0 162.
126e Jaargang.
1883.
Donderdag
12 Juli.
Middelburg 11 Juli.
ÜPPMP
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Centï
Advértentiën- 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels l,5u
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Het tiende zuider-zendingfeest.
W
MIDDELBIRGSGHE COURANT
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M, Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
Op de eerste vergadering der Maatschappij tot
bevordering der geneeskunde werd door den heer
Ruysch rapport uitgebracht omtrent de wijze, waar
op behoort voorzien te worden in de behoefte aan
geneesk. hulp, zoowel in Nederland als in de
koloniën en bij de vloot. Daaruit bleek, dat ten
onrechte wordt geklaagd over gebrek aan ge
neeskundigen, maar dat daarentegen door het voort
durend toenemen van het aantal artsen gedurende
de laatste jaren en vooral van studenten in de ge
neeskunde, waarvan het aantal van 315 in 1868
tot 978 in 1882 klom, er weldra eerder van
overcompleet dan van een tekort van artsen sprake
kan zijn. De milit. geneesk. dienst der landmacht
is thans reeds compleet, die der zeemacht en in
de koloniën werden belangrijk versterkt en door
de tjjdelijke toelating van buitenlandsche artsen
is er ook bij de koopvaardijvloot thans geen ge
brek. Het aantal artsen is echter slecht verdeeld
daarin zit de fout, en in vele plaatsen bestaat
gebrek aan vroedvrouwen, waardoor de artsen,
meer dan noodig, worden overladen met werk.
Betere regeling van de ziekenverpleging en
oprichting van ziekenhuizen ten plattelande, des
noods onder subsidie van staatswege doelmatiger
inrichting van de ziekenhuizen, en meer gelegen
heden tot vorming van vroedvrouwen is dus
noodzakelijk.
Binnen kort, als ook de vloot en de koloniën
van artsen zijn voorzien, kan dan het voorstel
van de vergadering uitgaan om de tijdelijke toela
ting van buitenlandsche artsen te staken.
In geen geval wenschte de rapporteur de grond
gedachten des wetgevers van 1865 prijs te zien
geven, maar wel de talrijke fouten, welke aan de
opleiding kleven, te doen wegnemen, ook wat de
examens betreft die toelating geven tot de studiën
voor arts. Daartoe acht hij de benoeming van
een commissie zeer wenschelijk.
Deze algemeene beschouwing komt vrij wel
overeen met het rapport der commissie uit den
geneeskundigen raad voor Zeeland.
Vooral vermeerdering van de gelegenheid tot
opleiding, aanstelling van vroedvrouwen en
het beramen van middelen om geneeskundigen
aan te moedigen in plattelandsgemeenten zich te
vestigen blijven een eerste, dringende eisch.
Op dezelfde vergadering werd nog een voorstel
van de afdeeling Zeeland aangenomen om de
regeering uit te noodigen zorg te dragen dat bij de
aangifte bij den burgerlijken stand van levenloos
aangegevenen onderscheid gemaakt worde tusschen
kinderen1° dood ter wereld gekomen2° levend
geboren, maar vóór de aangifte overleden.
Verworpen werd een voorstel van de afdeeling
Friesland, luidende
»De algemeene vergadering benoeme eene com
missie om, in aansluiting aan de motie door de
vorige algemeene vergadering aangenomen, mid
delen te beramen ter voorkoming van de overla
ding met geestelijken arbeid, die op niet weinige
onzer scholen plaats vindt en wel quantitatief,
voornamelijk door het huiswerk, qualitatief door
ongeschikte leerstof en methoden.
Zij noodige het hoofdbestuur uit de resultaten
van dat onderzoek ter kennisse van de regeeringte
brengen."
Dit voorstel werd door het hoofdbestuur bij
monde van den heer Ruysch ontraden, daar het
hoofdbestuur meent, dat thans, nu eerst kortelings
de overigens vrij wel uiteenloopende verslagen
van de geneesk. raden voor Gelderland en Utrecht,
Friesland en Groningen en N.-Brabant en Lim
burg zijn verschenen, en in die raden dat onderzoek
nog voortdurend de aandacht gaande houdt, en
terwijl de Olympia-vereeniging dienaangaande een
prijsvraag uitschreef, de maatschappij zich voor
alsnog bepalen kan bij het advies, door haar op
de laatste vergadering te Maastricht uitgesproken.
Van af 8 dezer zijn le Vlissingen (haven en
stad) rondreisbiljetten verkrijgbaar gesteld, geldig
gedurende de 15 dagen voor een reis van Vlissingen
via RoosendaalRotterdamDen HaagAmster
dam Hilversum Utrecht 's Bosch—Breda en
terug naar Vlissingen, tegen de volgende vracht
prijzen.
le klasse 9,60, 2e klasse 7,60,3" klasse 4,75.
