De Internationale Koloniale Tentoonstellini. Benoemingen en besluiten. Onderwijs Kerknieuws. Insulinde s-flora Marine en leger Rechtszaken. bloemen en inrichtingen in Nederland gevolg ge geven, die ongeveer 400 alle zeer merkwaardige planten te zaïnen brachten. Wel ontbreken ver scheidene product-gewassen, maar het doel dat met deze tentoonstelling beoogd wordt, nl. den bezoekers een denkbeeld te geven van den Indi- schen plantengroei, van den rijkdom van vormen, welke de tropische flora oplevert, en om zooveel mogelijk planten bijeen te roepen, die producten of grondstoffen voor industrieën handel opleveren, dit doel is op meer dan voldoende wijze uitge reikt. Dat deze schoone planten in een serre van den Duitschen fabrikant Gr. H. Bruus jr te Bremen geëxposeerd zijn, is louter aan het toeval te dan ken, dat deze vóór eenig Nedeilandsch fabri kant zich voor de expositie ervan aanmelde en het comité de serre op voordeelige voorwaar den voor eventuëel gebruik huurde. Was een Nederlandsch fabrikant er eerder geweest, gewis zou hem de voorkeur geschonken zijn. De serre is, wat den vorm betreft, een miniatuur Paleis voor Volksvlijt, een hooge koepel nl. met twee vleugels, geheel van ijzer en glas, dat, om het licht te temperen, met kalk bestreken en geheel met een groene houten gordijn is overtogen, waarvan de rou leaux ongeveer 600 kosten. In den koepeltoren zijn ventilatietoestellen. Onder dezen koepel is een medaillon aangebracht, welker rand, evenals die voor de beide vleugels en overige tabletten, deels van lava-grot-steen, deels van kurkschors kunstig zijn omgeven en welke eerste versieringsmiddel beschikbaar werd gesteld door den heer Meurin uit Andernach a d Rijn, de laatste door de firma Groenewegen C° te Amsterdam. Kenners en liefhebbers van plan ten zullen zich dadelijk tot deze groep van groot en schoon bladerige planten aangetrokken gevoelen, waarvan vooral zeer schoon zijn: de »brownea erecta" en de caryota cumingii uit 's rijks acade- mietuinen te Leiden, de phoenix sylvestris van de wed. Glijm te Utrecht, en de »theophrasta imperi alis" van den heer Duijvené de Witt te Velp, de musa rodacca" (een pisangsoort) van den heer De Blocq van Scheltinga uit Heerenveen, de groote - „bromelia bracteeta" en »Vriesea glazionana" uit onzen eenigen dierentuin Natura Artis Magistra. Op het tablet rechts van den ingang treffen wij vele schoone Indische bladvormen, alsmede eenige technisch nuttige planten aan> als tamarinde, koffie, betal, rijst, campêchehout enz. In den rechtervleugel murmelt tusschen rots blokken van lava een kunstmatig aangelegd beekje van duinwater, dat op den voorgrond een kom vormt, waarin de goudvisch spartelt en te midden van welke rotsen, kleine, meestal bloeiende planten zijn aangebracht, wat een verrukkelijk gezicht oplevert, en dat nog verhoogd wordt dooi de »nepenthns intermedia", de Indische bekerplant, vermoedelijk het schoonste exemplaar waarop geheel Europa roem draagt, afkomstig uit de rijke verzameling van den heer De Blocq van Scheltinga te Oranjewoud, welke groote fraaie plant in een bloembak van kurkschors boven den waterval is opgehangen en die alsdan geflankeerd wordt door de »ficus benjamina" uit den Leidschen hortus-, en de bamboeplant, de „bambusa arundinacca" van den heer Yan Merlen te Amsterdam. Aan de achterzijde tegenover den ingang zijn in kurkschors onderscheidene schoone varens, »dra- conas" en begonias"kunstig aangebracht, waaronder sierlijk bloeiende orchydaën geplaatst zijn, terwijl als piece de milieu hier prijkt de »philodendrum pinnatifidum" uit den Leidschen hortus. Verder 5* er Ken wij hier op ae suiKerpalm en een bijzonder