BUITENLAND. Staten-generaal. Scheepvaartberichten. Verdeeling van markgronden. De verbetering der Schelde te Antwerpen. tot Nut van Algemeen hééft besloten pogingen aan te wenden om het standbeeld van Jacob Cats te Brouwershaven te restaureeren en te verplaat sen. Door ophooging van het terrein waarop het beeld staat, is een en ander, ofschoon reeds lang wenschelijk, nu noodzakelijk geworden, vermits anders het voetstuk een halven meter door den beganen grond bedekt zoude worden. Het standbeeld van Cats is door het departe ment Schouwen opgericht in het jaar 1829 en behoort daaraan nog altijd in eigendom. Colijnsplaat, 17 April. In de Maandag avond gehouden gecombineerde vergadering van kerkvoogden en notabelen is besloten den grond, benoodigd tot het bouwen van een nieuw school lokaal, aan de gemeente af te staan tegen f 1000 voor de 12,72 A. j Biervliet» 17 April. De gezondheidstoestand laat dit voorjaar in onze gemeente veel te wen- schen over. Een lastige hoest heerscht al sedert het verloopen najaar onder de kinderen, terwijl vele ouderen van dagen door felle koortsen bezocht worden. Het aantal sterfgevallen is nu buitengewoon hoog te noemen, en niettegenstaande nog geen derde deel van het jaar 83 voorbijgegaan is, wordt het getal overledenen van het geheele jaar 1882 reeds overtroffen. Een Overjjselsche boer, uit Rjjssen, bracht Woensdag jl. het geheele station Haarlem in rep en roer en had de onnoozele oorzaak kunnen wezen van groote ongelukken. Op zijn reis naar een familielid nl. was hij aan genoemd station afge stapt en de restauratie der dames binnenge dwaald. Door den schralen wind en het stof wat dorstig geworden, vroeg hij aan eene dame, of ze ook kans zag, hem een glas bier te bezor gen deze antwoordde: «Wel man, dan moet je maar aan gindsche bel trekken", doelende natuurlijk op het schellekoord in den hoek dei- kamer. Het boertje tuurde in de aangewezen richting, doch zag nietsmaar eindelijk, jahoe had hij ook zoo dom kunnen zijn daar hing immers buiten de deur een klok en een heel groote ookIn een ommezien was onze Rjjssenaar de deur uit en het perron opgesneld, waar hij uit alle macht aan de afluibel begon te trekken. Alge- meene ontsteltenis onder de beambten, vooral daar er juist twee treinen tot vertrek gereed stonden. En terwijl men den klokkeluider bij de kladden pakte, bleef deze als een bezetene roepen „een glas bier wou ik hebben Eene groote zonde. Te Minnertsga heeft de kerkeraad der herv. gemeente geweigerd dit jaar attesten van zedelijk gedrag af te geven aan drie personen, die lidmaten der herv. kerk wenschen te worden, omdat deze personen op Zondag wel eens biljart spelen. Omtrent de ongeregeldheden te Venendaal wordt nader bericht Zaterdag jl. besloot de directie van de stoom weverij el1 spinnerij, dat wegens den slechten ver koop der artikelen eene loonsvermindering van 10 pet. zou plaats hebben. Den heer Creveld, onder-directeur, belast met de praetische leiding, werd opgedragen het fabrieksvolk, ten getale van ruim 800, hiermede in kennis te stellen. Dit be richt viel natuurlijk in geen goede aarde, doch de zondag ging rustig voorbij, hoewel de hoofden bij elkander werden gestoken, 's Maandags morgens, tegen den tijd dat de arbeid zou hervat worden, schoolden troepen voor de fabriek samen en wei gerden het werk te hervatten, waarbij de beter- gezinden gedwongen werden om gemeenschappe lijke zaak te maken. Vrouwen en kinderen voeg den zich weldra bij hen en onder het zingen van: «Hop! hop, hop, hangt directeur Creveld op!" werd naar diens woning getrokken, waarvan de glazen werden verbrijzeld. De bewoners hadden zich intusschen verwijderd. Joelende en schreeuwende trok de menigte dooi de straten en ofschoon geen verdere baldadighe den in den loop van den dag