N° 110
126* Jaargang
1883.
V rij da
11 Mei.
K I T.
Burgerlijke Stand.
FEUILLETON.
Middelburg 10 Mei.
o*
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers rijn verkrijgbaar a 5 Cent:
LRIIRGSCHE COl RAM.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingeiiP. G, de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou, te Tholen: W. A. van Niedwenhuuzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité G. L. Baube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M„ Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
De wethouder, ambtenaar van den burgerlijken
stand te Middelburg, brengt ter kennis van be
langhebbenden, dat op den 14en en 15en Mei a.
de aangiften van de plaats gehad hebbende ge
boorten en overlijden kunnen geschieden tusscben
12 en 1 uur 's namiddags.
Middelburg, den 8 Mei 1883.
De wethouder voornoemd,
A. J. VAN EEKELEN.
De verkiezingen voor de provinciale staten heb
ben over het geheel geene verandering gebracht
in de bestaande toestanden, zoodat het succes der
anti-revolutionaire partij zeer gering is geweest.
In onze provincie vooral is er voor haar geen reden
tot tevredenheid. Het hoofddoel: de leden van
ged. staten uit onze provinciale vertegenwoordiging
te weren, is in het geheel niet bereikt, want juist
de leden van dat college werden met eene goede
meerderheid herkozen.
In het district Hulst alleen moet een aftredend
lid, de heer Hombach, geen gedeputeerde, in her
stemming komen, maar geenszins kan dit het ge
volg zijn van het anti-revolutionaire drijven.
Andere invloeden hebben zich zeker bij de kiezers
doen gelden, en wellicht staat die uitslag in ver
band met de houding, door den heer Hombach
aangenomen in zake de bekende kruislijnen quaestie.
Trouwens wie een vast beginsel wil zoeken,
waarnaar de kiezers gcotcnad, ^nppf, f
vergeefs, en daardoor juist zal het lang duren
vóór bij de provinciale verkiezingen de weg, dien
de Standaard den kiezers aanwees, wordt ingeslagen.
De tegenzin om aftredende leden hun zetel te
ontnemen en sympathie voor dezen of genen per
soon zijn de hoofdoorzaken waardoor er bij ver
kiezingen, en allerminst bij die voor het gewes
telijk bestuur, nog bij velen zoo weinig sprake is
van beginselen.
Wij zien daarom in den nu verkregen uitslag
nog volstrekt niet een vingerwijzing dat de vrij
zinnige ideeën hebben gezegevierd over de anti
revolutionaire, maar alleen is opnieuw gebleken
hoe weinig overtuiging op dat punt men aantreft
bij hen die geroepen worden hun stem uittebrengen.
Wij wijzen alleen op de herkiezing in het dis
trict Goes van jhr Pompe van Meerdervoort, een
man die als mensch zeker achting verdient,
maar die toch waarlijk door het onderteekenen van
~het program duidelijk genoeg heeft bewezen welke
richting hij is toegedaan.
En er is nu, dunkt ons, voldoende gebleken dat
dezelfde kiezers, die de heeren Yan der Bilt en
Bybau stemden, ook hem hebben gestemd.
Het zonderlingste is thans voor de anti-revolu
tionairen de herstemming die moet plaats hebben
tusschen de heeren mr Van Voorst Vader en jhr
Si JE W E HERIM1VKRI1VC.
DOOB
James Payn.
HOOFDSTUK VIII.
De twee raadgevers.
«Dat hoop ik niet", zei de dominé, eens
klaps ontnuchterd door de toespeling die mevrouw
Medway maakte op zijn mededinger, «maar ik
kan mij begrijpen dat hij niet wel is, want hij
had mij beloofd voor Maandag een citaat voor mij
na te zien en dat zou hij zeker gedaan hebben
als hij gezond ware geweest. Mark is de nauw
gezetheid in persoon."
«Dat is hij", bevestigde mevrouw.
«In dat opzicht had hij een Druïd kunnen
zijn", vervolgde de dominé peinzende. «Ten einde
gewicht bij te zetten aan hunne openbare verga
deringen, hadden zij de gewoonte om al wie te
laat kwam aan stukken te hakken. Dit vermin
derde wel het aantal leden, maar bevorderde de
snelheid."
»Wel mogelijk", stemde mevrouw Medway
in, «maar wij dwalen af van het punt, wat er
piet Mark gedaan moet worden. Wat zoudt gij
De Jonge, beiden door hen gestelde candidaten.
Zulk een uitslag van haar werken had zeker de
kiesvereeniging Nederland en Oranje niet verwacht.
Maar een lichtzijde vindt zij wellicht in de
verklaring van den heer Van Voorst Vader, dat
hij met n° 1 van het program niet medegaat.
