BUITENLAND. Réclames. Handelsberichten. Algemeen Overzicht. Graanmarkten, enz. Prijzen van Effecten. schillende argumenten, die het dag. bestuur aan voert, om een ontkennend antwoord op die tweede vraag te kunnen geven, komen hem voor weinig of geen steek te houden. Burg. en weth. zeggen >zijn burg. en weth. afgeweken van hunne toe zegging Geenszins. Zij hadden toegezegddat zij zouden medewerken tot stipte naleving van art. 10 der verordening en niet tot stipte naleving van het besluit der vier heeren. >Wat zegt art. 10 der verordening: »Tot den werkkring van de commissie van fabricage behoort1° het ontwerpen van plannen tot aanlegging of verbetering van gemeentewegen waterleidingen, straten, pleinen, gebouwen, werken en inrichtingen." Spreker begrijpt die redeneering niet, want het besluit van de vier leden der commissie van fa bricage geldt eenvoudig de stipte naleving van art. 10 der verordening regelende de werkzaam heden dier commissie en burg. en weth. hebben zich bereid verklaard daartoe mede te werken en hebben aan die toezegging ook gevolg gegeven eenmaal, bij de behandeling van de verbou wing der school in den Lange Delft, maar nu keeren zij weder terug op den ouden weg, dien de commissie niet verkiest te bewandelen en nu worden weder de plannen door burg. en weth. opgemaakt, en aan de commissie ter kennisneming en overweging toegezonden, juist het tegenover gestelde van hetgeen de verordening wil, ja dui delijk zegt. En nu vraagt sprekerwaarom is toen door burg. en weth. gehandeld overeen komstig het besluit der vier leden en na dien tijd niet meer Het kan, dunkt hem, dan ook geen verwonde ring baren dat op de beide volgende vragen door het dag. best. tot de leden van' den raad gericht nl: >kan nu met eenigen grond beweerd worden dat, wanneer de voorzitter der com. van fabricage, met medeweten van burg. en weth. aan zijne me deleden plannen ter kennisneming en overweging toezendt, dat dan, hetzij die voorzitter, hetzij burg. en weth. niet medewerken tot stipte na leving dier verordening en wordt die com missie door die toezending in het harerzijds ont werpen van andere plannen in het minste belem merd of verhinderd dat op die vragen, zegt spreker van hem een bevestigend antwoord volgt, terwijl op de derde vraag: strekt of kan die toe zending niet veeleer strekken om aan de overige leden der commissie de taak lichter te maken?" hij volstaan kan met te zeggen ja, maar de com missie wil het niet omdat het strijd met art. 10 der verordening. Vervolgens bespreekt de heer Jeras nog het slot van het schrijven van burg. en weth., dat z. i. minder humaan gesteld is, dan in het belang der gemeente wenschelijk is. Reeds dadelijk begint dat zegt spreker met de volgende onaan gename, ja grievende opmerking. „Zijn deze plannen door de drie leden der commissie ont worpen Neen, want zij noemen ze „plannen door den gemeente-bouwmeester opgemaakt Spreker wil daaromtrent het volgende in het midden brengen. In de instructie van den bouw meester der gemeente Middelburg leest men bij art. 20, dat hij verplicht is aan de commissie van fabricage, zoo in persoon als bij schrift, de ge vraagde inlichtingen te geven, en dat in het alge meen hij zich met die commissie en hare leden in betrekking stelt zoo dikwijls als deze in het belang der