N° 96. 126® Jaargang. 1883. Dinsdag 24 April. K I T. a FEUILLETON. Middelburg 23 April. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzondérlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent: Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. MIDDELBURGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Niedwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Paube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. De ministerieele crisis is opgelostdadelijk 11a de terugkomst van Z. M. heeft de heer Heemskerk zich gehaast om de bewijzen te geven van zijne werkzaamheid en heeft hij een nieuw stel ministers den koning aangeboden. En de Zondag heeft ons de tijding gebracht van het optreden van dit nieuwe kabinet, een verschijnsel, dat zeker door de anti-revolutionai ren met weerzin zal worden waargenomen en wellicht de antipathie, die zij reeds tegen den heer Heemskerk hebben, zal vergrooten. Van 1 Maart af, dus ruim zeven weken, heeft de crisis geduurd en door den langen duur ervan zal zeker wel elke oplossing welkom worden geheeten; maar toch zal, dunkt ons, het lijstje van nieuwe namen over het algemeen een on- hevredigenden indnik maken Wist de heer Van Lijnden indertijd ons te verrassen met een kabinet dat door de keur van mannen van naam waaruit het bestond een goeden indruk maakte, van het meerendeel der titularissen die de heer Heemskerk bij elkander bracht, valt weinig of niets te zeggen. Misschien is dit aan eene zijde gelukkig. De heer Heemskerk zelf, wiens verleden op politiek terrein genoeg bekend is door zijn op treden van 30 Mei 1866 tot 3 Juni 1868 en van 26 Aug. 1874 tot 2 Nov. 1877; de heer Van der Does de Willebois, die laatstgenoemde campagne met hem meemaakte, en de heer Weitzel, die van 4 Oct. 1873 tot 24 April 1875 als minister van oorlog optrad, zijn de eenigen die van vroeger het ambt van minister kennen en door hun wederoptreden toonen nog niet te zijn afgeschrikt van een zetel achter de groene tafel. Het was nog in de dagen dat De Roo van Alderwerelt zijn stem deed hooren en zoo menig oorlogsminister den doodsteek gaf, dat de heer Weitzel optrad en heenging, grooten- deels tengevolge van de weinige ingenomen heid die zijne plannen tot hervorming van het onderwijs aan de militaire academie en dat tot herziening der militiewet ondervonden, en van de harde woorden die vooral door genoem den afgevaardigde bij de behandeling der be grooting van uitgaven voor de voltooiing van het vestingstelsel in Maart 1875 ten zijnen opzichte werden geuit. Al de overige nieuwe ministers zijn geheel onbekend met de eischen van politiek en par lement en staan tevens geheel buiten alle moge lijke quaestiën, die zoo vaak als scheidsmuren E£IE HKRISIKRlSCr. door James Payn. HOOFDSTUK I. Onder de muren van liet Kasteel. s>Wat een zalvende manier om iets voor te lezen," ging Meade voort. »Hoe komt ge daar toe, Mark? Het is om te stikken van lachen. Men zou zeggen dat gij zelf het gemaakt hebt." »Ik wou dat het waar was," merkte de stu dent vol eenvond aan. »Welke scbrjjver van den tegenwoordigen tijd weet op zoo verschillende wjjzen iets te beschrjjven Denk aan Cannogasta: wit en grijs dooreen, buitengewoon krullend en harigof Anobis, met éen voet onder zijn keel en den anderen onder zijn staart, aardig beest", zooals de oude kroniekschrijver hem noemt Genoeggenoeg", schaterde de reus en wekte alle echo's op door zijn hartelijken lach, waarmede Kit uitbundig instemde maar, naar het scheen, meer om de pret die de ander had, dan omdat hij zelf zooveel lust tot lachen had, een pmstandigheid die niet zonder beteekenis