MJDDELBURGSCHE COURANT
FEUILLETON.
De ïernÉriii Der lemMiis,
Middelburg 14 April.
BIJVOEGSEL
Maandag 16 April 1883. N°. 89.
Visscliersrampen.
WALTER BESANT.
Onze Poolreizigers.
Touristen-Indrukken.
i
TAN DE
TAN
Voor Modderg-at ontvingen wij nog van den
heer C. Le Nobel, wethouder van Oostburg, ƒ105,
zijnde de zuivere opbrengst van hetgeen door hem,
als waarnemend burgemeester, bij inteekenlijst van
de ingezetenen is ontvangen.
De totaalcijfers van het bij ons ingekomene
zijn voor: Tïoddergai ƒ804,41, Sclieve-
ningen 149,77 en Urlt ƒ259,55.
Onze Amerikaansche vrienden, van wier bevin
dingen op hun tocht door ons vaderland wij onder
dit hoofd het een en ander mededeelden, hebben
ons een teleurstelling berokkend. Wij hadden
ons namelijk gevleid breedvoeriger te kunnen
stilstaan bij de indrukken die zij meer in het bij
zonder van ons gewest hebben gekregen, edoch
een plotselinge ongesteldheid van een der reisge-
nooten zoo lezen wij in Harper's monthly, het
tijdschrift waaraan svij die schetsen ontleenen,
deed het geheele reisplan in duigen vallen en het
voorgenomen tochtje door de verschillende deelen
onzer provincie werd dientengevolge teruggebracht
tot een verblijf van slechts eenige uren in Zeeland 's
hoofdstad.
Wij van onzen kant wenschen ongaarne van
dat weinige onzen lezers nog iets te onthouden
en geven daarom zooveel doenlijk woordelijk weer
wat onzen reizigers in dien korten tijd nog voor
merkwaardigs is opgevallen. Wij laten dus aan
hen het woord.
»Het eerst wat bij onze aankomst te Middel
burg onze opmerkzaamheid trok, toen wij, in een
rammelende omnibus gezeten, ons hotel de Nieuwe
Boelen opzochten, was het nette flinke stations
gebouw, de nieuwe ijzeren kanaalbrug, ruime ba
den en een rij groote nieuwgebouwde huizen. Na
deze zoovele kenteekenen van den modernen geest,
leidde onze weg door het andere gedeelte der
stad, door straten krioelend van in fluweel gedoste
en met zilveren kneopen versierde menschen
en wjj bereikten nog ten slotte een groot plein met
een statig stadhuis, dagteekenende uit de 15eeeuw,
een grootsch gebouw, keurig van stijl, van den
drempel af tot den windwijzer toe, zooals wij in
geheel Nederland geen tweede gezien hadden.
Berouw komt natuurlijk te laat, maar ik herinner
mij dat mijn vriend op het eerste gezicht uit
riepGroote genade! (een van zijn meest ge
liefkoosde uitdrukkingen) daar hadden wij het
eerst, vóór alles heen moeten gaanEn als wij
niets anders dan dit gebouw hadden gezien dan
hadden wij onzen tijd nog nuttig besteed."
Wij waren eerst na den middag aangekomen
en hadden weinig tjjd vóór het diner ter onzer
beschikking; op goed geluk liepen wij de stad
in en zagen verscheidene prachtige antieke gevels,
een paar kerken (alleen van buiten) en namen
ook een kijkje in de schilderachtige omgeving der
Abdij, met dit gevolg dat een en ander ons
veel bezienswaard voor den volgenden dag voor
spelde. Daar het mooi, helder weer was, dachten
wjj wel te doen door na het eten een bezoek aan
Veere te brengen en de musea en verdere »in-
't Was toen blijkbaar juist marktdag.
