BUITENLAND.
Gemengde Berichten.
Na de kroning.
hoe prof. Koster dwaalde, toen hjj een jaarljjk-
sche vorming van 100 geneeskundigen noodzakelijk
achtte, terwijl tijdens de overbevolking er 93
jaarlijks gevormd werden; hoe een jaarlijksche
aanvoer van 75 nieuwe titularissen meer dan
voldoende is om in de vacatures voor civiele en
militaire praktijk te voorzienhoe reeds in 1881
bij eene toelating van 73 artsen het totaal cijfer
van geneeskundigen gestegen is en de regelmatige
daling sedert 1865 dus reeds heeft opgehouden;
hoe het tegenwoordige, zeer aanzienlijke en steeds
toenemende aantal medische studenten (thans ruim
978) weder met overbevolking dreigt, ja zelfs wijst
hij op mogelijk te nemen maatregelen, om te voor
komen dat weder de aanbieding stijgt boven de
behoefte.
Met dr Bruinsma meenen wij evenwel «dat het
onbewezen is, dat zelfs bjj een veel grooter toe
voer van geneeskundigen, op de tegenwoordige
wijze opgeleid, een genoegzaam aantal van hen
zich zal gaan vestigen op die afgelegen en armoedige
plaatsjes, waar bij slaafschen arbeid toch nimmer
een zoodanig bestaan te verwerven is, als waarop
de tegenwoordige geneesheer, volgens zijne oplei
ding en de kosten daaraan besteed, meent recht
te hebben voor zich en zijn gezin. Andere maatre
gelen zullen daarbij behulpzaam moeten zijn."
Komen wjj na het aangevoerde tot de tweede
ons gestelde vraagLigt het op den weg van
den geneeskundigen raad om in deze aangelegen
heid in eenig opzicht handelend op te treden
dan stellen wij u voor, aangezien
1° voor het tegenwoordige op een paar uit
zonderingen na (Westkapelle, Oudelande) de ge
neeskundige hulp in Zeeland èn voldoende èn
genoegzaam regelmatig verdeeld is;
2° wjj, wat den jaarljjkschen aanvoer van genees
kundigen in het. rijk betreft, op het keerpunt
gekomen zijn, en de regelmatige jaarlijksche afname
voor toename zal plaats maken
3°. wel is waar ook in Zeeland te wachten,
staat, dat enkele afgelegen plaatsen eerlang van
geneeskundige hulp dreigen verstoken te worden
maar dat zulks in andere gewesten van ons rijk
zich waarschijnlijk veel sterker zal voordoen dan
in Zeeland, dat dus verbetering in deze regee-
ringstaak moet zijn (bijv. door instellen van beur
zen, rijkstraktementen enz.) in geen geval van den
geneeskundigen raad van Zeeland in dezen thans
het initiatief behoort uit te gaan
4°. ook bij doelmatige verdeeling van genees
kundige hulp ten platten lande het voor vele
geneeskundigen wegens de groote afstanden be
zwaarlijk wordt in de verloskundige hulp te
voorzien
te besluiten
1°. dat het voor het tegenwoordige niet op
den weg van den raad ligt om betreffende de
behoefte aan geneeskundige hulp advies te geven
aan besturen van rijk, provincie of gemeente;
2°. den geneeskundigen inspecteur uit te noo-
digen, om met besturen van die gemeenten, waarin
gebrek aan genees- of verloskundige hulp bestaat,
in overleg te treden, ten einde hetzij door com
binatie van gemeenten, hetzij door vestiging van
vroedvrouwen in die behoefte voorzien worde.
De plaatsen, die allereerst voor vestiging van
vroedvrouwen in aanmerking komen, zijn boven
reeds aangegeven, terwijl ook de vrees, dat in het
vervolg de aanvoer van vroedvrouwen niet vol
doende voor de behoefte zijn zal, ongegrond schijnt.
Het aantal vroedvrouwen bedroeg toch op
31 December
1872
,.767.
1877
715.
1873
761.
1878
702.
1874
762.
1879
726.
1875
755.
