N° 45. 126e Jaargang. Donderdag 22 Februari. Middelburg 21 Februari. FEUILLETON. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. ELBURGSCH COURANT. Agenten voor dit Wad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. G. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhüuzen, en te Ter Neuzen: A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicilé G. L. Baube en Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich, enz. De eerste slag, die na het votum in de Billiton- quaestie was te verwachten, is gevallen de mi nister van koloniën heeft zijn ontslag den koning aangeboden. Zijne mede-leden van het kabinet zullen zich aan da.t votum niet laten gelegen liggen, wat trouwens de heer De Braauw zelf reeds te ken nen gaf in de zitting der tweede kamer van 13 Februari, toen hij op de vraag of de Bil liton-zaak en den ministerraad was behandeld, ontkennend antwoordde, en erbij voegde dat die behandeling ook onnoodig was. «Er is, zeide hij, geen reden om alle concessiën in den ministerraad te behandelenhet is voor de ministers ondoenlijk zich bezig te houden met allerlei zaken die niet hun eigen departement betreffen. Werd de samen werking zoo opgevat dat alles in den minister raad moet besproken worden, de ministers zouden geen tijd hebben de zaken van hun eigen depar tement te behartigen en altijd bezig zijn met de zaken van hunne ambtgenooten." Is 's ministers heengaan eene noodzakelijkheid geworden; de heer De Braauw kan met zich meedra gen de vaste overtuiging dat hij zijn plicht heeft volbracht. Aan zijn goede trouw in deze quaestie heeft, men verzekerde het hem meermalen, niemand ge twijfeld en geen oogenblik heeft hij zich willen onttrekken aan de volle verantwoordelijkheid die er op hem rustte. De kamerleden, die nog verschooning voor hem zochten en hem medelijdend toeriepen dat hij er was »ingeloopen," ontnam hij met fier heid dit motief. Hij was volstrekt niet in verwar ring gebracht door het groot aantal verordeningen. «Al die verordeningen," zeide hij den 15en Februari, «zijn mij bekend, ik heb vooraf overwogen of het noodig was die in dit geval in al hare bepalingen letterlijk toe te passen, doch ben tot de overtui ging gekomen, dat dit niet noodig was, maar dat het voldoende was zooveel mogelijk in dit geval de hoofdbeginselen van de verordeningen bij de verlenging in acht te nemen." Bij zijn optreden had de minister het contract vinden liggen. Hij achtte het verkeerd, opgrond van de geschiedenis der zaak, dat 's konings goed keuring daarbij niet wasvoorbehouden. Hij wenschte te voorkomen dat in het vervolg buiten het op perbestuur om in het belangrijk contract wijzigin gen zouden gebracht worden, en daarom nam hij de zaak, die hij anders zeer goed had kunnen laten rusten, terhand, teneinde 's konings goed keuring uit te lokken. Dit zou hij, volgens zijne verklaring, niet gedaan hebben indien hij van oordeel ware geweest dat 's lands belang niet was behartigd geworden, of dat er wettelijke verordeningen waren overtreden. Geen zweem dus om zich te verontschuldigen; hij gaf slechts rekenschap van de gronden waarop hg gehandeld had. Naar het Noorschdooi- Elisabeth Weihaven. Den volgenden morgen trad de goudsmidgezel zijn huisdeur uit, in zijn bruigomsgewaad gestoken zijn bleek, vermagerd gelaat en de zwarte randen onder de oogen getuigden van overspanningzijn figuur was maar schraal en hij zag er in die Zondag- sche klêeren uit als een uitgedoschten aanneme ling. Toen hij het slop doorging stak zijn over buur het nieuwsgierige gelaat over het ondergor dijntje voor het venster en volgde hem met de oogen zoolang zij kon. De gezel sloeg den weg naar den Hoek intoen hij voor de deur van madame gekomen was keerde hij om en liep eenige malen heen en weder, eer hij moed vatte om den klopper te gebruiken, die zijn komst moest meldeneindelijk vermande hjj zich en klopte driemaal en eer het geluid weggestorven was, ging de huisdeur langzaam open en stond de oude dienstmaagd voor hem. Zij vroeg met een angstige uitdrukking op het gelaat wat hij verlangde en toen hij haar beduid had dat hij een noodzakelijke boodschap aan haar meesteres had, verzocht zij hem in den gang te wachten. Na