DOOB
»En dan," ging Laura voort, >het zuchten
en snikken; het tromgeroffel en de muziek voor
dien akeligen dans. Het eene uur na het andere
verliep; wjj waren aan ons zeiven ontrukt; wjj
voelden geen honger; onze polsen klopten niet
meer. Wjj kenden geen vrees, niet waar Richard
»Zeker," zei hjj, »nooit in mjjn leven ben ik
kalmer geweest."
jMaar er was immers nog meer?" vroeg
een ander. »Wjj hadden gehoord dat gij den
geest van uw over-grootvader zelf gezien hadt?"
Laura fluisterde op plechtigen toon
»Gjj hebt goed gehoord. De openbaringen
eindigden met de verschjjning van onzen eerwaar
den grootvader, den hersteller of liever den tweeden
stichter van dit huis." Zij sprak alsof Julius
Cesar of koning Alfred de eerste der Memblings
geweest was.
„Hoe hoe verscheen hjj vroeg het ge
hoor angstig.
»Hjj was gekleed in een lange kamerjapon, aooals
hjj die bjj zjjn leven meestal droeg."
>En toch zegt men dat kleeren geen geest
hebben!" zei een zegevierend spiritualist. „Be-
«potteljjk! De stof kan altjjd vertegenwoordigd
wendige" merkwaardigheden van Middelburg voor
een regenachtigen dag te bewaren.
Na een heerljjken rit bereikten wjj weldra dit
zonderlinge, kleine, vervallen zeestadje, een vier
tal mjjlen van Middelburg. De flinke breede weg,
die er heenleidt, is aan weerszjjden met hoog
geboomte beplant, waartusschen hier en daar een
vriendelijke boerenhoeve heengluurt, wel niet zoo
flink en degelijk als bjjv. die in Friesland of
Noord-Holland, maar die toch van zekere welvaart
getuigt. De „grootste" merkwaardigheid van
Veere is de half verwoeste, half afgebroken Groote-
kerk, waarvan slechts een klein gedeelte, half
zoo groot als de Westminster-Abdjj te Londen, is
overgebleven.
Nog niet lang geleden werd het gebruikt voor
hospitaal en hetgeen nu nog in gebruik is, is
geen tiende gedeelte van het gansehe gebouw;
Het geheel biedt een droevig schouwspel van een
vervallen grootheid.
De straten waren stil en verlaten, en de meeste
huizen onbewoond. Hier en daar merkten wjj
fraaie gevels op uit de vijftiende en zestiende
eeuw, waaronder vooral het „Schotsche huis,"
aldus genoemd omdat het gebouwd werd voor
een koopman, ten tijde er van Veere nog een
levendige handel op Schotland bestond. Het
raadhuis is bljjkbaar gebouwd door denzelfden
architect die het grootere en rjjker versierde
Middelburgsche stadhuis ontwierp. In den gevel
bevinden zich dezelfde beelden, de graven van
Bourgondië voorstellende, als in dat der hoofdstad,
hoewel niet in zoo grooten getale. De oude
raadkamer schjjnt in denzelfden toestand te zjjn
gebleven als weleer. Boven den schoorsteen
hangt een bronzen groep, voorstellende vier tot
het gewricht afgesneden handen, waarvan het
eene paar een bijl en het andere een geesel om
klemmen.
De overlevering wil, dat een drietal eeuwen
geleden de raad der stad samenspande tegen den
regeerenden hertog, die een vonnis uitsprak vol
gens hetwelk aan elk der weerspannigen een hand
zou moeten worden afgehakt. Niettemin viel er
op enkele verzachtende omstandigheden te wijzen
en nu werden de misdadige handen eenvoudig in
brons nagegoten en bijwjjze van herinnering opge
hangen. In het zelfde raadhuis bevindt zich ook
een vermaarde beker, ongeveer uit denzelfden tjjd
dagteekenende, zoo zeldzaam prachtig van bewerking
dat bij gelegenheid der Parjjsehe tentoonstelling
enorme sommen ervoor werden geboden maar de
vroede mannen wilden er geen afstand van doen.
