BUITENLAND. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Gemengde Berichten. Verkoopingsn en aanbestedingen. Ingezonden Stukken. Iets over Servië. Verder is op de conferentie, te Petersburg, ge houden door de gezanten van het Deensche en Nederlandsche gouvernement en de Russische re geering, besloten, een onderzoekexpeditie langs de kusten van de Kara-zee uit te zenden. Inmiddels worden door de Russen alle middelen in het werk gesteld tot het verkrijgen van berichten, voor de tijd daar is dat men in de mogelijkheid verkeert zulk een expeditie te kunnen uitzenden. Rusland zal waarschuwen als het tijd is, en dan zal de expeditie in een oogwenk, natuurlijk in Rusland zelf, kunnen gereed zijn. De kosten van dien tocht zouden oorspronkelijk gedragen worden door den voor de wetenschap zoo ijverigen heer Gamel, uit Kopenhagen, eigenaar van de Dymphna. De Nederlandsche belangen worden aanhoudend behartigd door Z. M. gezant te Petersburg. Den heer Gamel heb ik aangeboden de kosten voor de helft te dragen. Aanvankelijk antwoord de hij: »ik betaal alles en zal evengoed de belan gen der Varna als der Dymphna voorstaan." Daar echter onze landgenooten wel zeer erkentelijk zul len zijn voor dit aanbod, zoo zullen zij het niet aangenaam vinden, dat anderen voor onze koene mannen de noodige offers brengen, en daarom heb ik bi) den heer Gamel nogmaals aangedrongen, de eventuëel uit te zenden expeditie voor gezamen lijke rekening te doen plaats hebben. De expeditie heeft evenwel nog niet kunnen uitgaan. Men zou menschenlevens noodeloos in gevaar brengen, daar men die streken nog niet veilig kan doortrekken uit gebrek aan bewoonde stations. Evenmin als ook de Varna verleden jaar eer der de reis had mogen ondernemen, omdat de Kara-zee zeker niet vroeger zou zijn opengegaan, mag nu de Louise volgens deskundigen voor Juli vertrekken. Het Russisch gouvernement heeft op zich geno men om, in overleg met de reeds genoemde ge zanten, den tijd voor een landexpeditie alsmede de plans daaromtrent vast te stellen. w. g. Buijs Ballot. leger. Voor 5 jaren gedetacheerd bij het leger in N.-I. de militaire apotheker 2e kl. H. J. de Grient Dreux, van het pers. van den geneesk. dienst der landmacht. koloniën. Benoemd tot president van het hoog ge rechtshof van Ned.-Indië de heer M. J. Sibenius Trip, procureur-generaal bij dat opperrechterlijk college. pensioenen. Pensioen verleend uan jhr. mr. W. M. de Brauw, afgetreden minister aan koloniën, ten bedrage van f 1507 'sjaars. Zondag den 29 April a. zal ds. H. A. E. Heinecken, van Workum, te Amerongen des nainid. zijne intrede te houden, na des voormiddags door zijn broeder ds. E. W. Heinecken, van Middelburg, bevestigd te zijn. Ds. W. P. A. Winckel, pred. te 's Graven polder, is beroepen te Schipluiden. Door den heer A. Benders Wzn. te Dordrecht is eene beweegbare luchtdrukladder uitgevonden, tot redding van menschen bij eventueelen brand in gebouwen, theaters enz. Deze ladder kan zelfs tot de ontzaglijke hoogte van 24 meter worden opgesteld, in den korten tijd van slechts vijf mi nuten tot redding gereed zijn, en kan vier perso nen tegelijk naast elkander een veilig heenkomen verzekeren. Het gedenkteeken van Leiden's ontzet is vol tooid. Burg. en weth. van Leiden hebben bij den gemeenteraad een voorstel ingediend, om het mo nument te aanvaarden en als standplaats er voor aan te wijzen de Ruïne, tegenover de Langeburg. De jkosten voor fundeering en afsluiting worden op f 3500 geraamd. Voor de aanbesteding, vanwege de directie der Bteede watering lew est en Yerseke, Vrijdag in de Prins van Oranje te Goes gehouden, van de gebouwen en bijbehoorende werken voor het hulpstoomgemaal te Kattendijke, (Raming ƒ25000) is ingeschreven door de