N" 92.
126* Jaargang.
1886.
Donderdag
19 April.
BUITENLAND.
Middelburg 18 April.
Onderwijs.
Rechtszaken.
Gemengde Berichten.
Gemeenteraad van Middelburg.
Algemeen Overzicht.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A van Nieüwenhuuzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Baube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
De Tijd is zoowel tegen algeheele als tegen ge
deeltelijke grondwetsherziening. Hij acht geen van
beide gerechtvaardigd, ook niet om het onderwijs
artikel 194, dat, meent het blad, noch naar de
letter, noch naar den geest der bewoordingen, de
tegenwoordige schoolwet noodig maaktzij is
thans tevens gevaarlijk, omdat de tegenwoordige
tweede kamer te gedemoraliseerd is voor zulk een
arbeid. Allereerst is een «rechtvaardiger, redelijker
en zedelijker regeling van onze verkiezingswetten"
noodig.
De Tijd beweert, dat dit laatste onder onze
tegenwoordige grondwet te verkrijgen is, maar dat
is juist de vraag. (Rand.)
Ook de Maasbode verklaart zich tegen grond
wetsherziening, en neemt de gelegenheid te baat
om haar leedwezen te betuigen dat de anti-revo
lutionairen niet genoeg hunne dankbaarheid toonden
voor verleenden steun. Het bezigt daarbij het
dreigement dat de katholieken in Juni de anti
revolutionaire candidaten zouden laten vallen.
Dit laatste kunnen wij voor notificatie aannemen.
"Wanneer eenmaal de verkiezing in het land is
slaat men toch een anderen weg in.
Geen wonder dat de Standaard met hooghartig
heid en gerustheid antwoordt.
»Op dit punt, de Maasbode weet het, zijn we nu
eenmaal pachydermen (dieren met dikke huid) van
het onaandoenlijkste soort.
Voor zoover ons bekend, zit er geen enkel anti
revolutionair lid in de kamer voor zijn eigen ge
not, en zal geen hunner ontroostbaar zijn, als hij
zijn kamer in de residentie kan opzeggen.
«Voorts, naar de zaken hier te lande staan en
stonden, houden we de roomsche leiders voor veel
te leep, om op anti-revolutionaire candidaten ooit
anders te stemmen, dan overmits dit hun wen-
schelijk voorkomt in het belang van land en luy-
den; ook in dat van hun eigen party.
«Het is dus niet vermoedelijk dat ze dit een dag
langer doen zullen dan hun noodig dunkt, maar
ook geen dag eer laten zullen, dan hnn oirbaar
schijnt.
«Van ons te gerieven, komt dus ten deze niets in."
Van dankbaarheid wil het antirevolutionaire blad
dus niet weten.
Al zulke bewegingen zullen toch geene veran
dering brengen in de hulpvaardigheid der katho
lieken. De Standaard heeft gelijkhet is slechts
om eigentwil dat zij helpen.
Vlissingen. 18 April. Heden ochtend
kwam met het stoomschip Prinses Marie alhier
aan het buitengewoon gezantschap van Madagas
car, dat in zake het geschil met Frankrijk de
belangen van Madagascar bij het Engelsche hof
heeft bepleit.
Het gezantschap vertrok met den trein van
7.25 naar Berlijn. Door de staatsspoorwegen werd
een extra salonrijtuig ter zyner beschikking gesteld.
Vlissingen, 18 April. Door den brigadier
der rijksveldwacht zijn heden opgespoord en aan
gehouden drie jongens, die Zondag de duinhelm
in brand staken.
Volgens de Nat. Zeit. is de toestand van prinses
Marianne der Nederlanden, die zich op haar land
goed Rkeinhardshausen nabij Erbach in Nassau
bevindt, zoo weinig geruststellend, dat hare doch
ter, hertogin Wilhelm van Mecklenburg-Schwerin
en hare schoondochter prinses Albrecht van Prui
sen zich naar de hooge lijderes begeven hebben.
Het Dagblad daarentegen meldt dat de toestand
der prinses vooruitgaat en alle bezorgdheid gewe
ken is.
Van de 85 aspiranten, die zich aanmeldden
voor de gisteren afgeloopen akte-examens in Zee
land, trok zich 1 terug en bleef er een weg ten
gevolge van ongesteldheid. Van de overigen
slaagden 61 en werden er 22 afgewezen.
