De Meritraale Koloniale TeiMstelUi. Gemengde Berichten. Ingezonden Stukken. De uitvoering. halve gemakkelijke taak van het uitvoerend comité aan, dat, behalve uit den bekwamen en voort varenden voorzitter van de Amsterdamsche kamer van koophandel en fabrieken, den heer D. Cor- desdie zich welwillend met de hoofdleiding belastte, bestaat uit de heeren A. C. Wert- heiin, Felix Fasson uit Brussel, vertegenwoor digende de Société AnonymeC. Bosscher, oud directeur van het departement van binnenlandsch bestuur in Nederlandsch Indië, M. P. Pels, lid van den gemeenteraad van Amsterdam, die gerui- men tijd in overzeesche gewesten vertoefde, F. J. W. H. Schmitz, chef der firma Wijnand Focking en lid van den raad van Amsterdam, S. de Clercq Wz., dijkgraaf van Rijnland te Leiden, gedelegeerde van de regeering, en mr J. Kappeijne van de Copello, als secretaris. Door het comité werd aanvankelijk de moree- le steun der regeering gevraagd en verkregen zoodat dan ook de uitnoodiging tot deelneming aan de mogendheden van de regeering is uitgegaan. Z. M. de koning aanvaardde het aangeboden be schermheerschap. De minister van waterstaat, handel en nij verheid, de gouverneur-generaal van Ned. Indië, de commissaris des konings in Noord-Holland en de burgemeester van Amsterdam lieten zich de benoeming tot eere-voorsitters welgevallen. Bij den gouverneur-generaal vond het denkbeeld warme symphatie en daaraan is het dan ook voorna melijk te danken, dat de afdeeling »Ned. koloniën" op zóo uitstekende wijze vertegenwoordigd is, dat zij zeker den eerepalm zal wegdragen. De directie dezer afdeeling berust bij den heer Pels, die zich blijkbaar geen geringe opofferingen in tijd en moeite gegeven heeft, om Nederland onder de grootste koloniale mogendheden op onze ten toonstelling een waardige plaats te doen innemen. Het gebouw voor de vertegenwoordiging der Nederlandsche koloniën beslaat 4400 vierk. meter in oppervlakte en wordt door een park omgeven, met huizen en hutten uit de overzeesche gewes ten, die gebouwd zijn en met welken arbeid men nog druk bezig is door inboorlingen, en die óok door inboorlingen zullen worden betrok ken, en waarin alles aanwezig zal zijn wat op het leven der bevolking betrekking heeft. Een brug van bamboe, die over het kanaal, dat het geheele terrein doorsnijdt, gelegd is, zoo hecht en sterk, is een meesterwerk van architecteur, en aan onze Nederlandsche bouwlieden, die niet ge woon zijn dit zoo harde hout te bewerken, mag een woord van lof niet worden onthouden voor de wijze waarop zij zich van dezen arbeid hebben gekweten. Plaatsruimte gedoogt niet hier de namen van de honderd mannen te noemen, die in de ver schillende commissiën zitting hebben. Toch mag niet onvermeld worden gelaten, dat de hooglee raar P. J. Veth te Leiden, die, ofschoon Insulinde nooit gezien hebbende, toch volgens het getui genis der geheele geleerde wereld door en door met onze overzeesche bezittingen bekend is, de eere-voorzitter is van de afdeeling I, koloniën onzer tentoonstellingdie voorts verdeeld als volgt: II uitvoerhandel, III fraaie kunsten, IV bjjzondere tentoonstellingen, V wetenschappelijke voordrachten, onder leiding van prof. T. M. C. Asser, en VI financiën, onder beheer van den heer A. C. Wertheim. Het is nu juist een jaar geleden dat met de werken op het terrein achter het rijksmuseum, gelegen tusschen de P. C. Hoofdstraat en Ruijs- daelkadeeen aanvang werd gemaakt. In Juni toch was het heiwerk voor het hoofdge bouw, dat een ongeloofelijke lengte heeft van 300 meter en in oppervlakte 60,000 vier kante meter beslaat, gereed, en waren de fondamen ten in overeenstemming met en onder volledige goedkeuring der gemeentelijke autoriteiten af gewerkt. Van den eersten slag der stoomhei- machine tot heden is de heer Tasson op het terrein en laat hij zijn argusoog over alles gaan. In den heer De Vadder, een Belgisch in genieur, die in 187G de gebouwen voor de Expo sition d'hijgiène et de sauvetagete Brussel leverde, en naar wiens plannen het hoofdgebouw, waarvan het hout en ijzerwerk de bewondering van alle