Zij zal daarom zeker een zuiver man van haar
partij als jh' De Jonge boven hem verkiezen
Het is misschien nog de beste weg om met
niet te veel oneer uit het strijdperk te geraken.
In de gisteren gehouden bijeenkomst van de
tweede kamer der staten generaal heeft de minis
ter van binnenlandsche zaken, die met al de ver
dere leden van het ministerie de vergadering
bijwoonde, de volgende rede uitgesproken.
«Mijnheer de voorzitterIk wensch de eer te
hebben het onlangs opgetreden ministerie aan de
kamer voor te stellen. Mijne ambtgenooten en
ik koesteren den wensch bij de staten-generaal
welwillende medewerking te vinden in het behan
delen van 's lands zaken. Daartoe is in de eerste
plaats noodig, dat de kamer wete, wat zij van
's konings ministers heeft te verwachten.
„Eene korte mededeeling moge bij deze gele
genheid volstaan. De oorzaken der crisis zijn aan
de kamer ten volle hekendzij zal ook niet ver
langen dat ik over den loop der crisis uitweide^
Dit alleen worde vermeld, dat, toen zijne majesteit
mij de eer had bewezen mij te raadplegen, ik in
dezen zin heb gerapporteerd, dat de aangewezen
weg mij toescheen te zijn de vorming van een
parlementair ministerie, namelijk samengesteld door
een of meer leden van de meerderheid dezer kamer.
Het behaagde den koning dat advies te volgen,
maar zonder dat de gewenschte uitslag werd
hereikt. Dfl.fl.rna. Tieh ik ppne "—''ning
van een ministerie ontvangen en is dit opgetreden.
Zoo dit ministerie extra-parlementair moet
heeten, dat is buiten de leden der volksvertegen
woordiging benoemd, is het er verre van daan,
dat het anti-parlementair zou willen zijn.
«Al dadelijk, en dit zij een voorbeeld van onze
waardeering van het overleg met deze kamer,
hebben wij gemeend de wetsontwerpen betreffende
het kiesrecht te moeten intrekken, als welke het
noch voegzaam, noch nuttig zou zijn te behandelen
zoo kort voor de periodieke aftreding van de helft
der leden.
»De belangrijke vraag over kiesrecht, al gerui-
men tjjd aan de orde, vordert echter eene oplos
sing naar het oordeel van de regeering moet deze
worden voorbereid door den maatregel, die in de
jongste troonrede werd aangekondigd, het onder
zoek namelijk van welke bepalingen der grondwet
herziening raadzaam is, een onderzoek dat, zoo
als van zelf spreekt, al wordt het tot het nood
zakelijke beperkt, ook andere hoofdstukken der
grondwet zal raken.
«Hangende de werkzaamheden der staatscom
missie welke met dat onderzoek zal worden belast,
zullen eenige onderwerpen van wetgeving uit den
aard der zaak tijdelijk moeten rusten. Daartoe
behooren niet de aanhangige fmancieele wetsont-
ervan zeggen als ik hem eens voor een tijd
naar de academie zondt
»Voor een tijdherhaalde de dominé.
»Als gij een jongen naar de academie stuurt,
moet gij niet achter u zien; dan moet hij pro-
moveeren."
»0! maar dat zou drie jaren kosten, en
zoo lang kan ik hem niet missen. Ik dacht alleen
aan de academie als een afleiding voor hem."
«De academie zou zich zeker zeer gestreeld
gevoelen, dat zij zoo als verstrooingsmiddel werd
aan de hand gedaan. Weet gij wel, mevrouw, dat
bij de Druïden de opvoeding niet minder dan
twintig jaren duurde, zonder welke niemand be
noembaar was voor eenig openlijk ambt Maar
evenwel misschien zoo als gij zegt het
zal mij persoonlijk spijten hem te moeten missen
maar een jaar te Oxford
«Ik meende hem naar Cambridge te zenden,
om met Kit samen te zijn. Daar hebt gij toch
niets tegen?" Want het gelaat van den dominé
was eensklaps heel ernstig geworden.
«Ja, zoo, ik heb in 't geheel niet aan Cam
bridge gedacht. Lieve tijd, daar zouden ze hem
wiskunde laten leeren
„Zoudt gij dat dan slecht voor hem vinden
vroeg de weduwe bezorgd.
„Dat zou ik een achteruitgang voor zijn
verstand vinden. Een man die, ofschoon nog min
derjarig zijnde, den oudheidkundige Borlase op
meer dan een punt verbeterd heeft, kan men tock
geen logarithmen laten leeren."
werpen, noch ook de omvangrijke voordrachten,
die noodig zullen zijn tot invoering en partieele
wijziging van het wetboek van strafrecht.
