N° 56.
126® Jaargang.
1883.
W oensdag
7 Maart.
Middelburg 6 Maart.
Niet daarom.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Landbouw.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, D» odberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
MIDDELBIRGSCHE COURANT
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz.
Dans la maison du pendu
»Over de oorzaken (der ministerieels cri
sis) na te pleiten is nutteloos" zegt de
Middelb. Ct.
Wij zijn het met deze stelling niet eens.
Bij een crisis is, als men nog voor de op
lossing staat, juist de oorzaak hoofdzaak.
Bij vorige crisissen hebben dan ook de zg.
liberalen steeds getoond, er anders over te
denken. Te recht. Alleen hebben zij toen
het napleiten men denke o. a. aan de
beide voorafgegane crisissen wel wat
overdreven en wat lang gerekt.
Dit belet- echter niet, dat wij best be
grijpen waarom men er in dit geval liever
het zwijgen over zou zien doen.
On ne parle pas de corde dans la maison
du pendu. Dagblad.
Onze eenvoudige opmerking over de crisis,
die meer onze eigen houding aangaf dan een
wensch in zich sloot, heeft bovenstaand protest
uitgelokt. Zoowel inhoud daarvan als de
zijde, vanwaar het komt, wekten onze verwon
dering en geven ons aanleiding onze bedoeling
nader te ontvouwen.
Wij allerminst hadden vermoed dat men ons
gevoelen zou beschouwen als eene algemeene
stelling der liberalen, en dat men daarvan tevens
een wapen zou maken om allen aan te vallen.
Het blad, dat ons zulk een twijfelachtige eer
bewijst, kon beter weten, en maakte het zich
wel wat heel gemakkelijk met het vinden van
een stok, die bij een aanval dienst kon doen.
Een eenigszins ruimer blik, geslagen op hetgeen
er in de liberale pers dezer dagen omgaat, be
wijst genoeg dat wij zoo goed als alleen staan
op dit punt en evenmin als wij in ons isole
ment kracht willen zoeken voor onze meening,
evenmin kennen wij anderen het recht toe op
grond van eene door ons verkondigde stelling
een aanval te richten op eene gansche partij,
allerminst wanneer zulk een aanval eiken rede
lijken grond mist.
Want er stonden tegenover ons velen, die
wel hielden van napleiten en die niet vreesden
te schrijven over de oorzaken eener gebeurte
nis, waarop allerminst het door het Dagblad
aangehaalde spreekwoord van toepassing is.
Wij behoeven dus die insinuatie slechts te
brengen onder de oogen van alle onbevooroor-
deelden om dadelijk het ongerijmde, het treu
rige ervan in het oog te doen springen.
En gaf zij aanleiding tot deze beschouwing,
zij zal ons geen reden meer wezen om later
erop terug te komen Er is wel wat anders
en beters te doen dan zich te verdiepen in
redeneeringen, op een valschen grondslag ge
bouwd.
In dit geval, bij de tegenwoordige crisis, heeft
de liberale partij er volgens bovenstaande
bewering belang bij om te zwijgen over de
oorzaken, die den huidigen toestand in het
leven riepen.
Wij ontkennen dit even sterk als wij verze
keren dat wij eene geheel andere reden hadden
om het napleiten nutteloos te noemen.
Er zijn crisissen geweestdie plotseling als
een onweerswolk aan den politieken hemel
kwamen opzetten, waarvan de oorzaak niet te
overzien was, en die daarom alle aanleiding
gaven tot een nauwkeurig onderzoek.
Maar bij deze crisis was dit niet het geval.
Sedert geruimen tijd kon men voorzien water
gebeuren zou 5 men wist reeds, toen de kamer
en de regeering elkander weer zouden ont
moeten dat er een conflict op til was en dat
een van beide partyen zou moeten wijken.
Het is geschied zooals wij hadden verwacht.
En al hebben nu niet de liberalen alleen,door
Jjet laatste votum, die crisis in het leven geroe
pen, zij hebben grootendeels daartoe bijge
dragen, doch zonder dat zij zich over dien stap
zouden behoeven te schamen? Waartoe thans
ons dus lang verdiept in hetgeen gebeurd is
Waarom naar oorzaken gezocht die voor de
hand lagen en den tijd zoek gemaakt met be.
schouwingen over bekeude zaken, die geen
invloed kunnen uitoefenen op het tegenwoor
dige? Te minder zijn die thans noodig nu de
liberalen zich na dien tijd meer aaneensloten,
en door hun zwijgen bij de beslissing, die het
kabinet tot heengaan dwong, naar onze meening
de stilzwijgende getuigenis aflegden dat zij
gereed waven.