plaats hadden, be greep de burgemeester tijdig versterking van macht te moeten aanvragen, ten einde grootere ongeregeldheden te voorkomen. Door den militairen bevelhebber te Arnhem werd daarop een detachement van 30 man infan terie, 2 onderofficieren en 4 korporaals, onder kommando van den le" luitenant Mira.ndolle, af gezonden, dat reeds des avonds ter plaatse was en voorloopig op het raadhuis en bij de ingeze tenen werd ingekwartierd. De Maandag avond en de Dinsdag gingen vrij rustig voorbij. Alleen bewoog zich veel meer volk dan gewoonlijk langs de straten. De gemoederen blijven wel zeer onrustig, doch men verwachtte dat heden weer velen aan het werk zouden gaan. Bjj trommelslag werd nl. gisteren namens de directie der stoomspinnerjj en weverij bekend ge maakt, dat heden ochtend de fabriek weder in brom twee kleine handschellen, heeren en dames. Nu komt het zuchten en snikken en de koude luchtstroom. Hjj schoof een derde paneel weg en vertoonde een grooten blaasbalg, die rechtstreeks op de toeschouwers gericht was en langzaam op en neer begon te gaan, met een geluid dat op een akelig gekerm geleek en de koude lucht werd duidelijk gevoeld. «De zucht van het graf", zei George met eene nieuwe aanhaling uit het Relaas. «Vervol gens zult gij heeren en dames, o daar is het al thans viel het beschot weg, «nu komen de skeletten." Daar verschenen zij en begonnen te dansen, alsof zij er zich zelf over schaamden. »Het zijn er drie; gaat hen gerust bevoelen, wie lust heeft het zijn gewone doodsbeenderen, die met touwtjes aan de zoldering, waaruit zij gevallen zijn, hangen. Dit is de groote optocht hé Dick Hij vervolgde zijn citaat uit het Relaas niet verder, want Laura stond met een toornigen blik en hoogroode wangen strak voor zich te kijken. «Vervolgens" ging hij voort, «krijgen wij den ouden heer in eigen persoon." En inderdaad kwam op dat zelfde oogenblik de oude, waggelende gedaante weêr voor den daghet was zoo onmis kenbaar een opgevulde pop, zijn gelaat was zoo duidelijk een masker, en zoo zeker van witte wol gemaakt, zijne kniëen waren zóo slap, uit ge brek aan zaagsel, en de geheele verschijning was zoo onuitsprekelijk armzaligverteerd door de mot, zoo haveloos en vervallen dat het onmoge- Ijjk was om er niet om te lachen. Iedereen werking treedt, zoo een voldoend aantal arbeider» zich tot het hervatten van den arbeid op de hun bekende voorwaarden aanmeldt. Zij echter, die door hun gedrag aanleiding hebben gegeven tot gegronde klachten, worden niet aangenomen. De goedgezinde arbeiders zullen door de militaire macht beschermd worden, opdat zij geen overlast der kwaadwilligen hebben. In een gemeente in het graafschap Zutphen kreeg dezer dagen een raadslid in de raadszitting quaestie met den voorzitter. Toen de burgemeester hem van stijfhoofdigheid beschuldigde, riep hij in edele verontwaardiging uit »A'k mien eigen heufd nêêt volgen z&l, wat „döö'k er dan mee!" Een kwajongensstreek kostte een Delftsch stalhouder eenige honderden guldens. Een zijner knechts had een vigilante uitgehaald om schoon te makentoen hij zich een oogenblik verwijderd had, namen eenige jongens de steenen weg die achter de raderen waren neergelegdde vigilante liep achteruit in de gracht van het Oude Delft, om, na een eind weg voortgesleept te zijn, deerlijk beschadigd op het droge te worden gebracht. De toestand van den heer Chrispjjn tooneel- speler te Rotterdam die onlangs door eene bloed spuwing werd getroffen, verbetert. Het zal ech ter nog lang duren, eer hij weer de planken zal mogen betreden. Te Geldermalsem wierp een kind van een jaar, tjjdens de moeder afwezig was, een pot met heete koffie om en bekwam zoo hevige brand wonden, dat het aan de gevolgen overleed. In W., een aanzienlijk dorp in 't noorden der