0125, 126* Jaargang. 1883J Woensdag 30 Mei. K I T. so FEUILLETON. Middelburg 29 Mei. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. MIDDELRURGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te Vlissingen: P. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C, de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicilé G. L. Paube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, VVeenen, Zurich, enz. Heden morgen te kwart vóór zes uren is op baar landgoed in Silezië overleden H. K. H. prin ses Wilhelmina Frederika Louisa Charlotte Ma rianne, tante van onzen koning. De tijding van haar overlijden kwam nog be trekkelijk onverwacht, daar de laatste berichten omtrent hare ziekte gunstiger luidden. De hooge leeftijd van de overledene echter bracht van zelf mede dat de minste toename van de ongesteld heid voor haar noodlottig wezen kon. Den 9ea Mei 1810 werd zij te Berlijn geboren. Geen grootsche daden op politiek gebied vallen van deze vrouw te vermelden, want zij nam slechts een bescheiden plaats in onder de vorstelijke per sonen, maar daartegenover kenmerkten haar eigen schappen, die haar tot sieraad verstrekten. Zij was een goede moeder voor hare onderge schikten een uitstekende meesteres en bovendien was zij zeer liefdadig. Enkele punten uit hare levensgeschiedenis stip pen wij hier aan. Den 14en Sept. 1830 trouwde zij te 's Graven- hage met Z, K. H. prins Albert van Pruisen en deed den 16ea October als diens gemalin haar intocht in Berlijn. Uit dat huwelijk werden een zoon en drie doch ters geboren en wel den 23 Juni 1831 hare doch ter Charlotte, die den 18e" Mei 1850 huwde met hertog George van Meiningen en 30 Maart 185ö overleedden 8cn Mei 1837 haar eenige zoon prins Alhrecht, thans opperbevelhebber van het 10e Pruisische legerkorps, die op dit oogenblikin Moscou is, waar hij den koning van Pruisen ver tegenwoordigde hij de kroning; den 27en Aug. 1840 eene dochter prinses Elisabeth, die echter spoedig daarna, nl. den 9en October, overleed en den 1 Feb. 1842 prinses Alexandrine, thans weduwe van hertog Wilhelm van Mecklenburg. Laatstgenoemde, de eenige dochter die haar nog was overgebleven, werd reeds een paar weken geleden aan haar ziekbed geroepen omdat de toe stand van de overledene zich zeer ernstig liet aanzien. Tijdens haar huwelijk bracht prinses Marianne in den zomer van 1836 een bezoek aan Het Loo, Sche- veningen en Den Haag. Den llen October 1837 kwam zij in onze residentie. De ernstige ziekte van hare moeder, koningin Wilhelmina riep haar derwaartszij kwam echter te laat, want vóór hare komst was hare moeder reeds gestorven. Prinses Marianne bleef toen echter geruimen tijd bjj haren vader. Terwijl in Februari van 1839 de grootvorst troonopvolger van Rusland zich in Den Haag bevond was zij ook daar tegenwoordig. Den len Juni 1840 woonde zij te Berlijn de onthulling van het gedenkteeken voor Frederik den Groote bij. Nadat den 12en Dec. 1843 koning Willem I was gestorven vertoefde zij menigmaal in Den Haag, JR E W E HKRIMNKRINCt. DOOB James Payn. HOOFDSTUK XVIII. Ken verzoek. Weinig vermoedde Frank welke gedachten Frenna bezig hielden. Zij deed voor zichzelf de keus tusachen twee levenswegen den eenen welken men alleen moet bewandelen en den breederen die plaats geeft voor twee naast elkaar. Zij had behalve Frank nooit een man ontmoet van wien zij zeggen kon»ik zou zijn vrouw kunnen zijn" en toch had zij nooit zichzelf in die betrekking tot hem voorgesteld. Zij was als iemand die, jaren lang op hare hoede geweest zijnde tegen een zekere verzoeking, zich eensklaps daar tegen over geplaatst ziet. Een oogenblik vergat zij het doel barer wandeling en gaf zich over aan een zoeten droomdoch even daarna slaakte zij een diepen zucht ten bewijze 4at zij weer tot zichzelf en tot de harde werkelijkheid was teruggekeerd en zei kalm »Gij zijt goed voor mij, Frank, en dat zijt gij altijd geweest. Wat er ook gebeuren moge, $lat zal ik altijd gevoelen." totdat den 28 Maart 1849 haar huwelijk werd ontbonden en zij zich te Voorburg met der woon