N° 115.
126* Jaargang.
1883.
Vrijdag
18 Mei.
K I T.
FEUILLETON.
Nationale Militie.
Middelburg 17 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent:
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
MIDDELBIJRGSCHE COURANT
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen. Frankfort a. M„ Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op het besluit van den commissaris des
konings in de provincie Zeeland, van den 10 Mei
1883, A, n° 7791, 3e aid(provinciaal blad n° 42)
maken bekend
dat het onderzoek van de in deze gemeente zich
bevindende verlofgangers van de militie te land,
om het even uit welke provincie zij afkomstig
zjjn, en onverschillig tot welke lichting zij behoo-
ren, voor zoover zij vóór den 1 April jl. in het
genot van onbepaald verlof zijn gesteld, zal plaats
hebben op Vrjjdag den 1 Juni a. des voormiddags
te 10 uren, op de koopmansbeurs alhier.
Zij herinneren de belanghebbenden verder aan
de navolgende bepalingen der wet op de nationale
militie van 19 Augustus 1861, (Staatsblad n° 72).
1° de verlofganger meldt zich binnen dertig
dagen na den dag, waarop hem de verlofpas is
uitgereikt, bij den burgemeester zijner woon
plaats aan, ten einde deze zijn verlofpas voor
gezien teekene(art. 133)
2° de verlofganger, die zich in eene andere
gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan
den burgemeester zijner woonplaats. Binnen dertig
dagen na den dag, waarop hij komt in de ge
meente, waarin hij zich vestigt, meldt hij zich
aan bij den burgemeester dier gemeente, ten einde
deze zijn verlofpas voor gezien teekene; (art. 134)
3° de verlofganger van de militie te land mag
zich zonder toestemming van den minister van
oorlog niet langer dan gedurende vier weken
buiten 's lands begeven(art. 136)
4° de verlofganger, die art. 133, 134 en 136
niet naleeft, wordt in werkelijken dienst geroepen
en gedurende drie maanden gehouden(art. 137)
5° de verlofganger van de militie te land, die
bij openbare kennisgeving is opgeroepen om door
den militie-commissaris te worden onderzocht,
verschjjnt bij dat onderzoek in uniform gekleed
en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken
hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van
zijn zakboekje en van zijn verlofpas(art. 138,
139 en 140)
6° de verlofganger van de militie te land is
aan de militaire rechtspleging en tucht onder
worpen onder anderen gedurende den tijd, dien
het onderzoek voor den militie-commissaris duurt,
en, in het algemeen, wanneer hij in uniform ge
kleed is(art. 130)
7° behoudens het bepaalde bij art. 130 kan een
arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de
naastbjj gelegen provoost of het nabij zijnde huis
van bewaring of arrest, door den militie-commis
saris worden opgelegd aan den verlofganger
1° die zonder geldige redenen niet bij het
onderzoek verschjjnt
2° die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel
dige redenen niet voorzien is van de bij
art. 140 voormelde voorwerpen
3° wiens kleeding- en uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat
worden bevonden;
4° die kleeding- of uitrustingstukken, aan een
ander behoorende, als de zijne vertoont
(art. 141)
8° onverminderd de straf, in het voorgaand ar
tikel vermeld, is de verlofganger verplicht, op den
daartoe door den militie-commissaris te bepalen
tijd en plaats en op de in art. 140 voorschreven
wjjze, voor hem te verschijnen om te worden on
derzocht (art. 143)
«c rc i-: HKiiiKSKtusifi.
doob
James Payn.
HOOFDSTUK XI.
Lucy Heeds.
,,Als gij het goed vindt zou ik gaarne naar
Mogadionnaar moeder gaanmevrouw", zei
Lucy*
„Is dat noodig, kindlief zei mevrouw aar
zelend, „zoudt gij het uw moeder wel vertellen?
Wat zegt gij Frenna?"
Frenna keerde zich om, vertoonde een doods
bleek gelaat en zei op een gedwongen, droeven
toon„ik vrees van welhet is slechts een quaes-
tie van tijd. Vroeg of laat moet Rachel het toch
weten."
Maar Lucy was reeds met haar boezelaar voor
de oogen, als het beeld der wanhoop, de deur
uitgesneld.
HOOFDSTUK XII.
Ik zoek mijn reclit.