fraaie geheel nieuwe »anthurium aroïdae" met schoone roode bloem van de firma Groenewegen Cc te Amsterdam. De linkervleugel bevat een verzameling kloeke palmen, waardoor men eenig denkbeeld verkrijgt van den weelderigen groei der flora in onze over- zeesche bezittingen. Op een tablet links van den ingang treft men weder technisch nuttige planten aan, als: de liberiakoffie, vanille, peper, kaneel etc. Het zou ons te vet voeren alle inzendingen, te noemen, ofschoon iedere plant eene afzonderlijke vermelding overwaard is, en het geheele eene kieskeurige collectie mag heetenwij deden slechts een greep in het edelst en beste, zonder daarbij in eene appreciatie te treden, aangezien men hier geen wedstrijd heeft, maar alleen inzendingen, zoo kostbaar, dat zoowel de directeuren der Leidsche, Utrechtsche, Groningsche en Amsterdamsche acade- mietninen, als enkele andere gelukkige bezitters van fraaie tropische gewassen, slechts hunne kost bare kleinodiën afstonden, nadat de zekerheid was verkregen, dat de verzorging ervan gedurende de tentoonstelling niets te wenschen zou overlaten, en die dan ook aan niemand beter kan worden toevertrouwd dan aan den heer Johan K. Witte, den zoon, die zoo waardig de voetstappen op 't gebied der botanie drukt van zijn beroemden vader, den heer H. Witte, den bekenden hortulanus te Leiden, welken Johan K. Witte wjj hier gaarne een woord van dank aanbieden voor zijne belang rijke mededeelingen op onze wandeling in de serre verstrekt. Richten wij thans onze schreden naar het fraai, in oosterschen stijl gebouwde, paleis dat de schat ten van Insulinde bevat, doch werpen wij even een vluchtigen blik op de omgeving voor het front. Vlak voor den ingang is een tweemaal vergroot pleister-standbeeld van Jan Piezersz" Koen, den grondlegger van het Nederlandsch gezag in de Over- zeesche gewesten, geplaatst. Een eindweegs verder verheft zich op een zwart vierkant voetstuk,aan welks hoeken vier rustende leeuwen liggen, een gevleu gelde genius, die in de rechterhand een palmtak dei- overwinning houdt en de linker laat rusten op een lans, welke houding ten teeken strekt, dat de strijd tot een gelukkig einde is gebracht voor hem aan wiens zijde zij zich geschaard heeft. Aan de voor zijde leest men onder het Nederlandsche wapen »Aan de grondleggers van het Nederlandsch ge zag op Noordelijk Sumatra, 18731880", waaruit men onmiddellijk ontwaart dat men hier heeft het bekende Atjeh-monument opgericht ter eere van de dapperen in den strijd tegen Atjeh gevallen. Hierachter treft men een paar Indische huizen, alsmede een stal aan, waarin een paar karbouwen een niet te grooten dunk geven van den veestapel op Java. Men kon het de beesten aanzien, dat zij zich hier in dit gure klimaat niet op hun gemak gevoelenuit het lodderige oog spreekt dan ook duidelijk een sterke Sehnsucht nach Hause. Ook een voertuig, wat wij een boerenwagen zouden noemen, verhoogt den dunk van het landbouwbe drijf niethet is waarlijk een zeer primitief vehikel. Doch gij wilt Insulinde's schatten zien. Welnu, lezer, ofschoon professor Veth, die het maken van een beschrjjvenden catalogus op zich had genomen, verklaard heeft met dit voor den verslaggever on misbare boek nog lang niet gereed te zijn, wagen wij liet op veel merkwaardigs uw aandacht te vestigen. Wij zijn aan den ingang, waar rechts en links in bonten bloetnendos, de groote wapens van Amsterdam en Batavia u tegen geuren. In de vestibule, die met prachtige mozaïektegels is belegd, zijn aan weerszijden van den ingang 50 kleine zwarte lijstjes opgehangen, welke even zoovele eon- terfeitsels bevatten van landvoogden, die in naam van het Nederlandsch