1880
733.
1876
717.
1881
745.
In 1878 lag dus het keerpunt voor de daling
der vroedvrouwenen de stijging van het aantal
vroedvrouwen, nu reeds per jaar circa 10 bedra
gende, zal over twee jaren, wanneer zich de in
vloed van de school te Botterdam zal doen gelden,
aanmerkelijk toenemen, in welk geval ook het
gebrek aan vroedvrouwen spoedig zal ophouden.
Met het voorgestelde besluit vereenigde zich de
raad.
De banden des bloeds zijn dikwijls gelijk aan een
matrozenknoop in een dasoogenschjjnljjk zeer
hecht en sterk, maar zoodra men aan het
eene einde trekt is de heele boel los. Als ik
haar slechts hier kon laten terwijl ik zoek
vooruit te komen in de wereld dat zou
heerlijk zijnhier zou zij gelukkig zijn, zooals
iedereen. Want de arme Mark verbeeldt zich
slechts ongelukkig te zijn, omdat hij niet weet
wat het is. Het idee dat iemand radeloos kan
zijn over Lydia YinckMaar Mark is niet de
eenige, evenmin als mylord, die voor de bekoor
lijkheden dier schoone bezweken is, en gevangen
werd in de strikken der tooverheks", zooals my-
lady zijn moeder dat noemdealsof haar zoon
een kanarievogeltje of een jong hertje ware;
ondanks zijn jeugd was hij toch lang zoo onnoozel
niet. Wij leven in een wereld van logens
«Heila, Mark!" riep hij zijn vriend toe, dien
hij beneden in den tuin ontwaardde, «hoe gaat
het
Heel goed Kiten u Maar dat behoef ik
niet te vragen daar gjj te voet van Mogadion
komt."
»Het zou wat goed voor u zijn als gij dat
ook eens deedt, oude jongen."
»'tls te ver mijn jongen, veel te ver", was
het listige antwoord, doch Mark's stem trilde wel
een weinig.
De man die het gezegde, «zoo gemakkelijk als
een leugen" uitgevonden heeft was een oud ge
diende in het vak en dacht niet aan beginnelingen.
Te Oud-Beierland, Bolnes en IJselmonde
hadden ook opstootjes plaats in verschillende
scholen, omdat men het gerucht verspreid had dat
alle kinderen gevaccineerd moesten worden. Men
vertelde te Oud-Beierland dat naar de Chr. school
2 doctoren uit Den Haag waren gezonden. Te
Bolnes wist men te verhalen dat drie mannen de
openbare school waren binnengekomen en dat een
dier mannen een pot met koepokstof droeg.
Uit Steenderen wordt aan de Zutph. Ct.
gemeldHoe sterk de anti-revolutionaire partij
werkte, ten einde stemmen voor haar candidaat
te bekomen, blijkt daaruit, dat zij den eenigen
stemgerechtigden Israëliet alhier aanmoedigde op
haren candidaat te stemmen, daar hij anders na
een nieFte lang tijdsverloop, gelijk de Russische
joden, door de liberalen het land zoude worden
uitgezweept., De man was echter te leep om zijn
stembiljet te laten inzien.
In de Betuwe hebben de bijen het uitmun
tend gemaakt en de bijenhouders zijn dan ook
goed tevreden. Weinig voederkosten zijn den af-
geloopen winter besteed, terwijl de teelt voldoende
is. De ziekte onder de bijen was gelukkig niet
algemeen. Daar de boekweit zich goed liet aan
zien, kan dit jaar den ijmkers nog wel voordeelig
zijn, altijd indien het weder gunstig blijft. Inland-
sche honig is er nietde was geldt 0.50 per kg.
UD.)
De Utr. Ct. spreekt het bericht van De
Standaard tegen dat door de studenten, in de
Utrechtsche zaak betrokken, een groote som geld
aan den echtgenoot van de overledene zoude aan
geboden wezen.
