IJKWEZEN. Nationals Militie. MIDDELBURGSCHE COURANT Bickers, Üe Orgeltrapper. Uitbreiding-Broodfabriek. Middelburg 3 Februari. Gemeente-Belastingen. FEUILLETON. Nationale Militie. LOTIRTG. MUSICALIA. BIJVOBGSB Xu Maandag 5 Februari 1883. NL 39. VK IJ WILLIGER S. Kohier voor de belasting op de honden over 1882. VERKIEZING VAN EEN LID VAN DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. De burgemeester en "wethouders van Middelburg gezien, de circulaire van gedeputeerde staten van Zeeland van den 26 Januari 11. n". 104 prov.blad n°. 12): maken bekend dat krachtens ministeriëele beschikking door den inspecteur van het ijkwezen aan het jjkkantoorte Middelburg is uitgereikt een serie nieuwe modellen van de blikken maten voor droge en natte waren, bestaande uit 8 stuks inhoudsmaten voor droge waren van 1 decaliter tot 4 deciliter, met koperen banden 7 stuks oliematen van 1 decaliter tot 4 deciliter 1 hooge vochtmaat van 4 decaliter 3 stuks melkmaten (1 liter, 4 liter, 2 deciliter) met stortrand en tuit 3 stuks melkmaten (1 liter, 4 liter, 2 deciliter) zonder stortrand en tuit dat deze voorwerpen als typen dienen van de blikken maten die voortaan zullen worden ver vaardigd en geijkt, en het dus van belang is dat de ijkpliohtigen in het algemeen en fabrikanten in het bijzonder van deze modellen kennis dra gen, en dat de bedoelde nieuwe modellen door belang hebbenden kunnen worden bezichtigd aan het jjk- kantoor te Middelburg, op de gewone kantoordagen, Dinsdags en Donderdags van 9 tot 1 uren. Middelburg, den 2 Februari 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ, De secretaris G. N. DE STOPPELAAR. De tegen Vrijdag den 9en dezer aangekondigde uitvoering der zangvereeniging Tot Oefening en Uitspanning verdient om meer dan eene reden de belangstelling van de vrienden der kunst. Het concert wordt geopend met eene volledige uitvoering van het voor kinder-koor en voor solo's bewerkte sprookje Prins Geliefduit de verza meling van Moeder de Gans, meer algemeen als Prins Livelijn bekend. Men herinnert zich mis schien de opmerking, welke wij ons vóór een paar jaren bij een openbaar examen der zang school veroorloofden, dat koorwerken van Duitsche meesters, met Duitschen tekst, in den mond van Hollandsche knapen en meisjes niet den meest gewenschten indruk op ons maakten. De gegrond heid dezer opmerking werd destijds niet recht streeks betwist, maar van bevoegde zijde beant woord met de exceptiedat de Nederlandsche muzikale litteratuur, aan werken, uit het oogpunt van tekst en muzikale bewerking voor de hoogste klassen eener zangschool geschikt, zoo uiterst arm is. Hierop viel van onzen kant niets te ant woorden. Zonder te beweren dat onze opmerking de aanleidende oorzaak is geweest van hetgeen wij nu te waardeeren hebben, is toch met genoegen door ons waargenomen dat sedert dien tijd de dicht- en toonkunst hier ter stede elkander de hand gereikt te hebben om in de gebleken leemte te voorzien. Prins Geliefd, door eene vaardige hand in dichtmaat en door den heer K. J. Cleuver, directeur der zangschool, voor koor en solo's, met piano-begeleiding, bewerkt, werd in den afgeloopen zomer, zoover het toen voltooid wasop het examen der zangschool uitgevoerd en vond bij de toehoorders zooveel bijval, dat men algemeen verlangde het in zijn geheel te hooren. Sedert is het werk voleindigd en het is dit kunstge wrocht dat als eerste nr op het programma voorkomt. Wie nu de opmerking niet achterwege mocht willen houden, dat eene „kinder-uitvoering" niet datgene is, wat men op de soirées der zangver eeniging in de eerste plaats verwacht, gelieve te bedenken dat hetgeen voor kinderen