vestigde, hoewel zij van daaruit groote reizen onder nam, o, a. naar het Heilige land en meermalen naar Italië. Zooals wij reeds opmerkten was zij een lief hebbende moeder. Hare kinderen hielden veel van haar. Telken zomer bracht dan ook haar zoon geruimen tijd in Scheveningen door waar hij zijne moeder meermalen ontmoette- Zij had uitgebreide bezittingen in Silezië, en bezat ook goederen in Nassau. In Voorburg, waar zij een groot deel van het jaar op haar buiten door bracht, werd zij als op de handen gedragen. Ieder die met haar in aanraking kwam, in welke be trekking ook, roemde haar om hare vriendelijk heid en hartelijkheid. In tijden van nood was zij voor velen eene helpster, en in dagen van vreugde voor hare ondergeschikten steeds even har telijk en deelnemend. Menigmaal gaven de bewoners van Voorburg, voor wie haar dood een groot ver lies is, haar de treffendste bewijzen van dank baarheid en waardeering. "Vlissing-en, 29 Mei. Door de liberale kies- vereeniging Plicht en Recht alhier werd Maandag avond met algemeene stemmen tot candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer geproclameerd de heer mr W. J. Snouck Hurgronje, schoolopzie ner in het arrondissement Leiden, advocaat en procureur te 's-Hage. Vanwege de Vereeniging voor volksvermaken en volksvoordrachtenafdeeling Flor alia, had Maandag de uitdeeling plaats der aangevraagde planten voor het loopend seizoen. Van een 13tal soorten van bloemen werden aan 158 aanvragers gezamenlijk 666 planten uitgereikt. Het Vaderland meent dat de reis van den gou verneur-generaal naar Atjeh, waarover de minister van koloniën jl. Dinsdag sprak, ons evenmin als andere reizen van den gouverneur-generaal ieta verder zal brengen. De gouverneur-generaal wil zich van den toestand in Atjeh vergewissen, heet het; het blad dunkt, dat hij na de tijding van het sneuvelen van een civiel ambtenaar en na de uitzending van een nieuw bataljon geen nadere vergewissing zal noodig hebbendat de toestand zeer ongunstig is, is toch zoo duidelijk mogelijk. Een reis van den gouverneur-generaal in een rustige streek van ons gebied kan misschien eenig gering nut hebben, ofschoon van dat nut in den regel niets blijkt en hooge uitgaven in den regel het eenige resultaat zijn dat men van dergelijke reizen ziet - maar een reis naar Atjeh vooral in de tegenwoordige omstandigheden kan volstrekt geen nut opleveren. De gouverneur- generaal zal, als hij als gouverneur-generaal wil reizen, dat wil zeggen met den noodigen omslag, niets anders zien dan een netjes gemaakt Kotta- Radjavan uitstapjes naar buiten zal wel geen sprake zijn, tenzij met zooveel versterking dat die uitstapjes veel van parades krijgen. Den werkelijken toe stand kan de gouverneur-generaal onmoge- Wat er ook gebeuren moge, niets zal mijne achting en mijne genegenheid voor u verminderen, Frenna." Zij liet het hoofd hangen, met een klagend ge luid, dat hem door de ziel sneed. »Maar Frenna! Houdt gij het dan voor mogelijk dat iets van hetgeen er in den laatsten tijd gebeurd is u zou kunnen treffen Wat ook de uitspraak van de rechtbank moge zijn, die kan op zijn ergst uw vader of den mijne in het ongelijk stellen. Ik begrijp dat gij het thuis zeer onaangenaam hebt. De hemel weet dat ik dat gaarne zou willen veranderen, als ik kon." »Gij kunt de aanklacht intrekken." Een oogenblik trof het Frank dat zij sprak als het kind van haar vader. „Zeker niet met eere, en ook niet met recht, Frenna." »Gij spreekt als een boek en niet als een man, Frank. Alles in deze wereld is betrekkelijk en het is niet de vraaghoe veel goed zullen wjj hier mede doen? maar: hoe weinig kwaad? Is het verstandig om ter wille van éen mensch het geluk van zes op het spel te zetten of een ander geheel in het ongeluk te storten?" s. Lieve Frenna", antwoordde hij lachend, »gij pleit tegen u zeiven. Het is alleen de arme Abel, die in dit geval met ondergang bedreigd wordt. Aan uw kant dat wil zeggen aan dien van mijnheer Garston is het ergste wat er gebeuren kan een nederlaag en ergernis. Indien uw vader excuus wil vragen