N° 152.
126e Jaargang.
1883.
Zaterdag
30 Juni.
K I T.
85 FEUILLETON.
Middelburg 29 Juni.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiên20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Een aangename avond
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daübe en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
Nauwelijks is het arrest van den hoogen raad,
in zake de bekende eedsquaestie van den heer
A. R. Holst, bekend gemaakt, of er blijkt reeds
verschil te bestaan over de bedoeling en de strek
king ervan,
Het is nu eenmaal in ons rechtswezen de ge
woonte om bij arresten in een zee van woorden
de juiste bedoeling zoo te verbergen, dat die voor
een leek allerminst begrijpelijk is en voor de
mannen van het vak een bron van discussie wordt.
Kortheid en bondigheid schijnen bij zulke arresten
niet in eere te zijn.
Het Handelsblad bad zich gewaagd aan eene
beschouwing over dat arrest, maar de heer J. C.
de Yries geelt heden een juist tegenovergestelde
meening daarover te kennen.
Ook andere bladen leveren verschillende be
schouwingen.
Het is dus gewaagd daarover een opinie te uiten,
maar op gevaar af van het bewijs te leveren ook
niet juist te begrijpen wat ons hoog rechtscollege
bedoelt, geven wij ons gevoelen te kennen als
eene eenvoudige opmerking. Dit tot verschooning
als wij de plank soms misslaan.
De overwegingen van het arrest luiden
»0v. ambtshalve, dat het beklaagde arrest be
halve enz. ook berust op den feitelijken grondslag,
dat niet is gebleken, dat de req. tot een kerk
genootschap zou behooren, dat het eedzweren
verbiedt
»0v. dat deze laatste feitelijke grondslag is aan
genomen op de in de eerste overweging vermelde
verklaring van den req.
»»dat hij niet tot de Doopsgezinde gemeente en
door lidmaatschap ook niet tot eenige kerkelijke
gezindte behoort,"" welke verklaring op zichzelve
niet voldoende is om te motiveeren, of de req.
tot een kerkgenootschap en zoo ja, tot welk zou
behooren, terwijl hij, als men enkel op die ver
klaring afgaat, hoewel niet door lidmaatschap,
door andere omstandigheden, bv. door geboorte
of doop, zou kunnen behooren tot eenig kerkge
nootschap, dat naar zijne instellingen den eed
zou kunnen toelaten of verbieden.
Overwegende, dat het beklaagde arrest, met
betrekking tot dezen feitelijken grondslag derhalve
niet voldoende met redenen omkleed is en wegens
schending van art. 211 W. v. Strafv. moet worden
vernietigd."
Yolgens deze overwegingen wordt voor het ver
volg de eedsquaestie nog ingewikkelder dan zij
reeds is, en moet de rechter zich op een onmo
gelijk standpunt plaatsen.
Al verklaart ook iemand voor den rechter dat
hij geen lid van een kerkgenootschap, welk ook,
is, het kan niet batende rechter moet hetere
bewijzen hebben.
Toch vinden wij in dien eisch eenige conse
quentie, in verband met de gansche eedsgeschie
denis, Waar men, zich op wei tig standpunt
JE Bi 3V K HKllISDVKBIN Gr.
door
James Payn.
TT W E E BB E DEEL.
HOOFDSTUK YIII.
IBe MLreeU -van Cook.
Mark werd rood van toorn: vooreerst omdat Martin
van Kit durfde spreken als zijn vriend en omdat
hij diens zuster zoo gemeenzaam toesprak. Hier
merkte Martin natuurlijk niets vanhij had slechts
oogen voor Frenna »'tis waar," vervolgde hij, »gjj
gelijkt op Cristoffel als twee droppels water. Ik
had terstond moeten zien dat gij zijn zuster
waart.*1 Maar niettegenstaande hij nu wist wie
zij was bleef hij toch weigeren om aan haar ver
zoek te voldoen. Frenna begreep de reden wel.
Hjj wist niet in hoever zij het vertrouwen van
haar broeder deelde en of het geraden was om
haar den armzaligen toestand der Kreek te laten
zien.
»Mjjn broeder heeft geen geheimen voor mij,
pjjnheer Martin," zei zjj glimlachend, »en mijnheer
plaatsende, iemand, die slechts belooft de
waarheid te zullen zeggen en daartoe een eed
onnoodig acht, niet gelooven mag, tenzij hij tot
een kerkgenootschap behoort dat de eedsaflegging
verbiedt, mag de rechter evenmin alleen afgaan
op eene eenvoudige verklaring van den betrokken
persoon, dat zulk eene uitzondering voor hem
bestaat.