Verder verzekert het dat er geen termen bestaan
om die studenten te arresteeren, omdat, ingevolge
art. 88 van het wetboek van strafvordering, een
bevel tot gevangenneming alleen mag worden af
gegeven wegens crimineele feiten en voorts wegens
diefstal, oplichting, misbruik van vertrouwen, ver
wonding, bedelarij en landlooperij. In alle andere
correctioneele strafzaken kan nimmer een bevel
van gevangenneming worden verleend. Ware de
dood der ongelukkige vrouw het gevolg der mis
handeling geweest, dan was het een crimineel feit
(doodslag); maar nu de deskundigen hebben ver
klaard, dat zulks niet het geval is, nu er zelfs
geen verwondingen aa.n het lijk, maar slechts een
paar onbeduidende ontvellingen aan de armen
zijn bevonden, wordt het feit gereduceerd tot eene
eenvoudige mishandeling, ter zake waarvan geen
voorloopige inhechtenisneming geoorloofd is.
Naar aanleiding van een bericht over de
parade der kozakken te Moskou deelt een tach
tigjarige aan de Haart. Ct. eenige herinneringen
mede uit zijn jongensleeftijd toen de kozakken in
1813 hier te lande de Branschen kwamen verdrij
ven. Zij waren, evenals hunne paarden, klein maar
boven elke beschrijving vlug. Meer dan eens
heeft hij het galoppeeren gezien waarbij de ruiters
nu eens op hun paarden stonden, dan er afspron
gen, dan er aan hingen door zich om borst en
buik van het paard vast te klemmen. Zij wierpen,
altijd galoppeerende, hunne lansen ongelooflijk ver
vooruit, en trokken ze dan, als zij er voorbij vlogen,
weder uit den grond.
Hoe bedreven in den omgang met paarden, in
het onderscheiden der edele metalen hadden zij
het niet ver gebracht. Een burgerman, bij wien men
een ketting ontdekte, werd aangehouden het uur
werk werd hem afgenomen aan het oor gebracht
en belandde, toen het bleek te tikken, in den zak
van den Rus. Toen de beroofde zich hierover
ontevreden betoonde, tastte de soldaat in een an
deren broekzak, haalde een horloge uit, dat voor
hem blijkbaar geen waarde had omdat het stil
stond en bood dit in ruil aan. Deze werd grif
aangenomen want dit was van goudhet andere,
waaraan de kozak de voorkeur toonde te geven,
was slechts een zilveren.
Te Oisterwijk is een der grootste leerlooiers
gefailleerd, naar men zegt met een tekort van
50 a 60 mille.
President Arthur heeft den toom opgewekt
van de afschaffers in Pennsylvanië, die onlangs
»Laat ons op uw kamer een pijp gaan roo-
ken, Mark, ik moet u spreken", zei Kit, die de
zaak maar liefst in eens wilde afdoen.
«Mij spreken? Lieve hemel, waarover?"
zei Mark met een gezicht evenals de kikvorsch
zette toen hij het ei opgeslokt had en maar
niet begrjjpen kon, waarom de eend er juist hem
naar kwam vragen.
.Kit zweeg tot dat zij boven waren, nam een
stoel, stak zijn pijp op en merkte bedaard na een
paar halen aan
«Ja, oude jongen, het is over Lydia Vinck 1"
Mark werd vuurrood en zei op een toon dien
hij vroeger nooit tegenover zijn vriend gebezigd
had. »Wat heeft juffrouw Vink met u te maken
«O niets I" antwoordde Kit met een nadruk
die iederen onpartijdigen toeschouwer aan het
lachen zou gemaakt hebben, „behalve natuurlijk
dat alles wat u betreft mij van zeer nabij aangaat."
Daarvan ben ik overtuigd Kit" antwoordde
de ander gejaagd «maar er zijn zaken waarin zelfs
de vriendschap niet kan deelen en gij moet mij
niet kwalijk nemen dat deze daartoe behoort."
«Geloof mij, dat begrijp ik heel goed; tot
nog toe heb ik om die reden uw geheim geëerbie
digd ofschoon het mij reeds lang bekend was
maar ik handel op hoog bevel en heb geen keus.
