeri- ëele afgevaardigden. In de zitting van Woensdag had de minister Sagasta namens de regeering ver klaard, dat hij zich. tegen elke constitutioneele hervorming verzette, maar dat hjj bereid was een wetsontwerp te deponeeren op de bescherming der individueele rechten. Donderdag sprak de be roemde Castelar eene belangrijke redevoering uit, waarin hij verklaarde voorstander te zijn van het meest absolute radicalisme en daarentegen zeer conservatief ten opzichte van het republikeinsche regeeringsstelsel. Deze stelling heeft de uit nemende liberale redenaar reeds menigmaal ont wikkeld op dit punt zijn zijne denkbeelden niet veranderd. Hij verdedigde de vrijheid van de tribune en de vrijheid der pers, en zeide weinig vertrouwen te hebben in het resultaat der pogingen van den minister Sagasta om eene overeenstemming te verkrijgen met de democratie. De heer Castelar heeft zoo weinig vertrouwen daarin, dat hij de overtuiging uitsprak dat de republiek eenmaal over de monar chie zal triomfeeren, en dat de conservatieven er genoegen mede zullen noemen. De heer Sagasta nam de gelegenheid waar om zijne monarchale denkbeelden uiteen zetten. Zelfs ging hij zoo ver van te beweren dat, indien alle Spanjaarden een even verkeerd denkbeeld van vrijheid hadden als Castelar, hij zijne nationaliteit gaarne zonde willen prijsgeven. Deze woorden wekten luide protesten en een groot tumult, waarna de debatten werden gesloten zonder meer. Wij weten thans nog niet wat de kamer besloten heeft met betrekking tot het voorstel tot herziening, gedaan door generaal Lopez Dominguez. Maar zeker kan men voorspellen dat het niet zal worden aangenomen. (Profiels en Silhouetten De Fransche schrijvers der 17e en der 18e eeuw deden de schimmen dialogen houden en in de onderwereld de beroemde dooden met elkaar praten over de belangen der levenden. Onze tijd heeft een gelukkiger ingeving, dank zij der liefde voor tentoonstellingen. Zoo had Parjjs in de afgeloopen Meimaand, terwille van eene instelling van lief dadigheid, beeltenissen van allerlei aard verzameld op de quai-Malaquais in de- school der schoone kunsten: men zag er dichters, geleerden, schilders, beeldhouwers, staatslieden, koningen en konin ginnen, beroemde veldoversten, acteurs en actrices, kortom allen die zich van 1783 tot heden beroemd hebben gemaakt in de geschiedenis van Frankrijk. Zjj waren daar, afgebeeld door de meesters van onze dagen, en alsof zij nog leefden te midden van ons. Tot velen van hen er waren ook minder bekende onder was men geneigd vragen te richten, die zij alleen in staat zijn op te lossen. Ongelukkig spreken zij niet meer, al gelij ken de meesten sprekend. In de toekomst even wel zal het niet moeilijk zijn dit euvel te verhelpen men zal slechts de phonograaf toe te passen en op een knopje te drukken hebben om uit de schil derij het gewensehte geluid te krijgen! Kan men zich een denkbeeld vormen van het effect dat aldus zoude teweeg gebracht worden voor het portret van Barrère, die daar voorgesteld is op het oogenblik dat hij van de tribune dei- Nationale Vergadering zijn requisitoir slingert tegen „burger Capet"? En men zal zich slechts behoeven om te keeren om den zilveren, klank vollen lach te hooren van madame Récamier, die deugdzame Ninon de Lanclos van het keizerrijk en de Restauratie. Barrère, wien David het uiterlijk heeft gegeven van een ternauwernood ontbolsterden knecht van goeden huize, was een der eersten die rondfladderden om die door David en Canova on sterfelijk gemaakte schoonheid, van welke baron Gérard ons slechts de uitwendige gratie