gemeente dienstig achten. Hij is de man die, na aamenspreking met de comm., die plannen naar haar idee ontwerpt, welke plannen dan aan burg. en weth. worden gezonden, die het recht hebben ze af te keuren of te wijzigen om ze daarna gewijzigd of ongewijzigd bij den raad te brengen; zoo is het ook gegaan met de plannen voor de schoolt» in de Langendelft, die tot genoegen zoowel van burg. en weth. en alle leden van den raad als van andere autoriteiten, door de comm. van fabr. bij het dag. best. zijn ingediend. Toen nu bij schrijven van den burgemeester van 3 Juni 11. de drie leden der commissie uitgenoo- digd werden om ontwerpen betreffende verbouwin gen in quaestie in te zenden, hebben zij, als zoo danig, den gemeente-bouwmeester verzocht hun ter zijde te staan; deze heeft welwillend daaraan gevolg gegeven en de leden de projecten voor die verbouwing overgelegd. De leden der commissie hebben toen met den bouwmeester een inspectie in loco gehouden en de daarop gevolgde bespreking had tot resultaat dat de leden der comm., behou dens een paar opmerkingen, aan die projecten hunne goedkeuring hechtten. Daarvan wordt nu zegt spreker dien drie leden door burg. en weth. een grief gemaakt, terwjjlz. i. deze handeling voor bedoelde leden pleit en het overtuigend bewijs levert dat hier van geene oppositie quand mêrrte der commissie sprake kan zijn. Het zou toch dien drie leden niet zooveel moeite gekost hebben om de plannen te verwer pen en andere in te dienen, maar alleen het ver langen dat het reeds meer genoemde art. 10 der bekende verordering stipt zal worden nageleefd, en de overtuiging dat de vier leden der commissie van fabricage door burg. en weth. zooveel mogelijk worden genegeerd, zijn de drijfveren van die han deling. Vervolgens leest men zegt de heer Jeras »De meerderheid der drie onderteekenaars blijkt alzoo het gevoelen niet toegedaan te zijn, dat niemand dan de leden van de commissie van fabricage plannen mag maken," dienaangaande laat hij het woord aan hen, die naar de meening van burg. en weth. de meerderheid uitmaken. Spreker uit echter de veronderstelling (en gelooft niet dat die te gewaagd is) dat in deze, burg. en weth. zich deerlijk vergissen. Verder wordt gezegd „bouwkundige aanmerkin gen zjjn niet gemaakt." Is het dan, vraagt spreker, geen bouwkundige aanmerking, wanneer de com missie den overdekten gang naar het gymnastiek lokaal, door den gem.-bouwm. Op zijn project aangegeven, overbodig acht, en eene vermindering van omstreeks ƒ245 daaruit voortvloeit. Eindelijk de laatste alinea der missive. Deze moet, naar sprekers meening, aldus gelezen worden. »Het is te bejammeren dat burg. en weth. niet begonnen zijn met dat waarmede de burgemeester eindigde, het schrijven van 3 Juni. Overigens dankt de heer Jeras burg. en weth. voor de moeite aan de beantwoording besteed, maar verklaart tevens niet voldaan te zijn. De heer W. A, van Hoek wil slechts enkele woorden zeggen met betrekking tot deze treurige zaak, die nog veel treuriger gevolgen gehad heeft. In de eerste plaats de verordening besprekende, zegt de heer Van Hoek volstrekt niet de opinie te deelen van den vorigen sprekerz. i. worden in art 10 eenvoudig de rechten en verplichtingen der commissie van fabricage omschreven. Burg. en weth. zijn bevoegd aan de commissie