Uw moeder heeft mij verzocht er met u over te
spreken."
„Mijn moederriep Mark doodelijk ontsteld
uit „gij bedoelt toch niet dat moeder iets van
Lydia af weet
in de wetgevende vergadering van hun staat een
wet brachten tegen den verkoop en het maken
van geestrijke dranken. Gedurende1 het debat
was de smaak van den president in goeden wijn
een onderwerp van scherpe verwijten. De eer
waarde heer Nelson trok heftig daartegen te
velde en betreurde het »dat het Witte Huis we
der de woning was geworden van een wijnzuiper,
en dat president Arthur de verderfelijke gewoonte
behield". Nu is het ook waar president Grant
bepaalde zich tot ijswater en limonade, en zijne
opvolgers Hayes en Garfield traden in zijne voet
stappen. De heer Nelson vond het overigens ge
lukkig, dat president Arthur niet getrouwd is,
„zoodat geene vrouw deel heeft aan zijn berispe
lijk gedrag."
De eerste landverhuizers uit Ierland zijn in
New-York aangekomen. De bewering, dat zij
allen nagenoeg geheel arm waren, bleek overdre
ven. Velen van de nieuw-aangekomenen zijn ge
zeten boeren, die waarschijnlijk veel goeds kunnen
doen in de nieuwe wereld.
Herhaaldelijk is indertijd beweerd, dat de
bekende componist van Martha een onuitgegeven
opera heeft nagelaten, 't geen van andere zijden
met zekere heftigheid is bestreden. Deze strijd
mag thans als uitgemaakt worden beschouwd.
Von Flotow heeft inderdaad eene geheel afgewerkte
opera in portefeuille behouden, die echter niet
lang meer aan zijn vrienden en vereerders zal
worden onthouden.
Naar men verneemt heeft de componist dit
werk aangevangen in '43 of '44. Telkens nam hij
het, na verloop van een of meer jaren, weder ter-
hand en herzag, veranderde, verbeterde en zoo
is, naar het oordeel van bevoegde kunst
rechters, een toondicht voor de beminnaren van
een der hoogste en edelste uitingen der muziek,
de opera seria, ontstaan, waardoor de componist
zich van een geheel andere zijde heeft doen ken
nen, dan vroeger het geval is geweest. Zijne zan
gerige, melodische eigenschappen zijn in de volste
mate in dit nog onbekende werk voorhanden,
maar in vergelijking van de sentimenteel-roman-
tische Martha staat het aan de tegenovergestelde
muzikale pool.
Te Keulen zal het in het aanstaande winter
seizoen worden opgevoerd.
Eene zonderlinge verlovingsplechtigheid heeft
plaats op het tot de Nieuw-Hebridische eilanden
behoorende Mallicollo. Wanneer de jonkvrouw
erin toestemt de echtgenoote van den jongen wilde
te worden, dan worden haar de beide voorlanden
van do bovenste tandenrjj uitgestooten, terwijl men
een stok daartegen houdtde verloofde slaat te
gen dezen met een steen. Als men denkt, dat
de vrouwen daar het haar kort geknipt dragen
en door den neus een stuk elpenbeen steken, be
grijpt men dat deze tandoperatie volgens onze
begrippen de schoonheid der dame juist niet helpt be
vorderen. Den jongen man schijnt evenwel deze
operatie wel te bevallen. Over den smaak trou
wens valt niet te strijden.
Het proces tegen de zes personen, beschul
digd van deelgenootschap aan het dynamiet-com-
plot, is te Londen geëindigd. Dr Gallagher, White
head, Curtin en Wilson zijn veroordeeld tot
levenslangen dwangarbeid. Bernard Gallagher en
Asburgh werden vrij gesproken.
De lyrische ontboezemingen van de pers zjjn
uitgestorven, nu de kroning met hare overweldi
gende pracht voorbij is. Natuurlijk moest ieder
op de hoogte gehouden worden van wat er in de
oude stad van het Russenrijk voorvielmaar nu
mag men verwachten, dat de Russische zaken kal
mer en misschien daardoor juister worden be
sproken.