vakmannen wekt, is opgetrokken, bezit de heer Tasson een onschatbaren bondgenoot. Noch op de tentoonstelling te Parijs, noch op die te Londen en te Weenen was een gebouw zoo trotsch en verheven, als dit werk van den heer De Vadder, wat dan ook als een waar meesterstuk mag wor den genoemd en geroemd. Zooals alle dergelijke gebouwen zijn de kappen niet steil maar glooiend en is het bovenste gedeelde ervan van glas. Behalve het hoofdgebouw en dat voor de Nederlandsche kolo niën, treft men nog aan een machinen-galerij van 13000 vierk. meter, een gebouw voor verschillende werken van 1200 vierk. meter en een gebouw voor fraaie kunsten van 4500 vierk. meter. In het hoofdgebouw wordt de groote ruimte in beslag genomen doorNederland met 6900, Belgie met 9000, Nieuw Zuid Wallis met 400, Victoria met 200, St. Mauritius en Jamaïeo met 100, Zweden en Noorwegen met 50, Zwitserland met 200, Uru guay met 200, Brazilië met 140, Transvaal met 40, Perzië met 300, Italië met 400, Engelsch Indië met 1100, China met 1200, Spanje met 1400, Rus land met 1000, Frankrijk met 11000, Vereenigde Staten met 800, Japan met 1000, Egypte met 60, Siam met 40, Duitschland met 7220 vierk. meter, waarvoor volgens art. XI van het algemeen regle ment 25 per vierk. meter moet worden betaald, wat volgens dezen maatstaf een huur zou bedra gen van ongeveer 1,070,000. In het gebouw voor machinen heeft Frankrijk 3000, België 2300, Nederland 1500, Duitschland 1500, Engeland 1500 vierk. meter en onderschei dene andere rijken te zamen 600 vierk. meter, waarvoor 12,50 per vierk. meter volgens ge noemd artikel moet worden betaald. In de galerij voor schoone kunsten, waarin plaatsruimte gratis is afgestaan, heeft Nederland een zaal van 15 bij 15 en zes zalen van 15 bij 7,50 meter. Duitsch land vier zalen van 15 bij 7,50, België een zaal van 15 bij 15, een van 15 bij 10, vier van 15 bij 7,50 meter, Frankrijk een zaal van 15 bij 15 en acht van 15 bij 7,50 meter. Verschillende landen 1 zaal van 15 bij 15 en zes zalen van 15 bij 7,50 meter. Buiten deze zijn er nog verschillende andere gebouwen, die onge veer 4000 vierk. meter in beslag nemen, alsmede vele restaurants alsde Duitsche groot 1500, de Bon Marché groot 1400, de Holl. restauratie groot 1800, de Fransche groot 1400 vierkante meter, welke alle door de firma Adlon en Todt geëxploiteerd worden en waarvoor 7,50 per vierk. meter moet worden betaald benevens tal van inrichtingen, die later zullen worden vermeld en die nog in aanbouw zijn. Duizende vreemdelingen zullen dit grootsche schouwtooneel komen zien en met ons land ken nis maken. De tentoonstelling zal nieuw leven geven aan handel en nijverheid en de voordeelen zullen niet gering zijn. Eene beschrijving van het aspect der tentoon stelling alsmede van de vele gebouwen afzonder lijk, voornamelijk van de schoone fascade voor het hoofdgebouw, waarvan de kosten, naar men zegt, meer dan 120,000 fr. beloopen, zal eerst dan kun nen gegeven worden, als alles gereed en afgewerkt is. De geschiedenis van een kop en schotel van Sèvres-porselein, die voor 650 in Den Haag zouden zijn overgedaan, is, van achteren beschouwd, een verzinsel. De hoogste prijs, voor Sèvres-porselein besteed, is, zooals een student in het L. D. mede deelt, 1800 voor een geheel theeservies en dit servies heeft nog geen kooper gevonden. Men kan dus wel nagaan, dat voor een enkele kop en schotel geen derde van die som zal zijn gegeven. Kwolle« 27 April. Nu de eieren verkocht worden bij groote partijen voor 2.25 a 2.75 de 100 stuks en de vette kalveren tot 1.15 de Kg., beginnen de boeren hunne eieren aan de kalveren te voeren, zoodat de prjjzen spoedig zul len monteeren. Aan de redactie der Middelburgsche courant. Voorloopig wensch ik door deze weinige regelen de schroefboot De Arend 46 reizen van en 46 naar Dordrecht, Rotterdam en Schiedam, terwijl 3 reizen van Rotterdam en Dordrecht door de stoomboot Zeeland werden verricht. Het goederenvervoer was niet onbevredigend. In den aanvang van het jaar werd de dienst der Noord-Brabantsch Zeeuwsche schroefstoomboot- reederij