J
van het verkeerde eener dergelijke uitbreiding der
staatsbemoeiing.
De pertinent ontkennende beantwoording der
eerste vraag1] maakt die van de tweede geheel
overbodig.
De commissie meent evenwel de kamer in over
weging te"moeten geven, om, nu de zaak een
maal hier ter sprake gebracht is, nog eene schrede
verder te^gaan, en ook haar oordeel uit te spreken
over den thans tusschen de regeering en de Nederl.
vereeniging bestaanden bandook deze toch is
bij de aangehaalde kamerdiscussie besproken, en
schoon de gevolgen daarvan meer direct tot het
departement van koloniën behooren, kan het wen
schelijk geacht worden, de aandacht daarop te
vestigen van het hoofd van het departement, wien
de behartiging der meer algemeene belangen van
handel en scheepvaart zijn toevertrouwd.
Met de heeren Wichers en Tak van Poortvliet
meent uwe commissie dien band te moeten afkeuren
De dwang, aan de Nederlandsche schepen op
gelegd, om bij alle vervoer van gouvernements
goederen en producten naar- of van Indië het
certificaat der Nederlandsche vereeniging te moeten
hebben, acht zij
A Onnoodig. Waar de geheele wereld vol
komen vertrouwen stelt in Veritas en Lloycl is
het eene aanmatiging van de Nederlandsche
vereeniging dat zij zich eigenmachtig eene hoo-
gere mate van wijsheid en kennis toekent.
Dat de aard der gouvernements-producten een
bijzonder soort van schepen,een bijzonder
toezicht zou vorderen, is eene onhoudbare stelling,
waar het vast staat dat die producten slechts
een klein (nog geen zesde) deel van het geheel
vormden; de particuliere Java en Padang koffie's,
die van Ceylon, Rio Santos enz. worden even
goed door de geheele wereld vervoerd met
schepen, die geen Amsterdamsch certificaat, maar
een van de beide andere inrichtingen bezitten.
Uwe commissie meent uit de bewoordingen van
het besluit positief te kunnen afleiden dat zelfs
de leden der Ned. vereeniging op eene party koffie,
per Engelsch of Fransch schip van Brazilië naar
Holland afgeladen, wanneer zoodanig schip door
behoorlijk certificaat van Lloyds of Veritas was
gedekt, geene assurantiën zouden weigeren. Den
eisch van hunne certificaten uitsluitend voor Ne
derlandsche schepen te stellen, is niets anders dan
eene ongemotiveerde en onverdiende achterstelling
der Ned. vlag. Alle deskundigen keuren dien
dwang ten sterkste af, o. a, de zich noemende
Oedipus in zijne belangrijke brochure De vermin
dering onzer koopvaardijvloot".
Hij schrijft o. a. (bl. 11): Het niet bezitten
eener voldoende klasse bij de Ned. Ver. van ass.
kan daarop van weinig invloed zijn, want, Java
uitgenomen, is nergens het certificaat van zulk
eene klasseering van merkbare waarde of aan
zien men verzekert ons zelfs, dat van alle Ned.
assuradeuren slechts een klein en plaatselijk getal
de leden dier vereeniging uitmaken, en, ware het
niet, dat zij door een belangrijken steun uit 's
rijks schatkist de kosten harer klasseerende be
ambten kon goedmaken, die atdeeling geheel zoude
opheffen, om alsdan in hare beoordeeling van de
schepen, die zij, of juister hare leden individueel,
ter verzekering aannemen, zich te laten voorlich
ten door dezelfde klasseerende registers, die on
wrikbaar vertrouwen bij de overige assuradeuren
genieten, en ook als zoodanig door de regeeringen
der overige koloniale mogendheden worden erkend."
B Drukkend.
Het is volkomen waar, dat de Ned. vereeniging
voor haar certificaat slechts 10 vordertdoch
evenzeer is het waar dat niet alle schepen te Am
sterdam liggende reiskosten der experten komen
er voor de elders liggende bijtoen b. v. een in
de allerhoogste klasse bij Veritas opgenomen schip
in het vorig jaar door het gouvernement met
eene lading steenkolen naar Indië bevracht werd,
moest voor reederij-rekening een expert der Ned
vereeniging eene reis naar Engeland maken om
dat le klasse schip te expertiseeren.