Er zijn wel andere gebeurtenissen geweest,
die de liberale partij in onze kamer minder
tot eer verstrekten, en die wij allerminst zou
den verbloemen. Zelfs het gansche bestaan van
het ministerie Van Lijnden met zijne afwis
selende schakeeringen was haar fout. Niet dat
dit kabinet tot heengaan genoopt is al zou
het ondankbaar wezen, niet te erkennen
dat het nut heeft gesticht, mag den vrijzir-
nigen vertegenwoordigers tot verwijt gemaakt
worden maar wel dat zij door hun onmacht
eenmaal den heer Van Lijnden noodzaakten op
te treden en nog eenmaal om te blijven. Er
is voldoende grond geweest voor eene verzuch
ting als deze
Een nieuwe verbrokkling van hoog-liberalen
Van laag liberalen een eeuwig rei bond
Mij walgen die bonden, die banden niet stalen
Tot krachtige cirkels met gloeiende stralen,
Die Gij, Zonder Eendracht, als zegeoffer zondt
Aan 't kloeke bewind dat regeerkunst verstondt
Al die tekortkomingen te ontkennen of lie
ver niet te willen erkennen, daaraan zouden wij
niet willen meedoen en het Dagblad speelde
dus onzuiver spel door aan onze verzekering
eene bedoeling te verbinden, die verre van ons is.
Niet uit vrees wilden wij zwijgen maar uit
de overtuiging dat thans, nu bij ieder, en vooral
bij hen, die geroepen kunnen worden om het
bewind te aanvaarden, genoeg het verledene be
kend is, het oog dient gevestigd te worden op
de toekomst. Alle vroegere fouten en veeten;
al het gewrijf, gedrijf, getwist en liet geschrijf
over de aanleiding tot het gevraagd ontslag
en over de al of niet gegrondheid van het af
treden der ministers na het votum over de
regeling der werkzaamheden, dat alles kan
naar ons gevoelen, gerust achterwege blijven.
Het verandert, het verbetert den toestand
geenszins.
Wij hebben nu alleen behoefte aan een stel
flinke mannen uit de nog steeds bestaande
meerderheid der kamer, die tegen de a. s.
Juni verkiezingen met een programma gereed
zijn. Zij kunnen dan de kiezers in de gele
genheid stellen uitspraak te doen in hoever zij
hun vertrouwen verdienen. En bovenaan stel
len zij dan grondwets herziening met behoud
van art. 194 der grondwet. Dat zal don ver
kiezingsstrijd brengen binnen de juiste grenzen
waarin jdie gevoerd moet worden, en de twee
voornaamste quaestiën aan de orde brengen
die van bovengenoemde herziening en het on
geschonden behoud onzer neutrale volksschool.
Ook tegenstanders kunnen tegen het stellen
van die twee punten geen bezwaar hebben
de toestand wordt daardoor zuiver. Valt dan
de liberale partij, het zij zoo; er is dan ten
minste voor een beginsel gestreden, wat in de
laatste jaren nog al moeielijk is gevallen.
Zoo'n strijd staalt den moed en is ten
minste eerlijk. Maar behaalt de liberale partij
met die leuze de overwinning, wij hebben nog
altijd hoop dat buiten de voor goed verloren
districten de ijver voji' zulke beginselen niet
verflauwd is; dan staat de verbetering van
onzen financieelen toestand naast grondwetsher
ziening in het belang der kieswethervorming,
van onze troonopvolging en ons defensiewezen,
als hoofdpuntop het programma van het
nieuwe kabinet.
Die financieele toestand is op het oogenblik
F. Smit Kleine, Rouwzang. Eeu kernachtig ver9,
dat veel schoons en waars bevat, al zijn da kleuren vaak
vrat al te sterk.
zeer ernstig; halve maatregelen kunnen niet
meer baten, en het is zeker wel een der voor
naamste redenen waarom wij thans allerminst
het heer-gaan van den financiè'n-minister be
treuren dat deze in het geheel geen stappen
op dien weg heeft gezet.
Vermindering der inkomsten door een vast
belastingstelsel en bezuiniging op tal van pos
ten niet het minst bij het departement van
oorlog, waar met het geld zeker wel niet het
zorgvuldigst wordt omgegaan, is de niet
gemakkelijke taak, welke zijn opvolger beeft
te vervullen.