heeft getoond door haar ons voor te stellen gezeten in een Grieksche rustbank. Madame Récamier verstond de kunst van te bekooren en, door haren glimlach en door haar talent van luisteren alleen, gedurende haar gansche leven een heir van aanbidders aan zich te boeien. Slechts een der beide grjjzaards leeft nog, die haar gekend hebben in hare afzon dering van de wereld in VAbbaye-aux-Bois, waar zij als een literarische zuster van liefdadigheid de altoos bloedende wonden, die Chateaubriand'» eigenliefde geslagen werden, stelpte. _Wat zou men niet geven, terwijl men de aan grijpende schets van Delacroix bewondert, die in eene der schitterendste improvisaties van zijn pen seel Paganini als levend op het doek bracht; wat zou men niet geven indien men deze afbeelding volmaken en de geniale streek van den meester hooren konHet pendant van deze impromptu a la Rembrandt vindt men in het stuk van Géri- eault, die Murat schilderde, den laatsten Franschen ridder, op een vurig ros midden in het gewoel van den strijd. Hier is elk woord te veelMurat schiet voorbjj als een bliksemstraal. De Guizot daarentegen van Paul Delaroche zou volmaakter zijn, indien de phonograaf zijn beroemd woord Van deze schets, die morgen in de Revue de Bel- gique verschijnt, werden wij in staat gesteld onzen lezers de primeur te geven. Enrichissez-voushadde bewaard. Cest déja fait" antwoordt de oudere Bertin door zijne houding alleen. Theophile Gauthier had wel gelijk, toen hij naar aanleiding van dit meesterlijk stuk van Ingres vroeg »Ia het geene openbaring van een gansch tijdperk Toen Ingres (het is eene schildersle gende) den hoofdredacteur van het Journal des Débats voor zich had, zocht hij langen tijd te vergeefs naar eene karakteristieke houding. Bertin werd ongeduldig toen hij den schilder zag zoeken zonder het gewensehte te vinden doch zoodra hij, de man die zijnen tijd naar waarde wist te schat ten, de dikke handen deed rusten op zijne grove knieën, het hoofd een weinig vooruit hield en een «zjjn we er nu?" deed hooren, gaf Ingres slechts antwoord door in groote streken het houtskool te hanteeren. Het toeval had Delaroche gediend, maar zijn genie was noodig om er zóó partij van te trekken. Niet minder schilderstalent en physiologische kennis legde Paul Delaroche aan den dag door zijn profiel van Guizot, Vhomme de Gand, in wien de Juli-monarchie zich heeft belichaamd. Dit marmerachtig profiel met zijn sobere lijnen, die niet door haar sierlijkheid worden vergoed, dat hooge voorhoofd, die arendsneus, die fijne en gesloten lippen, die trotsche houding, die hand in den toegeknoopten rok, ja, dit is de president van den raad, die op de hevige schimpwoorden der oppositie antwoordde »Uwe minachting kan de hoogte van mijne walging niet bereiken". Dat is wel de minister, die zich koning voelde bij zijne impopulariteit. Hij heeft het koude gelaat van iemand, die geen jeugd heeft gehad, die geen zon heeft gekend in zijne kindsche jaren. Toen hij op den drempel van het leven stond wierp de guillotine een langen somberen schaduw op zijnen wegzijn vader liet het leven onder haar scherp mes. Inde irae Hij bleef over met zijne moeder, eene fanatieke Protestantsche vrouw .uit Nïmes, en zij gaf hem dien kouden wil, dat inwendig brandend maar niet uitbarstend vuur. Zijne op voeding te Genève, de stad der Calvinisten, het Protestantsche Rome, deed het overige. Wanneer hij te Parijs ware opgevoed, als zijn mededinger Thiers, zou hij wellicht minder hoekig zijn geweest. De een is al verstand, de ander al geest. Royer-Collard, die peet was van Guizot, zeide