N° 59. 126* Jaargang. 1883. Zaterdag 10 Maart. FEUILLETON. Be Steeaen man ei t Sleeiteu mm. Middelburg 9 Maart. Dit blad verschijnt d a ge 1 ij ks, met uitzondering van Zon- en#Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent; Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DDELRllRGSOHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. be Veij Mestdagh, te Goes; A. A. W. JBolland, te Kruiningen; F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicilé G. L. Haube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M„ Berlijn, Weenen, Zurich, enz. Een administratief' bezwaar. Het Dagblad heeft bezwaar tegen onze aanbe veling om Engeland 's voorbeel d te volgen en rijkszegels in te voeren, die èn voor post- èn voor plakzegel kunnen dienen. »Maar de administratie roept het blad uit. »TJit welk laadje zouden die zegels moeten worden betaald En in welk laadje moet de opbrengst worden gedeponeerd Lieve hemelziet men daar de administratieve bezwaren"" niet van in Is die verzuchting ernst of kortswijl Wij begrijpen wel dat aan de invoering van den door ons voorgestelden maatregel zulke bezwaren verbonden zullen zijn, maar zijn die zoo onover komelijk dat zij een voor het publiek bij uitstek gerievelijken maatregel in den weg staan? Het is meermalen gebeurd dat de ondervinding in dergelijke gevallen raad verschafte en aan vroeger geopperde moeielijkheden langzamerhand tege moet kwam. Laten de mannen der poaterij en der zegelwet onderling overleggen welke weg daartoe het best is om in te slaan. Onzerzijds een enkele wenk, die misschien al te eenvoudig is, en daarom niet bruikbaar. Het rijk weet hoeveel zegels a 5 cents jaarlijks worden uitgegeven. Wanneer men nu op elk postkantoor aanteekening houdt wat toch, meenen wij, geschieden moet voor de statistiek van het aantal brieven, voorzien van zulk een zegel, dat verzonden wordt, en men doet dat eveneens op de ambulante postkantoren, dan kan men (tan het eind van elk jaar een opgaaf ver krijgen van het aantal zegels, dat voor brief- p o r t o 's is gebezigd. Trekt men nu het bedrag daarvan en dat van het aantal vijfcentszegels, dat op 31 Dec. van elk jaar op de verschillende post- en zegelkantoren nog voorhanden is, af van het totale bedrag der in omloop gebrachte zegels, dan zal hetgeen over blijft wel kunnen gerekend worden voor de som, waarop het laadje der zegelwet aanspraak maken kan. Zoo wij met die berekening falen, willen wij hopen dat anderen die quaestie eens behandelen, en zullen wij tevreden zijn als zij die tot zulk eene oplpssing brengen dat het publiek handiger plakzegels ontvangt dan de tegenwoordige. Eene insinuatie of een schandaal. Het Rott. Nbl. schrijft »Als een staaltje van de kieschheid die in den jongsten tijd aan enkele onzer ministerieele depar tementen den toon aangaf, kan gemeld worden, dat den dag na de aanvraag om ontslag aan een der departementen nog in allerijl, ofschoon het tijdstip daartoe zeer ongewoon was, een beschik king werd opgemaakt, waarbij vijf klerken, werk zaam aan dat departement, een traktementsver- Eene vertelling uit de vorige eeuw. nooit ERNST PASQUé. II. VasienavOud. t)e wildemannen en de Turkenslag. slaapjeriep de hoofdman der Turken uit op hetzelfde oogenblik waarop hij zijne helden daad had verricht zijn woede veranderde in onbe schrijfelijke verbazing. En «Jaapje 1 Jaapje 1" riepen alle Turken en wilde mannen om het hardst en weldra herhaalde de opgewonden me nigte honderdstemmig den scheldnaam, waarmede zjj den man, dien zij zooeven nog bewonderd en toegejuicht had, op de wreedaardigste wijze be spotte. Daar stond de arme Tils, alsof zijn naam een tooverwoord ware, dat hem al zijn kracht en moed benam, en zijn masker een vizier waarachter hij veilig en ongedeerd gehandeld had. Nu dat hem hooging kregen, n". 1, 2, 3 en 4 boften omdat n°. 