prov. Groningen, kwam zich een huisgezin, bestaande uit man, vrouw en eenige kinderen, uit eene naburige gemeente vestigen. Daar dit gezin als type van de zeven magere koeien van Farao kon dienen, juichte de eene gemeente zoo luid over 't vertrek als de andere vloekte op de aankomst. Nog grooter werd die verstoordheid, toen het bleek, dat de eerste borg stond voor een jaar huur, waaruit gemakkelijk de bedoeling af te leiden was, dat ze tot eiken prijs het lastpostje wilde overdragen. De zeven arme drommels moes ten het echter misgelden. Hun werd na een jaar, op hun verzoek om onderdakhet badhuisje aangewezeneen houten, licht betimmerd ge bouwtje van omstreeks 5 M2 oppervlakte. Gewil lig betrok het gezin de in alle opzichten nieuwe woning, en zoo goed en zoo kwaad het ging, wer den de weinige meubels neergezet en het bed uitgespreidde tafel diende tot hemel. Intus schen had ook een tante zich bij hen als kost- gangster aangemeld, die bereidwillig onder 't gast vrije dak werd opgenomen. De ruimte was klein, doch ventilatie was er genoeg, 't Werd October en het salon erg luchtig. Eenige dames gaven alsnu wat kleeren en een tapijt om de koude te temperen. De ongenoode gasten gingen nog altjjd maar niet weg. Het werd echter al kouder en kouder; de men- scheljjkheid gebood een meer tegen de koude beschuttende verblijfplaats voor hen te zoeken. Wie zoekt die vindt het lijkhuisje werd hun nieuwe woning. Daar hadden ze het warm en wel een waar Eden, volgens hunne opvatting. Maart komt, een echt zomersche maand, volgens het gevoelen van de gemeente W. De zeven magere nieuwe ingezetenen moeten, met de in wonende tante, weer verhuizen naar het badhuis, hun zomerverblijf. De gasten denkten echter nog volstrekt niet aan het verlaten eener hun door al die «weldaden" dierbaar geworden gemeente. Deze blijft met hen opgescheept. (A.) Gustave Aimard, die door zjjne boeiende verhalen vele jonge harten heeft veroverd, wordt wegens een aanval van krankzinnigheid thans in het asyl van Sainte-Anne verpleegd. Zijne romans zijn even populair als die van kapitein Mayne Reid, een ander meester in dezelfde school. De Fransche schrijver doorleefde vele der gebeurtenissen, die hij zoo wegslepend beschrijft. Hij begon zijn leven als kajuitsjongen en reisde door een groot gedeelte van Amerika te voet. Zijn eerste werk was De Pelsjagers van de Arkansas, en al de volgende verhalen waren op dezelfde leest geschoeid. Aimard had den laatsten tijd veel van zijne popu lariteit verloren: de tegenwoordige jongens houden meer van Jules Yerne. In de magazijnen van Symonds te Londen, die een groot aantal vette waren en teer bevatten, is Zaterdag nacht brand onstaan. Op de tweede verdieping woonde mistress Woollard met hare vier kinderen. Ondanks de heldhaftige pogingen der redders- is men er niet in geslaagd in de woning door te dringen, die aan alle kanten door lachte dan ook harteljjk tot de heer des huizes in kluis; alhoewel hij met deernis gevoelde dat dit gelach weldra tegen hem gekeerd zou wor den. Laura lachte evenwel niet mee; zij keek ijskoud voor zich, vol wrok en schaamte, en Ri chard lachte ook niet, omdat hij overtuigd was dat Laura het hem nooit zou vergeven indien hij op dit oogenblik lachte. Hij bewaarde dus een plechtig stilzwijgen. Ditmaal citeerde niet George Dalmahoy, maar een van de bruidsmeisjes het volgende uit het Relaas «de zachte, vriendelijke glimlach, waar mede hij zijn gelaat naar ons toekeerde; en, de eerwaardige handen opheffende, zegende hij ons." Het was een mooi meisje, van wie men zei dat zij gehoopt had op Richard Dalmahoylatei- huwde zij met George maar 't is zonderling, Laura houdt niet veel van haar De arme voorzaat verdween in het tegenover liggende paneel. „Hij ga,at heen en terug", zei George, „als wij