De Internationale Koloniale Tentoonstellini.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs
Kerknieuws.
Insulinde s-flora
Marine en leger
Rechtszaken.
bloemen en inrichtingen in Nederland gevolg ge
geven, die ongeveer 400 alle zeer merkwaardige
planten te zaïnen brachten. Wel ontbreken ver
scheidene product-gewassen, maar het doel dat
met deze tentoonstelling beoogd wordt, nl. den
bezoekers een denkbeeld te geven van den Indi-
schen plantengroei, van den rijkdom van vormen,
welke de tropische flora oplevert, en om zooveel
mogelijk planten bijeen te roepen, die producten
of grondstoffen voor industrieën handel opleveren,
dit doel is op meer dan voldoende wijze uitge
reikt. Dat deze schoone planten in een serre van
den Duitschen fabrikant Gr. H. Bruus jr te Bremen
geëxposeerd zijn, is louter aan het toeval te dan
ken, dat deze vóór eenig Nedeilandsch fabri
kant zich voor de expositie ervan aanmelde en
het comité de serre op voordeelige voorwaar
den voor eventuëel gebruik huurde. Was een
Nederlandsch fabrikant er eerder geweest, gewis zou
hem de voorkeur geschonken zijn. De serre is,
wat den vorm betreft, een miniatuur Paleis voor
Volksvlijt, een hooge koepel nl. met twee vleugels,
geheel van ijzer en glas, dat, om het licht te
temperen, met kalk bestreken en geheel met een
groene houten gordijn is overtogen, waarvan de rou
leaux ongeveer 600 kosten. In den koepeltoren
zijn ventilatietoestellen.
Onder dezen koepel is een medaillon aangebracht,
welker rand, evenals die voor de beide vleugels
en overige tabletten, deels van lava-grot-steen,
deels van kurkschors kunstig zijn omgeven en
welke eerste versieringsmiddel beschikbaar werd
gesteld door den heer Meurin uit Andernach a d
Rijn, de laatste door de firma Groenewegen C°
te Amsterdam. Kenners en liefhebbers van plan
ten zullen zich dadelijk tot deze groep van groot
en schoon bladerige planten aangetrokken gevoelen,
waarvan vooral zeer schoon zijn: de »brownea
erecta" en de caryota cumingii uit 's rijks acade-
mietuinen te Leiden, de phoenix sylvestris van de
wed. Glijm te Utrecht, en de »theophrasta imperi
alis" van den heer Duijvené de Witt te Velp, de
musa rodacca" (een pisangsoort) van den heer De
Blocq van Scheltinga uit Heerenveen, de groote
- „bromelia bracteeta" en »Vriesea glazionana" uit
onzen eenigen dierentuin Natura Artis Magistra.
Op het tablet rechts van den ingang treffen wij
vele schoone Indische bladvormen, alsmede eenige
technisch nuttige planten aan> als tamarinde,
koffie, betal, rijst, campêchehout enz.
In den rechtervleugel murmelt tusschen rots
blokken van lava een kunstmatig aangelegd
beekje van duinwater, dat op den voorgrond een
kom vormt, waarin de goudvisch spartelt en te
midden van welke rotsen, kleine, meestal bloeiende
planten zijn aangebracht, wat een verrukkelijk
gezicht oplevert, en dat nog verhoogd wordt dooi
de »nepenthns intermedia", de Indische bekerplant,
vermoedelijk het schoonste exemplaar waarop
geheel Europa roem draagt, afkomstig uit de rijke
verzameling van den heer De Blocq van Scheltinga
te Oranjewoud, welke groote fraaie plant in een
bloembak van kurkschors boven den waterval is
opgehangen en die alsdan geflankeerd wordt door
de »ficus benjamina" uit den Leidschen hortus-, en
de bamboeplant, de „bambusa arundinacca" van den
heer Yan Merlen te Amsterdam.
Aan de achterzijde tegenover den ingang zijn
in kurkschors onderscheidene schoone varens, »dra-
conas" en begonias"kunstig aangebracht, waaronder
sierlijk bloeiende orchydaën geplaatst zijn, terwijl
als piece de milieu hier prijkt de »philodendrum
pinnatifidum" uit den Leidschen hortus. Verder
5* er Ken wij hier op ae suiKerpalm en een bijzonder
fraaie geheel nieuwe »anthurium aroïdae" met
schoone roode bloem van de firma Groenewegen
Cc te Amsterdam.