Op het platteland laat de politiek, behalve in
verkiezingstjjden, de gemoederen kalm, even als
9° de verlofganger, die zich bij herhaling schul
dig maakt aan het feit sub 4° van art. 141 be
doeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den
militie-commissaris verschjjnt, of, aldaar versche
nen zjjnde, in het geval verkeert sub 2° en 3° van
art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroe
pen en van drie tot zes maanden gehouden; (art. 144)
10° de verlofganger, die niet voldoet aan eene
oproeping voor den werkelijken dienst, wordt als
deserteur behandeld (art. 145)
11° elk, die voor de militie is ingeschreven, en
ieder, die daarbij is ingelijfd, kan, overeenkomstig
de daaromtrent bestaande voorschriften, tot een
vrijwillige verbintenis voor den tijd van zes jaren
of langer worden toegelaten bij de zeemacht, het
korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger
hier te lande of bij het krjjgsvolk in 's rijks over-
zeescke bezittingenplaatsvervangers echter niet
bij de zeemacht of het korps mariniers, gedurende
het eerste jaar van hun diensttijd(art. 9 en 74)
12° aan de bij de militie te land ingelijfden,
die verlangen na volbrachten oefeningstijd, min
stens voor zes maanden onder de wapenen te blij
ven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te
verbinden, wordt zulks vergund, (art. 126)
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort, heden den llea Mei 1883.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Het eerste werk van den nieuwen minister van
justitie is geweest om een belangrijk wetsontwerp
van zijn voorganger geheel omver te werpen.
Het wetsontwerp, houdende aanwijzing der ge
stichten, waar hetzij gevangenisstraf, hetzij hech
tenis wordt ondergaan het eerste ontwerp tot
invoering van het nieuwe wetboek van strafrecht,
was reeds sedert eenige maanden voor de behan
deling in de openbare zitting der tweede kamer
gereed, en algemeen werd erkend dat de heer
Modderman dit uitstekend in zijne memorie van
beantwoording, vooral tegenover den hevigen be
strijder ervan, den heer Gratamahad verdedigd.
Nu de heer Modderman is heengegaan komt de
heer Du Tour plotseling voor den dag met eene
geheele wijziging in dat ontwerp.
Het Vaderland en de N. Rott. Courant verzetten
zich dan ook ten krachtigste tegen die wijzigingen.
Het eerste blad schrijft o. a.
Ofschoon het nieuwe hoofd van het departement
van justitie nog slechts enkele dagen het bewind
in handen had, vond hij in die weinige oogenblikken
toch reeds den tijd om het stelsel van zijn voor
ganger te beoordeelen en te veroordeelen. Hij
heeft zelfs enkele der door hem beoordeelde ge
stichten bezocht zooals in de memorie van toe
lichting geschreven staat met den ingenieur
architect. Daar echter de ingenieur-architect, diq
met den minister Modderman alles behandeld heeft,
bjj het optreden van den minister Du Tour ziek
de zaken van algemeen belang de letterkunde
trekt weinig de aandacht en de wetenschap nog
mindermaar van een anderen kant wekken
plaatselijke gebeurtenissen een belangstelling die
voor de bewoners van groote steden onverklaarbaar
zou zijn. Indien er in den eenen uithoek van
Londen een moord gepleegd is, bekommert men
zich aan het andere einde der koopstad even veel
daarover, als dat het te Liverpool geschied ware.
In Mogadion, waar sedert den tijd der Druiden
niemand om het leven gebracht was, moest echter
het gerucht van een diefstal van twee duizend
gulden wel een groote opschudding veroorzaken
Dit voorzagen de Medway's en zij waren er dus
zeer voor dat Lucy naar haar moeder ging, nit
vrees dat eenige slechte tijding in verband met
Abel haar van een anderen kant mocht bereiken.
Mark wilde haar zelf met het wagentje naar
Mogadion brengen, vooreerst omdat zij er dan
gauwer was en ook omdat zijn geleide het bewijs
zou leveren, dat de familie op de Terp haar en
de haren de hand boven het hoofd hield.
Het kwam niet in hem op dat het hem in een
vjjandige verhouding tegenover den vervolger van
Abel kon brengen. In zijn eenvoud hield hij het
voor uitgemaakt dat mijnheer Garston, even als
iedereen, zijn best zou doen om de onschuld van
Abel aan het licht te brengen.