en schadevergoeding lijk in den korten tijd, dien hij in Atjeh te Kotta-Eadja vertoeft, waarnemen. De reis kan voor den toestand in Atjeh dus weinig of niets baten. En moet zij dienen om het zoo deerlijk geschokt prestige van den gouverneur-generaal wat op te beuren, dan is het middel ook slecht gekozenschijnvertoon en een pompense reis naar Atjeh kunnen het verloren prestige niet doen herwinnen. In het Ind. Vad. wordt de nieuwe minister van koloniën aldus begroet »De man, die het jammerlijk beetje, wat bier in en voor Indie door het moederland is gedaan, signaleert als »roekeloos", die voor .conservatief en liberaal" geen andere uitdrukking weet dan *bedachtzaam en roekeloos"de man, die zich openlijk als een krachtig voorstander van het cultuurstelsel laat gelden en het »gelukkig" noemt, dat de door de inlandsche bevolking ge plante koffie nog aan het gouvernement moet worden geleverdde man van het consignatie stelsel en de difïerentieele rechtende man, die in zijn brochures met zooveel woorden de stelling uitspreekt, dat men Indie mag verdruk ken en benadeelen mits men het slechts doet »als Nederlanders" »De heer F. G. van Bloemen Waanders, oud- directeur van binnenlandsch bestuur in Neder- iandsch Indie, de incarnatie van oudgasterij, minister van koloniën. »Laat ons onze zielen in lijdzaamheid bezitten Gelukkig dat de minister zelf verklaart van zijne vroegere ideeën te zijn teruggekomen. Men meldt uit Echternach, dat onze koning en onze koningin het plan hebben aan deze oudste veste van gansch Luxemburg een bezoek te brengen. Ook zou Z. M. den hertog van Nassau en den graaf van Vlaanderen hebben uitgenoodigd hem op het kasteel Berg te komen bezoeken, terwijl men van verschillende zjjden verzekert, dat HH. MM. voornemens zijn tegen het eind van den aanst. herfst andermaal eenigen tjjd in het groot hertogdom door te brengen. Hoe men in Kaapstad over d' Kuyper denkt blijkt wel uit het navolgende, dat een correspon dent aldaar aan het Wageningsch Weekblad schrijft. Professor Marais laat zich in het Zuid-Afri- kacinsche Tijdschrift op een alles behalve vleiende wijze over de Heraut, het blad van dr Kuyper, uit. Hij noemt de Heraut >dat ultra-Calvinistische en niet zeer tolerante weekblad," en elders schrijft hij „De Heraut is schijnbaar op de hoogte van wat Satanisch is, en plaatst zich in den rechter stoel om als rechter in de godsdienstige wereld te oordeelen, te beoordeelen, en, helaaste dikwijls te veroordeelen." Ik deel dit mede, omdat d« Lion Cachet niet zoo lang geleden in de Zuid- Afrilcaan heeft willen te kennen geven, alsof dr Kuyper op theologisch gebied hier een aanhang heeft. Het drijven van dr Kuyper wordt hier als onzinnig beschouwd en vindt weinig goedkeuring. geven, dan kan de zaak nog te elfder ure ge schikt worden. Kom hier zijn wjj aan het einde van onzen tocht laten wij morgen een vrede-boodschap van het Grijze Huis ontvangen en ik zal mijn uiterste best doen om uw wensch te vervullen." Zij stonden op den heuvel achter Mogadion vlak voor hunne voeten lag het huis van haar vader en zij zagen hem in een neerslachtige hou ding in den tuin wandelen. »En is dat al wat gij voor mij kunt doen »Zeg dat niet; want er is niets dat ik niet voor u zou willen doen." Zij zuchtte en gaf hem de hand. »Ik zal u niet vragen om verder mede te gaan neen, ik heb het liever niet. Hier schei den onze wegen." Zij sprak letterlijk de waarheid; want hier op dit punt werd de weg in tweëen gesplitstmaai baar toon gaf er nog een dieper beteekenis aan. »Gij zijt toch niet boos op mij, Frenna?" »Neen ik ben niet boos. Vaarwel 1" Zoo scheiden zij. Frank keerde terug naar de Duiventil, bij zichzelf overleggende hoe hij zijn vader zou kunnen overreden om zijn tegenpartij halverwege te gemoet te komenwant de dokter was heel boos op hem en had gezegd»Als de man de wet verlangt zal hij de wet hebben" met een nadruk dien hij zelden gebruikte, maar als hij dien bezigde beteekende het nog al wat. Hebt ge ook opgemerkt," hoe d* Kuyper als een echt ultramontaan bij de traditie zweert, en