De linkervleugel bevat een verzameling kloeke
palmen, waardoor men eenig denkbeeld verkrijgt
van den weelderigen groei der flora in onze over-
zeesche bezittingen. Op een tablet links van den
ingang treft men weder technisch nuttige planten
aan, als: de liberiakoffie, vanille, peper, kaneel etc.
Het zou ons te vet voeren alle inzendingen, te
noemen, ofschoon iedere plant eene afzonderlijke
vermelding overwaard is, en het geheele eene
kieskeurige collectie mag heetenwij deden slechts
een greep in het edelst en beste, zonder daarbij
in eene appreciatie te treden, aangezien men hier
geen wedstrijd heeft, maar alleen inzendingen, zoo
kostbaar, dat zoowel de directeuren der Leidsche,
Utrechtsche, Groningsche en Amsterdamsche acade-
mietninen, als enkele andere gelukkige bezitters
van fraaie tropische gewassen, slechts hunne kost
bare kleinodiën afstonden, nadat de zekerheid was
verkregen, dat de verzorging ervan gedurende de
tentoonstelling niets te wenschen zou overlaten,
en die dan ook aan niemand beter kan worden
toevertrouwd dan aan den heer Johan K. Witte,
den zoon, die zoo waardig de voetstappen op 't
gebied der botanie drukt van zijn beroemden vader,
den heer H. Witte, den bekenden hortulanus te
Leiden, welken Johan K. Witte wjj hier gaarne
een woord van dank aanbieden voor zijne belang
rijke mededeelingen op onze wandeling in de serre
verstrekt.
Richten wij thans onze schreden naar het fraai,
in oosterschen stijl gebouwde, paleis dat de schat
ten van Insulinde bevat, doch werpen wij even
een vluchtigen blik op de omgeving voor het front.
Vlak voor den ingang is een tweemaal vergroot
pleister-standbeeld van Jan Piezersz" Koen, den
grondlegger van het Nederlandsch gezag in de Over-
zeesche gewesten, geplaatst. Een eindweegs verder
verheft zich op een zwart vierkant voetstuk,aan welks
hoeken vier rustende leeuwen liggen, een gevleu
gelde genius, die in de rechterhand een palmtak dei-
overwinning houdt en de linker laat rusten op een
lans, welke houding ten teeken strekt, dat de strijd
tot een gelukkig einde is gebracht voor hem aan
wiens zijde zij zich geschaard heeft. Aan de voor
zijde leest men onder het Nederlandsche wapen
»Aan de grondleggers van het Nederlandsch ge
zag op Noordelijk Sumatra, 18731880", waaruit
men onmiddellijk ontwaart dat men hier heeft
het bekende Atjeh-monument opgericht ter eere
van de dapperen in den strijd tegen Atjeh gevallen.
Hierachter treft men een paar Indische huizen,
alsmede een stal aan, waarin een paar karbouwen
een niet te grooten dunk geven van den veestapel
op Java. Men kon het de beesten aanzien, dat zij
zich hier in dit gure klimaat niet op hun gemak
gevoelenuit het lodderige oog spreekt dan ook
duidelijk een sterke Sehnsucht nach Hause. Ook
een voertuig, wat wij een boerenwagen zouden
noemen, verhoogt den dunk van het landbouwbe
drijf niethet is waarlijk een zeer primitief vehikel.
Doch gij wilt Insulinde's schatten zien. Welnu,
lezer, ofschoon professor Veth, die het maken van
een beschrjjvenden catalogus op zich had genomen,
verklaard heeft met dit voor den verslaggever on
misbare boek nog lang niet gereed te zijn, wagen
wij liet op veel merkwaardigs uw aandacht te
vestigen.
Wij zijn aan den ingang, waar rechts en links
in bonten bloetnendos, de groote wapens van
Amsterdam en Batavia u tegen geuren. In de
vestibule, die met prachtige mozaïektegels is belegd,
zijn aan weerszijden van den ingang 50 kleine
zwarte lijstjes opgehangen, welke even zoovele eon-
terfeitsels bevatten van landvoogden, die in naam
van het Nederlandsch gezag over Insulinde hebben
geregeerd. Zij zijn te klein en te hoog gehangen
om ze nauwkeurig te kunnen bezichtigen, en wij ge-
looven gaarne op gezag der annalen, waarin het
leven en de lotgevallen van deze mannen vermeld
worden, dat de gelijkenis sprekend is.