Een correspondent sprak zijne overtuiging uit,
dat de kroning in Moscou den Czaar geliefd had
gemaakt bjj meer dan honderdduizend van zijn
armste onderdanen. Honderdduizend is niet weinig,
„Stil stil 1 Ga asjeblieft zitten en houd u
bedaard. Waarom mag zij daarvan niet weten,
als het niets is om u over te schamen
„Over te schamen Wie durft zoo iets van
Lydia zeggen Zij is een meisje zoo lief en on
schuldig als
„Juist," viel de ander kalm in (want Mark
aarzelde, zonder zelf te weten waarom, om te zeggen
„als Maud of Frenna.") „Een meisje zoo braaf
en onschuldig als ooit een modewinkel hield. Maar
het blijft toch een feit dat zij aan het hoofd van
zulk een zaak staat."
„Nu en welk kwaad steekt daarin vroeg
Mark scherp.
„Hoegenaamd geen. Zij is in haar stand
zeer geacht en fatsoenlijk doch die is ver beneden
dien uwer moeder."
„Gij zjjt wel de laatste Garston, die het recht
bezit om de rol van zedepreker op u te nemen."
Kit lachte en gaf daardoor een groot blijk van
zelfbeheerschingwant inderdaad voelde hij zich
zeer beleedigu. Het ontging hem niet dat Mavk
hem Garston noemde, in plaats van Kiten dat
die verandering te weeg gebracht werd door de
kennismaking met een modemaakstertje, stemde
Kit niet gunstiger voor die jonge dame.
„Gij hebt gelijk, Markmaar wij spreken op
dit oogenblik niet over mijn karakter."
„Noch over dat van iemand anders, voor
zooveer ik weet," hernam Mark stijf.
«Zeker niet. Wij spraken over maatschap
pelijke toestanden. Dat is natuurlijk altemaal gek-
doch zeker is het. te hopen, dat de groote. gebeur
tenis een zoo uitgestrekt resultaat heeft gehad,
dat het de stemming van het volk tegenover den
souverein heeft verbeterd en bevestigd. Indien,
gelijk wij ergens lazen, de kroning de proef is dat
het nihilisme is overwonnen; indien zij bewezen
heeft dat het volk tevreden isindien zij elke
schaduw van revolutionaire neigingen in het leger
heeft verjaagd, en indien de czaar ten laatste
hiervan volkomen overtuigd is, dan bestaat er
reden om zich te verheugen in en buiten Rusland;
want niet alleen zijn dan het volk en de heer-
scher van het land veel gelukkiger dan zij zich
weinige weken geleden beschouwden, maar dan
is er ook een zeer ernstig gevaar verdwenen.
Sedert de Russische financiën geheel in de war
zijn kan op dit oogenblik haast niets voor Rus
land zelf gelukkiger zijn dan dat de czaar over
tuigd is niets te vreezen të hebben van ontevre
denheid of samenzweering kon hij over een volle
schatkist beschikken, of had Rusland krediet, dan
zoude het er geheel anders uitzien. In dat geval
zou hij waarschijnlijk niet lang weerstand kunnen
bieden aan het lachend vooruitzicht om zijn gebied
uit te breiden in Armenië en in Turkostan. Maar
met dezen financieelen toestand en zonder hoop op
leeningen, wat de ondervinding op de geldmarkt
bewijst, is de czaar wel genoodzaakt stil te zitten,
zjjn inkomsten na te gaan zijn krediet te
verhoogen en zijn regeersysteem te hervormen en
te verbeteren.
Dit zeker zoude een verstandig keizer onder
zulke omstandigheden doenmaar aan den anderen
kant is het de traditioneele gewoonte van alle
keizers, verstandig of niet, om binnenlandsche
tweedracht door oorlogen naar buiten af te leiden.