gezag over Insulinde hebben geregeerd. Zij zijn te klein en te hoog gehangen om ze nauwkeurig te kunnen bezichtigen, en wij ge- looven gaarne op gezag der annalen, waarin het leven en de lotgevallen van deze mannen vermeld worden, dat de gelijkenis sprekend is. Wij staan op den drempel van het rijk gemeu belde Oost-Indische huis, maar aangezien de toe gestane plaatsruimte reeds overschreden is, wagen wij het heden nog niet u er binnen te leiden, uit vrees dat-wij te veel zouden zien. Wij zullen echter uw licht verklaarbaar ongeduld niet lang op de proef stellen, maar noodigen u thans uit een oogenblik ter kermis te gaan, aldus kan een deel van het tentoonstellingsterrein genoemd worden, waar te midden van restaurants, in een tempel aan Apollo gewijd, door een zestig musici uit Dresden verdienstelijke muziek wordt ten ge- hoore gebracht. Wij huren geen der stoelen, die rondom den muziektempel geplaatst zijn en waar voor een dubbeltje gevraagd wordt, om alsdan in de blakerende zon te mogen zitten, maar gaan liever onder de waranda aan de Duitsche restaurant, onder een glas heerlijk bier voor 20 cent, uitrusten yan 0X17,9. ppvoto wandeling-. consuls. Erkend cn toegelaten als consul van Frankrijk te Batavia de graaf De Pourtalés Gorgier. De heer J. P. Hollestelle te Middelburg is be noemd tot onderwijzer te Nieuwe Tonge. De heer M. A. A. den Toorn te Zierikzee is benoemd tot onderwijzer te Haastrecht. Heden zijn door het provinciaal kerkbestuur in Zeeland tot den predikdienst toegelaten de heeren G. J. Yan Hemert, te Tuil in de Betuwe, en J. Steenbeek, te Eerbeek (Gelderland.) Zondagmorgen werd te Groningen dr J. Koster, van Wissekerke, in zijn ambt bevestigd door d» Knottenbelt, naar aanleiding van 1 Corinthen 4 1—4. De bevestigde hield des avonds in de zelfde kerk zijne intreê-rede naar 2 Corinthen 5 20. stelling is voornemens na 15 Mei onverbiddelijk alle goederen te weigeren. Wie dus nog iet» heeft in te zenden haaste zich. Het Handelsblad meldt met eenige zekerheid dat de prins van Wales binnen een week of zes een bezoek brengen zal aan de Amsterdamsche tentoonstelling. De toestand van H. K. H. prinses Marianne, die gisteren 73 jaar is geworden, is, hoewel de ljjderes in de laatste dagen iets beter was, thans weer niet gunstig. De 106e algemeene vergadering en het 26e congres der Nederl. Maatsch tot bevordering van Nijverheid zullen op Dinsdag den 10ea Juli en twee volgende dagen te Rotterdam worden gehou den. Tot de punten van behandeling behoort de vraag over de vestiging van een handelsmuseum in Nederland. De gewezen minister Pynacker Hordijk, die op zulk eene zonderlinge wijze zijne liefde voor de openbare school te kennen gaf, heeft vóór zijn heengaan een daad verricht, die eveneens van die bijzondere liefde de sporen droeg. Welke daad wij bedoelen zal genoegzaam blij ken uit het navolgend adres aan de tweede kamer, dat te Zutfen circuleert. Geven de ondergeteekenden met verschuldigden eerbied te kennen »Dat bij koninklijk besluit van 10 April jl de heer W J. Poppink, onderwijzer aan de openbare school voor gewoon lager onderwijs te Winters wijk, in zijne betrekking is geschorst voor den tijd van 14 dagen op grond van art. 38 der wet op het L. O. van 17 Aug. 1878 (Stbl. n°. 