N° 50. 126e Jaargang. 1883. W oensdag 28 Februari. Middelburg 27 Februari. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Marine en leger Landbouw. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent? Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Veemarkt te Middelburg, MIDDELBURGSE CDi RAM. Agenten voor dit blad zijn le VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. G. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor bet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Paube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. Donderdag den len Maart 1883, van des voormiddags 8 tot des namiddags 4 uren. Middelburg, den 27en Februari 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend dat, bij hun besluit van heden, aan de firma JERONIMUS C°. en hunne rechtverkrijgenden vergunning is verleend om hare broodfabriek, ge legen op den Korendijk, wijk P n° 73/74, uit te breiden door het bijplaatsen van een heetwater- oven onder bepaling dat de schoorsteen voor dezen heetwateroven, tot vervanging van den aldaar bestaanden ijzeren schoorsteen, van steen gebouwd worde, ter hoogte van minstens twintig meters dat er geen stoomblaaspijp in dien schoorsteen aangebracht worde dat, alvorens de stookplaats en de schoorsteen gebouwd worde, daartoe een nader verzoek aan burgemeester en wethouders moet worden inge diend, en dat bedoelde uitbreiding voltooid en in wer king gebracht moet zijn vóór den 31en December 1883. Middelburg, den 26en Februari 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris G. N. DE STOPPEL AAR. Men schrijft ons uit den Haag Misschien zal niet ieder zoo dadelijk begrijpen wat er heden (Maandag namiddag) in de tweede kamer is voorgevallen. Met 66 tegen 12 stemmen heeft de kamer verworpen het voorstel van haren president, om Maandag van de volgende week het census-ontwerp in behandeling te nemen. Dat hier iets meer achter zit dan een onschuldige beslissing over de regeling van werkzaamheden, zal ook de oningewijde gemakkelijk bevroeden, als hij van de discussie en van de stemlijst kennis neemt. Er zat zelf zeer veel achter. De gevallen beslissing is een zachte vorm voor een motie van wantrouwen in het kabinet. Daar de kamer wel verklaarde wanneer zij het ontwerp niet, maar niet wanneer zij het wel in behandeling zou nemen, zoo volgt daaruit dat het onbepaald is uitgesteld, met andere woorden dat het eenvoudig blijft liggen. De regeering zal wel weten wat haar na dit votum te doen staat. Men schijnt te mogen aan nemen, dat zij geweten heeft wat er gaande was, en uit de houding van den minister Van Lijnden zou men bijna geneigd zijn op te maken, dat hij tevreden was met den vorm, door de kamer ge kozen om tot het kabinet te zeggenuw tijd om te gaan is gekomen. Werkelijk kan dan ook het kabinet in zijn geheel, en de minister Van Lijnden in het bijzonder, tevreden zijn. Is voor den minister van binnenlandsche zaken, onderteekenaar der van Tegeeringswege met de kamer gewisselde stukken, het kamer-votum allerpijnlijkst, na al zijn aan drang om toch spoedig de kiesrecht-ontwerpen te behandelen, en na zijn wanhopig besluit om zelfs het verband tusscben die beide ontwerpen los te laten, het kabinet en zijn formeerder zijn er heter aan toe, dan wanneer de censuswet ware verworpen geworden. Het is alsof de kamer tot op het laatste oogenblik den heer Van Lijnden als politiek persoon zooveel mogelijk heeft willen sparen. (Ik zeg: als politiek persoonals financier zal de heer Van Lijnden wel nooit meer optreden.) Zooveel is zeker, dat voor de toekomst de positie van den heer Van Lijnden veel minder bedorven is dan die van den heer Hordijk. Dat laatstgenoemde minister in de zitting niet tegenwoordig was, is een zeer opmerkelijk feit. Voor hem was er veel meer reden geweest om de zitting bjj te wonen dan voor den heer Van Lijnden. Bij hetgeen daar verhandeld zou worden was hij veel nauwer betrokken dan zijn ambtge noot. Miste hij den moed om zijne executie bjj te wonen? Of had hij een wenk gekregen om aan den formeerder van het kabinet ditmaal de taak weder over te laten om als woordvoerder der regeering op te treden, en wilde de heer Van Jenden de zaak zelf afdoen, omdat eene dadeljjke beslissing hem welkom was, misschien ook omdat het