Vrijdag
9 Maart.
I
126e Jaargang.
Middelburg 8 Maart.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1 -7 regels/ 1,5(j
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hg tal man en te tae» mi.
O
DDELBIIRGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. 6. de Ve,Mestdagte Goes: A. A. W Bolland, te Kruiningen: F. van DEE~P^^~^e: A c. DE Momj> te Tholen; w. A VAN NieuwenhuU2EN; en le Ter
Hooldagenten voor het Buitenland: de Compagn.e générale de Pubbeité G. L. I.adbe en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M„ Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
Een stem in de Amsterdammer nog wel uit
Veere zelf laat zich hooren tegen het stichten
van een werkhuis in die gemeente.
Aan het betoog en aan de voorkeur die de
schrijver voor de plaatsing van zulk een gesticht
geeft aan de duinen te 's Gravenhage of aan de
onmiddellijke nabijheid van Amersfoort, zou men
opmaken dat hij in een van die gemeenten zijn
domicilie heeft. Allerminst toch zal men van een
inwoner van Veere, die met den toestand daar
bekend kan zijn, een pleidooi verwachten tegen
een plan, dat, wordt het uitgevoerd, voor zijne
woonplaats een voordeel kan opleveren, waaraan
zij zoo dringend behoefte heeft, maar nog meer
verwondering wekt zijne instemming met het be
weren van het lid der tweede kamer, den heer
Gratama, dat de menschen van de zandstreek in
Zeeland met koortsen te worstelen hebben.
Het is waarlijk alsof de bedelaars voor hunne
gezondheid naar eene badplaats moeten gezonden
worden. Maar stel dat er redenen bestaan om be
zorgd te zijn voor de gezondheid van bedelaars
uit de zandstreken, dan is er een eenvoudig mid
del om daaraan te gemoet te komenmen zende
hen juist niet naar Veere maar naar een der
andere rijks werkinrichtingen. Voor Veere zal
het overige deed van ons land nog helaas wel
een voldoend contingent veroordeelden opleveren.
Dat men in onze vertegenwoordiging zelfs nog
meegaat met het heerschende idee omtrent de
ongezondheid van Zeeland, is te betreuren, maar
nog zonderlinger wordt het wanneer door be
richten als in de Amsterdammer door de bewoners
dier provincie zei ven daaraan voedsel wordt gegeven.
Hit het verslag umu.-. -v 0—
handelingen van het geneeskundig staatstoezicht
in 1881 blijkt, dat er in Zuid-Holland op de 1000
inwoners het meeste, nl. 26.88 stierven tegen het
minst, 19.57, in Friesland.
De redeneering van den heer Gratama en van
den berichtgever zou aanleiding kunnen geven
tot de vraag of het niet wenschelijk ware om
alles zooveel mogelijk in laatstgenoemde provincie
te concentreeren De gezondheid der kamerleden
zou daarbij van overwegend belang kunnen zijn.
Ook de ligging van Veere wordt door den be
richtgever in het orgaan dat in onze hoofdstad
- verschijnt aangevallen. De plaats voor zulk eene
inrichting moet, volgens hem meer in het centrum
van het land, en in de nabijheid van groote steden
gezocht worden.
Den schrijver antwoorden wij, door hem, in
geval hij dit ten minste weet, te herinneren wat
de minister van justitie in zijne memorie van
beantwoording daarover zegt.
»Ook beveelt de keuze van Veere zich aan door
de rustige ligging der plaats op een uithoek van
het eiland Walcheren, terwijl nog bovendien het
beoogde terrein, juist aan de uiterste grens, voor
Eene vertelling uit de vorige eeuw.
DOOR
ERNST PASOUÉ.
IT.
Vastenavond.
De wildemannen en de Turkenslag.
Steeds vlugger trippelend fluisterde Leentje haar
meesteres iets in het oor, waarover deze volstrekt
niet boos werd
»Niet waar, juffrouw, een knappe man, een
galant man! die aanvoerder! Zie maar eens hoe
die beenen gaan, veel bevalliger dan van die anderen,
die met kromme beenen dansen, alsof zij kleerma
kers zijn in plaats van wildemannen. En dan moest
gij hem eens zonder masker zien, dan is hij nog veel
mooier. Dan zou hij u pas goed aanstaan en dan
past hij even goed bij u als gij bij hem, veel beter
dan bij dien ouden OdendahlDoch eensklaps
werd het gefluister van het meisje afgebroken.
Juffrouw Sibylle had zich omgekeerd, Leentje bij
de hand gevat en fluisterde gevraagd
Hebt gij hem gezien? Kent gij hem? Wie
js het Ik wil zijn naam weten." Maar de kleine
het grootste gedeelte onmiddellijk door de zee
wordt begrensd.