5 de zoon van den minister zelf was." Waar dergelijke beschuldigingen geuit worden, komt ons het noemen van het betrokken ministe rieele departement plichtmatig voor. Een hoofd van algemeen bestuur, dat zoo onkiesch handelen durft, heeft er ook aanspraak op dat zijne handelwijze algemeen bekend en afgekeurd wordt. Meldt men den naam niet, dan laadt men den schijn op zich te insinueeren en doet men het gevaar ontstaan dat onverdiend een der collega's van den betrok ken persoon wordt verdacht. Onze stadgenoot, de heer J. A. Frederiks, schrijft in het Bouwkundig weekblad over het West-Indische Kuis alhier, dat thans in de Lange Delft is afge broken, terwijl op de plek, waar het eenmaal stond, een nieuwe school voor onvermogenden zal worden gebouwd, het volgende Het gebouw, gelegen aan Middelburgs hoofdstraat, de Lange Delft, op den hoek van de St. Janstraat, dagteekende van het einde der XVe of het begin der XYIe eeuw, toen het werd gesticht door Adolf Hardinck, rentmeester van Zeeland Bewester- Schelde. Later, van 15821621, was het bestemd voor de zoogenaamde Schotsche of Engelsche court" en als zoodanig een verblijfplaats voor hooggeplaatste Engelsche personen, wanneer deze in de stad vertoefden. Yolgens overlevering zou de graaf van Leycester er gedurende eenigen tijd zijn intrek hebben genomen. Na 1621 diende het huis tot bergplaats van goederen, welke uit West-Indië werden aangevoerd, vanwaar de naam West-Indische huis." Yan de rijke binnenbetimmeringen, welke onge twijfeld daarin aanwezig moeten zijn geweest, is alleen bewaard gebleven een o verschoon portaal en een voorbetimmering van eene kastbeide bevinden zich thans in de oudheidkundige verza meling op het raadhuis alhier. Dit portaal, groot 1.70 M. bjj 1.33 M. en hoog 3 M., van eikenhout vervaardigd, kan met de schoonste voortbrengselen uit de Hollandsche of Ylaamsche renaissance wedijveren. Kunstig ge- smeede hangen en slotplaten, waarin de initialen van den stichter (A. Hzeer oorspronkelijk zijn aangebracht, versieren de deur van het portaal. Bij het afbreken waren in het gebouw nog een zestal deuren aanwezig, welke van de stichting dateerden, en die voor een gedeelte waren voor zien van hang- en sluitwerk met de bovengenoemde naamletters versierd. De betimmering dezer deuren was overigens uiterst eenvoudig. In den achtergevel op de binnenplaats bevond zich eene cartouche met het volgende opschrift «Anno vijftie honderd een en 't sestich claer -Jakob Heytidrycr va Grijpskerche !ofbae.r -Met Jatineke Htyndrycx zijn huisvr fodeerde -Dees school om daerme kijders te leer waer »Dnje jaer om niet leesen schrijve een paer. -Voleht dit naer ghij rijck gheestimeerde." Ao 1593. Deze steen, vroeger geplaatst naast den ingang van de St. Janstraat, en in 1830 naar de binnen plaats overgebracht, heeft niets gemeen met de stichting van dit gebouw of met zijne bestemming ontnomen was stond hij daar in al zijn schuchter heid en onbeholpenheid. Hij was weer het arme Jaapjeeen kind had hem omver kunnen werpen en hij zou geen moed gehad hebben om zich met een vinger te verdedigen. Daarbij werd zijn toestand met het oogenblik hachelijker en werden zijn moe deloosheid en zielsangst steeds grooter, want hoe langer hoe luider klonk die ontzettende kreet Jaapje Jaapje!" en hij drong als het geraas van den donder in zijn oor, als een messteek in zijn arm hart. »Die is onschadelijk gemaaktmompelde de overwonnen Turk Odendahl verachtelijk, ter wijl hij zijne gekneusde ledematen wreef en rekte. »Foeihet is schandefluisterde juffrouw Si- bylle driftig en wende het gelaat af van het erbarme lijke schouwspel dat zij op straat moest zien. Waarom verdedigt hjj zich niet Zooeven heeft hij erop geslagen als een reus en nu laat hij zich ongestraft beschimpen door iederen zot, doordien ouden man, dien hij pas als een bal weggeworpen heeft. Zou die moed slechts een oogenblikkelijke opwinding, zijn heele dappere houding slechts schijn geweest zjjn Achter de half gesloten huisdeur