Wij staan op den drempel van het rijk gemeu
belde Oost-Indische huis, maar aangezien de toe
gestane plaatsruimte reeds overschreden is, wagen
wij het heden nog niet u er binnen te leiden,
uit vrees dat-wij te veel zouden zien. Wij zullen
echter uw licht verklaarbaar ongeduld niet lang
op de proef stellen, maar noodigen u thans uit
een oogenblik ter kermis te gaan, aldus kan een
deel van het tentoonstellingsterrein genoemd
worden, waar te midden van restaurants, in een
tempel aan Apollo gewijd, door een zestig musici
uit Dresden verdienstelijke muziek wordt ten ge-
hoore gebracht. Wij huren geen der stoelen, die
rondom den muziektempel geplaatst zijn en waar
voor een dubbeltje gevraagd wordt, om alsdan in
de blakerende zon te mogen zitten, maar gaan
liever onder de waranda aan de Duitsche restaurant,
onder een glas heerlijk bier voor 20 cent, uitrusten
yan 0X17,9. ppvoto wandeling-.
consuls. Erkend cn toegelaten als consul van
Frankrijk te Batavia de graaf De Pourtalés Gorgier.
De heer J. P. Hollestelle te Middelburg is be
noemd tot onderwijzer te Nieuwe Tonge.
De heer M. A. A. den Toorn te Zierikzee is
benoemd tot onderwijzer te Haastrecht.
Heden zijn door het provinciaal kerkbestuur
in Zeeland tot den predikdienst toegelaten de
heeren G. J. Yan Hemert, te Tuil in de Betuwe,
en J. Steenbeek, te Eerbeek (Gelderland.)
Zondagmorgen werd te Groningen dr J. Koster,
van Wissekerke, in zijn ambt bevestigd door
d» Knottenbelt, naar aanleiding van 1 Corinthen
4 1—4. De bevestigde hield des avonds in de
zelfde kerk zijne intreê-rede naar 2 Corinthen 5 20.
stelling is voornemens na 15 Mei onverbiddelijk
alle goederen te weigeren. Wie dus nog iet»
heeft in te zenden haaste zich.
Het Handelsblad meldt met eenige zekerheid
dat de prins van Wales binnen een week of zes
een bezoek brengen zal aan de Amsterdamsche
tentoonstelling.
De toestand van H. K. H. prinses Marianne, die
gisteren 73 jaar is geworden, is, hoewel de ljjderes
in de laatste dagen iets beter was, thans weer niet
gunstig.
De 106e algemeene vergadering en het 26e
congres der Nederl. Maatsch tot bevordering van
Nijverheid zullen op Dinsdag den 10ea Juli en
twee volgende dagen te Rotterdam worden gehou
den. Tot de punten van behandeling behoort de
vraag over de vestiging van een handelsmuseum
in Nederland.
De gewezen minister Pynacker Hordijk, die op
zulk eene zonderlinge wijze zijne liefde voor de
openbare school te kennen gaf, heeft vóór zijn
heengaan een daad verricht, die eveneens van die
bijzondere liefde de sporen droeg.
Welke daad wij bedoelen zal genoegzaam blij
ken uit het navolgend adres aan de tweede kamer,
dat te Zutfen circuleert.
Geven de ondergeteekenden met verschuldigden
eerbied te kennen
»Dat bij koninklijk besluit van 10 April jl de
heer W J. Poppink, onderwijzer aan de openbare
school voor gewoon lager onderwijs te Winters
wijk, in zijne betrekking is geschorst voor den
tijd van 14 dagen op grond van art. 38 der wet op
het L. O. van 17 Aug. 1878 (Stbl. n°. 127)
»Dat zij met de grootste verbazing in genoemd
koninklijk besluit hebben gelezen, dat de genoemde
onderwijzer art. 33 dier wet heeft overtreden dooi
de volgende uitdrukkingen:
»In de katholieke of algemeene kerk waren
gedurende den loop der tijden velerlei misbruiken
ingeslopen, o. a. de verderfelijke aflaathandel,
en er was in Duitschland een monnik,
Luther geheeten, die de kerk wilde zuiveren van
deze misbruiken."