heeren B. den Erter van deD Brink te Krabbendijke voor ƒ33500, L. van kon men opmaken dat hij in de dertiende of veer tiende eeuw thuis behoorde. Dit alles droeg niet weinig hij tot den roem der familie en vermeer derde haar aanzien zeer. Hoe kon men menschen, wier voorvaderen na hnn dood hunne kamers bleven bewonen en hun zegen aan de vrouwelijke afstammelingen uitdeelden nog parvenus noemen Konden de Howards, de Courtenays, de Montmo- tencys, meer verwachten Toen Het Relaas af was begon Laura weer uit de hoogere sfeeren neder te dalen en op baar gewone manier over gewone dingen te praten, zoodat Dalmahoy weer moed kreeg om zijn hof- making te hervatten waar zij door de geest verschijning afgebroken was. Hij had zachtjes aan genoeg gekregen van de vereering van het oude spook en het verveelde hem vreeselijk om altijd weer van die dansende skeletten en de ge daante met het witte haar te moeten vertellen. Voorts was het zeer ergerlijk voor een eerlijk man om telkens uitgenoodigd te worden om zich een hemelsch koor, een zegen, een waarschuwing, of een vriendeljjke glimlach te herinneren, die bjj nooit gezien of gehoord had. Daarom ver langde hij om een einde aan zijn verloving te maken en zijn vrouwtje mede te voeren. Toen hij van de wenscbelijkheid om een dag te bepalen gewaagde, verklaarde Laura eerst dat niets haar zou bewegen om een huis te verlaten dat zulk een zeldzaam geluk bevatte. Richard beweerde dat een meisje, als zij verloofd is, aan haar eigen tehuis moest denken. Laura zei daarentegen dat Verre te Krumingeu voor ƒ32439, 3. van de Linde te Kattendijke voor ƒ31200, T. Dronkers te Kapelle voor ƒ30723, C. Be Wilde te Kattendijke voor ƒ30683, B. vau Maria te Kapelle voor ƒ27300, J. Lindenberg en C. Lindenberg beiden te Wenieldingen elk voor ƒ27000, A. D. Lucas te Zevenbergen voor ƒ261777, W. Lammers te Strijen voor ƒ26379 en C. Romeijn te .Delft voor ƒ25950. Q. Gt. Wanneer men een nieuwen staat wil leeren kennen, wanneer men zijne instellingen van het juiste standpunt wil beschouwen, dan moet men vóór alles zich toeleggen op het bestudeeren van den toestand, waarin het leger en het openbaar onderwijs verkeerende ontwikkeling der mate- rieele kracht, die aan de natie hare onafhanke lijkheid verzekert, en die der moreele kracht welke hare toekomst voorbereidt. Servië, gelijk het gemaakt is door het tractaat van Berlijn, telt slechts twee millioen inwonersmaar het heeft nog een rol te vervullen, nog een grooten trap te beklimmen. Indien het de rol van vrije natie uit handen geeft, dan blijft er niet anders over dan eene Oostenrjjksche provincie te worden. Daarom kan het voorloopig zich niet ontwapenen het moet een betrekkelijk groote krijgsmacht onderhoudenniet alleen om zijne grenzen te verdedigen, maar ook om in staat te zijn ze uit te breiden. Men moet zich er dus niet over ver wonderen, indien zijn leger meer dan een derde van de begrooting opslorpt. De krijgsdienst is in Servië streng verplichtend voor alle burgers van twintig tot vijftig jaren doch het permanente leger bestaat alleen uit de jonge mannen van twintig tot twee en twintig jaren. In tijd van oorlog kan Servië ongeveer 150,000 man op de been brengen en in dat leger zijn uitstekende elementen, al zijn. deze niet zoo goed als in het Bulgaarsche leger, dat georgani seerd werd door Russische officieren. Met zijn leger heeft Servië in de beidé oorlogen tegen Turkije wel middelmatig succes behaald, maar men moet niet vergeten dat het te strijden had tegen al de vereenigde krachten van den Islam. Rusland had vrijwilligers gezonden, doch dezen vormdenop enkele heldhaftige uitzonderingen na, geen flink militair element. Het Servische leger bestaat op dit oogenblik uit vier korpsen, die