Wjj richten onze schreden vervolgens naar het
logement den Kampertoren en vonden het hier
zoo uitlokkend en zoo schilderachtig dat wjj
eenige inlichtingen vroegen ingeval wjj daar een
dag of wat bleven Iogeeren. De eigenares scheen
echter met die plannen in geene deele te zjjn in
genomen-
Zjj vertelde aan Jacob dat ze niet erg op
„vreemde menschen" gesteld was, (een bijzonder
goede hoedanigheid voor een logementhoudster).
De dochter des huizes, die ons bediende, zag er
in haar eigenaardige kleederdracht zoo bevallig
uit dat we beproefden een of twee volledige cos
tumes van haar te krjjgen of te koopen. Dat
viel echter niet meeze was wel niet zoo gebeten
op vreemde menschen als haar moeder, maar zij
kon toch van haar garderobe niet gemakkelijk
scheiden.
Toch liet zij zich gedeeltelijk verteederen. Ge
lukkig wist zjj een paar vriendinnetjes die mis
schien ons zouden willen verplichten door een
volledig Zeeuwsch costuum aan ons te willen
afstaan en zjj zelf zou er ons heen brengen. Toen
het rjjtuig voorkwam, stapte zjj in en geleidde ons
naar de bedoelde woningop eenigen afstand
buiten de stad.
Ik behoef niet te vermelden dat wjj voor de
gapende menigte, die wij ontmoeten, een geheim
zinnige verschjjning waren, toen wjj met het
snappende en lachende jonge meisje in ons mid
den door de straten reden. Spoedig waren wjj
waar wjj zjjn moesten en onze goede vriendin
ging dadelijk naar binnen om onze belangen te
bepleiten. Na eenige oogenblikken kwam ze
terug met de boodschap dat alles in orde was.
worden door geesten, dat is herhaaldeljjk bewezen.
Wees zoo goed voort te gaan, mejuffrouw Membling.
Ik heb nooit een geval als dit gehoord. Het
moet eiken twjjfelaar overtuigen."
„Gekleed in zjjn lange kamerjapon," ver
volgde Laura, „bewoog hjj zich langzaam door de
kamer. Hjj scheen te lijden aan de gebrekkeljjk-
heid van een hoogen ouderdom."
„Juist zoo, juist zoo 1" riep de spiritualist en
wreef zich in de handen. „Ik heb altjjd beweerd
dat zjj verschenen zooals zij de wereld verlieten,
niet ouder en niet jonger. Ga voort, als 't u
blieft."
Onder het loopen keerde hjj ons zjjn gelaat
toe en glimlachte. Gjj zaagt hem toch glimlachen,
Richard, evenals ik
„Ja," zei Richard eenigszins aarzelend, „hjj
schudde bepaald met het hoofd en ik.zag zjjn
baard bengelen, maar ik kan waarljjk niet zeggen
of ik hem heb zien glimlachen."
„Hjj koa ook niet tegen een vreemde glim
lachen," zei de spiritualist.
„Zjjn houding was hoogst welwillendeen
vriendeljjke glimlacheen allerliefste blik in de
oogen; lange zilveren lokken en een witte baard.
Toen hjj verdween hief hjj de hand op, als om
ons zjjn zegen te geven. Dat hebt gjj toch gezien,
Richard
„OJa. Hij hief de hand op."
„Ik geloof, maar dat weet ik niet zeker, dat
ik hem een zegewensch hoorde prevelen."
„Zoo, Waarljjk," vroeg een wetenschappeljjk
Dat waren nog menschen die naar rede willen
luisteren. Wjj werden vervolgens geleid in een
keurig net vertrek, een type van een boeren bin
nenhuisje, zooals wij slechts wenschen konden te zien.