Maar zelfs die bijkomende kosten in het midden
latende, is de maatregel per sé drukkend omdat
zij de schepen aan twee telkens terugkomende
expertises onderwerpt. De vaart is tegenwoordig
geheel iets anders dan op en neer varen tusschen
Nederland en Java; bij de volkomen waarde
loosheid der certificaten van de Ned. Ver. in het
buitenland moet men er een hebben van eene der
cosmopolitische inrichtingendaar men nooit
a priori met zekerheid kan weten, of het zoe
ken eener Handelmaatschappij uit- of thuis-vracht
wenschelijk zal zijn, moet dus elk voorzichtig
reeder tegenwoordig ook het Amsterdamsche
certificaat nemen, en zijn schip telkens hier te
lande aan de beide visitaties onderwerpen.
Het ligt volstrekt niet op den weg uwer com
missie zich in éénig opzicht over de Amsterdamsche
experts te beklagen, maar het is onvermijdelijk
dat tusschen de zienswijze dier heeren en der
andere experts af en toe zich verschil zal open
baren; wanneer nu de ééne expert deze de
andere gene verandering of herstelling noodig
acht, en elk daarentegen het voorschrift van den
andere afkeurt, in welk dilemma wordt dan
de reeder gebracht Gewoonlijk is het einde dat
hjj aan beider eischen moet voldoen, want beider
certificaat is hem onmisbaar
Ook op de dubbele expertise kan worden toe
gepast hetgeen de heer Blussé in de
tweede kamer zeide met betrekking tot een
eventueel appél„Het gaat met een schip juist
als met een zieke; voor die is het ook niet
voordeelig om telkens een anderen dokter te
raadplegen, die zjjn gestel niet kent."
Maar er is meer; een uitgaand schip, voorzien
van beide certificaten, beloopt avarij op de uitreis;
oodhaven vind het alléén een expert van
He reparatie voorschrijft en harebehoor-
>ring certificeert'eenigen tijd later
op Java komende, waar het schip op nieuw door den
expert der Amsterdamsche vereeniging wordt
onderzocht, moet deze wel notitie nemen van de
averij, maar voor hem is het Fen'to-certificaat,
voor wat de reparatie betreft, niet bindend;
hij kan de afteekening van het certificaat af
hankelijk maken van nieuwe noodelooze vertim
meringen.
Allercurieuste bijzonderheden worden op dit
punt aangetroffen in de brieven der permanente
commissie van 17/18 Mei 1881 (Bijl. request);
dezelfde vereeniging, die voor suikerladingen alle
Amerikaansche schepen boven de 5 jaar uitsloot,
droeg te New-York aan eene zuster-vereeniging
de Record for American and foreign Shipping op,
om namens haar te expertiseeren, niettegen
staande de door haar zoo gewantrouwde Ameri
kaansche schepen onder toezicht dier Record
worden gebouwd
Blijkens de discussien schijnt de regeering er
over te denken om nevens den door haar uitge-
oefenden dwang een palliatief aan te wenden,
door n. 1. een soort van appèl toe te laten, wanneer
een reeder de door de experts der Amsterdamsche
vereeniging gestelde eischen overdreven achtte
men schijnt erover te denken de beslissing aan
eene commissie van scheepsbouwkundigen der
marine te willen onderwerpen.
Die maatregel kan gerust achterwege blijven
om de eenvoudige reden, dat zij volkomen on
praktisch is, en hoogstwaarschijnlijk nooit zou
worden toegepast.
Een schip is een schip even als een paard een
paard ismaar evenmin als men een cavelerie-
officier geschikt zal achten om boerenpaarden
te keuren, of een Zeeuwsche landbouwer met de
keuring van cavelerie-paarden zal belasten,
evenmin zijn de scheepsbouwkundigen der marine
de geschikte personen om dergelijk superarbitrium
uit te spreken.
De bestemming, inrichting, vereischten, beman
ning enz. bij een oorlogschip en een koopvaardij
schip zijn zoo uiteenloopend, dat zij als het ware twee
verschillende zaken zijn; daarenboven ligt het in
den aard der zaak, dat de voor het particulier schip
zoo belangrijke kosten-vraag bij de marine, ge
woon uit 's lands kas te putten, zeer op den ach
tergrond staatin een woord, geen kundig en
voorzichtig reeder, al mocht hij de eischen van
experts overdreven achten, zal zich aan het ge
vaar eener marine re-expertise blootstellen liever
zal hij het voorbeeld van den reeder van de
Admiraal de Ruyter (in het kamer-debat aan
gehaald) volgen, en eenvoudig zijn schip verkoopen.