dienst doen voor de vier grenzen van het koninkrijk. Het zwak van het leger is misschien zijne wapening. Er is wel een kanonnenfabriek in Kragonievats, maar eene in richting, waar geweren gemaakt worden, bestaat er niet; daarom moeten noodzakelijk de wapenen uit den vreemde komen. Zijn machtige en jaloer- sche nabuur Oostenrijk levert nagenoeg Servies geheele wapeningin geval van oorlog met dit land zou men zich moeten wenden tot Rusland, dat door Bulgarije heen de wapenen zou kunnen vervoeren maar indien de Donau gesloten was, zoude de expeditie in zeer ongunstige om standigheden plaats hebben. Rumenië, Bulgarije en Servië, wier belangen dezelfde zijn, zouden waar schijnlijk maatregelen moeten nemen om elkaar weer- keerig te beschermen tegen de gevaren van een aan val. Wellicht zijn deze drie staten bestemd om een bond te vormen, dat geroepen is om een grooten invloed uit te oefenen op de lotgevallen van het Oosten. Negen millioen menschen is een niet te minachten cijfer. Het koninkrijk Servië zelf met zijne bergen en bos- schen is gemakkelijk te verdedigen maar de hoofd stad, eenmaal een sterkte die de sleutel was tot den Donau, zoude 't niet meer houden tegen kanons kogels, al maakt zij nog eenig effect door hare groote en zware bastions. Servië was lang voor Bulgarije geëmancipeerd, en toch, wanneer men het openbaar onderwijs, met name het lager onderwijs, van beide staten vergeljjkt, dan zullen de Burgaren het waarschijn lijk winnen. Een onderwijzer uit Belgrado gat de volgende aanteekening omtrent den intellectu- eelen toestand van het landHet openbaar onder- wjjs is bjj ons zeer ten achter, het aantal scholen is buitengemeen beperkt. In de noordelijke pro vincies wordt de school niet bezocht door de helft der kinderen, die er heen moesten. Er zijn groote streken waarin men geen school vindt. Alleen de Russische priesters en de monniken zijn geletterd. Het onderwijs verdient nauwelijks dien naam." Dit is zeker een weinig opwekkende voorstelling: hoe moet deze minderheid der Serviërs, bij de Bulga ren vergeleken, verklaard worden? Ongetwijfeld om dat zij niet, gelijk hunne huren, in aanraking komen met de Grieksche volken. Veel beter is het middelbaar en het hooger onderwijs in Servië. Doch minder voortvarend als het onlangs zelfstandig geworden zij bij het aangaan van haar engagement niet had kunnen voorzien dat zij den zegen van haar over-grootvader zou krijgen, waarop Richard in het midden bracht dat die zegen niet beduidde dat zij niet trouwen mocht, »tenzij", voegde hij er met ongewone bitsheid bij, »gij voornemens zijt uw over-grootvader zelf te huwen. Meen niet doch eensklaps zweeg hij stil en bedacht zich dat het beter was om eerst na zijn huwelijk over het hemelsche koor en den liefelijken glimlach te spreken. Laura dacht na met gevouwen handen en het hoofdje op zijde. Zij begreep dat het jammer zou zijn om zulk een goedhartigen, knappen, welge- stelden minnaar op te geven voor een geest, dien zij wellicht nooit terug zag en dus prevelde zij zacht„Richard, denkt gij dat mijn voorvader met ons mede zal gaan naar ons nieuw huis en bij ons blijven „O lieve hemel!" riep Richard met zulk een ongeveinsden schrik dat Laura haar gemaaktheid vergat en hartelijk begon te lachen, waarna het Richard niet moeieljjk viel om haar een dag te doen bepalen. Zij zouden na Paschen trouwen, dat was afgesproken en na eindelooze beraadsla gingen werd er overeengekomen dat hetdenlaat- sten April zou wezen. Zij hadden dus nog vjjf weken om alles in orde te brengen en Richard werd weer naar zijn garnizoen gezonden, om uit den weg te zijn totdat men hem noodig had om zjjn rol bij de plechtigheid te vervullen. De drukte der toebereidselen hield Laura genoeg