127) »Dat zij met de grootste verbazing in genoemd koninklijk besluit hebben gelezen, dat de genoemde onderwijzer art. 33 dier wet heeft overtreden dooi de volgende uitdrukkingen: »In de katholieke of algemeene kerk waren gedurende den loop der tijden velerlei misbruiken ingeslopen, o. a. de verderfelijke aflaathandel, en er was in Duitschland een monnik, Luther geheeten, die de kerk wilde zuiveren van deze misbruiken." »Dat eene eenvoudige mededeeling van door een ieder erkende feiten onmogelijk te kort kan doen aan den eerbied, verschuldigd aan de gevoe lens van andersdenkenden. Dat, indien de genomen beslissing in het ver volg als maatstaf zoude worden gebruikt voor hetgeen den onderwijzer bij het onderwijs in de vaderlandsche geschiedenis verboden is, het onder wijs in dat vak op de openbare school onmogelijk wordt. »Dat zij als Nederlanders er den hoogsten prijs op stellen, en het recht hebben te eischen, dat het iri devaderlandsche geschiedenis niet minder Uctil li* lier vwicucii iu uuenxt/mcrw de jeugd vorme tot vaderlandslievende en vrij heidlievende burgers en burgeressen van den staat. »Dat daartoe echter volstrekt noodig is, dat haar niet worde onthouden de mededeeling der stellige feiten, die den grond tot ons volksbestaan en onze zelfstandigheid hebben gelegd, zonder dat die feiten ten bate van enkelen verdraaid, ver minkt of verwrongen worden. »Dat zjj zich derhalve door de genomen beslissing ten zeerste gekwetst achten in hunne dierbaarste gevoelens en zich met reden bezorgd maken voor de toekomst van het openbaar onderwjjs. Redenen, waarom zjj zich tot uwe vergadering wenden met het eerbiedig verzoek, er voor te willen waken dat het onderwjjs in de vaderland sche geschiedenis op de openbare scholen niet aan banden gelegd worde door koninkljjke beslui ten, die in volslagen strjjd zjjn met den geest en de bedoeling der wet op het lager onderwjjs." Ons dunkt, dit adres stelt duideljjk het onge rijmde der handeling van den gewezen minister in het licht. »Gjj begrijpt dokter, mjjnheer Penrjjn heeft zelf gestudeerd en is bang voor wiskunde en al dathij vreest dat er te veel van Mark zal gevergd worden." sDoor de studie op het collegeviel de dokter scherp in»maak u daarover niet ongerust „Dat wilde ik juist van u hooren, dokter. Gjj kent Mark door en door en gij ziet er toch geen kwaad in dat hjj naar Cambridge gaat en niet naar Oxford De dokter trok verachtelijk met zjjn onderlip en zei niet zeer bemoedigend: „Ik zie niet meer kwaad in tralala dan in turlutu Ja, maar vergeet niet dat Mark te Cam bridge Kit zal hebben, om hem ten minste nog een paar maanden te raden en te beletten dat hjj beetgenomen wordt." >'tls waar! Nu, mjj dunkt Kit is in dat opzicht niet zonder ervaring." Het was zonderling dat de dominé en de dok ter, die het in niets anders eens waren, zoo over eenstemden in hun gevoelen over Christoffel Garston. Dit vooroordeel maakte echter weinig indruk op mevrouw Medway. Kit was de boezemvriend van haar zoon en dus ook haar vriend en zjj deed alsof zjj niet merkte hoe weinig hjj bjj hare twee raadgevers in aanzien was. „Alle jonge menschen hebben hunne gebre ken en Christoffel is ook niet volmaakt. Maar gjj weet, dokter, dat Mark niet van het gewone slag is." Particuliere correspondentie.) Amsterdam, 8 Mei. IV. De tempeldeuren zjjn ontsloten. Naar de ten toonstelling dus. Deze toch is thans_ schering en inslag bij groot en klein, bij aanzienlijk en gering want ieder die ook maar eenigermate de groote werken heeft gade geslagen is nieuwsgierig om een kjjkje achter het rjjksmuseum te nemen. Getuige de dag van Zondag 6 Mei, waarop de tentoonstel ling door duizenden tegen betaling van 0.50, werd bezocht. De toegangen naar het museum zjjn sedert 1 Mei alweer heel wat verfraaid. Aan de vier hoeken der brug over de Singelgracht en langs het hekwerk vóór het gebouw zjjn groote geschilderde palen geplaatst, aan wier vergulde toppen wimpels van nationale kleuren en van vreemde natiën wapperen, wat de bezoekers al dadeljjk aangenaam en feesteljjk stemt. Doch