geschreven wordt, niet noodwendig kinderachtig behoeft te zijn. De vele groote vernuften, die op ieder ge bied der kunst hun talenten aan de kinderwereld dienstbaar hebben gemaakt, hebben dat ove gend genoeg bewezen. En voorts houde me 't oog, dat bij de straks aangestipte schaar: van kinderkoren van deze soort in onze taal verschijning van Prins Geliefd op het progra: eener muziekuitvoering, eene zaak van et beteekenis voor de vaderlandsche kunst gen<p worden mag. Verdere inleiding heeft het sprookje niet noo De tekst spreekt voor zichzelf en wij vertrog dat ook de muziek het doen zal. k Een ander nr van het programma "ic van de gewone werkzaamheden der zangverei, ging af in zoo verre het geheel instrumentaal Het is eene Concertante-symphonie voor viool alt, van Mozart, bestaande uit drie afdeeling waarvan de eerste geheel in den stijl eener si phonie geschreven is. Den frisschen, rijken ge den overvloed van schoone muzikale gedacht die uit alle werken van- Mozart spreekt, zal n ook hier terugvindendoch er is eene bijzone heid in deze Concertante, op welken wij de a: dacht willen vestigen. Mozart heeft, meer dan eenig ander compon concerten geschreven voor bijna ieder instrume dat in een orkest te vinden is. Voor klarir voor oboë, voor fluit, voor harp, voor fagot, vi hoorn, zonder de meer gebruikelijke instrum' ten te noemen. Technische moeilijkheden beste den voor hem niet. Het is alsof hij met bewerktuiging en de eigenaardigheden van ieq instrument door eigen praktijk op het nauwke' rigst bekend is geweestanders zou het he niet mogelijk geweest zijn zóo volmaakt in overee stemming met de klank en de techniek van h instrument te schrijven. Deze Concertante leve' daarvan weder een opmerkelijk voorbeeld. Men weet dat de alt een eenigszins doffen, vej minder doordringenden toon heeft dan de viooji Ook is het bekend dat compositiën voor snares instrumenten gewoonlijk in den toonaard der loss snaren, of in dien der daarmede in verband staan: bij- of alliquot-tonen geschreven worden, otnd. die tonen op het instrument het sterkst kiinke: Wat heeft Mozart nu gedaan, toen hij een a met eene viool in een samenspel wilde vereen, gen, teneinde te voorkomen dat het schellef instrument het doffere overstemmen zou? H, heeft de vioolpartij, evenals alle andere begelei'. dende partijen, geschreven in Es die van de al echter in D maar op de compositie aangeteekenc dat de altspeler zijn instrument een halven too hooger stemmen moet. De viool klinkt nu g& dempt, want de losse snaren worden in de toon aard van Es weinig aangestrekende alt laa daarentegen telkens zijn krachtige tonen hoorei en treedt dus meer op den voorgrond. Een hoogs eenvoudige oplossingeen muzikaal ei van Colum bus zoo men wilmaar men moet Mozart ziji om het te vinden Een vocaal en instrumentaal nr van 't pro gramma, dat onze aandacht verdient, is de com positie getiteld Nanie, gedicht van Schiller, voo koor en orkest bewerkt door Joh. Brahms. De naam Brahms roept ieder, die het muzikale streven van onzen tijd met oplettendheid gade slaat, eene richting en eene lange reeks van belangrijke werken voor den geest. Het geestdriftvol Hosanna in 1853 den toen lOjarigen Brahms, als een Messias der muziek, door Schumann toe geroepen, is in menig opzicht waarheid gebleken. In een beroemd geworden opstel, onder den titel Neue Bahnen, heette Schumann, voor het eerst weder de pen opnemende in het door hem ge stichte muzikale tijdschrift, den jongeren kunst-, broeder destijds welkom als den man, .geroepen om aan het muzikale streven onzer eeuw zijn hoogste, ideale uitdrukking te geven"; als den kunstenaar, „wiens meesterschap niet