De familie zat thee te drinken en wjj werden
uitgenoodigd mee te proeven, een uitnoodiging te
beleefd om af te wjj zen, terwijl in dien tusschen-
tjjd de jonge meisjes uit de groote eikenhouten
kleerkast groote hoeveelheden zindelijke, keurig
opgevouwen, welriekende vrouwenkleederen en
toilet-benoodigdheden, van allerlei aard te voorschijn
haalden. Zij gichelden en lachten dat het een
lust was, maar door de dringende vertogen van
mama en onze vriendin, die onze belangen uitne
mend behartigde, legden zjj spoedig hunne blooheid
en schuchterheid af. Zjj toonden ons op wat wijze
die verschillende hoofdsieraden werden gedragen
en het geheel geleek, door de verscheidenheid der
artikelen, veel op een verkoophuis. Jacob was
belast met de de taxatie en de prjjs, naar onder
ling goedvinden vastgesteld, viel ons zeer mee.
Nooit heb ik dien goeden jongen zoo zien zwoe
gen dan toen hjj al die vreemde bagage in het
rijtuig bracht.
Wjj wenschten onzen vriendelijken gastheer
alles goeds en brachten onze hulpvaardige jonge
dame naar haar bezorgde ouders en vrienden.
Het weer liet zich goed aanzien en wjj stelden
ons van de volgende dagen van een verbljjf te
Middelburg bjjzonder veel voormaar lacieonze
plannen vielen jammerlijk in duigen. Den vol
genden dag gevoelde mijn jongere reisgenoot zich
zoo onwel dat wjj besloten naar huis te keeren.
Het vooruitzicht om in een vreemd land en in
vreemde omgeving ziek te liggen is niet uitlokkend.
Wjj hadden spoedig onze koffers gepakt en toen
wjj op de Ylissingsche mailboot gezeten waren
scheen de frissche zeelucht onzen patiënt weer
nieuwen levensmoed toe te waaien. Het deed
ons leed die veelbelovende omgeving te moeten
verlaten en roepen daarom haar geen vaarwel"
maar een »tot weerziens" toe
De N. Rott. Ct. geeft een stel ministers, dat
door den heer Heemskerk zou bijeengebracht zjjn.
Terecht zegt de redactie van het blad dat die
combinatie haar ongeloofljjk voorkomt en zjj haar
daarom slechts onder alle reserve meedeelt.
De verschillende functionarissen zouden zjjn voor:
Buitenl. zaken jhr mr Van der Does de Wille-
bois, oud-minister.
Justitiejh' mr J. J. Pompe van Meerdervoort,
anti-revolutionair lid der tweede kamer.
Binnenlandsche zaken de heer Van Kujjk, com
missaris des konings in Drenthe.
Marineeen gepensioneerd hoofdofficier.
Financiënmr J. Heemskerk Az.
Oorlog de generaal Weitzel, oud-minister.
Waterstaat, handel en njjverheidjhr Tindal,
oud-zeeofficier-te Amsterdam.
Koloniënde heer Raadt, oud-burgemeester van
Maastricht en vroeger kapitein bjj de infanterie in
Indië.
De heer P. L. de Brujjne, (firma de Brujjne
C°) te Vlissingen, is benoemd totLloyd's agent,
agent voor de vereeniging van assuradeuren te
Amsterdam en agent voor de Rotterdamsche en de
Antwerpsche assuradeuren.
Benoemd tot postbode van Sluis over Heile naar
Aardenburg, Mabeles van Zuidzande.
Volgens bet Handelsblad kan men nu reeds met
zekerheid zeggen, dat het succes der nieuwe staats-
leening vaststaat. Van al de landen die inschrijven
staat Duitschland bovenaan. De Duitschers schjj-
nen van de leening zeer veel te verwachten. En
geland is minder opgewekt, wat voor een gedeelte
is toe te schrijven aan het mislukken der onder
handelingen over de leening, door eenige groote
Londensche bankiers geopend. In Frankrijk, Bel
gië en Zwitserland is de stemming goed. En ook
iD ons land, hoewel velen daar volgens ouder
gewoonte tot 't laatste oogenblik zullen wachten,
meent men eene flinke inschrjjving tegemoet te
mogen zien.
Een nieuwe patentquaestie is onlangs te 's Gra-
venhage voorgekomen, die belangrijk is voorcoö-
onderzoeker der geestenwereld, „zonk hij in den
grond of voer hij ten hemel
„Hrj verdween," zei Laura. „Hjj scheen den
wand aan te raken en weg was hjj
„Hjj kwam uit den eenen wand en ging door
den anderen heen" zei Richard.