stond Leentje en volgde in ademlooze spanning, doch met een lachend gelaat, de verdere ontwikkeling van dit tooneel, waarvan de held met éen slag van over winnaar in een medelijden inboezemenden ver- slagene veranderd was, terwjjl aan de overzijde de tot inrichting van onderwjjs, doch is waarschijnlijk van eene oude gesloopte school afkomstig. De cartönche en het fraaiste aanwezige smeed werk is voor bovengenoemde oudheidkundige ver zameling bewaard gebleven. Sedert voor enkele jaren een aangrenzend gedeelte is weggebroken, had het gebouw ook uitwendig weinig kunstwaarde. Het was opge trokken in Bentheimer zandsteen en stond daar met zijne zware kruiskozijnen als een somber gedenkteeken van vroegere welvaart. Eene afbeelding ervan is te vinden in»W. A. Bachiene, vaderlandsche geograpbie of nieuwe tegenwoordige staat der Nederlanden, Amsterdam 1791." Door den storm en hoogen vloed (150 M. hoven gewoon hoogwater) van den 6 dezer is van den polder Walcheren aan de Noordwatering tusschen de dijkpalen 24 en 25 het staket ter lengte van ongeveer 80 M. over de geheele breedte weggeslagen. Aan de Oostwatering is 1000 M2. rijsbeslag opgebroken en eenig grondverlies ontstaan. Aan de Zuid- en Westwateringen is de schade van geen belang. A'isse, 8 Maart. Bij herstemming voor een lid van den raad alhier is gekozen de heer L. Nieuwenhuijse met 17 van de 19 uitgebrachte steunnen. De heer Geill, die 2 stemmen bekwam, had vooraf te kennen gegeven niet in aanmerking te willen komen. Axel, 8 Maart. In de heden alhier gehou den raadsvergadering is benoemd tot ambtenaar van den burgerlijken stand en tijdelijk wethouder, in plaats van wijlen den heer S. A. de Smidt, de heer P. van Fraaijenhove. Biervliet, 7 Maart. In onze gemeente woedde Dinsdag bij de stembus een treurige strijd, die veel overeenkomst had met den strijd in de natuur, welke door de felle Maartsche buienzoo'n weinig uitlokkend aanzien droeg. Toch gingen van de 91 kiezers 84 ter stembus, waaronder éen, die 't vorige jaar onze gemeente verlaten had uit Aardenburg overgekomen was. Onder de zeven kiezers, die van de stembus zich onthielden, be hoorden er eenigen, die door ziekte of afwezig heid verhinderd werden. De heer V. d. Hooft, de candidaat der heerschende partij van verzet," behaalde, gelijk reeds gemeld is, met éene stem meerderheid de zége. Behalve déze partjj is onze gemeente er nog een tweetal rijk, waarvan de eene ongeveer een 20 kiezerB telt, die ontevreden zijn over de voortdu ring van den abnormalen toestand der gemeente, doch het niet noodig schijnen te vinden om voor hun beginsel met éen hunner als candidaat in het strijdperk te treden en daarom de hand reikten aan de andere partij, die steeds bereid is om te metamorphoseeren, zoodra er eenig buitenkansje te verdienen valt. De Biervlietsche kiesvereeniging is ook al niet bij machte om beginselloosheid te keer te gaan. In de St. Cl. is opgenomen een kon. besluit, hou- oude Lorenz van zijn stoel gesprongen was om zijn patroon te hulp te snellen. De beleedigers waren handtastelijk geworden. De wildemannen, door den kleermaker Göbbels gehuurd, herinnerden zich maar al te goed de ontvangen les om Jaapje, die zich tot nogtoe zoo boven verwachting goed gehouden had, niet te laten ontsnappen, ja desnQods met geweld tot een moedige vroolijke daad te dwingen en wellicht ook overmand door den wijn begonnen zij den armen, verlegen man lachend en dansend te omsingelen. De Turken sloten zich bij hen aan en nu begon er een vroolijke, neen droevige jacht. Waar het arme Jaapje wilde doorsluipen, werd hij terug gedrongen en steeds sloot de kring zijner vervolgers zich enger om hem heende menschendrom werd hoe langer hoe dichter en men duwde hem meer en meer naar het huis toe. Eindelijk ontstond er een oorverdoovend geraas, geschreeuw, gejuich en gelach en op dat oogenblik verschenen de reddende engelen, in de gedaanten der Keulsche