»Dat eene eenvoudige mededeeling van door
een ieder erkende feiten onmogelijk te kort kan
doen aan den eerbied, verschuldigd aan de gevoe
lens van andersdenkenden.
Dat, indien de genomen beslissing in het ver
volg als maatstaf zoude worden gebruikt voor
hetgeen den onderwijzer bij het onderwijs in de
vaderlandsche geschiedenis verboden is, het onder
wijs in dat vak op de openbare school onmogelijk
wordt.
»Dat zij als Nederlanders er den hoogsten prijs
op stellen, en het recht hebben te eischen, dat het
iri devaderlandsche geschiedenis niet
minder Uctil li* lier vwicucii iu uuenxt/mcrw
de jeugd vorme tot vaderlandslievende en vrij
heidlievende burgers en burgeressen van den staat.
»Dat daartoe echter volstrekt noodig is, dat
haar niet worde onthouden de mededeeling der
stellige feiten, die den grond tot ons volksbestaan
en onze zelfstandigheid hebben gelegd, zonder dat
die feiten ten bate van enkelen verdraaid, ver
minkt of verwrongen worden.
»Dat zjj zich derhalve door de genomen beslissing
ten zeerste gekwetst achten in hunne dierbaarste
gevoelens en zich met reden bezorgd maken voor
de toekomst van het openbaar onderwjjs.
Redenen, waarom zjj zich tot uwe vergadering
wenden met het eerbiedig verzoek, er voor te
willen waken dat het onderwjjs in de vaderland
sche geschiedenis op de openbare scholen niet
aan banden gelegd worde door koninkljjke beslui
ten, die in volslagen strjjd zjjn met den geest en
de bedoeling der wet op het lager onderwjjs."
Ons dunkt, dit adres stelt duideljjk het onge
rijmde der handeling van den gewezen minister in
het licht.
»Gjj begrijpt dokter, mjjnheer Penrjjn heeft
zelf gestudeerd en is bang voor wiskunde en al
dathij vreest dat er te veel van Mark zal gevergd
worden."
sDoor de studie op het collegeviel de
dokter scherp in»maak u daarover niet ongerust
„Dat wilde ik juist van u hooren, dokter.
Gjj kent Mark door en door en gij ziet er toch
geen kwaad in dat hjj naar Cambridge gaat en
niet naar Oxford De dokter trok verachtelijk
met zjjn onderlip en zei niet zeer bemoedigend:
„Ik zie niet meer kwaad in tralala dan
in turlutu
Ja, maar vergeet niet dat Mark te Cam
bridge Kit zal hebben, om hem ten minste nog
een paar maanden te raden en te beletten dat
hjj beetgenomen wordt."
>'tls waar! Nu, mjj dunkt Kit is in dat
opzicht niet zonder ervaring."
Het was zonderling dat de dominé en de dok
ter, die het in niets anders eens waren, zoo over
eenstemden in hun gevoelen over Christoffel
Garston.
Dit vooroordeel maakte echter weinig indruk
op mevrouw Medway. Kit was de boezemvriend
van haar zoon en dus ook haar vriend en zjj deed
alsof zjj niet merkte hoe weinig hjj bjj hare twee
raadgevers in aanzien was.
„Alle jonge menschen hebben hunne gebre
ken en Christoffel is ook niet volmaakt. Maar
gjj weet, dokter, dat Mark niet van het gewone
slag is."
Particuliere correspondentie.)
Amsterdam, 8 Mei.
IV.
De tempeldeuren zjjn ontsloten. Naar de ten
toonstelling dus. Deze toch is thans_ schering en
inslag bij groot en klein, bij aanzienlijk en gering
want ieder die ook maar eenigermate de groote
werken heeft gade geslagen is nieuwsgierig om een
kjjkje achter het rjjksmuseum te nemen. Getuige
de dag van Zondag 6 Mei, waarop de tentoonstel
ling door duizenden tegen betaling van 0.50,
werd bezocht. De toegangen naar het museum
zjjn sedert 1 Mei alweer heel wat verfraaid. Aan
de vier hoeken der brug over de Singelgracht en
langs het hekwerk vóór het gebouw zjjn groote
geschilderde palen geplaatst, aan wier vergulde
toppen wimpels van nationale kleuren en van
vreemde natiën wapperen, wat de bezoekers al
dadeljjk aangenaam en feesteljjk stemt.