Bulgarije heeft Servië nog niet eraan gedacht om het beginsel van verplicht onderwijs aan te nemen. Het hooger onderwijs in Servië is slechts door een enkele inrichting vertegenwoordigdde hooge- school te Belgrado. Zij maakt er geen aanspraak op eene universiteit te zijnzij verleent geen doctorsdiploma's, maar zij leidt de jongelieden op voor de hoogste betrekkingen. In het vorige jaar telde zij 172 leerlingen, 86 voor de rechten, 21 voor de historie, 41 voor de technische weten schappen. Sommige professoren aan deze inrich ting zijn geleerden. Buiten deze hoogeschool (visoka schkola) worden een zeker aantal jonge lieden, soms op staatskosten, naar vreemde universiteiten gezondendezen studeeren voornamelijk in de rech ten, de medicijnen,en de economische politiek. Onge lukkig hebben deze mannen bij hunne terugkomst slechts éen streven, namelijk om in Belgrado zich te nestelen in de bureaux, en, van hunne armstoelen uit, een land te besturen, dat zij niet kennen, dat zij nooit bezocht hebben. Naast deze hoogeschool staat als de belangrjjkste wetenschappelijke inrich ting de maatschappij van wetenschappen, die sedert 1847 jaarlijks een tijdschrift en voortdurend wer ken over geschiedenis, archaeologie enz. uitgeeft. Verder beroemt Belgrado zich op eene medische maatschappij, eene van landbouw, en een biblio theek die ongeveer 25,000 boekwerken bevat. Onder de door den staat gegrondveste inrich tingen behoort vooral de koninklijke drukkerij, die evenals de boekhandel zich vrij snel ontwik kelde. De Servische literatuur overschrijdt verre de grenzen van het land; zij staat onder zeer verschillende invloedenonder hare voornaamste vertegenwoordigers zijn dan ook velen, die uit andere rjjken, uit Damatië, Hongarije geboortig zijn. Het meest bloeit de studie der historie de poëzie heett enkele verdienstelijke beoefenaars het drama en de roman leven hoofdzakelijk van vertalingen. Het Servische volk in het algemeen is be houdens een enkele individueele uitzondering noch voor godsdienstig fanatisme noch voor vader- landsch tanatisme vatbaar. Vele eeuwen van slavernjj hebben het geleerd, dat men moet weten beurtelings zich te onderwerpen en te veinzen. Als Servië aan het eind van onze eeuw zich vrij gemaakt heeft door de wapenen, dan heeft het tevens zich staande gehouden door zijne diplomatie. Eerst heeft het uitgekeken van waar de wind kwam, en daarna heeft het zich gebogen voor de sterken, uit vrees vau door hen gebroken te wor den. Allengs, stuk voor stuk, heeft het aan Europa en de sultans de concessies afgedwongen, aan welke het zijne onafhankelijkheid verschul digd is. Onafhankelijkheid ook al moet koning Milan I zich eene zekere door de omstandigheden gedwon gen onderworpenheid aan Oostenrjjk laten welge vallen. Zijn raadslieden troosten zich daarmede met een schijnbaar vroolijk gelaat. En het volk, is dit van dezelfde meening als zijn gouvernement? Ja, indien men zekere officieele uitingen der open bare meening moet geloovenneen ongetwijfeld, indien men ronduit het oordeel van hen vraagt, die om politieke redenen den mond gesloten moeten houden. Onafhankelijk koninkrijk is Servië, maar in een neteliger toestand dan vroe ger als leenplichtig vorstendom, zelfs in den tijd toen de Turken zijne sterkten bezet had. Toen had 't het kostbaarste aller bezittingen de hoop. Deze moet het voorloopig laten varen. Maar al kunnen de Servische staatslieden niet doen aan wat men noemt groote politiek; al zijn zij gedwongen zich op sleeptouw te laten nemen door een machtigen nabuur, zij kunnen althans ernaar streven aan hunne opvolgers een meer verlicht en een rijker land na te laten, een land dat geschik ter is voor de bestemming, die de toekomst voor Servië heeft