De rechter moet onderzoeken tot in de kleinste
bijzonderheden, want anders, zegt de hooge" raad,
is het voor hem onmogelijk te waken tegen mis
bruiken die van de vrijheid, welke de wet toelaat,
zouden kunnen gemaakt worden.
Menige rechtszitting loopt nu gevaar van ge
schorst te moeten worden, wanneer een getuige
verschijnt die geen eed wil doen. De rechtbank
zal dan bij de verschillende kerkgenootschappen
moeten laten informeeren of die getuige waarheid
sprak, toen hij verklaarde tot geen van allen te
behooren.
Ernstiger vinden wij evenwel de beslissing van
den hoogen raad tegenover de vrijheid om zich
te ontdoen van een geloofsbelijdenis die door ge
boorte of doop iemand is geschonken als een gave,
waarmee hij zich later volstrekt niet gelukkig
gevoelde. Men moge, als men zelf tot nadenken
is gekomen, zijn ontslag als lid van zulk een ge
nootschap nemendit zal bij het afleggen van
een eed in rechtszaken niet batendoop en ge
boorte hebben meer macht dan de wezenlijke
overtuiging.
Het is het zuiver katholiek kerkelijk standpunt
dat mén inneemt.
De hooge raad heeft door zijn arrest, en dat is
de lichtzijde ervan, dunkt ons, den toestand nog
onhoudbaarder gemaakt dan hij reeds is.
Zoo dit aanleiding geven mocht om eene ver
andering in dezen te verhaasten en om ons aan
eene vrijzinnige bepaling omtrent den eed te
helpen, dan kunnen wij niet anders dan den hoogen
raad dankbaar zijn voor het gewezen arrest.
Bij het eerstdaags te openen station te Sneek
is benoemd tot chef de heer D. Klejjn van "Wil
ligen, stationschef te 's-Heer Arend'skerke.
Om straatschenderijen, die de lieve jeugd bij het
uitgaan der scholen zoo dikwijls begaat, tegen te
gaan, heeft een der onderwijzers te Arnhem inge
voerd om met zjjn hulppersoneel de kinderen een
eind weg te brengen. Vier aan vier trokken zij
op de maat de school uit tot op een klein kwar
tier afstand, terwijl de leerlingen, die onderweg
de straten, waar zij woonden, passeerden, regts en
links den troep verlieten. Toen hij een tijdlang
den marsch geleid had, liet hij dien langzamer
hand aan de kinderen zeiven over en de meesten
vonden in die optochten zooveel schik, dat zij ze
in stand hielden en zingend op de maat naar
huis gaan.
Wij vinden dit middel aardig gevonden en de
uitvoerders ervan zeker om hun ijver te prijzen.
Maar wij betwijfelen of het overal uitvoerbaar is
en meenen dat het van de onderwijzers wat al
te veel gevergd zal zijn.
Waarlijk, de taak van onderwijzer is in school
Medway is zijn intieme vriendwij zijn heiden in
Cornwallis geboren en verwachten dus niet bjj deze
nieuwe mjjn al de ap- en dependentier van de
groote Devon of van de Botallack te vinden."
»Nu dan als het moet dan moet het," her
nam de agent»maar het is alsof ik u een klok
zonder uurwerk laat zienhet werk is nog niet
begonnen. Er zijn een paar man bezig met voor
bereidende werkzaamheden, dat is al."
Hij ging hen voor naar de achterzijde van de
hut waar zich een gapend hol bevond, dat onge
veer dertig voet diep was en vol met vuilnis lag.
»Dat moet er natuurlijk altemaal uit; maar dat
is in een paar dagen gedaan als de machines
maar komen. Het is bekend dat de metaaladeren
zeer rijk zijn. De „oogen" van de mijn zijn nog
nooit uitgestoken."
Frenna wist dat dit de technische uitdrukking
was voor de aderen, die men in een mijn laat
zitten om voortdurend erts op te leveren, wan
neer andere gedeelten blijken minder productief te
zijn j maar zij merkte terstond dat mjjnheer Mar
tin die gebruikte zooals haar papegaai zou ge
daan hebbenhij was er trotsch op dat hjj het
zeggen kon. „Wij moeten met de „oogen" be
ginnen, totdat wij onze gewone opbrengst hebben,
die ongehoord moet zijn," vervolgde hij. Frenna
knikte, maar dacht bjj zich zelf„dat is geen man
van het vak. Hoe kan Kit zoo dwaas zijn van
zoo iemand hier heen te zenden, met een fluweei j
niet zoo aangenaam om van hem nog te ver
gen dat hij na schooltijd als politie dienst doet.
De geneeskundige inspecteur voor Zeeland heeft
de mazelen te Oostburg en te Cadzand epidemisch
verklaard.