de vertooning herhalen komt hij daar uit en gaat naar dien kant. De voorstel ling is bijna afgeloopen en, heeren en dames, ik ben overtuigd dat gij, dit lokaal verlatende zult moeten verklaren nooit zulk een grootsch en kunstig bedacht uurwerk gezien te hebben." Zoodra de deur open was ging Laura er het eerst uit, gevolgd door Richard, dien zij echter ruw op zijde duwde; daarop ging zij naar haar kamer en men zag haar dien dag niet meer. Toen de etensbel luidde, liet zij zeggen dat zij hoofdpijn had. Haar vader zocht ook gedurende eenigen tijd de eenzaamheid opdoch aan het diner verscheen hij de vlammen omgeven was. Later vond men de verbrande lijken van de dame en hare vier kinderen. De groothertog van Mecklenburg-Schwerin is overleden. Hij was 60 jaren en slechts weinige dagen ziek geweest. De keizer van Duitschland verliest in hem niet alleen een neef een zoon zijner zuster maar ook een geschikt bevelhebber en een vriend. Gedurende den oorlog van '70 had de hertog het bevel over het Loire-leger. Driemalen was hij gehuwd, eerst met eene prinses van Reuss, dan met eene Hessische prinses, en ten laatste met prinses Marie von Swarzburg-Rudol- stadt, die hem overleeft en weinig meer dan zijn halven leeftijd heeft. Hij laat vele kinderen na. Zijn oudste zoon ligt ziek op Sicilië. De Amerikanen zijn krantenverslinders. In de Vereenigde Staten bestaan nu 11,196 bladen van alle soorten, of 485 meer dan het vorige jaar. Dagelijks verschijnen er 10,162 en weekbladen zijn er 1,034. De heeren Cochery, Fransch minister van posterijen en telegrafie, Hérisson, minister van handel, en Felix Faure, afgevaardigde van Havre, zijn in Liverpool aangekomen om een onderzoek intestellen naar het Engelsche mail-systeem. Zij bezochten verschillende stoomschepen en werden door den mayor der stad onthaald. Een jonge kleermaker stond in Londen te recht wegens het beleedigen van zijne moeder. Deze beweerde neergevallen te zijn door den slag, haar door den zoon toegebracht. De beklaagde ontkende dit niet, maar gaf het volgende op tot zyne verontschuldiging Zijne moeder, zeide hij, die sedert zij tot het Yerlossingsleger was toege treden, beweerde „uitverkoren te zijn bij uitstek", verzuimde steeds haar vrouwelijke plichten. Hij en zijn vader waren verplicht alles zelf te doen, tot het schillen van de aardappels toe. Den laat sten Zondag was zij er tegen opgekomen dat hij een paar kousen afmaakte, die hoog noodig wa ren dit was ontheiliging van den Sabbath. Hier door was de twist ontstaan, waarin de slag was gevallen. De jonge man kreeg een strenge repri mande en een flinke boete. Na Brady, die ter dood werd veroordeeld, is in Dublin het proces tegen Curley aangevangen hierin moeten 22 getuigen worden gehoord, onder welke er drie zijn die kunnen verklaren dat zij Curley in het Phoenix-park gezien hebben op het oogenblik van den moord. Vijftig burgers van Dublin, die tot gezworenen gekozen waren, versche nen niet en zjjn daarom veroordeeld tot een boete van 100 p. s. ieder. De datum, waarop Brady zal worden ter dood gebracht, is bepaald op Pinkster Maandag, den grootsten feestdag van de Du- blin'sche bevolking. Het is in deze dagen van ontploffingen noodzakelijk de middelen te kennen om uitte- maken of een vloeistof nitro-glycerine is of niet. Er bestaan vele olieachtig-uitziende, geelgekleurde, reuklooze stoffen, die men ermede zoude kunnen verwisselen. Wanneer men een tiende van een droppel op de tong neemt dan gevoelt men na een minuut kloppingen in het hoofd, met name aan de slapen, een gevoel van samentrekking in den nek en een versneld kloppen van het hart; deze verschijnselen verdwijnen spoedig en hebben geen slechte gevolgen. Men kan ook tien drop pels nitro-glycerine mengen met negentig drop pelen wijn, of brandewijn