„En hebt gjj den zegen gehoord
„Neen, ik niet," zei Richard.
„De zegen" sprak de wetenschappeljjke speci
aliteit „was alleen voor het huis bestemd. Gij
hebt dus niets gehoord
„Wel," zei Richard na eenig nadenken, „hjj
slofte een weinig alsof zjjn pantoffels hem te wjjd
waren."
En zoo ging het dag aan dag. Richard was
echter lang niet zoo onder den indruk als Laura-
Hjj kon niet ontkennen dat hij dingen gezien en
gehoord hadmaar hjj maakte geen gevolgtrek
kingen. Doch door zjjn prozaïsche aanvullingen
bevestigde hjj toch hare mededeelingen. Van
lieverlede werd de geschiedenis opgeluisterdde
hemelsche muziek was na ettelijke dagen in een
hemelsch koor veranderd de klokken in klokge
brom; de doodendans was een optocht van ge
raamten, die, ongeveer honderd vjjftig in getal,
door de kamer trokkende zegenwensch van den
voorvader was uitgesproken op een plechtig fluis
terenden toon, die het grovere oor van Richard
niet kon bereikendoch voor Laura duidelijk
hoorbaar was geweest. De schoone verhaalster
werd dageljjks meer doordrongen van haar eigen
grootheid en gewicht en tot grooten schrik van
peratieve vereenigingen. De Coöper. winkelver-
eeniging van Eigen Hulp zag haar aanslag voor
het patentrecht plotseling van ongeveer 60 ver
hoogd tot ruim ƒ400, dat is gerekend naar het
hoogste debiet. Het bestuur is tegen dien aanslag
bij ged. staten in verzet gekomen, zich daarop
beroepende, dat tabel n° 6 der patentwet niet
toepasselijk is op het debiet van coöper. vereeni
gingen uitsluitend aan hare ledendat voor dat
debiet dus geen patent schuldig is endeWinkel-
vereeniging derhalve alleen patent zou behoeven
te betalen voor het bedrag dat zij aan niet-leden
debiteert. Ged. staten van Zuid-Holland hebben
deze opvatting echter niet gedeeld en den aanslag,
berekend naar het totaal-debiet, gehandhaafd.
Afl. 10 van de Dageraad bevatvjjfde openbare
vergadering van de Yereening de Dageraad; de
Israëlieten als ras en als godsdienstbelijders, door
P. J. Yan Eldik Thieme; Zelfmoord, door A. G.
Van RenssenVEvangeliste van Daudet, door
T. B.Een professoraal goochelpartijtje, door dr
H. C. MullerEen onwijsgeerig geschiedschrijver
door S. E. W. Roorda van Eysinga Dageraad en
Kerkgenootschap, door P. C. F. Frowein. De
Maagd der Druiden, door dr H. Hartogh Heys van
Zouteveen; Berichten en mededeelingen.
De heer Yolck uit Utrecht schrjjft ons
Prof. Buys Ballot -verzoekt mjj het volgende
artikel van zjjn hand te publiceeren, hiertoe aan
leiding vindende in de vele tot ZHGel. persoon-
ljjk gerichte vragen.
Het is zeer gemakkeljjk te begrjjpen en bjjzon
der te waardeeren, dat belangstellenden in de
Nederlandsche Pool-expeditie naar berichten uit
zien omtrent de wjjze waarop wjj haar verbljjf-
plaats zullen kunnen opsporen. Misschien niet
geheel bekend met wat vroeger in de verschillende
verslagen medegedeeld werd, wenschen sommigen
hunner dat nog eens herhaald te zien, en als het
kan uitgebreid.
Reeds meldden wjj, dat de vrjj ernstige geruch
ten, die er omtrent schipbreuk geloopen hebben,
ongegrond bevonden zjjn.