trapsgewijs zich ontwikkelen, maar bij zjjn eerste verschijning, zich openbaren zou, gelijk eene Miaerva geheel gepantserd uit Jupiter's hoofd te voorschijn spronc". Deze hoogdravende profetie werd destijds door velen beschouwd als eene gril van Schumann's I overspannen, reeds tot den naderenden waanzin overhellenden geest. Haar juistheid wordt echter^ door weinigen meer ontkend, nu Brahms getoond heeft op ieder gebied, het dramatische uitge zonderd, de voetstappen der grootste meesters VAN DE VAN De burgemeester en wethouders van Middelburg roepen bij deze al degenen op, die genegen mochten zijn als vrijwilligers bij de nationale militie in dienst te treden, om zich te dien einde vóór den 1 Maart a. ter gemeente-secretarie aan te melden. De bepalingen der wet van den 19 Augustus 1861 Staatsblad n°. 72) betrekkelijk de nationale militie zijn ten aanzien van de vrijwilligers bij de militie de volgende Art. 11. Om vrij williger bij de militie te zijn moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste 1,56 meter lang, op den 1 Januari van het jaar der optreding als vrijwilliger het 20st" jaar ingetreden zijn en het 35"te jaar niet volbracht hebben, tot op het tijdstip der op treding aan zijne verplichtingen ten aanzien van de militie, zoover die te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid. Het bezit van die vereischten, met uitzondering van de lichamelijke geschiktheid en van de ge vorderde lengte, wordt bewezen door een getuig schrift van den burgemeester der woonplaats. Dat getuigschrift is ingericht in den door ons te bepalen vorm. Art. 12. Hij, die voor de militie is ingeschreven, wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor de gemeente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene verplichtingen ten aanzien van de militie meer te vervullen hebbe. Art. 13. Hij, die bij de zeemacht, bij het leger hier te lande, of bij het krijgsvolk in 's rijks over- zeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger bij de militie toegelaten, tenzij hij bij het verlaten van den dienst, behalve een bewijs van ontslag, van den bevelhebber onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen. Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn 40,te jaar volbracht is, als vrijwilliger bij de mi litie worden toegelaten. Burgemeester en wethouders brengen voorts ter kennis van belanghebbenden, dat tot het opmaken van het getuigschrift, bedoeld bij bovengemeld artikel 11, dagelijks van 's morgens 10 tot 's na middags 2 uren, de Zondag uitgezonderd, ter ge meente-secretarie de gelegenheid is opengesteld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, heden den 2 Februari 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het tweede suppletoir kohier van de belasting op de honden over het jaar 1882, door den gemeente raad bij zijn besluit van den 31 Januari 1883 is goedgekeurden ter invordering aan den ge meente-ontvanger uitgereikt. Middelburg, den 2en Februari 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ, De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. O EE1N BEKENTENIS DOOR ROBINSON. .Mevrouw heeft mij verteld dat zij gewoon was op alle uren van den dag in de kerk te komen en zich te verbergen om te luisteren als hjj studeerde. Hebt gij haar ooit gezien, Bic kers vroeg mijnheer Tyke. .Eens mijnheer. Meer niet." .Maar eens. Zij zegt dat zij er heel dikwijls geweest is. O ja, 't is waar ook, zij heeft den wensch te kennen gegeven om u te zien. Dat zou ik bjjna vergeten hebben." sOm mjj te zien, mijnheer?" Ja, 'tis vreemd niet waar? Maar l't is zoo." .'tls zonde! Wil zij mij nu zien? Hoe is het mogelijk »En de