te zeggen ziehier een plan, beoordeelt dat en zoo ge 'tplan niet goedkeurt wijzigt het of ontwerpt een nieuw plan. Aan de commissie is dus niet alleen het brengen van wijzigingen, maar zelfs de groote bevoegdheid tot afkeuren en het maken van nieuwe plannen gegeven. Echter volgt daaruit niet dat zij het monopolie zou hebben tot het opmaken van alle plannen. In de tweede plaats zegt de heer Van Hoek dat hij bij het lezen der zeer breedvoerige inlichtingen den indruk kreeg alsof van de zijde der commissie van fabricage eene minder aangename persoonlijke verhouding in 't spel was. Spreker wil dit echter laten rusten, wijl het hem voorkomt dat de bespreking daarvan hier niet behoort plaats te hebben. Naar 't den heer Van Hoek voorkomt moet deze vergadering echter haar gevoelen uitspreken over deze quaestie en is daartoe zelfs z. i. verplicht jegens het dag. bestuur en vooral jegens den wethouder Dronkers op grond daarvan stelt hij de volgende motie voor »De gemeenteraad, gehoord de door burg. en weth. gegeven inlichtingen, zich vereenigende met de opmerking waarmede burg. en weth. die inlichtingen besluiten, gaat over tot de orde van den dag." Tot toelichting dezer motie zegt de heer Van Hoek nog dat hij deze motie voorstelt in deze bewoordingen, wijl het hem voorkomt dat de laatste woorden van het rapport gevoeglijk het gevoelen kunnen uitdrukken der vergadering ten aanzien dezer treurige zaak. De heer J. A. van Hoek zegt zich tot zijn leed wezen tegen deze motie te moeten verklarenhij meent dat de conclusie onjuist is. Spreker gelooft dat ten deze binnen en buiten, zoowel door burg. en weth. als door de comm. van fabricage, is gezondigd. De heer J. A. van Hoek treedt daarop in eene beschouwing over hetgeen gebeurd is, waarop de voorzitter hem verzoekt zich bij de aanhangige motie te bepalen. Tengevolge hiervan stelt de heer J. A. van Hoek de volgende motie voor »De vergadering, gehoord de debatten, is van oordeel dat de verordening regelende de werk zaamheden van de commissie van fabricage be hoort te worden herzien." Tot toelichting hiervan zegt de voorsteller dat hij gelooft dat de ondervinding geleerd heeft dat art. 10 tot moeilijkheden aanleiding geeft en deze motie is dan ook vooral met het oog op dat art. voorgesteld. Spreker is niet in het bezit van de verschillende instructiën en verordeningen, die moeilijk schijnen te bekomen te zijn voor de raadsledenhij vermoedt echter dat in de ver ordening voor de commissie van financiën staan zal dat die commissie alle financieele ontwerpen onderzoekt en is van meening dat, ais de verorde ning voor de comm. van fabr. in dien geest werd gewijzigd, moeilijkheden als de nu besprokene wel niet meer zouden voorkomen. De voorzitter herinnert den spreker dat het door hem bedoelde artikel gedrukt staat in de inlich tingen van burg. en weth., en dat wanneer de heer J. A. van Hoek gewenscht had de verordening in te zien daartoe eiken dag èn op de griffie èn bij burg. en weth. gelegenheid is. De heer W. A. van Hoek zegt dat het verschil tusschen den vorigen spreker en hem hierin be staat dat de heer J. A. van Hoek niet kan meegaan met de door spreker voorgestelde motie, terwijl hij daarentegen gaarne wil medegaan met die van den heer J. A. van Hoek, daar deze een zeer juiste gevolgtrekking zou