Wordt de surveillantie tegen desertie hierdoor
zeer gemakkelijk, zóo zelfs dat deze bjjna tot de
onmogelijkheden zal behooren, aan de andere zijde
is Veere niet zoo ver afgelegen van andere grootere
plaatsen, dat deze niet door de ontslagen ver
pleegden ook zonder groote kosten kunnen worden
bereikt, en dat het transport er heen vooral
uit de zuidelijke provinciën niet best kan ge
schieden. De middelen van gemeenschap, welke
tusschen Veere en andere gemeenten bestaan, zijn
daartoe voldoende. Ook beveelt de keuze van
Veere zich aan doordat de gemeente zich bereid
heeft verklaard zonder vergoeding de haar toe-
behoorende gronden, grenzende aan de terreinen
van het vroegere arsenaal, aan het rijk in eigen
dom af te staan, waardoor het mogelijk zou
worden later, indien het in den loop der tijden
noodig mocht worden, aan de werkinrichting uit
breiding te geven. Voorts kan over de localen
onmiddellijk worden beschikt, terwijl de plaats
zeer voldoende gelegenheid aanbiedt tot het be
komen van woningen voor ambtenaren."
Die bewering is door den heer Gratama niet
weerlegd, en wij laten aan den berichtgever van de
Amsterdammer over om met het oog op de voor-
deelen, die de minister aanhaalt en die men elders
niet heeft, te bewijzen dat men ergens anders, in
een z. g. gezonder deel van ons land, voor
dezelfde f 118,000waarop de verbouwings-
kosten te Veere worden begroot, eene geheel
nieuwe inrichting, met inbegrip van de benoodigde
som tot aankoop der terreinen, kan tot stand
brengen.
Alleen door zijne bewering met cijfers te staven
kan de Veerenaar toonen dat hij recht had om zijne
gemeente zulk een slechten dienst te bewijzen als
hij door zijn bericht. tiapfL
De kamer van koophandel en fabrieken alhier
zal op Zaterdag, den 10 dezer, des namiddags te
2§ uur precies, eene openbare vergadering houden.
De commies 4e kl. Kijmmell, werkzaam ten
postkantore Zwolle, wordt met 15 Maart a. over
geplaatst naar het hoofdbureau te 's Gravenhage
en vervangen door den surnumerair W. C. Callen-
fels, uit Middelburg.
ColijnspJaat, 7 Maart. Door den storm,
loopende van het N.—NW., stond Dinsdag het
water, de getijden in aanmerking genomen, buiten
gewoon hoog, nl. 2,80 M. hoven A. P., dus 1,30
M. boven gewoon hoogwaterpeil, terwijl de golven
tot 4,10 M. boven A. P. tegen het beloop van den
dijk werden opgestuwd.
Aan de zeewerken is tot nu toe geene schade
bespeurd. Aan de havenwerken daarentegen is
heden nacht, nadat er reeds gisteren eene verzak
king achter den havenmuur te bemerken was,
eene niet onbelangrijke schade ontstaan, daar ge
noemde muur ter lengte van 4 M. in de haven
gestort is, terwijl het overblijvende gedeelte over
maakte zich behendig los en antwoordde gichelend
»lk ken hem wel en ik heo hem vaak ge
zien en dat zou met u ook het geval zijn, als gij
in uw kamertje niet altijd naar de sterren zat te
kijken, die er op den Steenweg niet eens zijn,
terwijl die knappe wildeman heel bedaard uw
venster voorbij stapt."
Wie is het? Wie is het? Ik wil het
weten riep juffrouw Sibylle nog eens doch dit
maal antwoordde Leentje in het geheel niet, maar
luisterde aandachtig naar het geluid van muziek
en het dof gegons van een massa stemmen dat
in de verte, van de oude markt af klonk, en hoe
langer hoe duidelijker werd, naderbij scheen te
komen en zeker een nieuwe groep aankondigde,
die naar den Steenweg trok. Toen zei het meisje
haastig
»Er komen nieuwe maskersAls dat nu
eens mijnheer Odendahl met zijne gezellen was
O wee, o weeDan zou de pret spoedig uit zijn 1'
Juffrouw Sibylle beet zich op de lippen, fronste
dreigend de wenkbrauwen en zei na een poos,
scherp, als bij zichzelf, doch voor Leentje zeer
verstaanbaar
>Het zou wel goed zjjn dan kwam het
tot een beslissing."
Op straat dansten de twaalf wildemannen nog
altjjd even vroolijlc, zwaaiden met hunne knodsen,
dat de linten telkens tusschen de toeschouwers
fladderden, zoodat die dan verschrikt achteruit
stoven. De begeleiding en het gezang duurden
ook nog voort, totdat plotseling het laatste ver-
eene lengte van 12 M. gescheurd en uit zijne voe
gen gelicht is.