dit woord bij schering en inslag door hem gebruikt wordt Aan de Kaap hebben wij niets met de traditie op, maar houden wij ons liefst bij het levend woord van God, waarvan dr Kuyper met zijn verblind ijveren voor de Gereformeerde leer meer en meer schijnt af te wijken. Ook hier is het woord des apostels van toepassing: »Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden." Wij slaan den strijd in het vaderland met belangstelling gade en bidden, dat de Heer de oogen van dr Kuyper opene om zijn dwaling in te zien, en hij nog tot een zegen voor de vaderlandsche kerk moge worden." Zondag is te Utrecht eene vergadering gehouden van het Nederl. verbond voor algemeen stemrecht, dat 18 Febr. is geconstitueerd en 17 afdeelingen telt. De vergadering was slecht bezochtslechts een 50tal personen woonden haar hij. Zij werd ge opend door den heer Van Riesen, die in eene beschouwing over „onzen tegenwoordigen toestand de bekende stellingen verkondigde dat ons kies recht niet deugt en dat algemeen stemrecht noodig was. Het stelsel van capaciteiten, dat men ingang wil doen vinden, bestreed de voorzitter ook. Een professor in schei- of natuurkunde, die altjjd op zijn studeerkamer zit, weet soms minder van de maatschappelijke toestanden dan iemand die op het platteland woont. Ten slotte werd met zeer kleine meerderheid, door de vergadering eene motie aangenomen, lui dende »De vergadering, van oordeel dat de tegenwoor dige politieke toestand onhoudbaar is en hoofd zakelijk te wijten is aan het slechte kiesstelsel, dat verreweg het grootste deel van het volk uitsluit van invloed op 's lands zaken, spreekt als haar gevoelen uit dat spoedige invoering van alge meen stémrecht wenscheljjk is." De geheele bijeenkomst had zeer weinig te be» teekenen. De maatschappij, Een Nationaal belangver keerde in haar derde levensjaar in gunstigen toe stand. Het weder van 1882 was voor haar zeer voordeelig en veel harer jonge kweekelingen be loven reeds rijke vruchten. Het getal vruchtboomen is in het afgeloopen jaar weder zeer aanzienlijk geklommen, zoodat de maatschappij thans in 't geheel heeft geplant: 11323 pruimeboomen, 1589 pereboomen, 4878 ap- pelboomen, 3600 kruisbessen-, 14460 zwarte bes sen-, 4800 frambozen- en 300 hazelnotenstruiken. Aan den aanleg van griendhout, om daarvan de teenen te verkoopen, werd een zeer groote uit breiding gegeven, zoodat de maatschappijdie ten vorigen jare daarvan bijna 2 bunders in cultuur- had, thans ruim 11 bunders heeft geplant. Mevrouw Kleine—Gartman is Maandagavond te Amsterdam weer opgetreden in Legouvé's Talent HOOFDSTUK XIX. Bekentenis* Mijnheer Garston had altijd den naam gehad van een groote vastberadenheid te bezitten en in die zaak met Abel had hij zich tot nog toe zeer vastberaden betoond. Hij had zijn vlag zoo opval lend mogelijk geheschen terwijl het hem beter zou gepast hebben indien hij haar niet wilde strijken, haar bescheiden onder zijn jas te dragen bijwijze van een flanellen hemd. Hij was overtuigd dat hij gelijk had, als altijdmaar hij begon toch een vaag vermoeden te krijgen dat hij niet zou kun nen bewijzen dat de banknoot in de beurs van Lucy verruild was. De leden der jurys waren zulke dwaze lieden dat zij hoogst waarschijnlijk een welgestelde weduwe met een bevallige dochter zouden gelooven ten spijt van de sterkste vermoe dens vooral als het gevoel in het spel kwam. Men zou instemmen met het medelijden der dames met die arme familiedie altijd zoo fatsoenlijk was geweest. Hij verfoeide gevoeligheid en over erfelijke eerlijkheid maar ongelukkig moest de zaak niet voor het crimineele gerechtshof dienen waar de zaken in hun ware licht beschouwd wor den maar geen vijftig mijlen van Mogadion zelf af. Hij was bijna zeker dat het plaatselijke voor oordeel hem de zaak zou doen verliezen; maar dank zij dat juweel der Engelsche wet, het con tradictoir verhoor, kon hjj de Medways toch een zeer onaangenamen dag bezorgen. Dit zei hjj bjj zichzelf, maar in zjjn hart zou bp zjjn aanklacht

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1