»Ik zal Lucy aan den Til afzetten en regel
recht naar Kit gaan", zei hjj tot Frenna, die met
zjjn moeder en zuster op den stoep stond. Zij
antwoordde niet, maar een droevig knikje en een
was, zal de adjunct-ingenieur-architect, die pas
1 April jl. in dienst getreden is en ook voor het
eerat de bedoelde gestichten bezocht, in de me
morie van toelichting bedoeld zijn. Zooals de
minister Du Tour in enkele dagen het gevangenis
stelsel van zijn voorganger kon veroordeelen, kon
de adjunct-ingenieur-architeet bij een eerste kort
bezoek te Leeuwarden reeds inzien, dat alles, wat
de oudere ingenieur-architect gedurende geruimen
tijd had overlegd, verkeerd was. Voorbeeldige
spoed inderdaad
Het blad vindt dat de argumenten voor de
voorgestelde wijziging zoozeer het kenmerk dragen
van een al te haastig en onjuist oordeel, dat men
wel moet aannemen dat de voorsteller ervan zich
den tijd niet heeft gegund om voldoende zijne
gedachten over de zaak te laten gaan. Die wij
zigingen zijn alles behalve verbeteringendaaren
boven zijn zij veel kostbaarder dan het plan van
den minister Modderman. Om die redenen hoopt
het blad dat de tweede kamer de oorspronkelijke
plannen van den minister Modderman zal handha
ven tegenover de wel »haastiglijk", maar niet
»rjjpelijk" overwogen wijzigingen, die thans dooi
de regeering zijn voorgesteld.
Ook de N. Rott. Crt. hoopt, dat de kamer het
ontwerp van den heer Modderman zal handhaven.
Zooals men weet werd in het ontwerp-Modder-
man voorgesteld de bijzondere strafgevangenis
voor de mannen, die levenslange gevangenisstraf
of tijdelijke gevangenisstraf van meer dan vijf jaren
moeten ondergaan, nabij Leiden te vestigende
gevangenis voor jongens te Alkmaar, en het rijks
opvoedingsgesticht voor jongens aan den Kruisberg
bij Doetinehem te vestigenvoor rijkswerkinrich
tingen te bestemmen de inrichtingen te Hoorn,
Yeere en Leeuwarden. Ommerschans en Veen-
huizen zouden dan worden opgeheven.
De minister Du Tour nu wil als inrichting voor
de zwaarste gevangenisstraf voor mannen het
tuchthuis te Leeuwarden behouden, de gevangenis
voor jongens aan den Kruisberg bij Doetinehem
vestigen, terwijl dan de rijksopvoedingsgestichten
voor jongens te Alkmaar en te Ommen (dat is te
Ommerschans) zouden komenin zijn stelsel zouden
voorts de rijksinrichtingen te Veenhuizen en te
Hoorn worden gevestigd.
Wij hebben vroeger reeds het goed recht van
Veere tegenover ongegronde aanvallen verdedigd
het doet ons genoegen dat van onpartijdige zijde,
om andere redenen het ontwerp van den heer
Modderman wordt verdedigd.
De tweede kamer nam heden het verstandige
besluit om het door den minister Du Tour zoo
zeer gewijzigde ontwerp aan een nieuw sectie-
onderzoek te onderwerpen.
De heer mr W. L van Voorst Vader geeft in
een uitvoerig stuk in de Goesche courant ook
zijnerzijds opheldering omtrent het tusschen hem
en het bestuur der kiesvereeniging Voor Nederland
en Oranje voorgevallen.
De heer Vader had zijn protest tegen het om
trent hem in het Zuiden medegedeelde, vooral
dankbare glimlach zeiden hem dat zij zijn bedoe
ling waardeerde. Mark beklaagde, na Lucy, Kit
het meest van allen, die door de tijding, welke
hij medebracht, een moeilijken tijd zou hebben.
De oude Garston was verschrikkelijk lastig op
het punt van geld en zijn gevoelens bij het ver
lies van zulk een som zouden alleen te vergelij
ken zjjn bij die eener tijgerinwie men hare
jongen ontroofd heeft.
Het was een heele verlichting voor Mark dat
Hij, toen hij Lucy aan den Til bracht, noch den
dokter, noch Frank, noch Rachel te zien kreeg.
Hij vreesde dat hun verontwaardiging over het
gebeurde zich niet zou bepalen bij den heer van
het Grijze Huis, maar zich ook over de anderen,
hoe onschuldig ook, uitstrekken, en voordat hij
Kit gesproken had zou het moeielijk voor hem
zijn om partij te kiezen. Dat Frenna van
de spaarpenningen van Lucy gesproken had,
zou door de buitenwereld zeer slim, en, met het
oog op de uitkomstzeer practisch gevonden
worden, maar in de oogen van Abels vrienden,
heel ongelukkig, ja zelfs leelijk schijnenwant
het vinden van de banknoot zou hun vertrou
wen in den jongeling in het minst niet schok
ken, daarvan was Mark overtuigd omdat het
zjjne er ook niet door geschokt was.
Toen Abel hem dus zelf open deed en met ge
paste vrijmoedigheid naar de gezondheid van de
dames vroeg, had hij moeite om zich te weerhou
den van hem een hand te geven en hem te ver
zekeren dat hjj steeds aan zjjn rechtschapenheid
over zijne instemming met het program," voc f
aan den heer Quist, voorzitter dier kiesvereeniging^
laten lezen. Deze heer verklaarde dat dit protest
geheel overeenkomstig de waarheid was, en dat
alles wat erin stond, precies zoo gebeurd was.