De kapitein, die dezen zomer de Louise (het
schip, dat het vorige jaar de schepen vergezelde,
tot ze den 22 Sept. vastraakten, en toen terug
keerde) zal commandeeren, is de heer Dallmann,
die reeds sedert 1850 de Poolstreken bezocht en
ook herhaaldeljjk en met het beste gevolg de Kara-
zee bevoer. Deze heer, onlangs uit Siberië gekomen
om het bevel over bedoelden stoomer te aanvaar
den, bracht een bezoek aan het meteorologisch
instituut en gaf als zjjn meening te kennen, dat
öf de expedities nog veilig en wel aan boord van
de schepen zouden vertoeven, öf wel het land
zouden bereikt hebben, waartoe de sleden en de
Bloepen goede gelegenheid konden verschaffen, als
de tocht over het jjs had moeten plaats hebben.
Het mag dus zjjn, dat onze mannen in ongun
stiger omstandigheden den winter hebben door
gebracht dan zij konden verwachten en dat zij niet
alle waarnemingen, bepaaldeljjk de magnetische,
zoo goed hebben kunnen volbrengen als zjj zich
voorstelden, gevaar voor het leven heeft hoogst-
waarschjjnljjk niet bestaan en zou zich zelfs bjj
het losgaan van het jjs bjjna niet kunnen voordoen,
volgens getuigenis zoowel van den heer Dallmann
als van allen, die de Kara-zee kennen.
Intusschen moeten wjj doen wat wjj kunnen om
onze poolreizigers öf uit het jjs öf van den vasten
wal terug te brengen en hulp te bieden.
Hiervoor is gezorgd, niet alleen door het
aanzoeken van de verschillende consuls en an
dere autoriteiten in de N oordeljjke havens,
om de walvischvaarders uit te noodigen tegen
vergoeding die plaats op te sporen en zoo noodig
hulp te verleenen, maar ook voornameljjk door de
reis van de Louise. Dit schip zal nameljjk in Juli,
dus zoodra er eenige kans bestaat op slagen,
weder naar Siberië vertrekken en zal op haar uit
reis scherp uitzien naar schepen, terwijl de kapi
tein, overeenkomstig het oorspronkelijk aanbod
van de heeren Lange Sohns te Bremen, de reizigers
bjj terugkomst uit Siberië zal medenemen, in het
geval dat de Varna niet in staat was zulks te
doen.
Richard werd zjj zoo spiritualistisch dat zjj be
proefde om van niets te leven, hoe langer hoe
bleeker en magerder werd en geen belang meer
stelde in de liefdebljjken welke haar minnaar
haar zoo gaarne gaf.
Er werd overeengekomenop raad van den
spiritualist, dat de geschiedenis opgeschreven en
gedrukt moest worden eenvoudig, zei hjj, met
inachtneming van datum, uur en getuigenissen
van Richard ten behoeve en tot welzijn van
het menschdom. Laura bracht dus veertien dagen
door met het opstellen van hetgeen zjj een
Eenvoudig Relaas noemde. Hare intieme vrienden
beweerden dat het niet geheel strookte met hare
vroegere mededeelingen en Richard bekende dat hjj
het koor geen liederen had hooren zingen en
evenmin den zegen met beide handen gezien had.
Maar dat was van geen beteekenis tegenover
zulk een reeks van openbaringen.
De heer Membling gaf zjjn toestemming om
het stuk te laten drukken, maar alleen voor par
ticulier gebruik. Er mocht gemompeld worden
over de geestverschjjning, dat was niet te vermjj-
den, maar de feiten gingen alleen de vrienden van
den huize aan en niet het groote publiek, wiens
nieuwsgierigheid hjj niet geneigd was te bevredi
gen, door de ervaringen zijner dochter bekend te
maken. Het Relaas werd dus gedrukt op het
allerfijnste papier, met het portret van den over
grootvader voorin. De datum van zjjn overlijden
werd niet vermeld, maar uit het middeleeuwsche
van zjjn uiterljjk en aan het snit van zjjn baard,
in.