geopend, die een boot deed varen van Vlissingen over Middelburg en Zierikzee, naar 's Bosch en omgekeerd. Er werden 43 reizen ge daan van 's Bosch naar Middelburg. De resultaten waren zoo onbevredigend dat de dienst in 't begin van 1883 werd opgeheven. De stoombargedienst MiddelburgVlissingen werd geregeld voortgezet. Het vervoer nam ge durende de eerste helft van het jaar af, doch door een verlaging van het tarief met ongeveer 30 percent werd het verkeer weer levendiger, zoodat het aan het einde van het jaar een vierde meer bedroeg dan in de laatste maanden van 1881. li In ons vorig artikel hebben wij een en ander meegedeeld uit de wordingsgeschiedenis der ten toonstelling. Thans gaan wij over de uitvoering spreken. Waar de hechte grondslagen voor een goede zaak zjjn gelegd, komt alles aan om de uitvoering aan der zake kundige mannen op te dragen of toe te vertrouwenedoch voor alles dient reke ning te worden gehouden met de middelen want de guldenles, dat men de kosten moet berekenen voor men den torenbouw aanvangt, is nog even waar als vóór tweeduizend jaar. Wjj wenschen in geen bijzonderheden te treden omtrent de verschillende pogingen, die werden aangewend om in Nederland de oprichtingskosten bijeen te krijgen, noch in herinnering te brengen dat zoowel de regeering als het gemeentebestuur van Amsterdam ongenegen waren om de wel is waar enorme kosten aan de uitvoering verbon den aanvankelijk te dragen; maar wenschen met een enkel woord te vermelden, dat, toen alle pogingen die werden aangewend om de tentoon stelling een officieel karakter te geven, vruchte loos bleven, de particuliere industrie dezen reus- achtigen arbeid op de schouders heeft genomen; wjj zeggen dit echter onder protest tegen de be wering, die gelukkig maar de opinie van een enkele was, dat de tentoonstelling alleen het werk zou zijn van den speculatiegeest, want al moet het ook betreurd worden, dat de directe voor deelen, die nu reeds niet gering zijn, naar het buitenland gaan, toch ontvangt de tentoonstelling door de opening van H.H. M.M. den koning en de koningin op 1 Mei e. k. een officiëele wijding. De mannen die zich aan 't hoofd van de uit voering stelden, en die gemakkelijk onderling het kapitaal hadden kunnen bijeenbrengen, wenschten zich met de financieele quaestie niet in te laten, ofschoon zjj zich tot elke opoffering van tijd en moeite om de zaak te doen gelukken bereid ver klaarden. Toen in Nederland dus het kapitaal niet te vinden was, moest wel naar elders het oog worden geslagenen al is dan ook het kapitaal voor den bouw in het naburige België gevonden, met ge noegen zal men zeker vernemen, dat de bemid delaar tusschen den heer Agostini en de Société Anonyme een Nederlander is, nl. mr Haantjes te Rotterdam, die den ontwerper in kennis bracht met den heer Felix Tasson, een ingenieur uit St. Josse ten Noodeeen der voorsteden van Brussel, en welke heer reeds meermalen een werk zaam aandeel had aan de organisatie van andere tentoonstellingen. Deze en zijn compagnon, de heer Ch. Wasker, verklaarden zich bereid het benoodigde kapitaal bjjeen te brengen, wat dan ook spoedig gevonden werd door een combinatie van eenige mannen in Brussel, die zich constitu eerden onder den boven reeds genoemden titel van Société Anonyme. Hiermede waren de fonda menten gelegd, kon het grootsche plan tot uitvoe ring worden gebracht, en vangt dan ook de alles be- HOOFDSTUK IV. 19e familiescliult. Het kleine gezelschap had elkaar 's morgens reeds aan het ontbijt gezien. Frenna logeerde tijdelijk op de Terp en haar broeder en Frank waren er dien morgen uit Mo- gadion heen geroeid in een klein rank bootje, zoodat er geen „Goeden morgen" en ,,IIoe vaart ge meer behoefde gewisseld te worden. „Heeft de generaal met zijn adjudanten werkelijk den aftocht geblazen?" vroeg Mark voorzichtig. „Kit dacht dat het hijschen van den vlag een krijgslist was geweest en dat wij den vjjand nog in het bezit der vesting zouden vinden, terwijl Frank zich verbeeldde dat de dames niet langer buiten ons konden en in wanhoop„Komt geseind hadden," „Welk