Z. M. heeft boven de rijks-vergoeding van 30
pet., bedoeld bij art. 45 der wet van 17 Aug. 1878,
regelende het L. O., een subsidie verleend aan de
gemeenten: Clinge 1922, Koewacht 1900,
Waarde 400, Westdorpe 600 en Westkapelle
1260.
De rechtbank te Arnhem heeft uitspraak gedaan
in zake vrouw S. en haar schuldig verklaard aan
het debaucheeren van minderjarige meisjes, onder
verzwarende omstandigheden gepleegd door eene
moeder tegenover hare dochters en haar veroor
deeld tot gevangenisstraf van vier jaren en eene
geldboete van 150.
Eene eedsquaestie. Dinsdag heeft voor het ge
rechtshof te Amsterdam een getuige, die in een
l^rafzaak was opgeroepen, ofschoon niet Doopsge
zind, geweigerd den eed af te leggen, omdat hij
niet gelooft aan een God die straft. Toen het
noch den voorzitter, noch den advocaat-generaal
gelukt was hem tot andere gedachten te brengen,
werd hij op den eisch van het O. M., na langdu
rige beraadslaging van het hof, tot heden in
gijzeling gebracht.
Heden morgen, te ongeveer 10 uren, toen de
stoomtram van Vlissingen op de Langeviele-buiten-
brug alhier aankwam, geraakte een ledige hand
wagen, bestuurd door den slager J. B. en den
kleermaker M. G., bekneld tusschen de brug en
de machine. In een oogwenk lag de wagen in
splinters en waren de beide personen met belang
rijke kwetsuren ter aarde geworpen. De een M.
G., die het ernstigst gekwetst is en wien waar
schijnlijk beide beenen zullen moeten afgezet wor
den, is naar zijne woning op het Zand onder
Koudekerke gevoerd en de ander J. B., die min
der zware kwetsuren bekwam, is naar het gasthuis
overgebracht. Beide personen zijn gehuwd en
wonen onder Koudekerke.
Naar wij vernemen en ook naar onze opvatting
moet de oorzaak van dit treurig ongeval geheel
aan de gekwetsten zeiven te wijten zijn, aangezien
zjj in plaats van de daarvoor geschikte breede
passage te kiezen en niettegenstaande zij den tram
hebben moeten zien aankomen, toch de smalle
zijde aan de rechterzijde der brug hielden. Zij
zijn echter voor hunne onvoorzichtigheid zwaar
gestraft.
De zware beschuldigingen van onzedelijk
heid en hansworsterij, die op de synode van Can
terbury door eenige bisschoppen tegen het Ver-
lossingsleger waren ingebracht, hebben «generaal"
Booth in het harnas gejaagd. Hij eischt nu van
den bisschop van Oxford terugtrekking van zijne
beweringen. In geval deze dat niet doet zal de
generaal zich wenden tot de koningin, het hoofd
der Engelsche kerk, met een adres door ander
half millioen Verlossingssoldaten onderteekend.
De werkstaking in Marseille duurt voortin
den toestand is geen verandering gekomen en de
autoriteit blijft voorzorgsmaatregelen nemen tegen
het verbreken van de orde. Ongeveer 2000 werk
stakers hebben zich in het Eldorado vereenigd,
doch de bijeenkomst had geen resultaat.
Gemiddelde uitkomst der onderzoekingen van
het lichtgas der gemeente-gasfabriek te Middelburg,
van 916 April 1883.
Lichtkracht
Soortelijk gewicht
Zwavel koolstof
Zwavel waterstof
Koolzuur
15.16 kaars.
0.394.
0,0803 grein per M* gas.
0,000.
0,000.
Zitting van heden Woensdag.
Voorzitter de heer m' Pické.
Afwezig de heeren Van Teijlingen, Luteijn, J.
A. van Hoek en Snouck Hurgronje.
Door den voorzitter m' C. J. Pické werd, nadat
een schrijven van de weduwe van den heer J. D.
M. de Stoppelaar was voorgelezen, de volgende
toespraak gehouden.
"Wie uwer, mijne heeren, is niet evenals ik ge
troffen smartelijk getroffen geweest door
het plotseling afsterven van onzen hooggeachten
gemeente-ontvanger? Eene ongesteldheid, die echter
in het minst geen bedenkelijk karakter scheen te
hebben, bond hem slechts korten tijd aan zijne
legerstede, en hoewel hij zich slechts weinige dagen
te voren op grond van verzwakte krachten met
het verzoek om eervol ontslag tot uwe vergade
ring had gewend, kon niet voorzien worden, dat
de dood zóo spoedig een eind zou maken aanzijn
zoo nuttig en werkzaam leven.