„Wijders, mijnheer de voorzitter ware het voor
zeker niet denkbaar, dat een nieuw bestuur in
deze dagen optrad zonder zijne volle aandacht te
wijden aan den toestand van 's lands financiën.
„Door de welgeslaagde geldleening zijn voor een
zekeren tijd de behoeften der schatkist bevredigd;
maar wij beschouwen het als eene dringende
regeeringstaak, te arbeiden aan het herstel van
het evenwicht der staatsbegrooting. Wij weten
dat deze taak niet licht is, en dat de omstandig
heden moeten medeloopen, zoo dat evenwicht in
de twee eerstvolgende begrootingen wordt bereikt;
maar het is onzes inziens een dure plicht, daar
naar te streven door zelfbeperking in de uitgaven
en, des noodig, door versterking der middelen.
«Natuurlijk zal tot dat einde de uitzetting der
uitgaven in Indië, die eene neiging had gaandeweg
toe te nemen, moeten worden getemperd.
«In de tegenwoordige bijeenkomst zal de kamer
de regeering verplichten door, onverminderd het
geen zij overigens aan de orde zal willen stellen,
de vele aanhangige ontwerpen van administra
tieven aard te behandelen, die door de crisis ver
traging ondervonden, en van lieverleden urgent
zijn geworden."
In een deel onzer oplaag van gisteren werd
onder Laatste berichten deze rede verkort megedeeld.
Om de belangrijkheid, wijl zij de belijdenis is
van het nieuwe kabinet, meenden wij haar in haar
geheel nog eens te moeten opnemen.
De minister van justitie heeft op eenige belang
rijke punten het wetsontwerp aangaande de ge-
van crernHaeri frw. crfiwiizisd.
1° De hoofdreden voor ue overorengmg van
de gevangenis van Leeuwarden naar Leiden (ves
tiging van een rijkswerkinrichting te Leeuwarden)
vervallen zijnde, wenscht de min. den bestaanden
toestand te handhaven, nu hem bij een bezoek
aan het tuchthuis bleek, dat aldaar een voldoend
getal cellen is te maken.
2° Men moet den min. Modderman dankbaar
zijn dat hij het groot aantal veroordeelingen
wegens bedelarij aanwees als een gevolg van den
aanlokkenden toestand in de bedelaarsgestichten.
Nochtans schijnt hij te ver te zijn gegaan door
opheffing voor te stellen. Werkelijk zou door den
fabrieksarbeid de recidive tot een minimum wor
den gebrachtdoch men moet hierbij ook vragen,
waar de grenzen zijn eener geoorloofde bestrijding
van de bedelarijelk deugdelijk middel daartoe
is nog niet geoorloofd, want het geldt hier eene
overtreding van hijzonderen aard, waarvoor de
wetgever eene andere dan gevangenisstraf verlangt,
terwjjl hij 16 dagen hechtenis als maximum aan
nam. Onevenredig zwaar zou dan ook zulk een
rijks-straf-fabriek werken. Daarom stelt de min.
nu voor, Veenhuizen f en II in hoofdzaak te be
houden zooals zij zijn, behoudens noodzakelijke
herstellingen, met éen rijkswerkinrichting zonder
veldarbeid te Hoorn, waarheen de ergste recidivisten,
„Ik weet dat gjj niet van Kit houdt, maar
gij kunt toch niet ontkennen dat hij aan Mark
gehecht is."
Deze opmerking bracht een blos op het gerim
pelde gelaat van den ouden mandaar het blijk
baar niet de vrees dat Mark wiskunde zou leeren
was, die ham Oxford en niet Cambridge deed
voorslaan.
„En dan", vervolgde mevrouw Medway,
als de omgang met Kit Mark kwaad deed, zou
dit al lang geschied zijn."
„Ik heb nooit gezegd dat de omgang met
Christoffel Garston Mark kwaad deed en ik neem
gaarne aan dat hij hem nooit kwaad heeft willen
doen."
„Heel goed. Dus kunnen we die opvatting
laten rusten en aan den anderen kant kan Kit
hem in alle wereldsche zaken raad geven."
«Ongetwijfeld," zei de ander op een toon,
die te kennen gaf: «ik ontken niet dat hij van dien
kant kennis in overvloed bezit."
«Alles wel beschouwd, geloof ik dat dit het
best is wat er op zit. Wat zegt gij
«Lieve mevrouw als ik zie dat een dame
haar besluit genomen heeft zeg ik nooit iets. Ik
voor mij zelfzuchtig gesproken, betreur
dat besluit. Ik zal Mark meer missen dan ik
zeggen kan."