een poos kwam zg terug Hoe men over deze quaestie ook moge denken, aan de eerlijkheid van 's ministers bedoeling zal men niet mogen twijfelen en zijn heengaan dient dus alleen beschouwd te worden als een conse quent gevolg van zijn eigen fierheid en ridderlijke houding. Maar thans rest de vraagzal er een opvolger voor hem gevonden kunnen worden? Wie toch zal bereid zijn plaats te nemen in een wankelend kabinet, waarin homogeniteit wordt gemist, en dat telkens gevaar loopt een lid te verliezen Het leeningsplan van den heer Van Lijnden zal wel worden aangenomenhij zelf blijft dus nog gespaard en kan dit blijven, zoolang zijne finan- cieele plannen niet zijn ingediend en hij geene verantwoording op zich neemt, ten opzichte der- door zijne collega's ingediende ontwerpen. Krijgt straks de heer Hordijk van de kamer een afkeurend votum over zijne kieswetplannen, dan zal ook hij heengaan, wat eveneens de minister van marine wellicht doet, zoodra de bidder-zaak is behandeld. Wanneer nu de heer Van Lynden van al die vertrekkende collega's achtereenvolgens de porte feuilles ad interim zou moeten waarnemen, dan zou misschien het oogenblik waarop hij die allen be zit, het juiste wezen om met vollen luister af stand te doen van zijne waardigheid. Maar in het belang van een goeden gang van zaken kan zulk een langzaam proces zeker niet wezen. De heer Van Lynden zinspeelde in de kamer zitting van Dinsdag reeds op een opvolger. - Hij zelf wordt wellicht de taak moede die hem in den laatsten tijd niet gemakkelijk wordt, zij het ook dat hij zelf daaraan schuld moge hebben. In ieder geval mag als een gelukkig teeken be groet worden hetgeen de verslaggever der N. Rott Ct van Dinsdag schrijft Sedert lang ontwikkelde zich bij eene discussie onder de liberale partij niet zooveel entrain, niet zooveel eenparigheid, niet zooveel opgewektheid, als thans. Wat gedurende de behandeling der staatsbegrooting voortdurend gemist werd, de samenstemming, de samenwerking was thans tegenwoordig. In de oppositie tegen den minister Van Lijnden had de liberale partij plotseling de eenheid, die sedert langer dan eenige maanden zoek was geraakt, teruggevonden. Eene discussie, zóo eensgezind als deze, kan niet zonder strategisch plan zijn gevoerd geweest. Er moet een wacht woord zijn gegeven, en dat wachtwoord was geen ander dan de leeningswet gewijzigd aannemen, maar den minister Van Lijnden kapittelen, zooals hij nog nooit gekapitteld is geworden." Oostkapelle, 21 Febr. Tot gemeente-ge neesheer alhier is benoemd de heer G. I. Van de Linde, arts te Oude Wetering. («roede 20 Februari. Heden avond trad in de vergaderzaal van Groede's Mifs-departement, tot het houden van een «volksvoorlezing", op de en noodigde hem uit haar te volgen. Het hart van den armen man klopte met dubbele slagen bij die uitnoodiging, en toen hij de stilzwijgende gids door den langen, smallen gang, die ge heel met Hollandsche matten belegd was, volgde, voelde hij dat hjj een groot waagstuk ondernomen had. Hij werd thans in een groot, langwerpig vertrek gelaten en toen hij daarin rondkeek be kroop hem een gevoel van angst, alsof hij alleen in een groote kerk opgesloten was. De hooge horren van gzerdraad voor de vensters lieten slechts een flauw licht door. Langs de wanden stonden op regelmatige afstanden stoelen met hooge ruggen, met goudleer bekleed en met Duitsch snijwerk versierd. Van de zoldering hing aan een koperen ketting een schip met volle zeilen, dat bij elke beweging heen en weer ging, en het model was van het vaartuig waarop de koop vaardij-kapitein gevaren had. Aan den eenen wand stond een groote notenhouten kast, rgk versierd met houtsnijwerkin den vorm gelijk aan den ingang van het allerheiligste van een tempel. Uit de naaste kamer klonk een onheil spellend, onderdrukt gebrom. De goudsmidsgezel kromp ineen toen de deur van de achterkamer als van zelf open gleed en madame als een oud portret uit de lijst trad. Zij was van middel matige groottehaar huisgewaad bestond uit een gladde japon en een zwart zijden boezelaar. Op het hoofd droeg zij een stijve, heldere witte kap, die laag op het voorhoofd gebonden was en daaronder een violet kleurig zijden ondermuts. heer