De heer J. D. M. de Stoppelaar trad reeds vóór
43 jaren in dienst der gemeente als buitengewoon
geëmploieerde bij de stedelijke comptabiliteit. Dat
hij zich loffelijk van die betrekking kweet, kan
veilig besloten worden uit het feit, dat hij reeds
vier jaren later, toen de heer De Munck eervol
ontslag bekwam, in diens plaats met de betrek
king van gemeente-ontvanger werd bekleed. Hoe
hjj zich van die betrekking heeft gekweten is
bekend. Met ijver en toewijding heeft hij haar
gedurende meer dan 38 jaren bekleed. Ook als
mensch verdiende en bezat hij ieders achting.
Zijne asch ruste in vrede
In uwen geest meenende te handelen, hebben
burg. en weth., ook uit uw naam, aan de diep
bedroefde weduwe, in antwoord op den zoo even
voorgelezen brief, een brief van rouwbeklag ge
zonden. Ik stel u thans voor om dien brief en
deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen,
terwijl ik namens de weduwe aan de leden van
den gemeenteraad dank betuig voor de laatste
eer, den overledene voorleden Maandag bewezen.
Daarna deelde de voorzitter mede dat burg. en
weth., ingevolge de instructie voor den gemeente
ontvanger en in verband met de gemeentewet,
den heer De Raad, griffier ter secretarie, tot waar
nemend ontvanger hebben aangesteld.
De voorzitter voegde hierbij dat de heer De
Raad er prijs op stelt dat bekend zij, hoe hij voor
de betrekking van gemeente-ontvanger niet in
aanmerking wenscht te komen.
Vervolgens werd op voorstel van den voorzitter
besloten tot herziening van de instructie voor den
gemeente-ontvanger, aangezien die instructie ver
ouderd is. Deze herziening werd opgedragen aan
bei-g. en weth. en aan de heeren J. luteijn en
J. A. Tak.
Wijl de commissie voor de strafverordeningen
het wenschelijk acht de herhaaldelijk gewijzigde
verordening van algem. plaatselijke politie, gelijk
zij thans luidt, te vervangen door eene andere, die
wel woordelijk dezelfde artikelen bevat, maar eene
andere doorloopende nummering der artikelen heeft,
doet zij een daartoe betrekkelijk voorstel. Tevens
wordt van deze gelegenheid gebruik gemaakt om
enkele kleine wijzigingen in de verordening voor
te stellen.
De raad vereenigt zich hiermede.
A. Meerman Cz. en C. P. Lefeber, scheepstim
merman en smid op de werf De Hoop alhier,
hebben zich tot de raad gewend met verzoek om
afschaffing van het tot dusver geheven haven
geld van de schepen, die van genoemde haven
gebruik maken.
Burg. en weth. deelen in hun voorstel te dezer
zake mede dat adressanten zich reeds vroeger tot
hun college gewend hebben en dat hun toen is
te kennen gegeven dat burg en weth. geen ter
men vonden om hun verzoek in te willigen.
De door adressanten bedoelde gelden worden
ten onrechte «havengeld" genoemd, want dit is,
bij de overdracht der vorige haven aan het rijk,
geheel atgeschaft. Van hen die met hunne Bcbepea
deze gemeente bezoeken, wordt evenwel gevor
derd een z. g. n. havenmeestersloon, waarvoor
deze beambte het noodige toezicht houden moet,
bij het afvaren en aankomen van schepen enz.
Dit loon is bij door den koning goedgekeurde
verordeuing geregeld en bedraagt voor de binnen
schepen, die bedoelde werf bezoeken, niet meer dan
ƒ0,01 per patentton; voor de zeeschepen, die ge
bruikmaken van de drie andere werven en van
het droge dok, is dit recht belangrijk hooger.
Volgens verklaring van den havenmeester zijn
tegen de betaling dier gelden bij hem nimmer
bezwaren ingediend, ook niet door de schippers,
die van de werf De Hoop gebruik maken. De
schepen dezer laatsten zijn in den regel hoogstens
50 ton groot, zoodat dit gering bedrag op dc,
verschuldigde herstellingskosten van een vaartuig
van geen of althans van zeer geringen invloed
kan zijn.
Mocht aan die schepen vrijdom van haven
meestersloon toegekend worden, dan zouden naar
de meening van burg. en weth. ook de eigenaren
der andere werven en van het droge dok met
recht daarop aanspraak kunnen maken en zou de
gemeente den havenmeester schadeloos moeten
stellen.