hem niet onverschillig was welke toon erbij dit laatste samenzijn van het kabinet met de kamer zou heerschen? Het beleid, door de kamer ditmaal aan den dag gelegdis inderdaad bewonderenswaardig. Het vraagstuk van het kiesrecht is, om het woord te gebruiken, maagdelijk gebleven. Eene toekomsti ge regeering en de kamer zelve znllen de handen ruim hebben, en de partijen zoowel als de leden individueel zijn volkomen vrij gebleven. De behandeling van het census-ontwerp, terwijl men de zekerheid had dat het, om allerlei en zeer uiteenloopende redenen, door nagenoeg de geheele kamer zou worden verworpen, zou voor de toekomst de oplossing van het vraagstuk van het kiesrecht noodeloos bemoeielijkt hebben. Men verwacht, dat aanstaanden Donderdag de kamer kennis zal ontvangen dat het kabinet ont slag heeft gevraagd, en daaruit zal dan van zelf volgen dat de kamer uiteengaat. Van de verdere parlementaire werkzaamheden zal in dit zitting jaar wel niet veel meer komen. De kamerleden, die stemden voor het voorstel van den voorzitter om de census-verlaging Maan dag aan de orde te stellen, waren de heeren Bastert, Buma, Eysinga, Wintgens, Bahlman, Haff- mans, Van Eek, Cremers, Corvert Hooft, Roëll, Schimmelpenninck en de voorzitter. Aan het overzicht over de jaren 18811882, uitgegeven door het bestuur der spaarbank te Middelburg, opgericht door het Middelburgsche Nutsdepartement, ontleenen wij het volgende De rente bedroeg in '82 4 en 3 en in '81 4 Inbreng 93399.72 in '82 en ƒ109157.55 in '81. Terugbetaald werd in '82 98592,87§ en in '81 ƒ76543.074. Aan inbrengers was op 31 Dec. '82 verschuldigd 476524,72|" en in'81 ƒ464025,70. De waarde der bezittingen bedroeg op dat tijdstip in '82 585156,89 en in '81 568896,12. Het waarborgfonds beliep in '82 108632,16|, in '81 104870,42, het aantal ingebrachte posten 3577 en 3652, dat der terugbetaalde posten 1934 en 1734, der nieuwe inbrengers 461 en 575, der af gesloten rekeningen 317 en 281 en dat der in brengers op 31 Dec. 3756 en 3612, successievelijk in de meergenoemde jaren. Onder die inbrengers telde men in '82 er 41 en in '81 42 met een saldo van meer dan 1000 171 in '82 en 159 in '81 van 500 tot 1000 1095 in '82 en 1059 in '81 van 100 tot 500; 591 in '82 eü 550 in '81 van 50 tot 100; 636 in '82 en 628 in '81 van 20 tot 50 665 in '82 en 630 in '81 van 5 tot 20 en 557 in '82 en 544 in '81 van 5 of minder. Het gemiddeld tegoed per inbrenger beliep in '82 126.87 en in '81 128.47. Door den gemeenteraad van Breskens is beslo ten, dat de kermis of jaarmarkt aldaar voortaan zal worden gehouden in de maand Juli, van den eersten Donderdag dier maand tot en met Zater dag daaraanvolgende, in plaats van zooals tot dusver van Maandag tot Woensdag der Pink- sterweek. De colleges van burg. en weth. in deze pro vincie zijn, zoo tegen die verandering in het be lang hunner gemeenten bezwaar mocht bestaan, verzocht dit vóór 15 Maart a. aan gedep. staten mede te deelen. Tusschen ged. staten en den raad van Stavenisse moet eene quaestie aanhangig zijn om de volgende reden. In het jaar 1881 vroeg en verkreeg de raad verlof, om van alle binnenlandsche schepen zekere havengelden te heffen, evenwel op voor waarde, dat de ontvangsten aan het onderhoud van vaarwater en kaai zouden besteed worden. In 1882 beliepen die ontvangsten een som van ruim 1100. Door eenige schippers, die betaling weigerden, kwam echter uit, dat men aan de ge stelde voorwaarde niet voldeed, en de gelden dus voor andere dan genoemde doeleinden gebruikt werden. Natuurlijk volgde hierop een onderzoek vanwege ged. staten, en de zaak neemt zulk een loop dat volgens gerucht de burgemeester zijn ontslag wil indienen. (H). De minister van marine zal Yrjjdag geen audiëntie verleenen. In eene Zondag te Amsterdam gehouden verga dering van de vereeniging De Dageraad werden 101 nieuwe leden aangenomen. Er werd de wen- schelijkbeid uitgesproken dat leden, die nog verzuimd hebben hun lidmaatschap van een kerkgenootschap op te zeggen, dit alsnog doen. De vergadering noodigde het bestuur riit van dezen wensch aan de leden afzonderlijk kennis te geven en een onderzoek in te stellen naar de meest doel treffende wijze, waarop voor ieder kerkgenootschap in het hijzonder dient te worden gehandeld. Zij drong er