bij hun eerste ontmoeting: „Gij ziet er uit als een staatsman." Manuel leidde Thiers in de strijdvaardige, democratische journalistiek in hun kennismaking dagteekent van den dag, waarop Manuel uit de kamer van afgevaardigden gebannen werd. Evenals de aanvang is ook hun verdere loopbaan zeer verschillendzij waren tegenvoeters. Louis Philippe kon hun wel samen koppelen aan denzelfden ministerieelen wagen, Thiers blijft steeds toch de revolutionnair, de medewerker aan de National, de ambtgenoot van Armand Carrel. Guizot vertegenwoordigt de antirevolutionnaire burgerij. Een oogenblik doet hij een schrede naar de legitimisten, maar hij moet weldra erkennen, dat er geen leven zal komen in dat gepleisterd graf. Hij vereenzelvigt zich met de tiers-état. En gedurende achttien jaren, hetzij op het kussen of in de oppositie, peinst hij op middelen om de autrocratie van het talent in de plaats te stellen van het goddelijk recht, welks altaren hij verlaten had. Een der meest treffende gedeelten uit de inlei ding tot Michelet's Geschiedenis der Fransche revo lutie toont ons het Fransche volk, gedurende lange eeuwen vergeefs vragend om recht, eerst aan de kerk daarna aan het koningschap, en het eindelijk ontwarend en het met hooge maar helaas 1 voor bijgaande geestdrift toejuichend op het feest van den 13en Juli 1792. Duizenden vielen op het Champ-da-Mars het nieuwe evangelie bij. Doch de geopenbaarde waarheid ging weldra schuil achter het roode licht van het schrikbewind om geheel te verdwijnen onder den triomf van het geweld. Het overwonnen caesarisme, eene onechte legiti miteit, baande den weg tot de regeering van het juiste midden. Het juiste midden was dat van de grootste on rechtvaardigheid. Na de heilzame vereeniging van allen, tijdens welke het volk handelde, tevens ge tuige was en buitendien de rechten der humaniteit verkondigde, ontstond eene regeeringskaste, die ongevoelig en ontoegankelijk was voor elke edele gedachte, en vrij wat krachtiger en meer exclusief zich toonde dan die der Britsche aristocratie. De Fransche adel heeft hare bijeenkomst in de Kaats baanzaal gehad, waar zij uit eigen wil, medege- sleept door de stellingen van Jean Jacques Rous seau, waardigheid, bezittingen, privilegies en for tuin inruilde tegen den titel van citoyen. Al is menig edelman, berouw gevoelend over dit offer, weder later afvallig geworden, de groot heid van de daad verandert er niet door. De adel heeft minstens de verdienste gehad van het initia tief te hebben genomen. Niet de doctrinairen zouden vatbaar zjjn geweest voor zulk een weg- sleepende krachtsterk door hun talent waanden zij zich voorbeschikt tot de regeering, en eens in den Cocagne-mast geklommen keken zij spottend neer op hen, die hem hadden opgericht. Zij wachtten er zich wel voor de beginselen van '89 te ver loochenen. De geboorte-aristocratie werd vervan gen door de rijke parvenus. Doch om de macht te behouden moet men niet alleen rijk zijn, men dient het ook te blijven, en van daar de tallooze misbruiken. Vergeefs wijzen de lofredenaars van dit systeem op de puriteinsche gestrengheid, op de boven verdenking verheven rechtschapenheid van Guizot door deze deugd in den privaten persoon op den voorgrond te stellen daalt de staatsman nog meer. Onder het Juli-koningschap was alles berekend op misleiding de p'nrase heersclite, en de lagere klasse kreeg een in den grond geheel nieuwen basis. Deze klasse is het minst toegankelijk voor de groote ideën, die door hun innerlijke kracht invloed hebben in hoogere kringen en de tevens massa treffen, wijl die nog niet