Trouwens bij een goed ingerichte vereeniging,
zooals Veritaskomen dergelijke moeielijkheden
niet voor.
Wanneer de minister van waterstaat zich een
exemplaar van de in alle levende talen gedrukte
Rules van Veritas wil doen voorleggen, zal hij
bevinden dat daarbij alles met de meeste nauw
keurigheid en uitvoerigheid is geregeldde ge
heele bouw van de kiellegging tot de voltooiing
zoo van ijzeren- als houten schepen, materialen,
afmetingen, verbindingen, uitrusting enz.ook
alles wat bij de telkens wederkomende visitatiën
moet onderzocht en vernieuwd worden, kortom
in alles is voorzien.
Doet zich nu al eens bij zeldzame uitzondering
een meening-verschil voor tusschen den expert
en den scheepsbouwmeester of reeder, dan wordt
dit aan de billijke beslissing van het hoofd
bestuur onderworpen en daarin berust.
De slotsom van dit een en ander is dat naar
het oordeel uwer commissie met den meestmoge-
lijken ernst bij de regeering behoort te worden
aangedrongen op volstrekte onthouding. Uwe
commissie onderschrijft gaarne uit het verslag der
enquete-commissie omtrent de Ned. koopvaardij
vloot (bl. 22.)
»Het reederijbedrijf, de scheepsbouw, de han
del kunnen slechts dan deze gewenschte kracht
en bloei verkrijgen, wanneer de staat hen
geheel vrij laat ontwikkelen, geene belem
mering in den weg legt, bestaande hinderpalen
opruimt".
De commissie meent tevens de kamer in over
weging te moeten geven de aandacht der regeering
nog op eene speciaal punt te vestigen.
De staat geeft, blijkens de stukken, aan de
Nederlandsche vereeniging eene subsidie van min
stens 6000, als belanghebbende, zeker niet als
verzekerde
Het schijnt dat de staat nog iets verzekert, maar
zoo dit het geval is, dan is dit bepaald in zijn
nadeel.
Het bewijs dezer stelling wordt ontleend aan
de Ind. begrootingen. In die voor 1882 wordt bij
de toelichting der uitgaven in Nederland de post
voor het artikel koffie ad 4,206,771 aldus ge
specificeerd.
Vervoer, bewaring, verkoop en aflevering
Onkosten in Indië208,000
Assurantie223,250
Avarij gros en particulier 153,320
Vracht 27333 last 2,064,895
Premie27,333
Courtage verkoop333,200
Registratie en opc206,821
Onsplitsbare kosten334,560
Commissie655,402
ƒ4,206,771
terwijl in de daarbij gevoegde aanteekening het
volgende gelezen wordt:
'Assurantie. Tegen zeegevaar wordt inden
regel verzekerd al 't geen voor gouvernements-reke-
ning meer in een zeilschip wordt afgeladen dan
voor eene waarde van 500,000voor de stoom
schepen is die grens op 600,000 bepaald.
De premie van assurantie voor stoomschepen
bedraagt 1 15/16, voor zeilschepen 2 15,16. Daar
evenwel door het vermeerderd aantal reizen van
de stoomschepen het bovenvermeld maximum van
600,000 niet meer behoeft te worden overschre
den, zijn voor de met stoomgelegenheid te ver
voeren koffie geene assurantie premiën geraamd.
Van de 400,000 picol koffie, waarop de met
zeilschepen te verzenden hoeveelheid wordt gere
kend, rekent men dat de helft tegen zeegevaar
verzekerd zal worden, wat, tegen 38 per picol
gerekend, op 223,250 zal te staan komen."
In deze toelichting en de begroote cijfers is
klaarblijkelijk eene misstelling ingeslopen.
Het is van algemeene bekendheid dat de fak-
torij op Java slechts 15,000 picols koffie als maxi
mum per zeilschip verscheept. Deze vertegen
woordigen volgens den maatstaf van 38 eene
waarde van 570,000 en waar de regeering zelve
zegt dat zij slechts verzekert wat de waarde van
5 ton te boven gaat, wordt van zulk eene lading
slechts 70,000 door assurantie gedekt.
De voor de zeilschepen bestemde 400,000 pc.
vorderen a 15,000 per schip hoogstens 27 schepen;
op elke van deze 70,000 of samen 1,890,000
verzekerende, a 2 15/16 premie, kan voor premie
bedrag niet meer dan 55,518,75 worden uitge
trokken.