kunnen genoemd worden uit sprekers motie. De heer Van Berlekom zal met de z. i. zeer conciliante motie van den heer J. A. van Hoek medegaan. Hij gelooft dat de gansche treurige geschiedenis op niets anders dan persoonlijke mis kenning berust. De heer W. A. van Hoek zegt in 't algemeen zeer geneigd te zijn conciliante moties aan te nemen, doch dit heeft zjjn grenzen. Waar wij ons hier bevinden zegt spreker bij de ledige plaats van onzen zoo gewaardeerden wethouder Dronkers, vergete men dat vooral niet. De motie van den heerW. A. van Hoek, alsnu in stemming gebracht, wordt aangenomen met 9 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren Van Eekelen, Van Berlekom, Jeras, Van der Harst en J. A. van Hoek. De heer J. A. van Hoek trekt daarop de door hem voorgestelde motie in. Daarna geeft de voor zitter nog het woord aan den heer Van der Harst, die het gevraagd heeft. De heer Van der Harst zegt er prijs op te stellen de verklaring af te leggen dat hij geen deel heeft aan hetgeen gesproken is door den heer Jeras. Die spreker heeft niet het woord gevoerd namens de commissie. Ook verklaart de heer Van der Harst niets ge weigerd, maar alleen uitstel van behandeling gewenscht te hebben, omdat hij, geen technicus zijnde, hoogen prijs stelt op het oordeel van den heer Jeras, en meende dat er, nu bij kon. besluit de termijn tot het in overeenstemming brengen der scholen met de wet met twee jaren verlengd is, wel zoo geen haast bij zijn zou. Burg. en weth. schenen echter zegt spreker van een ander gevoelen, waarop de stukken weder aan de commissie gezonden zijn ter kennisneming; ook dat heeft spreker niet geweigerd, ofschoon z. i. kennisgeving op zichzelve niet veel beteekent. Daarom spijt het spreker dat het door een lid gesprokene aanleiding heeft gegeven dat we een waardig lid van den raad zullen moeten missen. Echter, voegt spreker erbij, had hij gaarne de behandeling der zaak anders gewenscht. Gaarne had hij gezien dat de commissie, vóór dat de plannen pasklaar, als een vogel uit de lucht, waren komen vallen, eens bij elkander ware geroepen om de zaak te bespreken, evenals ten vorigen jare gebeurd is voor de school in den Langen Delft. Het schijnt echter dat burg. en weth. daar niet aan willen en de commissie van fabricage beschouwen als een lastige commissie. Spreker voorziet dien tengevolge gedurig conflicten en aangezien hij daar volstrekt niet tegen kan en zijn gestel eronder lijden zou neemt hjj ontslag als lid der commissie van fabricage. De voorzitter stelt voor dat ontslag eervol te verleenen, waarmede de vergadering zich vereenigt. De voorzitter zegt daarna dat het nu weder geble ken is hoe wenschelijk en noodig het is de verorde ning voor de commissie van fabricage te herzien en stelt voor daartoe eene commissie te benoemen. De raad zich hiermede vereenigende en de benoeming niet zelve wenschende te doen, wjjst de voorzitter tot leden der commissie aan, behalve burg. en weth. de heeren Van der Harst, Luteijn, W. A. van Hoek en Snouck Hurgronje. Het voorstel van burg. en weth. betreffende de schoollokalen A en C wordt alsnu zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Nadat mededeeling is gedaan van het proces verbaal van kasopneming, vraagt de heer Jeras nog het woord om kennis te geven dat hijna het