dienders, op de kampplaatsna eenig dringen en worstelen ging het volk uiteen en het geschreeuw verstomde. Doch Jaapje was verdwenen. Als in den grond verzonken want op den Steenweg was hij nergens te zien, tot groot verdriet van den jammerenden, zoekenden mijnheer Lorenz. In het huis kon hij niet gevlucht zjjn, want de zware eikenhouten deur was stjjfgesloten en de vensters waren allen van dende machtiging tot uitgifte van f 14,000,000 in schatkistpromessen, volgens de wet van den 5e" December 1881 (Stbl. n° 185). De St. Ct. bevat een kon. besluit houdende nadere bepalingen omtrent den vrijdom van den accijns voor zout, benoodigd voor vee en voor landbemesting. Daarbij is onder meer bepaald er wordt vrijdom toegekend van den accjjns voor het zout, benoo digd a bij het voederen van vee6 voor het bewaren van voedingsmiddelen voor veec voor het bemesten van landerijen. Onder vee worden verstaan de eenhoevige en de herkauwende dieren en de varkens. De vrijdom wordt alleen verleend voor ruw zee zout. Zout, waarin zich stukken bevinden van grootere lengte of breedte dan 1 centimeter, komt voor den vrijdom niet in aanmerking. Het zont wordt met andere stoffen vermengd, ten einde het ongeschikt te maken voor belast gebruik. Het alzoo verkregen mengsel wordt in dit be sluit en bij de toepassing daarvan landbouwzout genoemd. Voor de bovengenoemde doeleinden kan ook onvermengd zout ingeslagen worden. Elke inslag moet minstens 200 kilogram bedragen. Het besluit komt in werking 1 April a. Z. M. de koning heeft Donderdag een langdurig onderhoud gehad met den minister van financiën, president van het demissionaire kabinet, graaf Van Lijnden. Men schrijft uit Roermond aan de Maasbode Vroeger is in de tweede kamer het feit te berde gebracht dat er in Noord-Brabant en Limburg, bjjzonder ten plattelandeburgemees ters gevonden wordendie zelf brouwers of tappers of naaste bloedverwanten (broeders of zwagers) van brouwers of tappers zijn; iets wat dikwijls aanleiding geeft tot onregelma tigheden of knevelarij ven, b. v. het reglement op het sluiten der herbergen verwaarloosd met ker missen, hoe meer hoe liever, bals en dansen, die dikwijls tot diep in den nacht voortduren dron kenschap en vechtpartijen, die door de vingers gezien worden, dewijl de politie niet tusschen beide komtsoms, zooals men zegt, weigering van vergunning aan hen, die het durven wagen ander bier dan dat van den burgemeester of zijne familie te gebruiken. Ja soms ziet men, dat klanten van den burgemeester bij elke gelegenheid begunstigd en anderen vergeten of verstooten worden. »Wat meer is: in dorpen, waar een brouwer of tapper tevens burgemeester is, wordt bij verkie zingen voor de staten of gemeenteraden de vrij heid van keus onmogelijk. Dan worden de klan ten, die men onder den duiui heeft, afgeloopen, bedreigd of met beloften gevleid. Dan staan er slaven of bloedverwanten van den burgemeester bij het gemeentehuis op wacht, om de kiezers te lokken, hunne stembriefjes in te vullen of naar hunnen zin te veranderen, en onder die goede Ijzeren staven voorzien. Spel en dans waren uit. ook voor de Turken, want hun hoofdman kon achter geen enkel venstergordijn, hoe hij ook zijne oogen den kost gaf, een menschelijk gelaat ontdekken, zelfs niet dat van de oude Griet, laat staan dan het lieve gezichtje der mooie juf frouw Sibylle. Zoo moesten dus de twee groepen met hunne muzikanten en ook de Keulsche dienders onver richter zake aftrekken, door de gapende menigte gevolgd, en weldra was de Steenweg als uitge storven. Alleen de oude Lorenz zocht nog naar zijn armen patroon, ofschoon er niet de minste reden was om te gelooven dat die lange wilde man tusschen de steenen der huizen of van de straat verstopt zou kunnen zijn. Zoo eindigde de groote Turkenslag; maar de voorvallen van dien vastenavond-Dinsdag waren daarmede nog niet afgeloopen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1