een inbeelding!" riep Frenna uit. „Welk een verdenking van dubbelhartigheid voegde Maud erbjj. „Dat denkbeeld van Kit zou nooit bij een rechtschapen mensch zjjn opgeko men." »Ik ben niet goed, dat weet ik wel", sprak Kit op druilerigen toon, »ik ben alleen mooi." Hierop volgde een uitbundig gelach, niet over den spreker, maar over de arme Maud, die eens, toen zjj nog heel klein was en knorren kreeg, volgens de overlevering, deze opmerking zou ge maakt hebben. Een dwaze kindermeid had haar kinderlijke jjdelhsid gestreeld en toen zjj over een stoutigheid onderhouden werd, had zij zich op deze onlogische manier verdedigd. sHet is schandelijk", zei mevrouw Medway, om Maud hare zwakheden te verwijten, nu zij die al zoo lang ontgroeid is." i Ja", stemde Kit met een ondeugenden glim lach in, »nu zij niet alleen mooi, maar ook talent vol is." »Mark," riep zijn zuster, met gemaakte ergernis, »waarom verdedigt gij mij niet tegen dien brutalen aanvaller, in plaats van over zijne onbeschaamheid te staan grinniken?" *Kit zou een aardigheid moeten zeggen, kind, al stond hij op het schavot", zei Mark met gesloten oogen, zooals hij gewoon was, als hij pleizier had. »Dat zal nog te bezien staan", zei Maud ondeugend. »Dat is een gevoelige steekriep Frank in de handen klappende. „Daar heeft Maud u leeljjk beet, Garston." Dank u, Frank; gij komt mij altijd te hulp", zei Maud. »0! ik weet wel dat ik mij nooit met Meade kan meten", merkte Kit aan. Dit werd natuurlijk in scherts gezegd, maar er lag toch een zekere bitterheid in, die een aan dachtig toehoorder niet kon ontgaan. Indien hij tegenspraak verwacht had, werd hij teleurgesteld maar Maud bloosde over haar geheele gelaat. Frenna wierp haar ook een zijdelingschen blik toe, als wilde zjj zeggen: waarom zegt gij geen woord tot troost voor den armen Kit En toen er geen antwoord kwam fronste zij het voorhoofd. >Kom", zei Mark, de stilte met gemaakte geestdrift verbrekende, waar zijn onze ballen en raketten Die uitroep was zeer geschikt om de vrooljjk- heid van het geheele gezelschap op te wekken daar iedereen wist dat Mark geen raket had en nooit speelde. »Gij luie jongen", riep Maud verontwaardigd uit, »wij gaan van middag geen tennis spelen, dat weet ge heel goedde heeren gaan de dames de rivier afroeien." »Maar Frank houdt zooveel van roeien", merkte Mark aan, „en de boot zal zooveel lichter zijn zonder mij." „Gij gaat roeien, Mark", sprak genoemde jonge dame, op gebiedenden toon. „Gij en Frank gaat met mevrouw Medway en mij in de familie- barge en Kit zal Maud in het kleine bootje roeien." Moederlief", begon Mark op klagenden toon, „is deze jonge dame hier baas in huis, of zijt gij het? Spreek toch zelf." „Beste jongen, ik geloof dat Frenna gelijk heeft," antwoordde mevrouw Medway ernstig. „De schikking, die zij voorstelt, is zeer goed." Het was natuurlijk voor alle partijen zeer aan genaam geschikt, maar terwijl Frenna daar op aandrong had zij slechts aan éen persoon, aan haar broeder gedacht. Zij wijdde zich geheel aan de belangen van Kit, of liever (neen laat ons zeggen te protesteeren tegen de minder aangename beschei denheid in uwe vermelding van de Fancy-Fair Mazurka. Dat het eene compositie is van blijvende waarde, ver van mij om dat te zullen bewerende oorzaak van haar ontstaan is bekend, en de tijd daartoe was kort. Velen vonden dat zij zoo aardig klinkt, en daarom liet de heer Smits haar drukken om mij het tijdroovende copiëeren te besparen. Dat de heer Smits, teneinde zijne onkosten te dekken, er eenige publiciteit aan wenschte te geven, daartegen heb ik mij niet verzet. "Waarom ookIk ben overtuigd datèn muzikale vorm, èn accoorden (harmonie), èn modulaties volgens de regels der compositie-leer zijn. Oorspronkelijk voor harmonie (blaas) orkest bewerkt, is toch de piano-partij naar de gewone zetwijze. Onder dankbetuiging, Hoogachtend A. de Jong. 28 April '83. Mijnheer de Redacteur. In uw nommer van Vrijdag 27 April werd mijn aandacht getrokken door uw schrijven over de Fancy-Fair Mazurka. U meende niet over dat stukje uit te weidenmaar