gaan wij voorwaarts. Aan de kiosken, die aan weerszjjden van het bloempark voor den hoofdingang zjjn geplaatst, behoeven wjj ons tot het nemen van een toegangskaart niet op te houden. De kaart voor de pers, een albumportret over welks onderste deel een stukje geel papier geplakt is, met de handteekening van hem die het voor stelt, verleent onmiddellijk toegang, en met het uitreiken van kaarten voor vrjje beweging op de tentoonstelling voor de pers is het comité niet karig geweest, aangezien aan alle leden, die het wenschten, dergeljjke kaart werd verstrekt, desver- langd ook voor éen dame. Onder de gewelven van het museum blazen Auster en Boreas, of het buiten al of niet waait. Dit noemt de portier tocht, en daarom spoeden wjj ons voort om geen tocht op te doen, die ons het dageljjks omwandelen op de tentoonstelling voor geruimen tjjd zou kunnen beletten. De lezers van dit blad zjjn thans op dezen doortocht opmerkzaam gemaakt, en kunnen bjj een eventueel bezoek daartegen voorzorgsmaat regelen nemen. Wjj staan thans vlak tegenover het hoofdge bouw, waarvoor een reusachtige gevel geplaatst is. Deze fa9ade, ofschoon zjj door het museum wel wat gedrukt wordt, geeft al dadeljjk een denkbeeld van het grootsche en majestueuse van het geheel Twee torens ter hoogte van 52 M., dat is ongeveer 185 voetworden ondersteld getorscht te worden ieder door een half dozjjn olifanten Deze torens zjjn met een ondoordring baar marmerpapier overtrokken, en op de kapiteelen zjju een aantal ornamenten en aangezichten in pleister geplatst, die over alles schjjnen rond te waren. Een guirlande van een donkerroode draperie verbindt deze torens en steekt sterk af tegen de grjjze en relief geschilderde beeldengroepen er achter, die wetenschap, njjverheid en koophandel voorstellen. Met de ruiterstandbeelden op den voor grond en de artistieke leeuwen van den ingang vormt deze fa9ade een schoon architectonisch geheel, dat naar men beweert, 90.000 fr. beeft gekost. Wij treden dit hoofdgebouw niet binnen, aange zien aldaar alles op verre na nog niet gereed is. Wjj gevoelen ons meer aangetrokken naar onze Oost-Indische bezittingen, waarvan wjj op de waarvan zoovelen sedert zoo weinig hebben gezien. Het land dat door dichters als zoo heerljjk en schoon is bezongen, dat door den proza-mensch als het rijkste der geheele wereld wordt geroemd. InsulindeWie gevoelt zich niet aangetrokken, om een reis van 37 dagen met onze mailbooten mede te maken, om zich te overtuigen van hetgeen wjj van dit schoone land hebben gehoord of ge lezen Gelukkig dat onze koloniale afdeeling thans ook deze betrekkelijk korte reis overbodig heeft gemaakt, en wjj, behalve het reisgeld en het onaangename dat de zee voor velen oplevert, ook een langdurig verbljjf in de tropische gewesten bepaart. Toch zullen wjj een weinig met het klimaat bekend worden, aangezien wjj allereerst de serre der tropische gewassen binnentreden, die nabjj de koloniale afdeeling geplaatst is en waarin dag en nacht door thermosiphons eene warmte van 70 tot 80 graden Fahrenheit wordt onderhou den. Allereerst dus een blik in de tropische plan tenwereld, want ook de koloniale flora is op geheel eenige wjjze vertegenwoordigd, en aange zien de natuur de leermeesteresse der kunst is, verlustigen wjj ons allereerst in Insulinde's bloe menhof. Aan de uitnoodiging van het comité om eene tentoonstelling van de merkwaardigste tropische planten, die in onze kassen worden gekweekt, bjjeen te brengen, werd door 14 liefhebbers van »Hjj is nu nog heel anders, omdat hjj anders grootgebracht is, mevrouw. Ik bedoel niet dat hjj geen beste jongen is en altijd bljjven zal, maar die