M. Lucieer, plaatsvervangend districts-veearts te IJzendgke. Tot onderwerp had spreker gekozen de voeding van den mensch, ook in vergelijking gebracht met die van de dieren. Na in breede, doch duidelijke trekken de organen geschetst te hebben, geschikt en bestemd om het voedsel tot zich te nemen, behandelde hij de verschillende phasen welke de spijs moet doorloopen, om ein delijk hare gewichtige functiën van onderhoudster en opbouwster van ons lichaam tot haar recht te doen komen, om te eindigen met eene beschrgving van de soorten van voedsel en de beste wijze waarop die gereed gemaakt moeten worden om ons werkelijk te voeden. Ernstig als het onder werp is, werd het aangenaam en boeiend gekruid door de geestige uitstapjes, die spreker zich af en toe veroorloofde op dagelij ksch terrein. Bedriegen wij ons niet, dan zal deze degelijke en boeiende rede, de eerstelinge van spreker in ons kanton, ertoe leiden dat ook andere gemeenten van dit gewest hem gaarne in hun midden zullen zien optreden. Moge een grooter opkomst van het publiek dan heden avond het geval was, dan sprekers loon zijn voor zijne opoffering van tijd en moeite, besteed aan het doel der lezingdoor kennis van ons zeiven tot volksontwikkeling. Hoofdplaat, 21 Febr. In de raadsver gadering van Dinsdag deed de voorzitter mede- deeling dat de begrooting voor 1883 van ged. staten was terugontvangen zonder van hunne goedkeuring te zijn voorzien. Met het oog op het ontoereikende van den post voor den verbouw der schoollokalen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen, waarvan reeds bij het opmaken der begrooting in het najaar 1882 een plan met be stek was opgemaakt doch dat toen is verworpen, werd alsnu besloten dien post te verhoogen en te brengen van f 350 op f 4600. De raad nam nog twee besluiten, die toejuiching verdienen. In de eerste plaats werd besloten tot het doen maken van pakwerk in de scheepszate der haven, ter plaatse waar de verzakking ont staan is terwijl met het oog op de schaarsohte van drinkwater in de zomermaanden en het gemis eener openbare gelegenheid tot het bekomen daar van, besloten werd aan de school een regenbak met pomp te bouwen van voldoende grootte, voor publiek gebruik. Alle besluiten werden met algemeene stemmen genomen. Ten slotte deed de voorzitter de neteli ge vraag om de middelen aan te wijzen ter bestrij ding van de kosten. Dit kwam een weinig uit de lucht vallen, doch overigens bleef de gloed der eensgezindheid onverzwakt en zullen de vroede mannen over de beantwoording dier vraag nog eens slapen. YasendijUe, 21 Febr. Bij de Dinsdag ge houden verkiezing voor een raadslid, waarvan de opening der biljetten heden plaats had, zijn uitge bracht 66 stemmen. Er moet eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren S. Yan der Hooft, die 31 en Ch. Sturm, die 28 stemmen verkreeg. In haar peinzende, donkere oogen en smal, bleek gezicht lag iets dat eerbied inboezemde. Haar hond volgde haar tot op den drempel, waar hij bleef staan met een open bek en het wit zijner oogen naar voren draaiende. Maar een wenk met den vingev zijner meesteres bracht hem tot rust en hij ging met een zacht gebrom voor de deur liggen, met den kop op de voorpooten. De arme gezel had het erg benauwd en stond een poos sprakeloos zijn hoed in de rondte te draaien en glad te strijken. Terwijl hij stamelend zijn bood schap uitbracht, zag madame hem met vorschende, doordringende blikken aan daarop zei zjj: »Ik hoor dat uw naam Lösk is, zoo heette ook de neef van mijn man zaliger zijt gij daar een zoon van en toen hij dit bevestigend be antwoordde hernam zij, terwijl zij op een stoel ging zitten. »Weet gij die verwantschap op prijs te stel len? Want een edeler en deugdzamer man dan de mijne kan er op de heele wereld niet bestaan." Er kwam een smartelijke trek op haar gelaat en zij vervolgde met zachter stem. «Wilt gij beloven dat gij die familie nooit tot schande zult worden, maar rein van handel en wandel zal blijven, dan zal ik u niet ver geten. Gij ziet er bedeesd uitis dat uit ontzag voor mijn rouw, dan is het mij wel. Ik zal uw kind ten doop houden, ofschoon ik ongaarne dit huis verlaat, maar dat zeg ik uhet kind moet