was tusschen oud-ministers en de vertegenwoordiging zich voordoen. Zij zijn, om een bekende uitdrukking te be zigen, geheel versche mannen op dat gebied en onbillijk zou het wezen om hen met tegen- ingenomenheid te begroeten alleen omdat zij ons voorgesteld worden door een man, die toonde zijne eigenaardige opvattingen te heb ben omtrent het parlementaire stelsel. Maar aan den anderen kant zien wij geen enkel lichtpunt dat ons aanleiding geeft om dit, grootendeels geheel onbekend, stel regeerings- mannen met^vreugde te aanvaarden. Zij kunnen meevallen; en wij meenen dat dit niet moeie- lijk zal wezen omdat niemand hooge verwach tingen van hen koestert. Hadden wij zoo gaarne een ministerie gehad dat, éen door zijn beginselen, eerbied aan de vertegenwoordiging zou afdwingen en daardoor krachtig had kunnen optreden met ingrijpende maatregelenzulk een kabinet is niet tot stand kunnen komen. De redenen daarvoor zullen wij wellicht nooit vernemen, bij het eigenaardig streven dat er in zekere kringen heerscht om dergelijke zaken verborgen te houden. Dit nieuwe ministerie-Heemskerk zullen wij daarom niet naar beginselen moeten vragen het zal zeker wel alle partijen onbevredigd laten en nu links en dan rechts de eene of andere gunst bewijzen, een werk dat toch ten slotte tot eigen nadeel uitloopt. Het antii evolutionaire element wordt, naar wij meenen, door den minister van justitie vertegenwoordigd, maar daarom zullen, naar ons gevoelen, de mannen zijner richting zich niet met den leider van het kabinet verzoenen. Het geheel zal, dunkt ons, een cabinet affaires willen zijn, maar of het daarin gelijk zal wezen aan het ministerie-Van Lynden in zijn beste dagen, blijft eene vraag, voor de toekomst om te beantwoorden. Wij zijn nu slechts verlangend naar eenige verklaringen van dat nieuwe kabinet. Vóór de verkiezingen in Juni is het zeker meer dan zaak dat de kamer nog eens bijeen- kome om met de nieuwe heeren kennis te ma ken en te vernemen of zij plannen koesteren en zoo ja welke. Dan eerst zullen wij iets meer kunnen oor- deelen over een combinatie van mannen, waar voor men iemand als de heer Heemskerk moet wezen om hen bij elkaar te brengen, en van wie de meesten, hoe bekwaam zij ook mogen zijn, nog hunne geschiktheid als mi nister moeten toonen. voor iemand die hem goed kende; want Meade was iemand die niet licht uitgelaten werd, terwijl de vroolijkheid van Garston spreekwoordelijk was geworden. Mark Medway sloeg hen heide gade, zonder een spier te vertrekken. »Het komt mij voor", sprak hij meêwarig, dat de schoonheden van onzen schrij ver u geheel ontgaan en dat gij alleen het be lachelijke opmerkt. Het geheele verhaal is, als men het goed beschouwt, zeer treurig en aandoen lijk. De opmerking hoe Faust zijn ziel verloor en ook dacht dat woordje ook vind ik be wonderenswaardig dat de duivel niet zoo zwart is als hij lijkt, noch Hades heet zoo als men zegt zou gisteren geschreven hebben kunnen zijn. En dan zijn beklagenswaardig eindeMaar als gij er niet van houdt, beste Kit, dan zullen wjj natuurlijk niet verder lezen." »Wel, om u de waarheid te zeggen, houd ik er niet vanZei Garston openhartig, »en nu wij toch onder ons zijn en ik weet dat gij het niet verder zult vertellen, zal ik u zeggen waar om. Ik vind die legende van df Faust een beetje te personeel." Personeel 1" stamelde Medway. Meade zei niets, maar richtte zich op éen arm op en zag den spreker met een verbazing aan, die niet ge heel vrij van achterdocht was. »Ja, ik weet wel dat Meade het niet zal gelooven," vervolgde Kit eenigszins geraakt. „Hij denkt dat ik niet meer ben dan een grappenma- Een nagekomen bijvoegsel der St.