eenvoud, die ons zoo in hem aantrekt, zal hjj verliezen als gjj hem elders heen zendt. Misschien vindt gjj echter dat het goed voor hem is als hjj een weinig verandert." Mevrouw Medway vond niets van dien aard en zjj ontstelde een weinig dat dokter Meade en mijnheer Penrjjn haar beide waarschuwden, dat Mark niet meer dezelfde zou zjjn als hjj van de academie terug kwammaar zjj had reeds te veel tranen over haar plan gestort om er zich van te laten afbrengen. En buitendien de nood zakelijkheid gebood dat er iets voor Mark gedaan werd. HOOFDSTUK IX. Het gestoorde spel. Terwjjl mevrouw Medway op haar manier aan het raadvragen was, waren haar jongelui, waartoe zjj ook Frank en de Garstons rekende, op de Terp aan het Lawn-Tennis spelen, alsof hun leven er van afhing. Wanneer ik dat spel goed zie spelen vraag ik mjj dikwjjls af, of eenige andere bezig heid ter wereld ooit met zulk een jjver, met zoo veel vuur beoefend wordt. De helft van die geestdrift moest een man van zaken tot een mil- lionair maken; of, indien hjj wat men noemt »de andere richting" was toegedaan, moest, hjj een halve heilige worden. Frank was niet zóo behendig als Kit, maar hjj kon verder werpen) Maud was minder vlug ter been dan Frenna. maar speelde beter. Een betere partjj dan Frank en Frenna tegen Kit en Maud kon men zich on mogelijk voorstellen. Mark zat met een boek in de hand voor het venster en sloeg hen droomerig gadehjj benjjdde hen die geestdrift en tegelijkertijd vermoeide het hem om ernaar te zien. Was het mogeljjk dat hetzelfde bloed dat door de aderen zjjner zuster vloeide, dat hare wangen zoo rooskleurig tintte en haar zulke sierlijke bewegingen deed maken, zoo langzaam door zjjne aderen kroop Was het mogeljjk dat Frank en Kit tjjdgenooten waren van iemand als hjj, die altijd meer in het verleden dan in het tegenwoordige leefde en zich zoo weinig om de menschen bekommerde Van al de spelers trok Frenna hem het minst aan en dat was alweer een bewjjs voor zjjn zonderlingheid en eenzelvigheid. Hjj zag dat zjj schoon was, evenals hjj zag dat het landschap voor hem de tuin, de woeste partjj en de zee schoon was, en toch voelde hjj niets van de vurige bewonde ring, welke zjj bjj voorbeeld bjj Frank opwekte. De stem van Kit was muziek voor zjjn oor, maar die zjjner zuster trof geen snaar in zjjn binnenste. Was hjj alleen geschikt voor vriendschap Kit en Frank waren aan hen gehecht, dat wist hjj maar naar het hem toescheen geheel onverdiend. Hun genegenheid voor hem was even ongemoti veerd als de vergoding zijner moeder. Hjj zag in De luit. ter zee 2e klasse H. J. Wiehers, uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is op non- activiteit gesteld. Voor het gerechtshof te Amsterdam, kamer van strafzaken, stonden den tweeden Mei 11. terecht P. L. oud 56 jaar, laatst hotelhouder te Zand voort, thans wonende te Amsterdam, en C. H. F. A. De L., oud 34 jaar, geboren te Goes, laatst kelner in het hotel van den eerstgenoemde, maar thans eveneens te Amsterdam wonende. zichzelf niets dan een onbezielden, onbruikbaren droomer. Het geheim bestond hierin dat Mark Medway het eenvoudigste, zachtste karakter had dat ooit aan een man gegeven was en daardoor trok hjj zjjne medemenschen aan, evenals met zjjne nog zeldzamer gave van de grootste zedigheid aan buitengewone geleerdheid te paren. Hjj kende geen zelfzuchtdit was zijn eerste aanval van z«lfbewustzjjn en daarom was die zoo hevig zjjn spjjt dat hjj niet kon zwemmen of roeien was even verstandig als wanneer een vroom zendeling het zou bejammeren dat hjj geen kaart kon spelen maar niettemin toch zeer oprecht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 2