Die verwachting voor de toekomst houden
wij liever in het oog dan allerlei commentaren
te leveren op hetgeen thans is geschied als
een natuurlijk gevolg van veel onderlinge ver
deeldheid aan de eene zijde en beginselloos
heid aan den anderen kant.
De minister van financiën heeft aan de com
missarissen des konings in de provinciën verzocht,
aan de gemeente- en waterschapsbesturen mede
te deelen het koninklijk besluit dd. 11 April 1882
no 3, omtrent vrijstelling van port voor de brief
wisseling in zake de herziening van de belastbare
opbrengst der onbebouwde eigendommen, luidende:
de vrijstelling van port te verleenen voor de
briefwisseling over dienstzaken van
a den voorzitter en den secretaris der hoofd
commissie belast met de herziening van de belast
bare opbrengst der ongebouwde eigendommen,
onderling
b den genoemden voorzitter en secretaris ten
eenre met
de leden en plaatsverv. leden der hoofdcommisse,
de colleges van, ged. staten, de commissarissen
des konings
de voorzitters der commissiën in zake de herzie
ning onderling en voorts met de leden en pl. leden
der commissiën waarvan zij voorzitter zijnde
besturen van waterschappende gemeentebesturen;
de prov. insp. der directe belastingen, invoer
rechten en accjjnsende controleurs der dir. bel.
van het kadastersde ontvangers der dir. bel.
de ingenieurs verif. van het kadaster de bewaar
ders van hyp. en kad.de landmeters van id.
de ontvangers der registratie en domeinen allen
binnen bet district, voor elke commissie aangewezen.
Uit Den Haag wordt gemeld, dat H. H. M. M.
de koning en de koningin niet, zooals aanvankelijk
bet plan was, van Engeland rechtstreeks naar
Luxemburg zullen vertrekken, maar eerst op 1
Mei a. te Amsterdam de Internationale Kolo
niale Tentoonstelling zullen openen.
Tot gewoon lid van het historisch genootschap,
gevestigd te Utrecht, is o. a. benoemd de heer
dr B. H. Steringa Kuijper te Middelburg.
Voortdurend zoo meldt men uit Den Haag
aan het R. N. komen er nieuwe klachten
over misbruiken en onregelmatigheden aan het
rijksmagazijn van kleeding, uitrusting enz.
Het zijn thans niet alleen leveranciers, die
klagen dat goede waar wordt afgekeurd, maar zelfs
de magazijnmeesters beginnen te klagen, dat
slechte waar wordt goedgekeurd. Zoo moeten in
den loop der vorige maand aan den magazijnmees
ter van zeker korpsmagazijn goederen toegezon
den zjjn van zoo geringe qualiteit, dat hij meende
de verantwoordelijkheid daarvoor niet op zich te
mogen nemen.
Welken schadelijken invloed die onregelmatig
heden en misbruiken uitoefenen op den prijs, waar
voor de equipement-stukken aan de manschappen
afgeleverd worden, bljjkt 0. a. hieruit, dat de ad
ministratie van het muziekkorps van zeker regi
ment van zijne excellentie den minister van oorlog
vergunning heeft verkregen om sommige equipe
ment-stukken niet door tusschenkomst van het
rijks-centraalmagazijn, maar eenvoudig bij een
winkelier aan te schaffen, omdat het gebleken is,
dat de manschappen dan betere waar voor gerin
ger prijs bekomen, dan bij genoemd rijksmagazijn.
Op 67jarigen leeftijd is gisteren te Barneveld
overleden mr. C. A. Nairac, sedert 1841 burge
meester aldaar, aan wien die gemeente groote
verplichtingen heeft. De overledene was officier
der orde van de Eikenkroon en lid van vele ge
leerde genootschappen.
Een ieder die goederen heeft geleverd aan Pieter
de Groot, zich ook noemende J. W. G. Goedkoop
of J, W. G. Goedkoop en c°, of wel de Groot en
c*, aan het adres Heerenmarkt n° 6, Sloterdijk-
straat n°l, Haarlemmerhouttuinen n° 66, Heeren
gracht n° 42Eglantiersgracht n° 94 of Nieuwe
Zjjds Voorburgwal n° 115 te Amsterdam, zonder
betaling te erlangen, of bestellingen van genoem
den persoon heeft ontvangen, doch na ingewon
nen informatiën geen goederen heeft afgezonden,
wordt dringend verzocht daarvan ten spoedigste
opgave te doen aan den officier van justitie te
Amsterdam, zijnde genoemde Pieter de Groot al
daar gedetineerd ter zake van valschheid in geschrif
ten, het desbewust gebruik maken daarvan en
bedriegelijke oplichting.