Hetzelfde zonderling verschijnsel doet zich voor
bij de begrooting van het loopend jaar 1883.
In de toelichtende nota van wijziging der uit
gaven in Nederland vindt men in de specificatie
van den post koffie, bij eene oogst-raming ad
930,000 pic., weder uitgetrokken voor assurantie
van 232,500 pic. (dus juist weder een vierde) a
35 per pic. ad 2het bedrag van 239,039.
Daar de regeering toch volhardt bij de stelling
om bij zeilschepen alleen per lading het bedrag
boven de 5 ton te verzekeren, zoo volgt hieruit
dat de voor die schepen bestemde 465,000 a
15,000 pic. per schip 31 beladingen zuilen vorde
ren15,000 pic. ad ƒ35 vertegenwoordigen eene
waarde van 525,000, zoodat per schip slechts
ƒ25,000 te verzekeren valt, dus ƒ25,000 x 31
ƒ775,000. vorderende tegen 215/16 een
premiebedrag van slechts 22,765,62§ nog geen
tiende van de geraamde som.
De staat heeft evenwel ondervonden dat ook
op het niet verzekerde soms schade wordt gele
den, en de regeering raamt deze op 1 k
Dit getuigen de ramingen der middelen in Ne
derland over beide jaren; die over 1883 luidt:
930,000 pic. 55,355,000 kilo a 32 ct.
per half kilo35,414,400
veilingskosten 1 354,144
ƒ35,768,543
af IJ kontant531,216
35,237,328
a f schade over het onverzekerde 1
over ƒ26,427,996 396,420
34,840,908
Dat cijfer 1§ schade over het onverzekerde
heeft de regeering natuurlijk op de verkregen
ondervinding gegrond, en dan wil uwe commissie
gevraagd hebben of er stelliger bewijs voor het
overbodige van alle gouvernements-koffie assurantie
kan geleverd worden, dan hier door de regeering
zelf is verstrekt.
Daargelaten de bewezene dwaling in de begroo
ting van het voor premie te betalen bedrag, blijkt
onwederlegbaar dat het verzekerd deel 2 710 dus
bijna 3% kost, terwijl de schade op het onver
zekerde slechts IJ bedraagt.
Meer dan genoeg ten bewijze dat er voor den
staat, als verzekerde, geen enkele reden be
staat, om een officieelen band met de Nederl.
Ver. van ass. aan te houden. Als de staat zijn
belang goed begrijpt, zal hij van alle verzekering
der gouvernements-producten, thans reeds tot zulk
een minimum gedaald, geheel afzien.
Of heeft de staat, als grootendeels onverzekerd
inlader, een overwegend belang om dien officiee
len band aan te houden?
Ook deze vraag meent uwe commissie ont
kennend te moeten beantwoorden. Het zal
toch voornamelijk aankomen op de zeewaardigheid
der schepen op het tijdstip waarop deze in Indië
de gouvernements-producten inladen. In de eerste
plaats zij opgemerkt dat de wet den bevrachter
tegenover alle certificaten der wereld het recht
geeft om vrachtbetaling te weigeren en schade
vergoeding te vorderen »wanneer het blijkt dat
het schip, ten tijde van het onder nemen dei-
reis, buiten staat was om dezelve te kunnen
doen" (art. 479 W. v. K.)
Wanneer het nu vaststaat dat Veritas op Java,
minstens even goede, kundige en vertrouwbare
agenten heeft als de Ned. vereeniging, waarom
dan uitsluitend voor de met gouv.-producten be
laden schepen een certificaat van de Ned. Veree
niging- gevorderd? Wanneer de minister de bij
de enquête daartoe betrekkelijke verklaringen van
de meest deskundigen in den lande, waaronder
ook die van de experten der drie dikwijls ge
noemde instellingen, gelieft in te zien, zal Z. Exc
ontwaren dat niet e n eene grootere mate van
vertrouwen aan de certificaten van de Ned. Ver
eeniging dan aan die der anderen, vooral die van
Veritastoeschrijft.