Burg. en weth. adviseeren op al deze gronden
het verzoek van de hand te wijzen.
Ook hiermede vereenigt zich de raad.
Van de heeren G. Alberts Lz. en Co. is een
adres ingekomen, waarbij zij in de plaats
zich rechtvaardigen tegenover de beschuldigingen,
door een lid van den raad in vorige zitting tegen
hunne firma ingebracht en in de 2e plaats ver
zoeken de vergunning, hun den 18 Juli 1873 ver
leend, uit te breiden zóo dat hun het zagen en
schorschen van boomen op een deel van het ter
rein aan den Seisdam uitdrukkelijk worde
toegestaan.
Dit adres is gesteld in handen van burg en
weth. om advies evenals dat van de heeren R.
C. en W. M. Engel berts, om even als aan de
heeren Fokker, Van Burg en Jeronimus ook aan
hen vergunning te verleenen om zich voor den
tijd van twee jaren kosteloos van een eigen tafel
op de korenbeurs te mogen bedienen.
Het kohier van de pi. dir. bel. op de inkomsten
voor 1883, werd daarna ten bedrage van ƒ71545.28
vastgesteld met eene heffing van 284/100 pet.
het vorige jaar bedroeg de heffing 282/100 percent.
Vervolgens werd de door de gascommissie inge
diende rekening en verantwoording over 1882
goedgekeurd, in ontvang op ƒ53241,87 en in uit
gaat op ƒ35620,91, alzoo met een saldo van
ƒ17620,96. Van dit saldo werd ƒ6538,53 aange
merkt als rentevergoeding en het overblijvende ad
11082,43 als gedeeltelijke teruggaaf van kapitaal.
De balans werd in debet en credit vastgesteld op
182468,67.
Op voorstel van burg. en weth. werd besloten
om, met het oog op de zeer vele buitengewone
werkzaamheden die in 1881 en 1882 door den
directeur-boekhouder der gasfabriek werden ver
richt en de wijze waarop hij dit deed, hem eene
gratificatie van 300 te verleenen.
Hierbij deed de voorzitter eenige mededeelingen,
waaruit flinke stijging van het gasverbruik bleek,
en gaf hij tevens kennis dat in eene volgende
vergadering voorstellen gedaan zullen worden tot
het aanbrengen van eene noodige verbetering.
Daarna had de uitloting plaats van eenige aan-
deelen in geldleeningen t. w. 5 aandeelen ieder van
500 van de geconverteerde schuld der gemeente
no» 272 (gespl.), 70, 472(gespl.), 350 (gespl.) en 188.
1 aandeel van 1000 in de leening van 1876,
n* 14 en
1 aandeel van ƒ1000 in de leening van 1881, n°28.
Vervolgens werd aangenomen een voorstel van
burg. en weth. om de jaarwedden der onderwijze
ressen met hoofdakte en aanteekening voor de
Fransche taal aan de meisjesscholen met 100
te verhoogen.
Eveneens werd besloten aan den onderwijzer 0.
Holthuyzen, die heden rijn 50jarig jubileum viert
als onderwijzer en 45 jaren zijne diensten aan de
gemeente wijdde, eene gratificatie van 50 toe te
kennen. Ten slotte werd het stembureau voorde
verkiezing op 8 Mei samengesteld uit de heeren
Volkrijk Liebert en Van Berlekom als leden en de
heeren Nagtglas, Van Leeuwen en Tak als hunne
plaatsvervangers.
De boodschap van den Duitschen keizer aan den
rijksdag, het belangrijke staatsstuk van deze dagen,
is in de Duitsche pers het groote onderwerp van
bespreking. Zooals wij zagen heeft de keizer daarin,
verwijzend naar zijne boodschap van 17 November
1881, zijn overtuiging uitgesproken dat de politiek-
sociale wetten spoedig in behandeling moeten
genomen worden en daarom de begrooting van
188485 in deze zitting moet worden afgedaan.