«Dat zolt gij natuurlijkmaar ik nog veel
meer. Alleen de noodzakelijkheid noopt mij tot
dien stap. Maar ik ben toch zeer big dat gij dien
goedkeurt."
de bijzonder luie sujetten zullen worden gezonden
dit zou dan tevens een zeer voldoend werkend
schrikbeeld voor de overigen zijn.
3* Het gesticht te Alkmaar wordt zeer zeker
te klein voor de jongens, nog sneller dan de vorige
min. verwachtte. Toch meent de min. Du Tour
èn Alkmaar èn de Kruisberg te moeten laten wat
zij zijn, terwijl een deel der bevolking dan wordt
bestemd voor het gesticht te Ommen (nieuwe
naam voor de Ommerschans, die de herinnering
aan de oude Schans wegneemt.) Het voordeel
daarvan zal zijn, dat do directeur niet te veel
opvoedelingen krijgt, hetgeen juist voor deze taak
zeer schadelijk warede zuinigheid zou de wijs
heid bedriegen als men éen groot gesticht verkoos
boven twee kleinere.
Uit een en ander blijkt dat Veere van dezen
min. geen werkinrichting kan verwachten.
Vlissingen, 8 Mei. In de algemeene ver
gadering van het departement van het Tot Nut v. h.
Algemeen alhier werden tot leden van het bestuur
der spaarbank van dit departement benoemd de
heeren J. W. Wilkens en H. Louman.
H. K. H. prinses Hendrik der Nederlanden zal
Zaterdag a. van Den Haag naar Londen reizen.
De prinses zal met een der mailstoomers van de
maatschappij Zeeland den overtocht van Vlissingen
naar Queenboro doen.
H. K. H. zal vergezeld zijn door den kamerheer
baron Van Wassenaar en eene hofdame, benevens
eenige bedienden.
*G[roede, 9 Mei. Op uitnoodiging van den
burgemeester had zich hier een comité gevormd,
bestaande uit de dames S. Hammacher, A. Lucieer,
J; Tellier, M den Hamer en C.
weduwen en weezen te Moddergat en Urk. De door
het comité gehouden collecte bracht 81.46§ op.
Te Nieuwvliet werd van wege den burgemeester
voor hetzelfde doel gecollecteerd eene som van
10.59.
De heer D. van der Graft, directeur van het
rijks post- en telegraafkantoor te Tholen, die als
zoodanig benoemd is te Weesp, wordt vervangen
door den heer F. Oederode.
De bij de tweede kamer ingekomen nominatie
voor den hoogen raad (vacature Schuurman) be
staat uit de heeren mrs De Jonge, president der
rechtbank in Den Haag; Van Blom, idem te
HeerenveenVan Ittersum, vice-president der
rechtbank te UtrechtTriebeis, president der recht
bank te ArnhemHettinga Tromp, advocaat te
Leeuwarden, en Roest, officier van justitie te
Rotterdam.
Er is onteigening voor den locaal-spoorweg van
Winterswijk, en Ruurloo naar Hengelo en En
schede aangevraagd.
De commissie voor de Nederlandsche afdeeling
in het hoofdgebouw der Amsterdamsche fentoon-
De dominé lachte ondeugend.
«Dan hebben wij hem met de vacantie weet'
thuis, net als vroeger."
«Dat denkt gij, lieve mevrouw; het was de
gewoonte der priesteressen van Bachus om dage-
ljjks het dak van zijn tempel af te nemen en te
trachten vóór zons-ondergaan dit weer te herstellen,
net als het geweest was. Indien een van de dames
verzuimde, éen steen op de juiste plaats te zetten
werd zij ter dood gebracht."
«Dat zal haar zeer oplettend gemaakt hebben.11'
«Ongetwijfeld maar met dat al was die
tempel nooit weer dezelfde tempel. En zoo zal
het ook met Mark gaan."
Mevrouw Medway lachte over die vergelijking,
zooals zij zou gelachen hebben over elk denkbeeld
van verandering in haar geliefden zoon en nam
welgemoed afscheid. Al was de dominé niet met
geestdrift op haar plan ingegaan, hij had er toch
geen ernstige bedenkingen tegen ingebracht."
Opgewonden door dien goeden uitslag, besloot
zij in het naar huis gaan bij den dokter aan te
gaan, om als het mogelijk was nog een Btem ten
gunste van haar plan te winnen. Ronduit gezegd
was zij wel een beetje bang dat de dokter door
anderen van haar bezoek bjj den dominé zou hoo-
ren. Zij gaf hem dan ook te verstaan dat zjj
slechts toevallig het gevoelen van mijnheer Penrijn
vernomen had, terwijl zij diens ingenomenheid met
haar plan volstrekt niet overdreef. Zij kende de
menschelijke natuur, of ten minste dezen vriend,
veel te goed, om dat te doen.