Van daar dan ook dat de enquête-commissie
in haar résumé (bl. 5) inet verwijzing naar al
de hieromtrent gegeven antwoorden het volgende
aanteekende
»Op den toestand van het materieel der koop
vaardijvloot wordt hier te lande van regeerings-
wege geenerlei toezicht gehouden. Dit geschiedt
op eene ten minste voor de zeilschepeh vol
doend geoordeelde wijze door de expertise-licha
men) die zich op kosten der reederij met gere
geld onderzoek van schip en tuigaadje belasten
en in hoofdzaak daarbij naar dezelfde regelen
te werk gaan. Door sommige reeders wordt
echter over onnoodige en te hooge eischen van de
hier te lande werkzame experts geklaagd."
Dat belangrijk staatsstuk is gesteld in een tjjd
(1875) toen men vrij was om des noods één
certifikaat, onverschillig welk, ook voor gouver
nements bevrachtingen, te gebruiken.
Ware de enquête na het beruchte besluit van
de regeering van 1881 gehouden, alle deskun
dige zouden zich voorzeker tegen den dwang,
tegen het monopolie en privilege der
Ned. vereeniging op krachtiger wijze hebben
uitgelaten.
Toonden wij hier voren aan over welk klein
personeel van assuradeuren de Ned. vereeniging
loopt, ten slotte zij ook gewezen op den voort-
durenden achteruitgang onzer zeilvloot. Het enquête
rapport (bl. 7) haalt uit het bekende werkje van
Sweijs Nederl. Vloot en Reederijen 1874, aan hoe
het aantal reederijen tusschen 1859 en 1874 van
1190 tot 662 is verminderd, waarvan 461 voor
de kleine vaart in Groningen en Friesland thuis
behoorden; er bleef dus een getal van 201 over,
welke in de vaart hadden 107 fregat- en 172
barkschepen; dat jaarboekje over 1882 geeft aan
462 reederijen, waarvan omstreeks de helft voor de
kleine vaart, met 42 fregatten en 156 barken!
Kunstmiddelen, staatsbemoeing door de schep
ping van nog een afzonderlijk expertise lichaam,
zal dezen teringlijder niet opknappen, maar hoe
langer zoo meer drukkenintegendeel zou de
minister van waterstaat, handel en nijverheid de
scheepvaart een werkelijken dienst bewijzen, wan
neer hij zijn invloed aanwendde om den knellen
den band, welken de regeering voor haar producten-
vervoer aan de Nederlandsche scheepvaart oplegt,
ten faveure eener speciale zich in niets boven
andere onderscheidende inrichting, te doen ver
breken. Of de regeering vrijheid vindt om
dat gepriviligieerd lichaam met eenige duizenden
te blijven ondersteunen, en zóo haar leven kunst
matig te rekken, ligt buiten den kring der be
moeiing der kamer.
Uwe commissie wil dit verslag niet eindigen
zonder hierbij uitdrukkelijk te verklaren, dat zij
bij de behandeling dezer zaak alléén het beginsel,
dwang of vrijheid, privilege of gelijkstelling heeft
willen behandelen, maar volstrekt niet gedreven
werd door het verlangen om éenigen blaam hoege
naamd te werpen op de wijze, waarop de exper
tise door de experts der Ned. vereeniging, voor
zooveel de commissie bekend is, wordt uitgeoefend.
Integendeel weet zij dat eene hier gevestigde
firma, welke voortdurend zeilschepen blijft bou
wen, de experten van Veritas en van de Ned.
vereeniging, onder welker gezamenlijk toezicht zij
bouwt, gelijkelijk acht en waardeert.
Al het vorenstaande resumeerende heeft uwe
commissie de eer de kamer te adviseeren aan den
heer minister van waterstaat, handel en nijverheid
als haar gevoelen mede te deelen.
I. Dat er hier te lande volstrekt geene be
hoefte bestaat aan het tot stand komen van een
nationaal college voor de expertise en klassificatie
van zeeschepen, geschoeid op den voet van Lloyds
Register en Bureau Veritas.
II. Dat de staat zich in dit opzicht van alle
inmenging behoort te onthouden.
IH. Dat het wenschelijk is den band tusschen
de regeering en de Ned. vereeniging los te maken
en ook voor gouvernementsbeladingen slechts éen
certificaat te vorderen, onverschillig van welke
der drie expertise lichamen.
IV. Dat het in het belang van den staat zou
te achten zijn alle assurantie van gouvernements-
producten te laten varen.
Aldus gerapporteerd in de vergadering der
kamer van 10 Maart 1883.
gedkukt bij de gebroeders abrahams
te Middelburg.