onbevredigend antwoord van burg. en weth. en na de aanneming der motie van den heer Van Hoek, zjjn ontslag neemt als lid der commissie van fabricage. Op voorstel van den voorzitter wordt dit ont slag eervol verleend en daarna de zitting gesloten. Vorst Bismarck heeft wellicht nooit aan de goedkeuring van het Pruisisch parlement een maat regel onderworpen die levendiger en meer alge- meene belangstelling wekte onder zijne landslieden dan de nieuwe kerkelijk-politieke wet. Deze wet is eene groote gebeurtenis in Duitscbland's poli tieke historie. De centrumpartij zal deze geschikte gelegenheid om het einde van den strijd tusschen kerk en staat nader te brengen niet laten voor bijgaan. Bismarck is geneigd om van het recht van veto afstand te doen tegenover die priesters die van de kerkelijke autoriteiten eene aanstelling voor het leven ontvangen, en die dan eene oplei ding moeten krijgen volgens de bestaande wet, en moeten beloven als goede burgers met hunne me deburgers te zullen leven. Aan den anderen kant doet Bismarck grooter concessies dan men uit de laatste nota aan het Vaticaan zoude verwachten: indien deze wet wordt aangenomen, zullen de bisschoppen in de behoeften van elke vacante pa rochie kunnen voorzien zonder éen naam der regee ring ter goedkeuring voor te leggen. Den Anzei- gepjiicht moeten zij alleen nakomen, wanneer de aanstelling van dien aard is dat zij niet onmid dellijk kan worden te niet gedaan en zelfs in die gevallen, waarin de namen der priesters aan de wereldlijke autoriteiten ter goedkeuring moeten worden voorgelegd, geeft de wet den bisschoppen het recht op appel indien hun keus niet wordt goedgekeurd. Gelijk men weet komt dit appel bij den minister van eeredienst, die in laatste instantie beslist. Zeker, het ideaal der centrum partij is ongetwijfeld een volkomen vrije kerk. Doch de beperkingen, waaraan door dezen maat regel de vrijheid der Roomsche kerk onderhevig is, zijn weinig in aantal en niet zeer belangrijk, vergeleken met die, tegen welke de katholieken gedurende de laatste tien jaren hebben gepro testeerd. Het zou voorbarig zijn de politieke gevolgen na te gaan die uit de kerkelijk-politieke wet van Bismarck kunnen voortvloeien. Doch reeds vóór den aanvang der beraadslagingen heeft eene ge beurtenis plaats gegrepen, die op het parlement een diepen indruk moet hebben gemaakt. De heer Yon Bennigsen wij deelden het gisteren onder onze Laatste berichten nog mede, het hoofd der nationaal-liberalen, heeft zijn mandaat als lid van rijks- en landdag neergelegd. Met hem verdwjjnt een der voornaamste parlementsleden, een der weinige wezenlijke staatslieden uit den rijksdag. Wat mag de reden zijn van dit verrassend besluit? De heer Yon Bennigsen zelf bewaart daarover het stilzwijgen, maar het is een feit, dat de meerder heid zijner partij hem niet meer volgde. Enthans bij deze kerkelijke regeeringsvoordracht kwam dit verschil van gevoelen scherp uit, daar de meerder heid zijner fractie haar wil verwerpen, terwijl hjj zelf haar voor amendeering geschikt achtte. De conservatieve bladen onthouden zich van alle be schouwing, maar de liberale pers der linkerzijde ziet het eind der nationaal-liberale partij naderen. Gisteren is de discussie over de kerkeljjk-politieke wet aangevangen. Tegen de wet voerden het woord de