In de Woensdag gehouden zitting van den ge
meenteraad van '8 fleer-Abtskerke werd door den
heer Vermande medegedeeld dat hij tegen 1 April a.
zijn eervol ontslag als burgemeester heeft aange
vraagd. Door den wethouder, den heer Van
Iwaarden, en den gemeente-secretaris, den heer
La Motthe, werd den burgemeester dank gebracht
voor hetgeen hij in de 24 jaren dat hij aan het
hoofd der gemeente stond in het belang ervan
gedaan heeft. (Q, Qt.)
Ter IVeuzeu, 7 Maart. Bij beschikking
van den minister van waterstaat, handel en nij
verheid, van 8 Februari jl„ is aan L. J. A. Affai-
rous, alhier, vergunning verleend tot het aanleggen
van een ringdijk, voorzien van twee sluisjes, ten
dienste van putten voor kunstmatige oesterteelt,
in de buitengronden voor de polders Hieuw
Othene en Ser-Lippens.
Hoek, 7 Maart. In de Dinsdag alhier ge
houden vergadering van ingelanden van den Oud-
Westenrijkpolder, is tot dijkgraaf van dien polder,
benoemd de heer Jac* Dieleman Jz., alhier, en
zulks in plaats van M. Riemens Az., overleden.
De V ereeniging ter beoefening van de krijgsweten
schap hield Woensdag avond in Den Haag eene
buitengewone vergadering ter bespreking van het
wetsvoorstel van den heer Schepel om het vesting
stelsel tot de stelling Amsterdam te beperken.
De heer Schepel zelf en vele andere leden der
kamer waren tegenwoordig.
Op uitnoodiging van het bestuur had de luite
nant-kolonel Eland, directeur der krijgsschool, zich
bereid verklaard het onderwerp in te leiden.
ualJ'zOo iNeuerninu ouiten ae positie van Amster
dam geen vestingen en veldleger bezat, ons grond
gebied het slagveld van vreemde legers zou worden.
Door opruiming van de nieuwe Hollandscbe water
linie geven wij dus steun aan Duitschland, een
dienst van grooter waarde dan de verklaring dat
geen mogendheid de stelling van Amsterdam zal
aandurven.
Een veldleger acht de heer Eland onmisbaar
tot handhaving onzer neutraliteit, evenzeer als om
bjj eventueele geschillen met België niet a tout
prix toe te geven. Doch het onderhoud van een
voldoend veldleger is niet alleen voldoende; wij
moeten een of meer verdedigingsstellingen in
vredestijd voorbereiden.
En daarvoor acht hij Amsterdam niet alleen
voldoende. Ook de haven- en riviermonden en
de nieuwe Hollandsche waterlinie moet behouden
blijven. Bij afschaffing van het veldleger toch
kan de stelling Amsterdam onmogelijk de gewich
tige rol vervullen, haar toegedacht. Daartoe be
riep hij zich op het gevoelen van den heer Stieltjes.
De heer Eland sprak ten slotte als zijne over
tuiging uit, dat de stelling van Holland geen
grooter vijand heett te vreezen dan gebrek aan
stomde en de violen en fluiten door scheller tonen
overstemd en eindelijk tot zwijgen gebracht wer
den; op hetzelfde oogenblik werd ook de dans
geweldadig verstoord.
Van de zijde van de oude Markt was een troep
Turken komen aanzetten en bjjna in stormpas
tot voor het huis der »Steenen vrouw" gerukt.
De Turken waren wel de helft talrijker dan de
wildemannen, maar zij hadden slechts drie muzie
kanten, die echter wel tweemaal zooveel leven
maakten als de zes anderen. Zij voerden ook een dolle
muziek uit,, doch die precies bij de vermomming
paste. Een schetterende trompet blies de melodie
waarhij een schellebel de noodige versiering aan
bracht en een Turksche trom, van ouderwetsch
model, met haar zwaarbom, bom, de maat aan
gaf. Het was een oud en ook zeer bekend Keulsch
volkslied, dat nu als Turksche marsch dienst deed
en de menigte, tuk op afwisseling, had nauwelijks
de melodie gevat, of zij liet het reeds tallooze
malen herhaalde ..lore, lore Peter" varen en hief
het nieuwe lied aan. De muziek der wildemannen
moest zwijgen, de dans was uit, want de Turken
waren door de rijen der toeschouwers heengedron
gen en vulden weldra de geheele ruimte, terwijl
hun aanvoerder met zichtbare woede den anderen
hoofdman naderde. Het was een vrij groot, tame
lijk gezet man, wien noch de hooge tulband met
de halve maan, noch de gevlekte roode kaftan,
noch de smerige, wijde, witte broek bijzonder
flatteerden. Daarenboven werd het gezicht nog
door een wanstaltigen, leelijken valachen neus
voorzorg, kleinmoedigheid en mindere kennis op
het gebied der landsdefensie.