-Cl van gisteren en beden bevat een kon. besluit van 22 April. Daarbij wordt met ingang van 22 April, op het daartoe door hem gedaan verzoek, aan den heer m r C. Pijnacker Hordijk eervol ontslag verleend als minister van hinnenlandsche zaken, onder dank betuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem aan den koning en aan den lande bewezen en benoemd tot minister van hinnenlandsche zaken, de heer mr J. Heemskerk AzV, lid van den raad van state. Met ingang van 23 April wordt op het daartoe door hen gedaan verzoek eervol ontslag verleend aan de heerenm' C. Th. graaf Van Lynden van Sandenburg, als minister van financiënmr A. E. J. Modderman, als minister van justitie; jh* G. J. G. Klerck, als minister van waterstaat, handel en nijverheid A. E. Reuther, als minister van oorlog; W. P. Van Erp Taalman Kip, als minister van marine, en als minister van koloniën ad interimen jh* mr W. F. Rochussen, als minister van buitenlandsche zakenonder dank betuiging voor de vele en gewichtige diensten door hen aan den koning en aan den lande bewezen. Benoemd worden tot minister van buitenland sche zaken, jh* ra* P. J. A. M. Van der Does de Willebois, oud-minister van dat departementtot minister van justitie, m' M. W. baron Du Tour van Bellinchave, wethouder van 's Gvavenhage en lid der staten van Zuid-Hollandtot minister van marine, F. L. Geerling, gepensioneerd vice-admi- raaltot minister van financiën, W. J. L. Grob- bée, oud-hoofdinspecteur bij het departement van financiën; tot minister van oorlog, de gepensio neerde generaal-inajoor A. W. P. Weitzel, oud minister van oorlogtot minister van waterstaat, handel en nijverheid, J. G. Van den Berg, hoofd ingenieur bij de staatsspoorwegentot minister van koloniën, F. G. Van Bloemen Waanders, oud-directeur van binnenlandsch bestuur in Neder- landsch-Indië. De benoeming der nieuwe titularissen werd Zondagavond reeds gedeeltelijk en Maandag morgen aan al onze geabonneerden per bulletin gemeld. Ter herinnering herhalen wij wat wij in ons nommer van 13 Febr. reeds meldden dat in onze provincie dit jaar als leden van de provinciale staten moeten aftreden de navolgende heeren. In het district: Middelburg C. J. J. A. van Teijlingen, Th. van Uije Pieterse, mr N. J. C. Snouck Hur- gronje, J. P. I. Buteux, mr D. A. Berdenis van Berlekom en A. Smit. Goes mr J. C. R. van der Bilt, J. H. Bybau, en jhr mr J. J. Pompe van Meerdervoort. De heer J. W. Vader, die sedert den 24el Mei 1853 onafgebroken als lid der staten zitting had, wenscht, zooals men weet, niet meer als lid in aanmerking te komen. Zierikzee J. M. de Glopper, J. Hoogenboom Bz* en J. H. C. Heijse. Tholen mr Th. A. Wagtho. Sluis M. Mazure, mr F. J. Brevet en H. G. Hammaeher. H u 1 s t A. G. V. Hombach, Ch. C. P. Pierssens, ke, dat weet ik; maar het is niettemin waar dat k, toen ik een knaap van veertien jaren was vol verbeeldingskracht en zeer roekeloos van aard? een blad uit dat boek van doctor Faust geno men en mjj aan den duivel verkocht heb." HOOFDSTUK II. Ken vertrouwelijke mededeellng-. De uitwerking, door die bekentenis van Chris- toffel Garston op zijn beide hoorders te weeg ge bracht, was zoo groot als eenig verhalei' met recht van een alledaagsch gehoor kon verwachten, maar zij was bij beiden zeer verschillend. Medway liet zijn boek vallen en zag den spre ker met een ontzetting aan, die in de gegeven omstandigheden belachelijk zou geweest zjjn, als er niet zooveel ware genegenheid uit gesproken hadop Meade's gelaat daarentegen kwam een ernstige uitdrukking, die aan strengheid grensde niet