De reizigers, voorzien van deze rondreisbiljetten,
hebben het recht zich op alle belangrijke tussohen-
gtations op te houden en mogen ook hunne reis
in omgekeerde richting dan de boven aangegevene
aanvangen.
Deze biljetten moeten te voren worden aange
vraagd.
*Vlïssing-en, 10 Juli. Door de kiesvereeniging
Plicht en Recht was voor eenigen tijd besloten om
pogingen aan te wenden tot uitbreiding van het
aantal harer leden. In hare vergadering op heden
avond w*erd als uitslag van die poging medege
deeld, dat van de 153 kiezers, welke bij circulaire
tot eene toetreding waren uitgsnoodigd, slechts
een 9tal aan die roepstem hadden gevolg gegeven.
Voorzeker een treurig bewijs van geringe belang
stelling voor de liberale beginselen.
Hoofdzakelijk was de vergadering belegd met
het doel om candidaten te stellen voor de aan
staande verkiezing van 5 raadsleden op den 17en
dezer.
17 leden woonden de vergadering bij.
Als candidaten werden bij meerderheid van
stemmen geproclameerd de heeren W. C. van
Duuren Dutilh, Jos. van Raalte en Th. van Uije
Pieterse, aftredende leden, en de heeren J. Span
jaard en W. L. Winkelman.
De heer J. Spanjaard heeft echter voor de can-
didatuur bedankt.
Met ingang van 1 Aug. a. wordt verplaatst
van Zierikzee naar Hansweert de heer L. Krook,
commies-verificateur 3e categorie.
De Staatscourant van heden, Woensdag 11 Juli
bevat de gewijzigde statuten der vereeniging de
Ambachtsschool te Goes.
De minister van binnenlandsche zaken zal Za
terdag 14 Juli geen audiëntie verleenen.
Door de tweede kamer is verslag uitgebracht
over het nader onderzoek der (gewijzigde) gevan-
genissenwet.
Vrjj algemeen achtte men de toelichting en
de gronden voor de wijzigingen onvoldoende. Een
breede uitvoering had men mogen verwachten,
nu deze minister kort na zijn optreden diep in
grijpende verkeerde gevolgen bracht in het stelsel
van zijn voorganger, die van de zaak een bijzon
dere studie heeft gemaakt. Sommige leden keurden
echter het streven goed om het bestaande te
behouden ter wille van de spaarzaamheid.
Men vraagde intusschen een duidelijke verge
lijkende raming van de kosten der stelsels
Du Tour en Modderman.
Eenige leden waren ingenomen met de keus van
Leeuwarden voor de zwaarste gevangenis. De
meerderheid onthield zich van een keuze in af
wachting van antwoord op eenige vragen omtrent
de gestichten in Leeuwarden en Leiden.
Sommigen geven de voorkeur aan de plaatsing
van de veroordeelde jongens te Alkmaar. Yelen
daarentegen zagen geen reden voor verandering.
Eenige leden bleven tegen veldarbeid voor
bedelaars, als te weinig vermoeiend en niet af
schrikwekkend genoeg. Dit gevoelen werd nog
maals breedvoerig door een lid bestreden, waartegen
echter door de anderen werd herinnerd aan de
groote recidive, welke niet blijkt bestreden te
kunnen worden door verscherping van de straf met
behoud van het stelsel. Anderen vraagden opgaaf
van de kosten, welke eene doeltreffende inrichting
zou eischen.
Algemeen oordeelde men dat de min. verder
ging dan de strafwet door twee soorten van
werkinrichtingen, voor erge en minder erge, aan
te nemen.
Velen waren niet ingenomen met het opvoedings
gesticht te Ommen als dit een landbouwkolonie
zou worden; een handwerk is voor de jongens
beter. Wat zijn daarmede de plannen? werd
gevraagd.
Bij de verkiezing voor een lid der eerste kamer
door de provinciale staten van Utrecht heeft, zoo
als men weet, het lot den heer F. W. J. baron
Aylva van Palland te Putten tot lid aangewezen
De heer m' W. H. de Beaufort en hij kregen ieder
20 stemmen.
De heer Van Heemstra had de vraag gedaan
of hij wel mocht medestemmen, daar een der
candidaten, die in herstemming kwam, zijn zwa
ger is.
De leden oordeelden echter dat de beslissing of
het medestemmen van den heer Van Heemstra
van invloed geweest kon zijn op de verkiezing,
thuis behoort in de eerste kamer bjj het onderzoek
der geloofsbrieven.
Deze quaestie kan dus later wellicht nog een
punt van beraadslaging uitmaken in ons hoogerhuis.
Door den Amsterdamschen gemeenteraad is met
17 tegen 16 stemmen de voordracht tot het op
richten eener gemeentelijke gasfabriek verworpen
Over de concessie zelve zal, van een geheel vrij
standpunt, dus zonder vast te houden aan de
vooralsnog gestelde voorwaarden der gegadigde,
heden worden beraadslaagd.