van den weg is gebracht door eene halve opvoeding. Bismarck zeide men steunt niet op bajonetten. Men steunt nog minder op een klasse, die alleen let op haar bekrompen en armzalig eigenbelang. Guizot was de eerste die verlaten werd door de nationale garde, welke hem had moeten bjj vallen, wijl hij haar man was. Alles was ook berekend op den schijn. Een voorbeeld onder duizende heeft men in de onder handelingen van graaf Rossi met Gregorius XVI en kardinaal Lambruschini. Men wilcïe toen van den paus de terugroeping der Jezuïten verkrijgen, ten einde aan de regeering van Louis Philippe de voor haar wreede noodzakelijkheid te besparen om de wetten toe te passen die onder het oude regime, onder het keizerrijk en de Restauratie, waren uitgevaardigd tegen de geautoriseerde con gregaties. Het einde was, dat de Jezuïten den schijn aannamen vrijwillig Frankrijk te verlaten, maar in werkelijkheid bleven zij er als te voren. Ten einde eene volgzame meerderheid in de kamers te verkrijgen en te behouden bouwde Guizot op de meerderheid in het land, alsof de votum's van vertrouwen de stemmen der ontevre denen konden tot zwijgen brengen. Na een tijd perk van achtien jaren had Frankrijk er genoeg van om onder voogdij te staan. Van daar de beweging voor kieshervorming, waarin Guizot in deu beginne niets ernstigs wilde zien. Hij had wel een anderen plicht, zeide hij, namelijk om de „vrije regeering" te grondvesten, dat wil zeggen de vrijheid der doctrinairen te verzekeren en hun oligarchische macht te verdedigen. Intusschen nam de kiezersagitatie grooter verhoudingen aan banketten werden gehouden ten gunste der her vorming, waar vermetele eischen werden uitge sproken de republikeinen zetten hun vaandel overeind. Te vergeefs maanden mannen als De Morny tot een concessie-politiek Guizot wilde van niets hooren en Louis Philippe had alleen in hem vertrouwen. Doof bleef hij voor alle waarschu- schuwingen niet alleen van zekere diplomaten, maar ook voor die van de hovelingen en zelfs van de koningin, die op eene wijziging van het kabinet stond. Toen zij haren zin niet kreeg zeide MarieAmelie van Guizot,,'t Is een krab die zich krachtig vastklampt aan de regeering men kan hem slechts weg doen door de rots mede omver te halen." De voorspelling van deze moderne Hecuba, wier hartstochtelijk voorkomen Jalabert op doek heeft gebracht, werd bewaarheid. Na zich het ontslag van Guizot te hebben laten ontwringen, zag Louis-Philippe zijn eersten minister slechts terug in Glaremont. De ballingschap doodde den ont troonden koning geheelhij behield niet de eer zucht van Guizot. Deze ging, na als staatsman te hebben afgedaan, weder schrijven aan zijne theorieën der regeerende klassen. Met een onver- winlijk geloof in zijn systeem verkondigde hij weder zijne denkbeelden in een werkje over de democratie, en in eene redevoering die later als inleiding verscheen tot zijne Histoir-e de la revo lution d'Angleterre. Thiers had een helderder zicht op de zaken en een juister gevoel, schoon hij van een goede dosis stijfhoofdigheid niet was vrij te pleiten. Met een verwonderlijk assimilatievermogen begaafd dat hem van 1833 af als minister in staat stelde onwaar deerbare diensten te bewijzen aan de ontwikkeling van handel en nijverheid in Frankrijk, sprak Thiers met gezag over alle onderwerpen, zonder zich daarbij van de deftigheid van Guizot te be dienen en vooral vrij van alle mystische onduide lijkheid. Thiers vergiste zich dikwijls, doch men kon het hem gemakkelijker vergeven, daar hij het zelf somwijlen erkende. Zedelijk als lichamelijk is het