of whisky. Deze stof werd in de geneeskunde ingevoerd door Dr. Hering uit Philadelphia in 1849. In 1853 werden een aantal proeven, ermede gedaan, openbaar gemaakt; en sedert dien tijd wordt het als medicijn zeer veel gebruikt. CVoorlVerslag De groote meerderheid ontving het ontwerp met voldoening. Sommigen echter trokken het voor deel in twjjfel en meenden dat verdeeling van marken aan groote grondeigenaars ten goede komen, maar in den toestand der kleine land bouwers enz. achteruitgang veroorzaken zouzelfs de grootere landbouwers zouden benadeeld worden, daar de plaggenbemesting, ofschoon weinig aanbe velenswaard, onontbeerlijk is voor de hooge zandgrondendeze leden beriepen zich op den achteruitgang in het Gooi en het ontstaan van Hoenderlo. Andere leden vonden andere oorzaken voor den achteruitgang; in Friesland bleven ook de nadeelen van de heide-verdeeling uit. Weder anderen, wel voor verdeeling gezind, wezen er echter op dat de invloed daarvan veelal onmerk baar langzaam gaat Men wees er ook op, dat in den regel na verdeeling het gemeenschappelijk bezit nergens wordt teruggewenscht. even gul en opgewekt als altijd, zelfs eenigszins opgeschroefd vroolijk en bij het dessert stelde hjj een dronk in op George Dalmahoy, die, zooals hij zeide, het huis bevrijd had van een onaangenamen bewoner, van een spook, waarvoor zij hem allen zeer dankbaar waren. Al de familieleden spraken hun dankbaarheid uit en het meer vermelde bruids meisje moest er erg om lachen. George stelde voor om nog een opvoering te geven, maar de heer Membling vond dat men ook van een mechaniekspook genoeg kon krijgen. Dus bracht de onverbiddelijke gast den heelen avond, tot zjj gingen dansen, door met uit te leggen hoe hij de geheimen der machinerie ont dekt had; de veer die door de opengaande deur opgewonden werd, de glibberige olie en den ge- heelen toestel. Dit alles viel niet zeer in den smaak der familieleden, daar het wel een bewijs was voor het werktuigkundig genie van hun overgrootvader, maar tevens de glorie van het oude geslacht geheel wegnam. De huwelijksinzegening, den volgenden, dag liep eenigszins somber af. Het was alsof de poëzie er aan ontnomen was. Een mooi spookDie par venus matigen zich aan een spook te bezitten, terwijl er zooveel waarlijk oude families zijn, die er geen hebben of hoogstens de herinnering eraan bewaren. En de wittebroodsweken zouden zeker een tijd van verwijtingen zijn geworden, indien Richard zich niet terstond flink had laten gelden en gezegd had dat hij voortaan geen woord meer over spoken wilde hooren. EINDE. De meerderheid was voor het beginselver scheiden leden echter achtten de macht, aan éen persoon toegekend, te groot. Sommigen wilden ver deeling als 1/3 deel deze verlangt. Anderen wilden goedkeuring van gedep. eischen als niet 1/2 of 1/3 der stemmen wordt verkregen. Men wees erop, dat de gemeenschappelijke bos- schen niet zijn vermeld. De meerderheid wilde die niet in de wet begrijpen, waar men juist ver- deelen wil om boschcultuur aan te moedigen. Anderen meenden, dat men niemand mag beletten, zijn voordeel te doen met boschuitroeiing op eigen grond. Algemeen wenschte men verklaring van de regeering ten deze. Er werd op gewezen dat niet voldaan wordt aan de voorwaarde, in 1843 bij verkoop van woeste gronden aan Geld. en Utr. gemeenten gesteld, dat die ontgonnen zouden worden3/4 der 25,000 hectaren ligt nog onaangeroerd. De staat, bij art. 1 gevoegd, bleek onnauwkeurig. Zoo zijn de Maasburgsche heiden (Utr.) en de Friesche meenscharen niet vermeld. De termijnen van art. 4, 1° en 2°, achtte men algemeen te kort. Reeds eenigen tijd is men te Antwerpen bezig aan een werk, dat langzaam maar zeker vooruit gaat en allengs een grootsch karakter aanneemt. Het staat onder leiding