in de Duitsche kerk gedoopt wordenwant ik betreed geen ander kerkgebouw, Omtrent de quaestie der benoeming van een schatter voor de drankgelegenheden te Biervliet deelt iden ons nog mede, dat ged. staten bij hunne afwijzende beschikking op het bezwaarschrift van den heer Hemmekam, die, zooals men weet, door het dagelgksch bestuur verleden jaar bij het lot was gekozen en dit jaar niet herbenoemd werd, overwogen dat de benoeming van zulk een schat ter elk jaar behoort te geschieden. Door de beide wethouders van Biervliet was de de heer A. Rijnberg gekozen, omdat deze in de gemeente zelve woont. De audiëntie van den minister van binnenland- sche zaken zal op Zaterdag 24 Februari niet plaats hebben. In eenige gemeenten van Gelderland bedraagt het getal der verleende vergunningen tot verkoop van sterkedrank in het klein minder dan het bij de wet toegestaan maximum. De besturen dier gemeenten hebben zich tot den koning gewend, met verzoek om het wettelijk maximum van in richtingen tot drankverkoop, ingevolge art. 2 dier wet, te willen verlagen en aan dat voorstel is door den koning gevolg gegeven. Thans worden de gemeentebesturen in de overige provinciën des rijks, waar het getal vergunningen eveneens beneden het maximum is gedaald, door de commissarissen des konings uitgenoodigd om in gelijken zin als hunne ambtgenooten in Gelder land te handelen. H. K. H. de groothertogin van Saxen-Weimar heeft aan de commissie voor de Noordelijke IJszee- vaart doen weten dat zij voor den aanstaanden tocht van de Willem, Barentz f 300 beschikbaar .stelt. Heden avond zal te 's Gravenhage in eene, tegen toegangsprijs belegde volksvergadering, het sociaal democratische lid van den Duitschen rijksdag, de heer Vollmar, spreken over het socialisme. Dr M. J. Bouvin, thans oogarts te 's Hage, ont ving onlangs van eenige doctoren en studenten, leerlingen der rijksuniversiteit te Utrecht, die, tijdens hij als tweede geneesheer aan het Neder- landsch gasthuis voor ooglijders van prof. Donder verbonden was, de kliniek volgden, eene fraaie boekenétagère als bewijs van vriendschap en van erkentelijkheid voor het genoten onderricht. Over het werkje Mijne Verdediging van den heer P. A. Janssen schrijft het Handelsblad: Bij het lezen van dat boekje krijgt men den indruk dat de man of schromelijk onwaarheid spreekt, öf op ongehoorde wijze is mishandeld. Wij zijn niet in staat te beoordeelen wat van beiden het geval is, maar de minister van justitie, wiens streven om rechtvaardig te zijn, zonder aanzien des persoons bekend is, zal stellig hetgeen in liet boekje over de zaken der gevangenis te Middelburg wordt verhaald, niet zonder onderzoek laten." Toen de goudsmidsgezel weer op straat kwam, voelde hij zich zoo licht als een vogel en weldra naderde hij het huis van den huurkoetsier, waar hij zijn tweede boodschap te doen had. De geachte rijtuigbaas stond in de huisdeur. Men zag terstond aan zijn stevige, welgedane gestalte, aan zijn rond, tevreden gelaat en de groote vergulde ringen in zijne ooren dat hij een welgesteld man was. Toen de arme gezel den grooten rijtuigman gewaar werd voelde hij den moed weer in zijne schoenen zinken. Het gevoel van armoede is drukkend en hij bleef een poos staan om zich te bedenken, half geneigd om terug te keerendoch daar kreeg de ander hem in het oog en zei vriendelijk »Kom nader, vriendje, geneer je niet." Iet wat bemoedigd door die toespraak zei de gezel nu dat hij kwam om de doopkoets te bestellen. «Nu dat is goed", zei de eigenaar en er kwam een blijde lach op zijn gelaat, terwijl hij vroeg wie het was die hem wilde huren?'' Maar toen hij te weten kwam dat het de gezel zelf was, zette hij een geheel ander gezicht en met een scherpe stem en boozen blik zei hij «Wat hoor ik! een, koets, waarin slechts groote lui's kinderen ten doop rijden, wilt gij hurenNeen vriendje, voor u is de doopkoets niet thuisgij kunt een van mijn gewone rijtuigen krjjgen." Bij die woorden kwam er een donkere blos op het bleeke gelaat van den goudsmidsgezel en hg antwoordde gekrenkt «Het geld dat gij voor het verhuren ont vangt zal wel hetzelfde zijn, van wie het oofc Komt,"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1