Door regenten en regentessen van het Doops
gezind weeshuis De Oranje-appelte Amsterdam,
is aan de commissie voor het gedenkteeken ter
nagedachtenis van Betje Wolff en Aagje Deken
eene belangrijke bijdrage geschonken ter oprichting
van de monumentale fontein te Vlissingen. Aagje
was in hare jeugd een pleegkind in de genoemde
stichting. (N. R. Ct.)
De studentenfeesten, ter eere van het 35jarig
bestaan van het korps te Delft, worden door goed
weder begunstigd en voldoen uitstekend. De op
tocht, voorstellende den intocht van Filips, hertog
van Bourgondië enz., met Jacoba van Beieren
binnen Delft op 29 Juni 1428, is Dinsdag prach
tig geweest en heeft tal van bezoekers gelokt.
Te Rotterdam wordt gehouden de 106e algemeene
vergadering der Nederlandsche maatschappij tot
bevordering van nijverheid. De toestand der kas
is gunstig; het aantal leden bedroeg 1 Julileden
in de departementen 2239, donatrices 10, donateurs
.,126, leden buiten de departementen 51, honoraire
leden 60, leden-correspondenten 2, totaal 2488.
Het ledental is toegenomen in de departementen
Arnhem, Deventer, Leeuwarden, Rotterdam en
Utrecht. Een nieuw departement is opgericht te
Schiedam met 16 leden, zoodat het aantal depar
tementen 31 bedraagt.
Blijkens een aan het departement van koloniën
ontvangen telegram van den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië is het zuidelijk marine
magazijn te Batavia, inhoudende artillerie-materieel
en sloepgeschut, door brand vernield. De granaten
bleven ongedeerd. De oorzaak van den brand is
onbekend. Omtrent den omvang der schade is
nader bericht toegezegd.
(Gisteren in een deel onzer oplaag onder de
Laatste berichten gemeld.)
Op de prachtige terreinen van de hofstede Valcke-
slot bij Goes werd Dinsdag avond het 10e zuider-
zendingsfeest met een bidstond geopend.
De heer Heinecken, predikant te Middelburg,
opende die samenkomst, terwijl de heer D. de
Pree, pred. bij de Christelijk ger. gemeente te Goes,
eene rede hield. De heer N. de Jong te Brussel
sloot de bijeenkomst, die door tamelijk veel hoor
ders werd bijgewoond.
Te 8 u. 28 maakten Woensdag morgen te Vlis
singen en te Middelburg velen gebruik van den
extra-trein, die de feestgangers naar Goes voeren
zou en ook de uit de richting van Rotterdam
komende trein bracht een vrij talrijke menigte aan-
In een lange rij bewogen zich de zendingsfees
telingen langs den weg, die naar het terrein leidde,
en die menigte leverde een niet onaardig gezicht
op. De meesten toch waren beladen met hetgeen
zij voor den komenden dag noodig oordeelden
vouwstoelen, trommels met eetwaren, doeken,
parapluie's, ja zelfs manden werden in 't zweet
des aanscliijns naar de feestplaats medegenomen.
Enkele moeders namen bovendien hun kroost mede
en zwoegden ermede over het terrein, nu en dan
de omstanders een gratis concert aanbiedende.
Te 10 uren, den stroom volgende, kwamen we
aan de spreekplaats n°. 1, waar de heer J. Ph.
van der Land van Rotterdam de openingsrede
uitspreken zou.
De heer Heinecken van Middelburg, die den
spreker inleidde, nam even als Columbus, toen hjj
Amerika ontdekte, door het planten van de vaan
van Spanje, Amerika voor Spanjes troon in beslag
nam, het feestterrein in beslag voor den Heer
der Heeren.
Hij noodigde daarna de omstanders uit door het
aanheffen van een psalm zich voor te bereiden
tot het feest.
Statig, werkelijk'aangrijpend, klonk daarop het
6e vers van psalm 25 onder het lommer der boomen
en vermengde zich met bet suizen van den wind.
Onder de mededeelingen, die de heer Heinecken
nog deed) vermelden wij dat bij de gisteren avond
gehouden bidstond een milde gever een gift van
60 voor de zending afstond.
Vervolgens betrad de heer -Van der Land het
spreekgestoelte. Wijzende op de groote verande-
ringen, die in de 19e eeuw door den stoom zijn te
weeg gebracht, noemde hij als een der gevolgen
van de versnelde middelen van gemeenschap de
wereldtentoonstellingen, door de volken der aarde
uitgeschreven en gehouden, om hunne werken
onder het oog der menschen te brengen. Maar
niet alleen op wereldlijk gebied, ook op gods
dienstig terrein heeft de stoom het mogelijk ge
maakt velen te doen samenkomen op plaatsen,
waar Gods werken worden verklaard, verkondigd
en geprezen.