De St. Ct. bevat de wet van den 12en Juni jl.,
houdende goedkeuring der overeenkomst betrek
kelijk den kosteloozen afstand van eenige wegen
aan de gemeente Ylissingen.
Daarbij wordt door den staat aan de gemeente
Vlissingen in eigendom overgedragen
1» de voor weg bestemde strook grond, bekend
onder den naam van Lampsensstraat, beginnende
ten zuiden bij den Koningsweg en eindigende ten
noorden aan de De Ruyterstraat, welke weg
kadastraal bekend is in sectie B, n° 920, beide
gedeeltelijk, der gemeente Vlissingen
2° de voor weg bestemde strook grond, bekend
onder den naam van de De Ruyterstraat, begin
nende ten oosten aan den Koningsweg en ten
westen eindigende aan het verlengde der westelijke
grens van de De Lampsensstraat, welke weg
kadastraal bekend is in sectie B, n° 568, gedeel
telijk, der gemeente Vlissingen.
De heide strooken, onder de nos 1 en 2 genoemd,
hebben elk eene breedte van 11 meters; en
3° het tusschen" de Dokkaai en de buitengrens
der voormalige militaire gronden gelegen gedeelte
van den, bij overeenkomst dd. 21 Jan. 1873 aan
de gemeente Vlissingen reeds in beheer en onder
houd overgedragen, Koningsweg, kadastraal bekend
in sectie B, nos 568, 302, 303, 304 en 468, en
sectie D, n° 920, allen gedeeltelijk, der gemeente
Vlissingen, en wel ter breedte van ongeveer 12
meters, zijnde de overgedragen weg begrepen tus
schen eene lijn, getrokken op 13 decimeters afstand
"an en evenwijdig aan hetspoor langs het kanaal
en de Dokkaai eenerzijds en aan den staat be-
hoorende gronden anderzijds.
De kerkeraad der Ned. Hervormde gemeente te
Middelburg heeft zich gewend tot den gemeente
raad met een adres tegen de kermis,
Gedurende een paar dagen heeft in het hotel
De Nieuwe Doelen alhier vertoefd A. baron Schim-
melpenninck van der Oije van Nijenbeek, admi
nistrateur van het kroondomein, vergezeld van den
heer J. J. de Jongh, hoofdcommies hij dien tak
van dienst.
Het gedenkteeken dat te Vlissingen ter eere
van Betje Wolff en Aagje Deken, schrijfsters van
Sara Burgerhart, wordt opgericht, zal bestaan uit
eene monumentale fontein, waarop de beeltenissen
der schrijfsters in medaillons zullen prijken. Het
zal uit wit marmer bestaan en wordt door den
heer Collinet vervaardigd.
Ook aan de tweede kamer heeft Z. M. zijn
dank betuigd voor haar adres van dankbetuiging
bij gelegenheid van het overlijden van H. K. H.
prinses Marianne.
Naar men verneemtzou het wetsont
werp tot aanvulling der wet op den kinderarbeid,
vest en een gouden ketting die zoo slecht zijn
rol vervult Daarop bedacht zij met weemoed
dat juist zijn onwetendheid onder sommige om
standigheden een aanbeveling kon zijn misschien
geloofde hij zelf in de mijn, Tgeen iemand met
eenige kennis van zaken zeker niet zou doen. Hij
ging voort met een vloed van woorden de voor
uitzichten der onderneming te roemen. »Wij
hebben ons personeel nog niet. Die mannen daar
ginds bakenen de plaats voor den reverhereeroven
af." Dit zeggende wees hij op twee mannen, met
een schop en een kruiwagen met een poot. Fren
na was benieuwd of dat de »oude werktuigen"
zouden zijn, waarvan het gebruik de exploitatie
kosten zoo aanzienlijk verminderde."
De mannen konden bijna niet spitten, zoo dik
lagen de steenen in de Kreek en moesten telkens
hunne houweelen gebruiken.
Die reverhereeroven is, zooals u ongetwijfeld
bekend is", vervolgde mijnheer Martin als iemand
die een lezing hield, „noodig voor het bezinksel
van het tin. De mijn heet een tinmijn, maar zij
is ook buitengewoon rijk aan koperaderen. Die
twee ertsen worden gewoonlijk vlak tegen elkaar
aan gevonden, gelijk ik u zal aautoonen. De
ruimte links zal ingenomen worden door een
stoommachine van duizend paardenkracht. De
ladders, bjj de vorige ontginning gebruikt, wor
den vervangen door hijschtoestellen. Dat is in
korte woorden wat er gebeuren zal. Onze eerste
waarover verleden week het voorloopig verslag
verscheen, door de tegenwoordige regeering wor
den ingetrokken.