De heer Vader heeft verder, dadelijk bij het
eerste bezoek, toen men hem kwam mededeelen, dat
men plan had hem candidaat te stellen, verklaard
dat hij met art. 1 van het program niet kon in
stemmen. Hierop werd hem geantwoord, dat,
al verklaarde hij in te stemmen met art. 1, hjj
daarom nog niet verplicht was om een anti-revo
lutionair tot lid der eerste kamer te kiezen.
De heer Vader bestreed die meeninghij achtte
zich, bij instemming met art. 1 zedeljjk verplicht
a 11 jj d een anti-revolutionair te kiezen. Om het
den heeren duidelijk te maken heeft hij er toen
nog bijgevoegd, dat bij instemming met dat art.
men, bjj gebreke van een geschikt candidaat van
anti-revolutionaire richting, zich zelfs niet zou
mogen onthouden van stemmen dientengevolge
toch zoude men de verkiezing van een candidaat
der tegenpartij in de hand werken, en dat zal
niemand noemen het bevorderen van de verkie
zing van anti-revolutionairen in dit geval zou
men zedelijk verplicht zijn een wellicht minder
geschikt persoon te kiezen, mits hjj slechts van
anti-revolutionaire richting ware.
Van personen van ongunstige reputatie heeft de
heer Vader niet gesproken.
Omtrent het kiezen van een anti-revolutionair
lid voor de tweede kamer verklaart de heer
Vader dat hij den naam van den heer Pompe
niet heeft genoemd; wel heeft hjj beweerd den
heer Lohman te hebben gestemd, omdat hjj de
anti-revolutionairen niet wil uitsluiten.
Over de quaestie van het onderwjjs is niets ge
sproken alleen verklaarde de heer Vader dat de
prov. staten met het onderwijs zeer weinig te
maken hebbendat echter, indien zich eenige
quaestie, direct of indirect het onderwijs betreffende,
voordeed, elk geval op zich zelve beschouwd
moest worden.
Den 1C1 Mei heeft de heer Vader zijne verkla
ring nog eens herhaald, en in overweging gegeven
of het niet beter ware iemand anders in zijne
plaats candidaat te stellen.
Verder komen zijne verklaringen hierop neer
Hij verbond zich volstrekt niet om eene eventu-
eele benoeming aan te nemenin geen geval zou
hij dit doen wanneer hij in plaats van een der
aftredende leden gekozen werd. Hij betreurde
het dat de heeren Van der Bilt en Bybau, zoo
uitstekend berekend voor hunne taak als gedepu
teerden, door Voor Nederland en Oranje niet ala
candidaten waren geproclameerdwijl hunne
herkiezing een groot verlies zou zijn, terwijl zes
jaar geleden de heer Van der Bilt door Voor
Nederland en Oranje wel candidaat gesteld werd,
wat een bepaald feit was, hoewel de heer Quist
dit ontkende.
Ten slotte vond de heer Vader het beter om de
stemming af te wachten dan zich terug te trekken.
geloofde. Het was dan ook moeieljjk om zich eeri
trouwer, eerljjker jongen voor te stellen dan Abel
Deeds. Hij zag er niet zoo goed uit als zijn zus
ter en had niet het ruwe gezond verstand van
Rachel, maar hij had een vriendelijke, goedige
uitdrukking op het gelaat en een glimlach, waar
uit bleek dat hij lang niet gek was.
Mijnheer is thuis," zei hij »en ik gelöof
dat mijnheer Christoffel bij hem is in de zitkamer.1'
Dit was een klein, niet zeer gezellig vertrek*
maar de advocaat verkoos het boven het salon
en de eetkamer en daar hij gewoon was er zijne
cliënten te ontvangen, was het bekend onder de
naam van het »spinneweb." De wanden waren ver
sierd met een platte grond van het Grjjze Huis en
een plaat van de sloep Alicante op het oogen-
blik dat die tegen Penor von Punt verbrijzeld
werd. Wijlen mijnheer Garston en zijn kleine
jongen waren bij die gelegenheid op het strand
geworpen en door de voorzienigheid gered, zooals
onder de teekening te lezen stonden daar het
hem in Mogadion beviel had hij er zich gevestigd
doch niemand heeft ooit begrepen in welke hoe
danigheid. Hij begon natuurlijk met niets te be
zitten dan de kleeren die hij aan het lijf had
doch scheen later zijn bestaan te vinden als
geldschieter en het was zeker dat hij zijn zoon
eenig vermogen had nagelaten, dat in diens handen
zeer toegenomen was.
Wordt vervolgd-)