contrast tusschen die beiden treffend. Het portret van Thiers door Bonnat heeft niets dat aan marmer doet denken; het is eerder een houten beeld. Een eenvoudige houding, onge dwongen, van den natuur afgezieneen sober koloriethet gelaat stralend van schalkschheid en geestkorte en vleezige handenniets is wegge laten, geen trekje, geen rimpeltjehet minste wratje is aangegeven. Dit wat het uiterlijk be treft. Maar door dit alles komt het innerlijk leven, de ziel, als 't ware heenbreken. Die scherpe, doordringende blik, hoewel onderschept door bril glazen, schijnt het publiek toe te roepen»Niet alleen heb ik de macht regeeringsvormen omver te werpen en op te heffen, eene republiek te stichtenik weet ook den schilder te kiezen, die de kunst verstaat mijne trekken voor het nage slacht te behouden." Thiers is nooit een partyman geweest; vóór alles was hij zichzelf, en daarna Franschman. En wie in Frankrijk nationaliteitsgevoel heeft zal op de groote menigte altijd een onweerstaanbare kracht uitoefenen. Dit is het geheim van de populari teit van Thiers. Hoe dikwijls heb ik het door republikeinsche notabiliteiten, bannelingen van den 24en December, niet hooren betreuren, dat zij in 1848 na den val van de Julimonarchie de me dewerking van Thiers niet hadden ingeroepen. «Hij alleen," voegden zjj er dan bij «zou de repu bliek misschien gered hebben, ofschoon zelf geen republikein." Van dit laat gevoeld leedwezen, dat, toen het werd uitgesproken, voor een paradox kon door gaan, is twintig jaar later op schitterende wijze de juistheid bewezen. In de laatste jaren van het tweede Keizerrijk zeide Thiers reeds tot zijne vertrouwelingen «Mijn ideaal, ik verberg het u niet, is het Engelsche regeeringstelsel, maar ik erken, dat de gebreken en gruweldaden van onze monarchieën eiken anderen bestuursvorm dan de republiek onmogelijk hebben gemaakt. Laten wij slechts streven en al onze krachten vereenigen, opdat de republiek toegankelijk en voorkomend zjj voor alle goedgezinden." Het vervolg heeft, tot onbeschrijfelijke woede van de Orleanisten, geleerd, dat dit niet was een schermen in de lucht. Den overwegenden invloed, dien hjj gekregen had door zjjne toewijding aan Frankrijk gedurende den oorlog van 1870—71, zjjne reizen in 't hartje van den winter naar de verschillende hoven van Europa, en zjjne onder handelingen met de groote mogendheden maakte hjj der republiek ten nutte. Doordat hij in gee- nen deele tot het oude wilde terugkeeren, nood zaakten de mannen van den 24,ten Mei hem zjjn ontslag te nemen als president van de republiek, alsof, in de oppositie en in de afzondering, Thiers niet meer te duchten was dan aan het hoofd van de uitvoerende macht. Door zjjne veranderljjkheid heeft hjj zich het meest gekenmerkt. Onveranderljjk echter was zjjn geloof in zichzelf en zjjne liefde voor Frankrijk. De geschiedenis van zjjne verschillende politieke handelingen van 1830 tot 1848 zoude boekdeelen vullen. Beurtelings was hjj de bondgenoot van de uiterste linkerzjjde en van de royalistische conservatieven. Balzac noemde hem»den beroemden Gentenaarmaarschalk Soult, zjjn collega, sprak hem liefst aan met een spotnaam uit den kazer- netjjd. Nu vredelievend, dan oproerig had hjj iets van den camelion. Het scheen wel dat dage lijks van politiek veranderde, maar hjj veranderde niet van doel. Wilde Guizot, in plaats van te zwichten, liever vallen en den troon met zich sleepen, Thiers wist met een weergalooze buigzaamheid altjjd te zwenken en was de man van de toekomst. Ware de dood hem niet in den strjjd overvallen, dan was hjj ten tweeden