Doch gaan wij voorwaarts. Aan de kiosken,
die aan weerszjjden van het bloempark voor den
hoofdingang zjjn geplaatst, behoeven wjj ons tot
het nemen van een toegangskaart niet op te houden.
De kaart voor de pers, een albumportret over
welks onderste deel een stukje geel papier geplakt
is, met de handteekening van hem die het voor
stelt, verleent onmiddellijk toegang, en met het
uitreiken van kaarten voor vrjje beweging op de
tentoonstelling voor de pers is het comité niet
karig geweest, aangezien aan alle leden, die het
wenschten, dergeljjke kaart werd verstrekt, desver-
langd ook voor éen dame.
Onder de gewelven van het museum blazen
Auster en Boreas, of het buiten al of niet waait.
Dit noemt de portier tocht, en daarom spoeden
wjj ons voort om geen tocht op te doen, die ons
het dageljjks omwandelen op de tentoonstelling
voor geruimen tjjd zou kunnen beletten.
De lezers van dit blad zjjn thans op dezen
doortocht opmerkzaam gemaakt, en kunnen bjj
een eventueel bezoek daartegen voorzorgsmaat
regelen nemen.
Wjj staan thans vlak tegenover het hoofdge
bouw, waarvoor een reusachtige gevel geplaatst
is. Deze fa9ade, ofschoon zjj door het museum
wel wat gedrukt wordt, geeft al dadeljjk een
denkbeeld van het grootsche en majestueuse van
het geheel Twee torens ter hoogte van 52 M.,
dat is ongeveer 185 voetworden ondersteld
getorscht te worden ieder door een half dozjjn
olifanten Deze torens zjjn met een ondoordring
baar marmerpapier overtrokken, en op de kapiteelen
zjju een aantal ornamenten en aangezichten in
pleister geplatst, die over alles schjjnen rond te
waren.
Een guirlande van een donkerroode draperie
verbindt deze torens en steekt sterk af tegen de
grjjze en relief geschilderde beeldengroepen er
achter, die wetenschap, njjverheid en koophandel
voorstellen. Met de ruiterstandbeelden op den voor
grond en de artistieke leeuwen van den ingang vormt
deze fa9ade een schoon architectonisch geheel, dat
naar men beweert, 90.000 fr. beeft gekost.
Wij treden dit hoofdgebouw niet binnen, aange
zien aldaar alles op verre na nog niet gereed is.
Wjj gevoelen ons meer aangetrokken naar onze
Oost-Indische bezittingen, waarvan wjj op de
waarvan zoovelen sedert zoo weinig hebben gezien.
Het land dat door dichters als zoo heerljjk en
schoon is bezongen, dat door den proza-mensch
als het rijkste der geheele wereld wordt geroemd.
InsulindeWie gevoelt zich niet aangetrokken,
om een reis van 37 dagen met onze mailbooten
mede te maken, om zich te overtuigen van hetgeen
wjj van dit schoone land hebben gehoord of ge
lezen Gelukkig dat onze koloniale afdeeling
thans ook deze betrekkelijk korte reis overbodig
heeft gemaakt, en wjj, behalve het reisgeld en het
onaangename dat de zee voor velen oplevert, ook
een langdurig verbljjf in de tropische gewesten
bepaart. Toch zullen wjj een weinig met het
klimaat bekend worden, aangezien wjj allereerst
de serre der tropische gewassen binnentreden, die
nabjj de koloniale afdeeling geplaatst is en waarin
dag en nacht door thermosiphons eene warmte
van 70 tot 80 graden Fahrenheit wordt onderhou
den. Allereerst dus een blik in de tropische plan
tenwereld, want ook de koloniale flora is op
geheel eenige wjjze vertegenwoordigd, en aange
zien de natuur de leermeesteresse der kunst is,
verlustigen wjj ons allereerst in Insulinde's bloe
menhof.
Aan de uitnoodiging van het comité om eene
tentoonstelling van de merkwaardigste tropische
planten, die in onze kassen worden gekweekt,
bjjeen te brengen, werd door 14 liefhebbers van
»Hjj is nu nog heel anders, omdat hjj anders
grootgebracht is, mevrouw. Ik bedoel niet dat
hjj geen beste jongen is en altijd bljjven zal,
maar die eenvoud, die ons zoo in hem aantrekt,
zal hjj verliezen als gjj hem elders heen zendt.