weggelegd. Daarom moet de ontwik keling van openbaar onderwijs en industrie, van handel en verbindingswegen de- groote taak zijn van het oogenblik. Mijnheer de Redacteur Waar de heer De Jonge van Ellemeet de Exploi tatie-Maatschappij aanvalt, omdat deze bjj het af- loopen der Batavia te Ylissingen niet gezorgd heeft voor een genoegzaam aantal wagons en be hoorlijke bediening van het loket, zijn wij hem zeer zeker verplicht, omdat hij zoodoende de be langen van het publiek verdedigt tegenover eene machtige maatschappij in een land, waar de con trole vanwege het publiek op de openbare mid delen van vervoer zooveel te wenschen overlaat. Wjj zijn in dat opzicht een gens moutonnière en verdienen dan ook wel nn en dan als schapen bezig om haar het spook te doen vergeten, wiens verblijf niet meer gestoord werd. Waarschjjnljjk versterkt door dat Laura zich dat spook zoo ge heel toeeigende, dacht men algemeen dat de geest zich beleedigd zou gevoelen over het vertrek van een familielid, aan wie hij zich geopenbaard had en éen dame ging zelfs zoover van een onheil te voorspellen. En toen het kwam, op een wijze die wij later zullen vermelden, zei zij dat het niet anders was dan zij verwacht had en dat, indien Laura het er niet op gezet had om heen te gaan, de booze geesten geen vrij spel gehad hadden en al die schande niet over de familie zou gekomen zijn. Onder de leden der familie Dalmahoy was een volle neef van Richard, een jong menBch met een onderzoekenden geest, die te Cambridge in de wiskunde studeerde. Hjj was gevraagd om ge tuige te zijn en kwam drie dagen voor het huwe lijk te Membling Hall aan. Het huis was zeer vol en de gewone drukte van het bekijken der bruidsgeschenken, het grap- penmaken met de bruidmeisjes, dansen en zoo voort deden voor mijnheer George den tijd veel aangenamer voorbijgaan, dan wanneer hij in de zaal van het college gedineerd had en daarna op zjjn kamer zat te werken. Het eerste waarvan hij hoorde was natuurlijk het spooken het prikkelde niet weinig zjjn verbeelding. Hij las Het Relaas. Daarna ondervroeg hij Richard en kwam er achter dat de opluisteringen van het hemelsche koor en zoo voort er later te worden bijeengepakt en vervoerd. Toch mogen wij niet onbillijk zijn en zullen wij moeten erken nen dat de Exploitatie-Maatschappij wat de Zeeuwsche lijn betreft in de laatste jaren aan merkelijk is vooruitgegaan in de bediening van het publiek. Wie herinnert zich niet, dat voor eenige jaren de stipte aankomst der treinen alles te wenschen overliet en dat soms maanden achtereen de avond- treinen nachttreinen geworden waren, terwijl ook nu en dan groote onregelmatigheden in het goe derenvervoer, vermissing van goederen, openbreken der colli 's enz. plaats vonden Zoo ik mij niet vergis is dat alles verbeterd, sedert de oprichting van het inspectie-bureau te Middelburg, thans overgeplaatst naar Breda, aan welks hoofd de wakkere Mieling staat, een man wiens bijna alomtegenwoordigheid spreekwoordelijk is geworden en die zonder twijfel aanspraak kan maken op de erkentelijkheid van het Zeeuwsche publiek. Dat de Exploitatie-Maatschappij niet berekende, dat het aflaten van het eerste groote schip van de Scheldedie eerste vleug van Walcheren 's toekomstigen bloei, tot zelfs het grootje van het spinnewiel zou roepen, is zeker een misslag, waar het bekend is, dat de overgroote massa der Zeeuwen al bezitten zjj geen energie en hebben zij geen kapitaal er voor over, om van de gunstige gelegenheid van Vlissingen's havenwerken te pro- fiteeren, toch gaarne de claque helpen formeeren, bij ieder blijk, dat enkelen met succes zich de zaak van Vlissingen en van geheel Zeeland aantrekken. Toch acht ik de grief van den heer De Jonge van Ellemeet wel