van den heer Coizeau, onder de controle van een regeerings-ingenieur den heer Mattbys, en is ondernomen door de heeren Couvreux en Hersent, wier namen door het kanaal van Suez reeds bekend zijn. Zjj zijn eerst op het denkbeeld gekomen, toen zij langs de nieuwe kaden reeksen huizen zagen verdwjj- nen, en de groote stoomschepen aan de zuidelijke kade zagen vastgemeerd op de plaats, waar vroe ger kleine booten ternauwernood werden toege laten. De omstandigheden hebben de ondernemers begunstigdde twee laatste winters zijn zoo zacht geweest, dat zij het werk niet behoefden te staken, en men kan haast voorspellen, dat de le Maart 1884, de datum van de levering, niet zal worden overschreden. Omtrent deze onderneming vinden .wij het vol gende opgeteekend. Men zal zich herinneren, dat eene wet van 17 April 1874 de verbetering van de kaden aan de Schelde als van openbaar nut decreteerde, na- meljjk de verandering van de onregelmatige Ijjnwaarin de oudeonvoldoend diepe kaden liggen, in een groote cirkellijn. Het gevolg zou hiervan zijn eene natuurlijke verdieping van den stroom langs de kamuren en de vorming van een regelmatigen en genoeg breeden thalweg, om aan de grootste schepen de kustwendingen en het liggen aan de nieuwe kaden mogeljjk te maken. Het werk is verdeeld in vier secties. De eerste sectie omvat het maken van een dijk in verbinding met de reede en van een gedeelte der kaden van het uiterste zuidelijke punt af tot dicht bjj het oude spoorwegstation van het land van Waes. Dit gedeelte der kaden strekt zich thans uit langs het geheele zuideljjk kwartier. Het werk van deze sectie is geheel voltooid, niet alleen wat de kaden zeiven en de reeds lang voor de scheepvaart opengestelde bassins aangaat, maar ook het aan de stad toekomende gedeelte van het werk is geëindigdde gebouwen staan er, de afvoerbuizen zjjn gemaakt, de kaden zjjn bestraat alleen de hydraulische kranen moeten nog ge plaatst worden. De tweede sectie omvat het aanleggen der kaden van het punt waar de vorige eindigt tot aan de Werf of Tête de Qrue. Deze kaden zjjn vol tooid, doch er moeten nog twee gebouwen gezet worden met plate-forme, waarop men het gezicht zal hebben over de gansche reede. Het gedeelte der oude kaden tusschen de Werf en den ingang der beide oude havens moest de vierde sectie uitmaken, doch te voren moest eene derde sectie worden voltooid, die van dezen ingang loopt tot de sluis van Kattendjjk, dus tot het uiterste punt van de nieuwe Noordeljjke kaden. De derde sectie is goed gevorderd, wat de kade betreft. Zjj wordt over honderd meter reeds gebruikt, en het andere gedeelte van honderd meter zal spoedig in gebruik komen. Yan de vierde sectie moet nog een gedeelte van 450 meters worden afgewerkt, en hierlangs is men begonnen met de terassering-werken. De aanleg van een tramway op de nieuwe kaden is eene zaak van particulieren, waarover later zal beslist worden, en waarvoor toestemming noodig is van de regeering. De diepte der kaden is ver schillend in de eerste sectie gaat zjj van 10, 50 tot 13 meter bjj laag water, in de breede tot 14, en bjj Kattendjjk tot 16 meter. Hier bereikt de muur eene hoogte van 22 a 23 meter, die over eenkomt met de hoogte van het groot entrepot te Antwerpen. Reeds zjjn tien millioen franken aan de werken besteed, om niet te spreken van het aanleggen der nieuwe kaden. Dag en nacht wordt er gewerkt. Elk uur zjjn de werkkamers, die op sommige punten 16 meters onder laag water liggen, in vol len gangdaar wordt gegraven en met beton ge metseld bjj het licht van Swan-lampen. Vlissing-eu, 18 April. Vertrokken de Ned. brik Nerva, gezagv. Larsen, op avontuur. Gepasseerd Ned. schoener Regnera, gezagv. Wor- telboer, van Antwerpen naar Memel. GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 6