heeren Reichensperger, Windhorst en Richter (Hagen)zij onderwierpen het ontwerp op verscheidene punten aan een scherpe kritiek en hoopten dat de beraadslaging in commissie andere wijzigingen in de Meiwetten zoude ten gevolge heb ben. Het centrum zal zich, zoo verklaarde de heer Windthorst, van het nemen van positie onthouden tot na de beraadslaging. De minister van eeredienst Von Goszler zeide dat het ontwerp diende om tegemoet te komen aan de behoefte aan zielverzorgers ernstig wilde het den vrede met de kerk, indien die mogeljjk wareen hij wilde een toestand scheppen overeenkomende met dien vóór 1849 en 1867. Het voorbereidend onderwijs der geestelij ken is definitief geregeld door de wet van 1882. Dit ontwerp, eindigde de minister, is een daad van verzoening de regeering hoopt dat het parlement hare goede bedoelingen zal erkennen. Heden wordt de discussie voortgezet, die stellig deze en de volgende week zal duren. De rijksbegrooting vordert in den rijksdag zoo snel, dat waarschijnlijk nog slechts een paar dagen zullen noodig zijn om haar af te doen: is deze taak volbracht, dan wordt de zitting gesloten. In Frankrijk hadden een paar verkiezingen plaats voor den senaat. Gekozen werden de heeren Béral en Berlet, beide republikeinen. In de zitting der kamer van afgevaardigden legde de heer Raynal de vier spoorwegconventiën over. Hij verklaarde, dat de regeering niet is tegen de benoeming eener bijzondere commissie, maar toch gelooft dat de algemeene commissie van toezicht op de spoor wegen de noodige bevoegdheid zoude bezitten. De kamer heeft daarop tot de verzending naar de bestaande commissie besloten. In de couloirs wordt verzekerd, dat de overeenkomsten, zooals zij door het gouvernement ontworpen zijn, eene vereenvoudiging brengen in de tarieven door invoering van het Belgische stelsel, bestaande in het kilometriscb tarief met allengs verminderde basis. Het Engelsche hoogerhuis heeft gisteren met 165 tegen 158 stemmen in tweede lezing het wetsont werp goedgekeurd betreffende het huwelijk van een weduwnaar met de zuster zijner overleden vrouw. Wij komen hierop morgen terug. (Prjjs der plaatsing 30 cent per regel.) HOP-BITTER geeft grijsaards en zieken de kracht der jeugd. Bij de levensverandering is HOP-BITTER het best in staat alle daaruit ontstane kwalen tegen te gaan. Het beste wat de vrouwen maandelijks gebruiken kunnen en wat haar het grootste heil kan aanbrengen is HOÏ"- BITTER. Vltssingen, 12 Juni. Boter per kilog. 1,20 a 1,05. Eieren 3,60 per 104 stuks. Goes, 12 Juni. De aanvoer bestond alleen uit tarwe. Prijzen slap en onveranderd. Rotterdam, 12 Juni. Ter veemarkt van heden waren aangevoerd 936 runderen; 122 vette, 65 nuchtere kalveren147 schapen443 varkens, biggenrunderen le qual. 93, 2e qual. 73, 3e qual. 53; kalveren 1" qual. 110, 2*'qual. 90, schapen 95 cent. Amsterdam. U 13 aXAATSLEENINGElï. Juni. Juni Nederland. Cert. N. W. Sell. 21/j pet. 66 661/4 dito dito dito 3 1, 78 781/4 dito dito dito 4- 1 i 1/4 IOH/4 dito Obl. 1878 1000. 4 10IS/8 10lS/g dito dito 1883 4 9918/16 99S/4 België. Obligatien31/2 n Frankrijk. Origin. Inseh. 3 Hongarije. Obl. Leening 1867 fl. 1205 96 dito Goudleening5 dito dito fl. 500 6 Ilalië. Cert. Adm. Amsterd. .5 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 6513/jg ö..7/g dito Febr.