veroorloof me dan de vraag of u niet begreep dat door de laatste alinea uwer laatste volzin een critiek uitgesproken werd, welke den schrijver der mazurka alles behalve aangenaam kon zijn? Naar mijn idee ware het beter op de gewone wijze wel critiek uit te oefenen, dan op zoo'n ongewone wijze erover te zwijgen. Met de opname van bovenstaande regels zult u mij ten zeerste verplichten. Hoogachtend Koen" Schraver. Dat de heer De Jong protesteert tegen onze meening, is geen wonderof hij evenwel daardoor verandering erin zal brengen Hij eischt het on mogelijke van ons door bij de beoordeeling het aannemen van verzachtende omstandigheden te verlangenof de componist éen dag of 20 dagen gewerkt heeft, en voor welke gelegenheid hij dat heeft gedaan, is ons onverschillig. Men zendt ons een stuk en vraagt ons oordeel waarom verlangt men dit over een stukje, waaraan blijkbaar weinig tijd en zorg is besteed Reeds den aanvang in een septime-akkoord dat vijf maten later door een hard nonen-akkoord wordt gevolgd, is niet schoon, en heel het eerste gedeelte der mazurka heeft iets arms doordat de melodie slechts loopt over twee maten en de baspartjj noodzakelijk daardoor doet denken aan vergun 't ons te zeggen een harmonica. In het tweede gedeelte der mazurka hebben we althans vier maten in plaats van twee voor de melodie, maar hier is de dansvorm verbroken doordat in den tweeden regel een maat te veel staatieder, die een weinig bekend is met dansen, begrijpt niet hoe in dit ge deelte een oneven getal maten kan staan. Al is 't de bedoeling van den componist niet om dat stukje als dansmuziek te laten dienenhij zal toch toestemmen dat in een mazurka het karakter moet behouden blijven. Wij komen aan het trio: hiervan moeten wij zeggen, dat de pianozetting niet schoon en dat de overgang tot het tweede gedeelte op zijn zachtst uitgedrukt verrassend is. Ten slotte is verzuimd aan den laatsten regel een maat toe te voegen het dans-<ew»po toch is in vieren en wij lezen zeven maten. Door dit alles kon moeilijk sprake zijn van lof, nog minder van aanbeveling. Vroeger gaven wij onze meening terloopsthans wat uitvoeriger ter wille van den heer De Jong. De heer Kornelis Schraver is wellicht nu vol daan. Hij make zich overigens niet al te onge rust over ons begrip. Red. erger) zij deed haar best om al zijne wenschen te vervullen, zelfs al ware het meer in zijn voordeel dat zij onvervuld bleven. Hij was voor haar wat Mark voor zjjne moeder was: haar oogappel, die door geen enkele hinderpaal, dien zij uit den weg kon ruimen, gedwarsboomd mocht worden. Sommige menschen zeiden dat Frenna haar broeder bedierfmaar niemand beschuldigde mevrouw Medway van Mark te bedervenmen zei alleen dat zij hem toegaf; maar de behandeling was in beide gevallen dezelfde. Het verschil lag in de personen die er het voorwerp van waren. Men daalde door den tuin en de woeste partij erachter naar de rivier af en het geheele gezelschap had dien weg reeds honderdmaal afgelegddoch was telkens weer getroffen door de schoonheid ervan. „Als ik uw huis verlaat, mevrouw Medway", zei Kit bij het overgaan van het rustieke brugje over den kleinen vijver, waar men misschien het mooiste uitzicht van het geheele landgoed genoot, iis het telkens of ik het Paradjjs vaarwel zeg." »En wat nog het ergste is," zei Mark, »om den vloek van den arbeid te ondergaan." Want de weg leidde naar het schuttehuis. De barge, zooals Frenna de boot van de Med- ways noemde, ofschoon het een lichte vierriems- schuit was lag daar vastgemeerd, benevens het kleine bootje, waarin de jongelui gekomen waren. De groote boot werd het eerst klaar gemaakt en mevrouw Medway en Frenna namen plaats op de kussens in weerwil van een laatste vraag van Mark: >Weet gjj zeker, Frenna, dat gij niet liever roeien wilt Wij halen u in voordat gij de punt om zijt", zei Kit terwijl, hij hen afduwde en daarna met groote zorg de kussens voor Maud in het kleine bootje ging terecht leggen. Wordt vervolgd.) gedrukt bij de gebroeders abrahams te middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 6