Misschien vindt gjj echter dat het goed voor hem
is als hjj een weinig verandert."
Mevrouw Medway vond niets van dien aard en
zjj ontstelde een weinig dat dokter Meade en
mijnheer Penrjjn haar beide waarschuwden, dat
Mark niet meer dezelfde zou zjjn als hjj van de
academie terug kwammaar zjj had reeds te
veel tranen over haar plan gestort om er zich
van te laten afbrengen. En buitendien de nood
zakelijkheid gebood dat er iets voor Mark gedaan
werd.
HOOFDSTUK IX.
Het gestoorde spel.
Terwjjl mevrouw Medway op haar manier aan
het raadvragen was, waren haar jongelui, waartoe
zjj ook Frank en de Garstons rekende, op de Terp
aan het Lawn-Tennis spelen, alsof hun leven er
van afhing. Wanneer ik dat spel goed zie spelen
vraag ik mjj dikwjjls af, of eenige andere bezig
heid ter wereld ooit met zulk een jjver, met zoo
veel vuur beoefend wordt. De helft van die
geestdrift moest een man van zaken tot een mil-
lionair maken; of, indien hjj wat men noemt
»de andere richting" was toegedaan, moest, hjj
een halve heilige worden. Frank was niet zóo
behendig als Kit, maar hjj kon verder werpen)
Maud was minder vlug ter been dan Frenna.
maar speelde beter. Een betere partjj dan Frank
en Frenna tegen Kit en Maud kon men zich on
mogelijk voorstellen.
Mark zat met een boek in de hand voor het
venster en sloeg hen droomerig gadehjj benjjdde
hen die geestdrift en tegelijkertijd vermoeide
het hem om ernaar te zien. Was het mogeljjk
dat hetzelfde bloed dat door de aderen zjjner
zuster vloeide, dat hare wangen zoo rooskleurig
tintte en haar zulke sierlijke bewegingen deed
maken, zoo langzaam door zjjne aderen kroop
Was het mogeljjk dat Frank en Kit tjjdgenooten
waren van iemand als hjj, die altijd meer in het
verleden dan in het tegenwoordige leefde en zich
zoo weinig om de menschen bekommerde Van
al de spelers trok Frenna hem het minst aan en
dat was alweer een bewjjs voor zjjn zonderlingheid
en eenzelvigheid. Hjj zag dat zjj schoon was,
evenals hjj zag dat het landschap voor hem de
tuin, de woeste partjj en de zee schoon was,
en toch voelde hjj niets van de vurige bewonde
ring, welke zjj bjj voorbeeld bjj Frank opwekte.
De stem van Kit was muziek voor zjjn oor, maar
die zjjner zuster trof geen snaar in zjjn binnenste.
Was hjj alleen geschikt voor vriendschap Kit
en Frank waren aan hen gehecht, dat wist hjj
maar naar het hem toescheen geheel onverdiend.
Hun genegenheid voor hem was even ongemoti
veerd als de vergoding zijner moeder. Hjj zag in
De luit. ter zee 2e klasse H. J. Wiehers, uit
Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is op non-
activiteit gesteld.
Voor het gerechtshof te Amsterdam, kamer van
strafzaken, stonden den tweeden Mei 11. terecht
P. L. oud 56 jaar, laatst hotelhouder te Zand voort,
thans wonende te Amsterdam, en C. H. F. A. De
L., oud 34 jaar, geboren te Goes, laatst kelner in
het hotel van den eerstgenoemde, maar thans
eveneens te Amsterdam wonende.
zichzelf niets dan een onbezielden, onbruikbaren
droomer.
Het geheim bestond hierin dat Mark Medway
het eenvoudigste, zachtste karakter had dat ooit
aan een man gegeven was en daardoor trok hjj
zjjne medemenschen aan, evenals met zjjne nog
zeldzamer gave van de grootste zedigheid aan
buitengewone geleerdheid te paren. Hjj kende
geen zelfzuchtdit was zijn eerste aanval van
z«lfbewustzjjn en daarom was die zoo hevig zjjn
spjjt dat hjj niet kon zwemmen of roeien was even
verstandig als wanneer een vroom zendeling het
zou bejammeren dat hjj geen kaart kon spelen
maar niettemin toch zeer oprecht.
(Wordt vervolgd.)