Spreker vond verder in de wereldtentoonstelling
aanleiding om de werken Gods te vergelijken met
die der menschen. Evenals de Amsterdamsche
tentoonstelling, lang voorbereid, op 1 Mei jl. ge
opend werd, doch toen nog niet voltooid was, en
waarschijnlijk ook niet voor de sluiting zal ge
reed zijn, zoo is 't ook met een tentoonstelling
der werken Gods, die, 40 eeuwen voorbereid, op
den Pinksterdag voor 18 eeuwen werd geopend
en gedurig nieuwe inzendingen ziet toestroomen,
maar ook niet gereed zal zijn voor de sluiting.
Dit beeld werkte spreker verder uit, steeds het
geen de tentoonstelling te aanschouwen geeft
vergelijkende met de werken van God.
Nadat deze toespraak, die met een psalmgezang
geopend en besloten werd, afgeloopen was, maak
ten we een wandeling over het fraaie terrein,
aangezien op de spreekplaatsen 2 en 3 de toe
spraken reeds begonnen waren. Op de eene sprak
de heer J. L. Zegers, zendeling van de Nederl.
zendingsvereeniging te Indramajoe, over „het mo
hammedanisme op Java" en op de andere de heer
J. Post van Goes over „een geopende deur gege
ven met den bijbel er binnen."
De gelegenheid om aanteekeningen te maken was
bovendien zeer moeilijk, terwijl de uitdrukkingen,
die de meeste sprekers gebruiken, te veel aan de
rechtzinnige terminologie ontleend zijn, dan dat
we het wagen zouden ze uit ons geheugen neer
te schrijven. Wij zouden vreezen ze in verkeerd
verband te gebruiken.
Het terrein, dat we in dien tusschen tijd konden
opnemen, gaf een aangenamen aanblik. Tal van
zendingsfeestelingen uit de verschillende deelen
onzer provincie, in hunne eigenaardige kleeder
dracht, vermengd met bezoekers uit Zuid-Holland
en Noord-Brabant waren daarover in schilderachtige
groepen verdeeld. Aan lange tafels^f in groepjes
bij de boomen werd de inwendige mensch ver
sterkt, terwijl rond de spreekplaatsen een talrijke
menigte zich bewoog.
Het was een zeer gemengd publiek, dat we
opmerktenveel landbouwers doch ook veel stads
bewoners, veel jongelieden maar ook veel ouden
van dagen, modernen en orthodoxen, katholieken
en naar de type te oordeelen zelfs Israëliten.
Was men niet bij de spreekplaatsen, dan maakte
bet terrein met zijne met vlaggen versierde loods voor
ververschingen niet den indruk van een godsdienstige
bijeenkomst, maar had het geheel meer van een
buitenpartij. Een enkel ernstig gesprek luisterden
we at, maar over het algemeen heerschte een be
tamelijke vroolijkheid en menige gulle lach
klonk uit verschillende groepen.
De indruk, dien de toespraken op de toehoorders
maakten, was natuurlijk verschillend; sommigen
hunner bogen het hoofd, overtuigd als zij schenen
van hunne tekortkomingenanderen keken fier in
't rond, alsof ze zeggen wilden Gelukkig zijn wij
niet als degenen die daar afgeschilderd worden j
weer anderen lieten niet den minsten indruk op hun
gelaat bespeuren en velen schenen de zaak vrij
wel van den vroolijken kant op te vatten en het
met de Genestet eens te zijn, die verklaarde
Ik kan het met uw vroomheid
Niet vinden op deu duur
Zij kijkt mij veel te deftig,
Zij kijkt mij veel te zuur.
Tijdens de pauze werd op spreekplaats h° 2
door eenige leden van jongelingsvereenigingen
een soort tooneelstukje opgevoerd, dat voor zoover
wij konden verstaan, twee der meespelers spraken
zeer zacht en een groepje psalmzingende boertjes
en boerinnetjes was in de nabijheid, een pleidooi
leverde tegen het werken op Zondag. Verder waren
verschillende groepen in het gras gezeten, die, nu
eens met dan weder zonder dominé, een soort
godsdienstoefening hielden en deze met een liedje
van Sankeyofeen psalm afwisselden. Eigenaardig
was ook het gezang bij de spreekplaatsen vóór de
spreker optrad. Een of ander zendingsvriend begon,
soms niet al te zuiver, een of ander lied aan te heffen,
waarmee dan een deel van de aanwezigen instemde j
een ander deel echter kon zich daarmede niet
vereenigen maar begon een ander lied, terwijl dan
van beide zijden dapper werd doorgegaan. Een
lied, waarin telkenmale Halleluja voorkwam en dat
op een der vrooljjke wijsjes van Sankey ten best®