male benoemd tot president van de repu bliek na de omwenteling van den 16eu Mei. Meissonnier heeft hem geschilderd op zjjn doods bed zonder een zweem van strijd op het gelaat. Hij ligt rustig te slapen, als hadde hjj het kalme leven achter zich van een gewoon burgerman. Een ander burger, een die nog leeft is Jules Grévy, de tegenwoordige president van de repu bliek. Bonnat heeft hem, ontdaan van allen luister, geschilderd. Het is een banaal doek. Hoe jam mer dat Grévy Bastien— Lepage niet heeft gekozen, die door het portret van zijn vader gewedijverd heeft met de gothische meesters in waarheid en in angstvallige oprechtheid. Het zoude belangrijk zijn om aan onze nakomelingen de nauwkeurige gelaatstrekken te vermaken van het eerste hoofd der uitvoerende macht, van hem die geen inbreuk heeft gemaakt op de souvereine rechten der natie, en die ten spijt van alle bedreiging en bespotting zich binnen de hem door de constitutie aangewezen grenzen heeft weten te houden. Grévy geeft een groot voorbeeldmen zal er eenmaal van overtuigd zijn. Kan men zich schreeu- wender inconsequentie denken? Hetzelfde land, dat altijd gereed was om in opstand te komen tegen zjjn souvereinen die stonden onder verdenking van personeele politiek, dat zelfde land maakt er thans Jules Grévy een grief van dat hjj schijn baar constitutionneel werkeloos is om een ver moeden zoude het hem op éen Ijjn plaatsen met de niets beduidende koningen van vroegêr. Neen Jules Grévy neemt grooter plaats in dan men denkt. Men zal wellicht deze beschouwingen vreemd achten of misplaatst in eene bespreking van eene portretten-tentoonstelling. Doch de lezer, die rond gewandeld heeft in dit Père-Lachaise, zal ze zeer natuurlijk vinden. Deze gedachten dringen zich zoo krachtig op en maken zich met zooveel hevigheid van onzen geest meesterdat men aan het ge noegen om aldus te kunnen beschouwen en ver gelijken toegeeft. Hoe kan men bij voorbeeld de gedachten weren die bij ons opkomen voor het gelaat van Lodewijk XVII, door Alexander Fra- gouard geschilderd, of bjj den „koning van Rome," een vreemd doek van Laurence. Deze beide stuk ken, waarop een vage melancholie verspreid ligt, zouden tot opschrift kunnen hebben Vanitas Vani- tatum. Met welk een geestdrift is de geboorte van deze erfgenamen van den troon begroet, van welken de een een geheimzinnigen dood vond in de Conciergerie en de andere onder het gewicht van zjjns vaders roem verkwijnde in zjjne vergulde gevangenis te Weenen. Om het trio voltallig te maken ontbreekt nog maar het portret van „het Wonderkind." ToeD Lodewjjk XVIII, gezeten in den armstoel die zjjn doodsbed zoude worden, en door weenenden omringd zjjn laatste uur voelde naderen, deed hjj den jongsten en zwaksten der prinsen uit de familie tot zich komen, en zegende hem, zeggende: Que mon frère ménage la couronne de eet enfant Het portret van den hertog van Orleans door Ingres is niet een der minst treffende. Wie weet of niet zjjn zielenadel, zjjn democratisch streven, zjjn verlichte denkbeelden hem geschikt hadden gemaakt om voor trait d'uniontc dienen tusschen het monarchaal verleden en de toekomst der demo cratie. Zijn ongelukkig einde deed de doodsklok luiden over de Juli-monarchie. Ingres heeft aan het gelaat van den hertog een voorspellende uit drukking gegeven. Niets dergeljjks vindt men bjj de ex-keizerin Eugenie, die in Winterhalter den hofschilder en den artist gevonden heeft, die haar beviel. Eris niets verhevens noch in de lijnen noch in de uit drukking. Het lief kopje is meer Engelsch dan Spaanschhet voorhoofd is klein. Aangrijpender