Eene Russische keizerin zeide eens, dat wanneer
in het land ontsteking zich openbaart het beste
geneesmiddel daartegen is om een naburig land
te laten bloeden. Het is niet waarschijnlijk, dat
op dit oogenblik de czaar op de wapenen het
oog gericht heeft; maar indien hij te huis van
zijne veiligheid niet zeker is als hij integendeel
vreest dat het revolutionaire element snel zal
aangroeien terwijl hij zich terugtrekt; als hij ge
voelt dat het steeds moet toenemen zoodra hjj
na de goed-bewaakte kroning zich in Gatchina
opsluit, dan is het toch niet onmogeljjk dat de
czaar het gezegde van keizerin Catharina ernstig
in overweging zal nemen. Wel is het bjjgeloof niet
uitgedoofd, wel ziet een groote massa met eer
bied naar het wereldlijk en geestelijk opperhoofd
op; maar tevens heeft thans niemand meer ver
trouwen in de absolute gehechtheid van het leger,
noch in de bijgeloovige onderdanigheid van het
volk aan den czaar. Want de agrarische toestan
den in hët land zijn treurigde revolutionaire
propaganda hebben in de meest bevolkte steden,
niet het minst tijdens de kroning, succes gehad
er heerscht groote ontevredenheid, wellicht wrok
onder een verarmden adel; lezen en schrijven
worden als 't ware met de revolutionaire denk
beelden geleerden er zijn vele dieper nadenkende
hoofden in het leger dan soms aangenomen wordt.
Toen onlangs op een maaltijd tijdens de konings
feesten de burgemeester van Moscou zijne ambt-
genooten uit de provincies opwekte om eendrachtig
te arbeiden aan «hervormingen die dringend nood
zakelijk zijn," toen stond hij, wij kunnen er zeker
van zijn, niet alleen. Niets van dien aard viel
voor bij de kroningsplechtigheden van Alexander II.
De tegenwoordige keizer moet weten, dat, hoe
prachtvol en kostbaar ook de kroningsfeesten mogen
geweest zjjn, met de vermetelheid, om te midden
van duizenden politie-dienaars zich de kroon op
het hoofd te zetten, nog niet alle harten voor
eeuwig gewonnen zjjn. Wellicht, al mogen wjj
't haast niet hopen, is de kroning gewaagd als
een noodzakeljjk voorspel tot eenigen maatregel,
die door het volk toegejuicht zal worden en de
revolutiemannen verzwakken zal. Hoe dit zij
de czaar had wel te Gatchina kunnen bljjven,
indien na de roemrijke kroning niets anders volgt
dan wederom een periode van teruggetrokkenheid
binnen een muur van politiemacht.
heid. Het verschil tusschen de gravin en de
winkeldochter zit niet in het vel maar in de
kleêren. Niemand kan het meer dan ik met u
eens zijn over de dwaasheid van die vooroordeelen.
Als de winkeldochter honderd duizend gulden
geeft kan ze immers gravin worden, zonder dat
iemand er zich over verbaast. Geboorte en geld
wegen tegen elkaar op en de maatschappeljjke
logica is nonsens."
«Natuurljjk. Ik dacht ook wel dat ik mjj
niet in mjjn ouden Kit bedrogen had", zei Mark
harteljjk. «Ik was half van zins het u zelf te
vertellen, want ik twijfelde niet aan uw belang
stelling, maar toch
-»Ja?" Dat ja klonk niet zoo zeer aanmoe
digend als vragend, en de toon was zoo droog,
dat Mark er door uit het veld geslagen werd.
«Ja, ziet ge, gjj steekt zoo licht met' alles
den gek en ik was zoo bang dat gij mjj zoudt
uitlachen. Doch ik verzeker u Kit, dat het geen
zaak is om mee te lachen."
Kit keek heel ernstig en was het ditmaal ge
heel met zjjn vriend eens.
«Maar nu ik weet dat gjj het met mjj eens
zjjt", vervolgde de ander welgemoed, «dat geen
meisje, mits zij braaf en goed zjj, door haar
stand onbevoegd is om iemands vrouw te worden,
nu heb ik er niet tegen om er met u over te
praten."
(Wordt vervolgd.)
9HDRUKT BIJ DB GEBROEDERS ABRAHAMS
TH MXDDKLBTJRG.