dat hij geschokt was door de mededeeling van Garston, maar bij geloofde er niet aan en wars als hij was va.n alle bedrog in stoffelijke zaken had hij ook een afkeer van eiken humbug in die waarin hij een veel grooter belang stelde, namelijk in alles wat een physiologisch onderzoek betrof. »Ikgeef u mijn woord van eer", zei Garston plechtig, die het ongeloof van den ander even duidelijk op zijn gelaat las, alsof erop geschreven mr F. J. F. M. Walter en H. A. A. baron Collot d'Escury. Onder die aftredenden zijn vijf leden van ged. staten en wel de heeren mr N. J. C. Snouck Hur- gronje, J. P. I. Buteux, mr J. C. R. van der Bilt, J. H. Byhau en J. H. C. Heijse. Het kohier der plaatselijke directe belasting op de inkomsten in de gemeente Middelburg over het jaar 1883, bevat 3229 aangeslagenen, (tegen 3222 over 1882), verdeeld als volgt 1883 1882 300 tot 400 inkomen 1292 1291 401 500 471 460 501 600 276 275 601 700 165 163 701 800 140 133 801 900 91 84 901 1000 121 131 1001 1200 109 114 1201 1400 88 79 1401 1700 75 78 1701 2000 76 80 2001 2500 85 90 2501 3000 51 52 3001 3500 34 34 3501 4000 22 21 4001 4500 13 16 4501 5000 12 14 5001 6000 24 23 6001 7000 12 14 7001 8000 12 12 8001 10000 18 16 10001 12000 15 16 12001 14000 12 11 14001 17000 5 4 17001 20000 2 3 20001 24000 2 2 24001 28000 3 3 28001 32000 1 1 40001 50000 „22 In de 29e klasse, de inkomens omvattende van 32001 tot 40000, is niemand aangeslagen. De commissaris des konings in Zeeland heeft bepaald, dat de aflevering van de bij de nationale militie, voor de lichting van dit jaar, in te lijven manschappen uit de gemeenten dezer provincie zal geschieden op de plaatsen, dagen en uren hierna vermeld. Op Dinsdag 1 Mei 1883 te Middelburg op de bovenvoorzaal van het raadhuis, des voormiddags te 10 uren, allen uit de verschillende gemeenten dezer provincie die zich voor de zeemilitie hebben aangemeld. Op Woensdag 2 Mei 1883 te Tholen in het voorportaal van het raadhuis, des voormiddags te 9f uur, die der gemeenten gelegen in de eilanden Tholen en St. Philipsland. Op Vrijdag 4 Mei 1883 te Goes op de koop mansbeurs aan de Markt, des voormiddags te 91 uur, die der gemeenten gelegen in Zuid-Beve land, en de gemeenten Boschkapelle, Graauw, Hengstdijk, Hontenisse, Ossenisse en Stoppeldijk. Op Maandag 7 Mei 1883 te Vlissingen in het stond: »Datis gelogen f'dat ik u de eenvoudige waarheid vertel. Het is ditzelfde boek, door mij naar school genomen uit de bibliotheek op de Terp, dat het mij ongetwijfeld in het hoofd gebracht heeft. Op bladzijde zestien zult gij alle aanwijzingen, vinden voor het geval dat gij denzelfden koop mocht willen sluiten met den heer, dien Faust tamelijk onbeleefd als men bedenkt dat hp in dien tjjd niets van hem wist den helschen prins van het oosten noemde." Gij zijt toch evenwel niet persoonljjk ftah hem voorgesteld merkte Meade droog aan. »Neen, dat niet", gaf Kit toe, »ofschoon ik waar lijk somtijds wel eens dacht dat hij de gedaante van den ondermeester had aangenomen. Herinnert gij u Brabazon nog, Medway?" Mark gaf door een gebaar van walging te ken nen dat hij zich dien maar al te goed herinnerde, „Doet hij n niet denken aan de beschrijving van Bachus met zeer korte beenen als een stekel varken en een geel bovenlijf, denk eans aan zijne vesten, en het ondergedeelte van verschillende tinten, herinner je zijn pantalons eens. »Maar gjj hebt toch de overeenkomst, waarvan gij spraakt, niet met Brabazon gesloten, beste Gar ston?" vroeg Meade, »gjj dwaalt af, zooals de keukenmeid tegen den aal zei dien zjj levend vilde. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1