is het portret van prins Jeröme Napoleon. Flandrin heeft hem afgemaald met die loodkleur, die aan den waren Napoleon in de laatste jaren van zijne regeering eigen was, toen de kan ker hem reeds verteerde. Zijn verbazende gelijke nis met zijn oom valt dadelijk op. Doch draait men zich maar even om, naar die bewonderens waardige schets van Napoleon I door David, dan wordt men zich zjjner dwaling bewust. Prins Jeróme Napoleon heeft evenveel van zijn' oom, als het opgeblazen gelaat van een der Caesars uit den vervaltijd gelijkt op dat van den overwinnaar der Galliërs. Ik spreek wel te verstaan van het uiterljjkvoor het overige kan er van eene ver gelijking zelfs geen sprake zjjn. Prins Jeröme Bonaparte had onder zjjn armzalig politiek rommeltje éen enkele snaar, die hjj niet geheel zonder handigheid wist te doen trillen tjjdens het tweede keizerrjjk zjjn anti-clericalisme, zjjn haat tegen het pauselijk Rome. Sedert heeft hjj ze afgezworen om, in het belang van zjjn pretendentschap, de clericale Bonapartisten van de soort van Paul de Cassagnac aan zich te ver binden en dat is dezelfde man, die aan Sainte- Beuve schreef apropos van een woordenstrjjd over de quaestie van Rome in het wetgevend lictiaam »Wat is het geheugen van staatsmannen toch kort! Welke droevige leerlingen geven zij ons." Gelukkig, dat Frankrijk zich niet bekommert over hen, wien hjj het wilde toevertrouwen. „Sedert 1789," zegt Stendhal in zjjn leven van Napoleon I kan een vorst, die niet gesteund wordt dooreen kamer, zich slechts staande houden door de vrees die zjjn leger inboezemt of door de bewondering die zjjn genie opwekt." Zonder partjj in de kamer, zonder ander leger dan de generale staf, bestaande uit Emile Ollivier, Pascal, den ex-prefect van den 16en Mei, en eenige behroonden uit den slag van Sedan, geheel van genie ontbloot wat bljjft er dus van hem over Niets als zjjn Napoleontisch masker. Eigenljjk draagt van al de toongestelde tjjdge- nooten maar éen den stempel van het genie Victor Hugo. Toen Bonnat dit portret in den salon van Parjjs tentoonstelde, maakte ik hem een verwjjt van zjjn te groote tastbaarheid. Nu vraag ik mjj af of dit waarl jjk een gebrek mag genoemd worden. Het is niet van nut ontbloot aan het nageslacht een Victor Hugo van vleesch en bloed te vermaken, dat is tejzeggen gelijk wij hem nu nog voor ons zien met zjjn forsche gestalte maar die zelfs op zijn hoog gevorderden leeftijd nog getui genis aflegt, dat hjj heeft geleefd, gestreden, ge leden, geliefd, en met lange teugen den beker des levens heeft gedronken, zonder zich er aan te kunnen verzadigen. De schilder deed goed weer stand te bieden aan de verzoeking om te ideali- seeren. Hij had geen geniale houding op het oog. Hjj heeft veeleer zjjn model met een schroom- valligen eerbied voor de werkelijkheid weergege ven. Waar hjj echter zorg voor heeft gedragen, is dit, dat hjj het licht van boven af heeft laten vallen op dat olympische voorhoofd, waaruit zoo veel grootsche scheppingen zjjn te voorschijn ge sprongen. Als episch, lyrisch, dramatisch dichter en als prozaschrijver heeft Victor Hugo alle genres met meesterschap beoefend, tot zelfs het politiek schotschrift toe. Zjjn Napoléon le Petit doet nu eens aan Tactius dan weer aan Juvenalis denken. In hem brandt een onuitbluschbaar vuur voor het ware, het goede, het recht, een vuur dat de koele ouderdom niet heeft kunnen dooven. Eens zal het zijn grootste roem zjjn, door het reusachtig verbond van kunst en geestdrift bezield in zjjne Légende

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 2