tevens op aan, dat bij het voor stellen van nieuwe leden met dit besluit rekening worde gehouden. Nog werd besloten dat door het bestuur namens de vereeniging een adres aan de tweede kamer zal worden gericht, waarin op de invoering van leerplicht wordt aangedrongen. De algemeene raad der internationale Federatie van vrijdenkersvereenigingen die voor 1882/83 ge vestigd is te Amsterdam, is o. a. samengesteld voor Engeland uit de heeren P. C. F. Frowein te Goes (vice-voorzitter) en dr J. Th. Cattie te Arn hem. De regeling van het jaarlijksche vrijdenkers congres, dat in dit najaar te Amsterdam zal wor den gehouden, is aan dezen raad opgedragen. De Amsterdamsche correspondent der N. Eott. Ct. schrijft Als een interessante ruïne zal vermoedelijk de westelijke viaduct bij het centraal-station de aan dacht niet ontgaan van de vele vreemden, die onze stad in den tentoonstellingstijd zullen bezoe ken. Interessant voor hen, vooral dewijl er uit blijkt, dat indien wij, Nederlanders, zooals men in den vreemde ons tot onze eer nageeft, zelfs ons land »gemaakt" hebben, dat smaken" met vrij wat tobben gepaard gaat. Van den IJkant gezien, doet de viaduct thans het meest denken aan een in de beide uitge spreide vlerken lamgeschoten vogel. Yan de stadszijde den oostelijken muur volgende is de verwoesting nog grooter. Bij het zien dezer vernieling verwondert men zich piet zoozeer, dat het geheele werk met af keuring en vernieuwing, een affaire van een paar millioen, bedreigd wordt, als wel dat er, onder 't gedreun van de telkens over de viaduct rijdende treinen, nog iets van overeind blijft. In de Oost, waar men voor gestelde machten niet veel eerbied toont, heeft men zich in den laatsten tiju vermaakt met het samenstellen van anagrammen op het woord waterstaat. Ook op deze plaats zou het raadselStaat er wat Er staat wat. Wat er staat?" kunnen opge geven worden. Meer weemoed dan sarcasme spreekt echter uit deze ontboezeming, waarin een voorbijganger, bij het zien van den bouwval, zijne gedachten luchtte Schoon onze waterstaat zeker knap is, De minister vau waterstaat ontegenzeggelijk rap is, Blijkt dat de grond hier zoo wetk als pap is En deze zware viaduct een mislukte grap is, Hetgeen voor het land een harde klap is, Vooral nu de schatkist tamelijk krap is, 't Kabiuet-Van Ljjnden aan zijn laatsten stap is, Een lage census voor de kamer een onverdmvbare hap is, Ja heel onze politiek zoo slap als een lap is. Te Arnhem overleed de heer G. Obreen, oud directeur der Ned. Handelmaatschappij. 126 inwoners van Muiden verzoeken den minister van waterstaat om te willen bewerken dat de buskruitfabriek De Krijgsman nabjj hunne gemeente gevestigd mag blijven. Zjj wijzen op de voordeelen die eraan de fabriek voor hen verbonden zijn, en beweren dat juist door die ontploffing bewezen werd, hoe de inwo ners van Muiden buiten gevaar zijn. Bij die ramp kwamen toch slechts zoo herinneren zij werklieden om. Alof dit een waarborg is voor het vervolg De Antwerpsche correspondent van La Gazette schrijft over het plan om van Brussel een zeehaven te maken, dat Antwerpen zoomin als Gent daarop jaloersch is. Antwerpen vreest die concurrentie niet, zegt de correspondent, en hij staaft zijn beweren met feitenvoor den handel van Antwerpen ducht hij alleen de concurrentie van Vlissingen, hoewel die totnutoe geen nadeel heeft gedaan aan den voor spoed der groote Belgische handelsplaats. Wanneer Brussel dus tot zeehaven wordt inge richt, zou het niet alleen tegen Antwerpen en Gent, maar vooral tegen Vlissingen moeten con- curreeren, terwijl de verre vaart de rivier op, of wel de lange tocht door een zeekanaal, met al de bijkomende onkosten, die concurrentie met Vlissingen onmogelijk zouden maken. Overvloed van stof dwingt ons een en ander, o. a. een ingezonden stuk uit Stavenisse, en het feuilleton tot een volgend nommer te laten liggen, burgemeesters. Benoemd tot burgemeester van Arnemuiden C. J. Crucq, secretaris dier gemeente van Nieuw- en St. Joosland C. J. J. A. van T'ey- lingenvan St. Jansteen A. IJseboertvan Baflo J. Doornbosch; van Horssen jhr mr P. F. Z. Bonwens van Horssenvan Winkel H. Koomen van Gas- selte J. Boelken Bakker, en van Nederweert P. J. H. Vullers. waarborg. Benoemd bij den waarborg en de belasting