De Maart-aflevering van De Globe bevat: Ge
denkschriften eener beroemde Engelsche actrice,
Een zomer in Noorwegen, De theorie van Symmes,
De dood van Anthonie Trollope en De Koffie.
De Indische Gids van dezelfde maand bevatDe
tegenwoordige toestand van het inlandsch onder
wijs, door F. S. A. de Clercq De feitelijke toestand
in het gouvernementsgebied van Celehes en onder-
hoorigheden, II, door P. J. KooremanDe staats
spoorwegen op Java in 1882, door X.; Varia;
CorrespondentieKoloniale litteratuurNieuwe
uitgavenWetenschap en industrieEen Javaan-
sche sage, door W. Mallinckrodt, en Een lief
blondinetje (vervolg) door M. C. Frank.
verbetering.
Zoo als onze sch erpzinnige lezers zullen opge
merkt hebben, hadden wij tengevolge van een
drukfout gisteren avond de eerste kamer der
staten generaal willen doen vergaderen. In onze
laatste berichten hadden wij gemeld dat die bijeen
komst 12 dezer zou plaats hebben en dia „laatste"
berichten waren juister dan de „latere".
belastingen. Verplaatst de controleurs der dir.
bel. enz.W. Baerts, van Almelo naar Harder
wijk; A. Merens, van Weesp naar Utrecht; J.
Sijtsma Ga., van 's Hertogenbosch 2e afd. naar
Nijmegen.
Benoemd tot controleur der dir. bel. enz.te
Purmerend, W. Vlug, commies ter insp. te Bot
terdam, thans belast met de waarn. der contr.
Purmerend te Ommen, B. van der Peen, adj.-contr.
te Maastricht, thans belast met de waarn. der
contr. Ommen te 's Hertogenbosch, 2" afd. P. P.
E. Hoefnagels, thans adj-contr. te Boosendaal; te
Hoogezand, G. C. Droogleever Fortuin, thans adj.-
contr. te Amsterdamte Gennep, B. U. Mesdag,
thans adj. contr., belast met de waarn. dier contr.
te Almelo, D. Schindler, thans adj .-contr. te Maas
tricht; te Weesp, jhr S. Trip, thans adj.contr. te
Botterdam G. H. W. A. Lauten, commies ter
insp. Maastricht, waarn. contr. te Eindhoven, met
bepaling, dat hij met de verdere waarn. dier contr
belast zal blijven te Heerenveen, P. Dubois, thans
ontv. te Maurik c. belast met de waarneming
dier contr.
Belast met de waarn. der contr. Hoorn J. W.
van Biet, thans ontv. te Bijp c. a.
Benoemd tot adj.-contr. te Botterdam, J. A.
van der Feen, thans ontv. te Wadenoijen c. a.,
belast met de waarn. der contr. Hoornte Boo
sendaal, P. Top, thans comm. ter insp. te Zutfen,
belast met de waarn. der contr. Harderwijk; te
Dordrecht, E. J. W. Bomer, thans ontv. te Mak-
kum c. a.te Maastricht, F. Baedt, thans ontv,
te Dalfsente Schiedam, H. W. G. Bas, thans
ontv. te Duiven c. a.; te Amsterdam, C. H. Pan,
thans ontv. te Brouwerhaven c. a.en jhr N. J,
Calkoen, thans ontv. te Vries c. a.
Waarde, 6 Maart. Aan deze géineeiite is
toegestaan als bijdragen in zake het lager onder
wijs voor schoolbouw 4893 en voor gewone
kosten 400
De heer W. De Man, te Delft, is tegen 1
April benoemd tot onderwijzer aan eene Christe
lijke school te Botterdam.
Te Franeker is in ruim 80jarigen ouderdom
overleden de heer J. H. Behrns, oud-inspecteuï
van het lager onderwijs in Friesland.
m>
Zoutelandc, 16 Maart. In plaats van deri
heer Corten, die door omstandigheden verhinderd
was tegenwoordig te zijn, sprak Maandag de heer
C. Mazure van Middelburg voor een vrij talrijk
publiek, dat blijkbaar met groote belangstelling
den kundigen spreker volgde.
Is dikwjjls vroeger, en zeer te recht, de klacht