-Ang. 5 651/4 dito Jan.Juli5 653/4 856/8 dito April-Oct. 5 657/g dito dito Goud4 Folen. Obl. Schatkist 1844 4 79 Portugal. Obl. Btl. 1853/80. 3 53 531/8 dito dito 18815 9011/jg Husland. Obl. Hope C. I7U8/1815 5 98 98 Cert. Inschr. Sé Serie 1854. 5 5 51/4 dito dito 6e 1855. 5 777/s Obligation 1863 5 85 841/g dito 1864 10005 96S/8 dito 1864 SS, 1005 917/8 dito 1877 dito5 913/4 9113/ie dito Oostersche le serie. 5 531/4 dito dito 2e 5 539/jg 535,8 dito dito 3e 5 54-1/a dito 1872 gecon. dito6 857/g 86 dito 1873 gecon. dito. 5 8571% 86 dito 1850 le Leemng dito 4 /2 t 8 s5/8 89S/4 dito 1860 2e Leening dito 41/2 85s/g 85S/8 dito 1875 gecons. dito 4l/j 781/g 78j>/g dito 1880 gecons. dito 4 689/i6 685/a Cert. Hope Co. 1840 4 dito 2e, 3e, 4e Leen. 1842 44. 4 - Obligatie-Leening 1867/69 4 767/ig 76S/8 dito dito 1859. 8 651/2 Cert, van Bank-Assign. 6 Spanje. Obl. Buit; 1867/73 II/4 dito dito 18762 413/4 dito Perpetueele 4 6OI/4 60l/g dito Binnenl. Esc. 5000-10000 II/4 Turkije. Obl. Alg. Sell. 1865 5 93/4 98/4 dito geregestreerde1 Hy/]6 1 911/ig dito dito 1869 6 107/8 Ill's Egypte. Obl. Leening 18764 721/4 dito dito 1876 5 Vereen. Staten Obi. 1877. 4 s 1171/s dito dito 1876. 41/2 Brazilië. Obl. Londen 1865 5 1OOI/3 1005/jg diU. Leening 1876 5 dito 1863 10041/2 INDUSTRIEELS EN FINANCIEELE ONDERNEMINGEN. RJederl. Afr. Hand.-V. aand. pet. 1521/2 Ned. Hand.-Maatsch. aand. rescontre 5 1087/jg 1083/jg Ned. Ind. Handelb. Aand. 118 Stoomvaartm. Java Oblr dito Zeeland Aand96 98 dito dito Prefer, dito n 100 dito dito Obl5 ©uitschland. Cert. Rijksbank Adm. Amsterdam Oostenrijk. Aand. O. H. 11. n SPOORWEGLEENINGEN. EJederland. Hol). JJz. Spw. Obl. 18715 HlOl/2 1001/2 dit.o Maats, tot Exploitatie van Staats-Spw. Aandt 122 Ned. Cent. Spw. Aand. /250. 391/4 398/g dito gestemp. Obl. 60 721/4 716/8 Ned. Ind. Spoorw. Aand. Ned. Rijn.Spw. volgef. Aand. 135 N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp. 1875/8054 547/jj Zuid Ooster sp. Obl5 Hongarije. Theiss. Spoorw. Aand. fl. 200 5 10+S/8 dto dito Obl5 86S/]g 86 Italië. Victor Em. sp. Obl. 3 Zuid-Ita!. Spw. Obl3 52 52 Oostenrijk. F. O. Sp. Obl 8 Folen. Wars.-Brom. Aand. 4 458/8 45S/g Warscbau-Weenen dito. 65I/4 628/g Rusland. Gr. Sp. Maats. Aand. 5 1231/g 1229/jg dito Hypoth. Obligatiën 41 /j 90 90 dito dito dito4 Baltische Spoorweg Aand. 3 51S/8 3114 Chark-Azow Oblig. 100. 5 1 Jelez-Griasi dito- 5 Jelez-Orel dito f 10005 Kursk.-Ch.-Az. Obl. 100. 5 793/g 795 Losowo-Sewastopol 10O0. 5 791/8 793/4 Morschansk-Sysran. Aand. 5 623/g 621/g Mosk.-Jarolslaw Obl. 100. 5 100 L00 Mosk.-Kursk dito dito 6 1 1013/g 1011/g Mosk.-Smol. dito dito s 6 I Irel-Vitebsk Obl. dito 5 88 866/jg Poti-Tittis dito 1000. .5 88 877/8 Uiaschk.-Wiasm. Aand 5 6IS/4 6'7/g Zuid West Spoorw.-Maats. 5 567/8 871/g fl inerika. Cent. Pac. Obl. 6 - dito California Oregon dito. 6 102»/8 Cliic. N.- W. Cert. Aand. dito dito le hyp. Cert ƒ1000 7 r 1183/g U8I/4 dito Mad. Ext. Obl.7 t 1203/4 dito Menominee Hs. 500-1000 7 dito N.-W. Union, dito 7 1187/is dito Winona St. Peter dito. 7 dito S.-W. Ob. Hs. 500-1000. 7 119"4 Illinois Oen. v. Aand. r 1433/4 1431/4 St. Paul Minn. Man. Obl. 7 Union Pac. Hoofdl. dito 6 PRE MIE-LEENINGEN. Nederl. Stad Amst. 100 8 pet. 104 Stad Rotterdam3 993fa 100

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 3