De voordracht voor directeur van het museum
Boymans, den raad aangeboden, bestaat uit de
heerenP. Haverkorn van Rij se wijk, redacteur
der N. Rott. Ct-, J. Striening Jz., hoofdleeraar aan
de Academie van Beeldende Kunsten en Technische
Wetenschappen en J. Van der Keilen, kunsthan
delaar.
ia zeker Donderdag door velen doorgebracht in
den Buitentuin Op het Noordbolwerk alhier. Zeer
veel werkte dan ook mee om het er gezellig te
maken.
Zoo 'n uitgezocht plekje dat tot zitten noodt,
met zijn verrukkelijk gezicht op Bolwerk en Sin
gel, is als van zelf tot genieten aangewezen. En
nu een der heerlijkste zomeravonden, zooals wjj
in ons klimaat er niet vele hebben, het zjjne er
toe bijbracht om het genot te verhoogen, was het
wonder dat er eene aangename stemming onder
de talrijke aanwezigen heerschte
Een buiten-concert met slecht weêr is als een
roos die op het Noorden staat en geen zon heeft.
Er zit geen leven, geen vertier in.
Nu, vertier was er Donderdag wel, misschien
wel wat al te veel vaak, als de jeugdige gasten
aan het stoeien waren. Wij gunnen dien kinde
ren al het genot dat slechts voor hen goed en
mogelijk iszoo'n stoeipartijtje van frissche, blo
zende jongens en meisjes buiten in de frissche
lucht is een tooneeltje, zoo schoon als het maar
kan wezen. Desnoods geve men hun ieder een
trommel of trompet in de hand om zooveel mo
gelijk leven te maken, maar op een concert? Nu
ja, wij zouden ze niet willen missen, vooral niet
in een buitentuin, die tot genoegen van leden
en huisgenooten is, want anders zouden wjj vaak
ook de moeders er niet zien. Haar misgunnen wjj
zulk een genot in de verste verte niet en om haar
dat te verschaffen getroosten wjj ons zelfs gaarne
eenigen hinder. Maar eenige beperking gelooven
wij toch dat wel gewenscht is. Wij hoorden on
langs van eene bepaling die, wjj meenen in Den
Haag, gemaakt is, waarbjj onder het spelen der
muziek de kinderen bjj de ouders moeten bljjven
op straffe van voor korter of langer tjjd het recht
te verliezen van in den tuin te mogen komen, al
naar gelang van nieuwe of herhaalde overtredin
gen. Zou dat ook hier in toepassing gebracht
kunnen worden
Laat de kleinen vrjj in de pauzen leven maken!
Dit zal niemand hinderen, maar- kon het bestuur
een middel vinden om hinder en last voor uit
voerders en hoorders tegen te gaan, zjj zouden,
dunkt ons, een goed werk verrichten.
In de eerste plaats had Donderdag avond het
muziekkorps der dd. schutterij daarop aanspraak.
Versterkt door een paar onmisbare krachten van
elders heeft het korps dien avond uitstekend ge
speeld. Er werden nommers bjjna onberispeljjk
uitgevoerd, en de gansche uitvoering was tevens
uitgraving zal vermoedelijk binnen een paar we
ken plaats hebben."
Hier verviel mjjnheer Martin, bljjkbaar teneinde
raad, in het prospectus,
»Het is alles zeer interessant", zei Mark,
om iets te zeggen, zich zeer weinig op zjjn gemak
gevoelende. Hjj besefte dat er iets niet in den
haak was en beefde voor Kit, die zich gelijk hjj
vreesde, overijld verbonden had aan een zaak,
waarvan hjj met al zjjn knapheid niets af wist.
Hij wist er zelf ook niets van, maar hjj begreep
dat het zjjn plicht was om Kit te waarschuwen.
Zjj waren op het punt van te vertrekken, toen
mjjnheer Martin hen in het kantoor riep en be
hoedzaam de deur sloot.
„Zie nu eens hier," sprak hij totMark, „die
dingen wjjs ik niet aan iedereen, maar wel aan
u, omdat gjj een vriend van Garston zijt." Hier
wees hjj op een houten tafel, waarop allerlei
monsters van metaal lagen. »Dat is onze zwarte
tin, en dat is onze witte. Hier ziet gij koper en
tin naast elkaar. Gjj zoudt het bjjna niet gelooven
dat wjj in deze paar dagen, met die gebrekkige
hm werktuigen, die wjj voor het oogenblik
bezitten, dit alles reeds opgegraven hebben. Oogen",
zooals gjj zietDe menschen zouden er ook
groote oogen van opzetten, als ze die konden
zien; maar wjj willen de aandeelen niet te schieljjk
opdrijven. Langzaam maar zeker", dat is onze
leus. Ik wil niet bluffen, maar zoowaar alamjjitf