op de gonden en zilveren werken tot controleur te Alkmaar, m' A. van Lier, thans in dezelfde betrekking te Middelburgtot controleur te Middelburg, I. F. Keizer, thans essaieur aldaar tot essaieur te Middelburg, A. M. J. Moussault, thans commies-stempelaar te Amsterdamtót com mies-stempelaar te Amsterdam M. P. S. Popta, te Arnhemte Arnhem B. A. Carbasius te Schoon hoven, en te Schoonhoven J. H. Balfoort, thans aide-essaieur te Utrecht. D' J. A. Th. Krol, pred. bij de Ohr. ger. ge meente te Kolderveen, heeft bedankt voor het beroep naar Zuidzande en Wier. De 1 luit. der cavalerie H. A. Snouck-Hurgron- je, op non-activiteit te Middelburg, is weder in actieven dienst hersteld en geplaatst bij het 1 veg. huzaren te Zutfen. De minister van marine brengt ter alge meene kennis, dat het N aamboekje der Kon. Ned. marine voor 1883, uitgegeven ten bate van het fonds voor oude en gebrekkige zeelieden, o. a. ver krijgbaar is gesteld voor een gulden per exemplaar bij den inspecteur over het loodswezen enz. te Vlissingen. De Staatsct bevat de volgende opgave van ge plaatste, overgeplaatste en op nonactiviteit ge stelde officieren, enz. G. M. Titsingh, luit. ter zee 2e kl., van oplei dingsschip Admiraal van Wassenaer op nonact. W. E. Hazenberg, luit. ter zee le kl., van le offic. schroefstoomschip Marnix op opleidingsschip Anna Paulowna, en belast met het bevel over de instruc tiebrik Castor-, W. G. van Nes, idem van nonact. als le offic. schroefstoomschip Marnix-, jh' J. C. R. Westpalm van Hoorn van Burgh, van nonact. als tijdelijk le offic. opleidingsschip Admiraal van Wassenaer; K. W. H. Goetz, luit. ter zee 2' kl., van wachtschip te Amsterdam op opleidingsschip Anna Paulowna, en gedetacheerd aan boord van de instructiebrik CastorR. 0. J. Verschoor, idem, van gedetacheerd te Leiden op opleidingsschip Admiraal van Wassenaer; A. C. Zeeman, idem, van gedetacheerd te Leiden op opleidingsschip Anna Paulowna F. A. Ebbinge Wubben, scheeps klerk, van opleidingsschip Admiraal van Wassenaer op idem Anna Paulowna, en gedetacheerd aan boord van de instructiebrik Castor. Bij kon. besluit zijn de soldijen der onder officieren en verdere militairen of militaire geëm- ploieerden van de landmacht, niet behoorende tot de kon. mil. academie of de kon. maréchaussée, opnieuw geregeld voor zoover de soldijen betreft, die bij dag worden genoten. De sergeant-majoors (opperwachtmeesters), die 3 jaren of langer onafgebroken dezen graad of een daarmede gelijkgestelden hebben bekleed, alsmede de sergeanten (wachtmeesters) en fouriers, die, na het volbrengen van hun 18e levensjaar, 3 iaren of langer onafgebroken als onderofficier of in eene daarmede gelijkgestelde betrekking hebben ge diend (den tijd, door onderofficieren-miliciens in het genot van groot verlof doorgebracht, daarbij buiten aanmerking gelaten), genieten eene verhoo ging van hunne soldij, voor de sergeant-majoors (opperwachtmeesters) en fouriers ten bedrage van 10 cent daags. De sergeanten (wachtmeesters) en fouriers, die na het volbrengen van hun 18e levensjaar, 6 jaren of langer onafgebroken als onderofficier of in een daarmede gelijkstaande betrekking hebben gediend, genieten eene tweede soldijverhooging van 30 cent daags. Buiten en behalve de soldijen genieten de schrij vers, werkzaam op de bureelen van inspecteurs der onderscheidene wapens, van den chef van den generalen staf, van den hoofdintendant of van andere militaire autoriteiten, aan wie geene vaste som voor bureelkosten wordt toegekend, eene sol dijverhooging van 35 cent daags. Aan onderofficieren en militairen beneden dien graad, die wegens bijzondere geschiktheid voor speciale diensten, tot het verrichten van derge lijke diensten buiten hunne vaste standplaatsen worden gezonden, kan eene buitengewone soldij verhooging van hoogstens 50 cent daags worden toegekend. De tot het vaste kader van het koloniaal werf depot behoorende onderofficieren en korporaals (de meesters werklieden daaronder niet begrepen) ge nieten verder eene soldijverhooging, voor de onder officieren ten bedrage van 4 en voor de korpo raals ten bedrage van 2 cent daags. De heer E. Van den Bosch te Goes is op de landbouwtentoonstelling van zaaigranen te DeeiU

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1