dokter zegt dat zjj heel stil gehouden moet worden en niemand zien mag, dan mij en de verpleegster," vervolgde hij, »en dus hebben wij haar verteld dat gij voor zaken naar Londen waart, Bickers." .Heel goed, mijnheer." »Ik haat bedrog, ik kan bedrog in den regel De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op art. 28 en volgende der wet van den 19 Augustus 1861 Staatsblad n° 72) brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden: dat de loting der in het vorige jaar voor de militie ingeschrevenen zal plaats hebben op de boven-voorzaal van het raadhuis, Woensdag den 7 Februari 1883, te beginnen des voormiddags te 10 uren dat gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats gehad, tegen de wijze waarop zij is geschied, bij gedeputeerde staten bezwaren kunnen worden ingebracht d ooi- belanghebbende lotelingen, of door hun vader of voogd dat de bezwaren moeten worden ingediend door middel van een door de noodige bewijsstukken ge staafd verzoekschrift, op ongezegeld papier, onder teekend door hem, die ze inbrengt, welk verzoek schrift bij den burgemeester moet worden overge bracht, tegen bewijs van ontvang dat op Dinsdag den 20 Februari 1883, des voor middags van 10 tot 12 uren, in de boven-achterzaal van het raadhuis zitting zal worden gehouden, tot het opmaken van de getuigschriften ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon, bedoeld in de 2" en 3e zinsnede van art. 53 der bovengenoemde wet; dat zij, die op zoodanige vrijstellingen aanspraak maken, op gemelden tijd ten raadhnize zullen moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den burgemeester bekende meerderjarige ingezetenen. Middelburg, den 2 Februari 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ, De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend dat op Vrijdag den 16 Februari a. in de boven- achterzaal van het raadhuis eene vergadering van kiesgerechtigden zal gehouden worden ter voorzie ning in de vacature van den heer J. F. van Leeu wen, die voor zijne benoeming als zoodanig heeft bedankt dat de inlevering der stembriefjes in de ter verga dering aanwezige stembus op gemelden dag zal aanvangen des voormiddags te 10 uren en voort duren tot des namiddags éen uur, na welk uur geen stembiljetten meer zullen worden aangenomen, dan van de kiezers in de zaal aan wezig, terwijl onmiddellijk daarna met de opening der biljetten zal worden aangevangen dat vóór den dag der verkiezing aan de huizen der kiesgerechtigden stembiljetten ter invulling zullen worden bezorgd. Middelburg, den 2 Februari 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ, De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg gezien de artikelen 6, 7 en 14, alinea 1 dei- wet van den 2en Juni 1875 (Stbl. n°. 95), tot rege ling van het toezicht bij het oprichten van in richtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken maken bekend dat ter gemeente secretarie ter visie is gelegd, een verzoek met bijlagen van de firma Jeronimus en Cie., alhier tot het bekomen van vergunning om hare broodfabriek, gelegen op den Korendijk, wijk P n°. 73 en 74, uittebreiden door het bij plaatsen van een heetwateroven dat op Vrijdag den 23 Februari a. ten raadhuize dezer gemeente, des namiddags te half twee uren, gelegenheid zal worden gegeven, om tegen die uitbreiding bezwaren intebrengen en deze monde ling of schriftelijk toe te lichten. Middelburg, den 2 Februari 1883. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ, De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. in geen enkelen vorm vergeven, maar dit is een quaestie van leven en dood." »Ja, mijnheer." »En zij kan toch inderdaad geen reden hebben om u te willen zien, niet waar »Ik zie niet in dat zjj die zou kunnen heb ben," antwoordde ik nadenkend. .Neen het is te bespottelijk," mompelde hij heengaande, .het is voor mij slechts een bewijs van de zwakte harer geestvermogens." Ik beschouwde het niet uit dat oogpunt. Ik begreep dat er zeer goed een reden kon zijn waar om zijn vrouw mij wilde zien, vooral indien zjj er niet boven op zou komen, zooals ik dacht." En dat dacht weldra iedereen, want zjj werd al erger en erger en er kwamen nog meer dokters uit Londen het hootd schudden en zeggen dat er geen hoop meer was. Het heele dorp was vervuld van haar ziekte, want wij hielden allemaal veel van haar; wjj waren haar allen dank verschuldigd voor haar deelne ming en liefde en de armen voor haar hulpvaar digheid. Niemand, behalve ik, bracht haar ziekte in verband met den dood van Alfred Marson, maar ik was overtuigd dat zijn dood de oorzaak van den hare zou zjjn. En ik zorgde wel dat niemand dit te weten kwam zelfs mjjn vrouw niet. Op zekeren dag versoheen juffrouw Jodson bjj ons aan huis, tot mjjn verwondering en tot nog grooter verbazing van mjjn vrouw .Wel, wat een onbeschaamdheid riep deze, zoodra zjj haar gewaar werd. Maar juffrouw Jodson begon terstond, onder snikken en tranen, de reden van haar komst te verklaren. Gjj moet in de pastorie komen, Humphrey gjj moet komen zij wil u zien." .Wie wil hem zien?" vroeg mjjn vrouw, .waarom kunt gjj vrouwlui hem niet met rust laten En als gjj mjjn man weer Humphrey, noemt, zal ik .Mevrouw wil hem zien. Zij is stervende O ik ben zoo bang dat zij stervende is. Draal niet Bickers, kom toch mee." En weg was juffrouw Jodson weer. Mjjn vrouw kreeg van verbazing bjjna het gebruik harer lede maten terug en ging rechtop in bed zitten. .Waar om zou mevrouw Tyke u willen zien »Ik zal het u zeggen als ik terugkom," zei ik maar ik heb het haar nooit gezegd, ik heb het nooit aan een levende ziel gezegd, voor van daag en nu is het mjj van het hart, ofschoon het verborgen en geheim moet blijven totdat de laatste onzer eronder gestopt is. Dat is zoo af gesproken tusschen u en mjjmjjnheerden nieuwen dominé van het dorp. Ik ging naar de pastorie. Ik kwam in een huis waar alles gedrukt scheen. Ik zag mjjnheer Tyke in zjjn studeerkamer zitten en ik zag dat hij naar mij keek toen ik naar boven ging, maar hij stond niet op om .goeden avond" te zeggen. Men liet mjj in een flauw verlichte slaapkamer, waar me vrouw lag ozoo wit en zoo mager en waar zich een ziekenverpleegster bevond. .0 daar is hjj eindeljjk zei een zwakke stem ih het bed. »Ga als 't u blieft even weg altemaal weg als 't u blieft dat hebt gjj mjj beloofd. Vergeet die belofte niet.' .Heel goed, mevrouw. Als gjj iets noo- dig moebt hebben," zei de verpleegster mjj oplet tend aanziende, wees dan zoo goed te schellen." Toen ik alleen met haar was, wenkte zij mij om dicht bjj het bed te komen. Ik geloof niet dat ik haar herkend zou hebben als ik haar in het dorp gezien had. „Wat zijt gij lang in Londen geweest zei zjj verwjjtend. .Neen ja mevrouw. Een heelen tijd, moet ik zeggen." .Voor mij ja," antwoordde zjj, .omdat ik dacht dat gjj niet terugkwaamt, dat gjj weg- geloopen - gevlucht waart." .Gevlucht?" .Bickers," zei zjj bjjna smeekend. »Gjj hebt hem toch niet vermoord Ik wist wien zij meende en wat er in haar om ging, arme vrouw .Neen mevrouw, ik heb hem nooit aangeraakt." .Gij zeidet, dat gij hem, als gjj sterk ge noeg waart, zoudt doodslaan als een hond. Gjj hebt het gezegd, Bickers, op mjjn woord," riep zij uit. - .Stil, stil mevrouw, windt u niet op over mij.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 3