eenigszins overdreven. Het komt mij toch voor, dat zjjn grief minder geldt het gebrek aan wagons en den overvloed van gedrang bij gemis aan de noodige controle, als wel het gemis aan een zeker soort van wagons, die der eerste klasse namelijk, en het gebrek aan onderscheiding toekomende aan de deftige klassen der maatschappij. Wij vernamen uit zjjn stuk, dat hij oud-lid der eerste kamer is, vermoedeljjk dus nog hoogstaangesiagene, eene mededeeling die op het onbehoorlijke wijst van het feit, dat een man van zooveel gegoedheid in een goederenwagen moest vervoerd worden. Het pêle mêle »van mannen en vrouwen van allerlei stand en leeftijd, leden van 's lands en provinciale vertegenwoordiging, van rechtbanken, polderbesturen, gemeenteraad en militairen, die op een bepaald uur zich laten verdringen en bousculeeren", schijnt hem voornameljjk te hin- dsren. Ziet, mjjnheer de redacteur, dat ben ik met dat oud-lid der eerste kamer der staten-generaal niet eens. Integendeel, ik vind het een allergezelligste verschijning wanneer in het deftige Nederland, en vooral in het allerdeftigste Middelburg, waar ieder kaaiwerker met een hoogen hoed op geboren schjjnt te zijn, voor een oogenblik de scheidsmuren van eerste, tweede en derde klasse tot goederen wagons incluis wegvallen, en het Edelachtbare lid van den gemeenteraad elleboogt met de water- en vuurvrouw van daarover met eenzelfde doel en eenzelfde feestvreugde en niets werkt democrati scher in goeden zin dan dergelijke onwillekeurige vermenging van schijnbaar hoog en laag. En de heer De Jonge van Ellemeet, die zooal» hjj zelf ons herinnert, eens de eer had voor korter of langer tijd het geheele Nederlandsche volk te hebben vertegenwoordigd en op wien, al is hij niet van adel, toch het noblesse oblige van toe passing is, moet, dunkt mjj, bij dergeljjke bous- culeering, toen hjj midden tusschen zijn volk stond en door dat volk heen en weer werd geduwd, met een gevoel van waarachtige menschenmin en verbroedering zich herinnerd hebben, dat hjj van geljjke beweging als dat volk is. Homo Sum:. door Laura bjjgevoegd warendat wil zeggen dat Richard er niets van gehoord of gezien had. Van den anderen kant kon er geen twjjfel bestaan aan de waarheid van Het Relaas en het was zeker dat er vreemde dingen gebeurd waren. Mjjnheer George Dalmahoy nam zich voor om, als het mogelijk was, die ook te zien. Waarom zou de geest hem niet even goed verschijnen als aan zijn neef? Den zegen gaf hjj met minach ting prijs. Richard had de gedaante van een oud man gezien met lang wit haar, die schuifelend door de kamer liep. Dat was op zich zelf reeds opmerkelijk genoeg. >Ik heb geen behoefte aan zijn zegen," zei George, »'tis al mooi dat hjj zich verioonen kan, die gelukkige oude ziel Hjj beschouwde zich zelf als zeer geschikt tot het onderzoeken van spookgeschiedenissen, daar hjj om te beginnen hoogst ongel oovig was en in de tweede plaats wist dat het onzin is om zeld zame verschijnselen te loochenen. Hjj had eens een medium erg beschaamd gemaakt door zelf te gaan kloppen eer zjj gereed was en vreeseljjk3 boodschappen op te lezen, die zij niet verstond; bij een andere gelegenheid had hij ontijdig een lucifer aangestoken en op die manier aan het licht gebracht dat de geestdie welwillend genoeg was om >vleesch" te worden, niemand anders was dan het medium zelf, dat zich in couranten gehuld had en door de kamer danste. Hjj had er artikels over in tjjdschriften geschreven en be zat een kast vol hoeken over spiritisme. Hij was dus geheel voorbereid op een ontmoeting met den voorvader der Memblings en snakte er naar om te beginnen. (Wordt vervolgd.) gedrukt bij de gebroeders ABRAHAMS te middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 6