Welken indruk deze keizerlijke correctie op do
afgevaardigden beeft teweeggebracht gaven wij
reeds aan, en ook in vele bladen ontveinst men
het zich niet, dat het eenige doel der boodschap
eenvoudig is om het parlement langs een om
weg te brengen tot het behandelen der tweejaar-
lijksche begrooting, het lievelingsdenkbeeld van
den rijkskanselier, waartegen het parlement zich
zoo krachtig verzette. De Frankforter Zeitung
noemt deze daad zelfs eene beleediging voor het
parlement, die een antwoord eischt hetzij in den
vorm van een adres, hetzij in den vorm van een
motie. Doch de Fortschritt-partij en de secessionis-
ten hebben van een adresdebat afgezien, omdat de
nationaal-liberalen er tegen zijn. Bij paragraaf 1
van het Krankenkassengezetz echter, dat Donderdag
aan de orde komt, zal de zaak uitvoerig worden
besproken. Buitendien maken de organen der
Fortschritt-partij heden een stuk openbaar, dat
is opgesteld door het dirigeerend comité van
genoemde partij, en dat eenigszins als antwoord
dient op de keizerlijke boodschap. Dit stuk is
tot de aanhangers der partij in geheel Duitschland
gericht en daarin wordt de beschuldiging der
reactionnairen weerlegd, als zou de rijksdag ge
brek aan ijver toonen. Integendeel, het langzaam
voortgaan van den parlementairen arbeid wordt
geweten aan de ondoelmatigheid der regeeringsvoor-
stellen. Verder wordt aangedrongen op het nemen
van de noodige maatregelen bij eene eventueele
ontbinding van den rijksdag.
Dit lichaam heeft zijne zitting verdaagd om aan
het Pruisische huis van afgevaardigden gelegenheid
te geven zitting te houden, en deze werd geheel
ingenomen door het debat over eene quaestie, die,
al raakt zij niet de politiek, toch belangrijk ge
noeg is. Onder de verzoekschriften, die ingeko
men waren, was er een dat vroeg om verbod der
vivisectie. Al lang is eene beweging tegen de
«dierfolteraars" op touw. gezet, die daarvan uitgaat
dat de proefneming op levende dieren tot steeds
grootere misbruiken leidt en een omvang heeft
aangenomen, die niet in verhouding staat tot het
wetenschappelijk doel en het werkelijk bereikte
resultaat. Vroeger heeft ook de rijksdag zich met
deze zaak bezig gehouden. Er waren thans drie
voorstellen gedaan de commissie voor de ver
zoekschriften wilde overgaan tot de orde van
den dag, daar de misbruiken niet genoegzaam
aangewezen waren en men vertrouwen mag
hebben in de gestrengheid van het bestuur van
dit onderwijs om die tegen te gaan. De heer
v. Winnigerode wilde de vraag, of de vivisectie
als middel van onderwijs noodzakelijk is, der
regeering voorleggen. En het centrumlid Janssen
eischte beperking der vivisectie, ook al heeft zy
een wetenschappelijk doel. Verscheidene strijders
traden van beide zijden, voor en tegen de vivi
sectie op; en ten laatste toonde de minister wel
sprekend aan, dat de wetenschap der medicynen
en die der natuurwetenschappen de vivisectie niet
ontberen kunnen, dat de heelkunde aan haar de ge
wichtigste ontdekkingen te danken heeft, en dat
zoo noodig met de strafwettelijke bepalingen door
de regeering tegen de misbruiken kan gestreden
worden. Wanneer de proeven op dieren verboden
worden, zeide hij, blijft slechts de zieke mensch
over. Het voorstel-Winnigerode werd door eene
meerderheid van conservatieven, het centrum en
een deel der oud-conservatieven aangenomen. De
regeering leed dus feitelijk een nederlaag, maar
de moreele overwinning was toch zeker aan hare
zyde.
De telegraaf bracht het bericht, dat de Britsche
kolonie Queensland het eiland Nieuw-Guinea heeft
geannexeerd. Hierover ondervraagd heeft in het
lagerhuis de onderstaatssecretaris van koloniën
deze tijding bevestigd. Deze zege schijnt behaald
te zijn door een officier, die vóór eenige dagen de
Engelsche vlag heesch op het grondgebied van
Nieuw-Guinea in naam van de kolonie Queensland,
welke voortaan het eiland als haar van rechtswege
toekomend grondgebied zal beschouwen. Het ver
haal van deze gemakkelijk behaalde overwinning
wekte in het huis eenige hilariteitmaar zal ook
Europa lachen? Eertijds maakte ons land aan
spraak op het bezit van het eiland, volgens het
recht van ontdekking. Duitschland was er lang
belust op, daar het een middelpunt zou zijn voor
de emigratie zijner onderdanen, en nog kort gele.
den zinspeelde de Algemeine openlik op zjja^