Ook de heer Kool, lid der tweede kamer, be
streed het voorstel-Schepel, en bepaalde zich daarbij
tot het vraagstuk met het oog op de maritieme
strijdkrachten.
Hij bestreed de meening van den heer Schepel
dat de kosten, aan onze oorlogschepen besteed,
vergeefs zijn, evenals die van den schout bij nacht
Binkes, dat wij met onze maritieme strijdmiddelen
achterstaan bij andere zee-mogendheden, en meent
dat de toekomst met gerustheid mag worden te
gemoet gegaan, mits aan de vaartuigen verbete
ringen, voldoende aan de eischen des tijds, wor
den aangebracht.
Hij verdedigde verder het behoud van Zuid-
Holland als onmisbaar voor Amsterdam, daar het
daarvan bij een eventueel beleg zijn toevoer van
levensmiddelen moet verkrijgen, en zette ten slotte
nog uiteen, dat de uitvoering van het stelsel
Schepel het verleenen van hulp over zee. b.
door Engeland, dat politiek belang kan hebben
hij de handhaving van onze zelfstandigheid, zeer
zal bemoeilijken. Onzen eventueelen bondgenoot
toch behoort gelegenheid gegeven te worden de
havens tot zijn operatiebasis te nemen, in plaats
van eene bezwaarlijke landing op de kust, zoodat
het niet loslaten der verdediging van onze havens
van groot belang is.
In die vergadering werd nog door de heeren
Eland en Boogaardt gesproken over de wensche-
lijkheid tot behoud van de vestingen Ter Neuzen
en Ellewoutsdijk, in verband met de neutraliteit
op en de wijze van verdediging van de Wester-
Schelde en onze houding tegenover België.
Voor het voorstel-Schepel sprak op die verga
dering niemand. Aan het einde ervan constateerde
merïïcP,1 na^cfe 'vereehigïng'bëdankt te hebben voor
hare gastvrijheid op dat, waar de staten-generaal
een oordeel moeten vormen over de middelen,
noodig tot verdediging des lands, zij een ander
standpunt innemen dan eene vereeniging van
militaire specialiteiten. Voor dezen is dit een
maximum van weerbaarheid, voor genen een mini
mum van uitgaven. Doch hoe dit zij, hij meende
ook de tolk te zijn van zijne aanwezige mede
leden, wanneer hij de verzekering gaf, dat, mocht
eenmaal de nood aan denman komen, de staten-
generaal bereid zullen zijn uit 's lands kas, met
opoffering van de materieele krachten des lands,
die sommen toe te staan, welke kunnen strekken
om het leger de vervulling van zijne moeielijke
taak mogelijk te maken.
Het vraagstuk zal door het bestuur in het nieuwe
leesjaar nog eens ter sprake gebracht worden.
Van behandeling in de staten-generaal zal in de
tegenwoordige politieke omstandigheden vooreerst
wel geen sprake wezen.
De minister van financiën brengt in de St. Ct
ter algemeene kennis dat bij kon. besluit van den
le Maart 1883 n°. 10, zijn ingetrokken, te reke-
waaraan een ellen lange .Knevel bevestigd was,
ontsierd en toch was hij de aanvoerder van zijn
troep. Hoe leelij k staken die, anders nog al ge
ziene Turksche maskers, bjj die elegante wilde
mannen afJuffrouw Sibylle, wie de hulde gold,
voelde dit zeer goed en liet het door haar min
achtende houding onverholen blijken, waardoor
de Turken-hoofdman hoe langer hoe boozer werd.
Hij zwaaide met zijn kromme houten sabel, met
zilverpapier beplakt, en riep den hoofdman der
wildemannen toe, zonder zich eenige moeite te
geven om zijn stem onkenbaar te maken
»Uit den weg daar, wildeman. De Steenweg
behoort mij toe!"
>Wij waren het eerst hier" antwoordde de
ander, eerst verrast en bedremmeld, maar spoedig
meer moed vattend.
»De Turk heeft oudere rechten. Nog eens(
weg van hier, opdat ik mijn halve maan voor de
»Steenen vrouw" kan opstellen.
»Stel gij u halve maan op, waar gjj verkiest,
maar hier niet, voor de mooie »Steenen vrouw.''
Wij blijven hier en eindigen hier onzen dag."
Zoo riep een van de wildemannen om zijn aan
voerder te hulp te komen.
Dat zullen wij zien!" brulde de Turk,hier
gij TurkenSmijt die wildemannen er uit wat
mij betreft in den Rijn,"
En gij levert er de groene zeep bij!" riep
nu een ander uit de rij der tegenstanders. »Maar
daar moet gij heen, met uwe gevlekte kaftans en
smerige broeken, gjj vuile Turken