N° 24. 1883. 126e Jaargang. Maandag 29 Januari. Middelburg 27 Januari. Dit blad verschijnt dagelijks^ met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nomniers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Agenten voor dit blad zijn te Vlissingen: J. C. Tielrooij en te Goes: A. A. W. Bolland. Hoofdagenten voor bet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., BerlijD, Weenen, Zurich enz. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Een gebrek, waarin yoorziening dringend noodig is. IDDELBURGS€HE C011RAI\T. Een der belangrijkste vraagstukken op dit oogenblik is wel het steeds toenemend gebrek aan geneeskundige hnlp op het platteland, een gebrek dat zich over ons gansche land doet gevoelen en waarvan ook onze provincie ruim schoots haar deel heeft. Voor bewoners van groote gemeenten, die vaak meer verlegen zijn met de keuze van een geneeskundige uit de velen, waaruit zij kiezen kunnen, dan bekommerd over het gemis aan hulp, is het zeker een ondenkbare toestand verstoken te zijn van hetgeen ieder op vele oogenblikkeu zoo dringend noodig heeft en zij zeiven zoo gemakkelijk kunnen bekomen. Maar des te eerder zal men moeten erkennen dat zulk een toestand, waarin het platteland ver keert, onhoudbaar is en dat de eisch om ver betering zich steeds dringender zal doen hooren. Toen bij de behandeling der staats-begroo- ting voor 1871 in het voorloopig verslag op dat gebrek werd gewezen, was het antwoord van wijlen den minister Thorbecke, den vader der geneeskundige wetten van 1865, dat dit gebrek wel altijd gevoeld zal worden, dat een geneeskundige zich niet licht zal vestigen op eene plaats waar hij geen bestaan kan vinden, maar dat bewoners van zulke plattelands ge meenten geneeskundige hulp moesten zoeken in naburige gemeenten, waartoe de gelegenheid door verbeterde communicatie middelen gemak kelijker is dan vroeger. Dat er waarheid in dit betoog ligt heeft de ervaring in later jaren bewezen, maar die zelfde ondervinding leerde ook hoe moeielijk het valt om bij nacht en ontij den de verlangde hulp te verkrijgen, trots de verbeterde commu nicatie middelen, die toch niet kunnen beletten, dat hulp zoo vaak te laat komt wijl de af standen te groot en de geneeskundigen in de naburige gemeenten niet ieder oogenblik be schikbaar zijn om, wat in vele gevallen drin gend noodig is, hunne woonplaats geruimen tijd te verlaten. Sedert 1871 wordt in menig deel van ons land de kring, binnen welke geen geneesheer gevonden wordt, steeds grooter en, om ons alleen tot onze provincie te bepalen, in elke verga dering van den geneeskundigen raad van Zee land wordt daarop gewezen. In die van 30 Mei van het vorig jaar deelde dr. De Bruyn mede dat er in de ge meenten Noordgouvve, Kerkwerve, Zonnemaire en Dreischor tal van verlossingen plaats heb ben zonder hulp van deskundigen. In de laatste zitting van 1882 werd daarop nogmaals teruggekomen en door dr. Goemans daarbij gevoegd de mededeeling, dat er van die vier gemeenten alleen te Noord- gouwe een geneesheer is, die wegens ouder dom 's nachts niet meer uitgaat,'terwijl de geneeskundigen te Zierikzee niet licht bereid worden bevonden de gevraagde hulp te ver- leenen. Op Zuid-Beveland begint het gebrek zich ook meer en meer te doen gevoelen. Wolfaartsdijk doet te vergeefs eene oproeping tegen/1000, Iloedekénskerke, Baarland en Oudelande te zamen vragen totnutoe zonder gevolgeen gemeente-geneesheer voor 1250. Aardenburg blijft ook nog steeds verstoken van de vervulling der bestaande vacature. Een vollediger opgaaf daaromtrent zal wel verstrekt worden door de commissie, in het laatst van het vorig jaar door den geneeskun digen raad in Zeeland benoemd, die tot taak heeft de vraag te beantwoorden hoe het gele gen is met deactueele verdeeling der genees kundige hulp in deze provincie, Wanneer dan tevens haar antwoord bevestigend zal luiden op de tweede, haar ter overweging gegeven, vraag of het nl. op den weg van den geneeskundigen raad kan liggen omtrent deze aangelegenheid eenig oordeel uit le spreken, dan zouden wij in het belang eenor goede oplossing dezer quaestie achten, zoo eens een overzicht werd gegeven van de werking dei- geneeskundige wet van 1865, gewijzigd als zij is in 1874. De minister Geertsema heeft bij de behan deling der door hem voorgestelde wijziging doen uitkomen dat het de bedoeling van de wet van '65 was niet om het platteland meer, maar om het betere geneeskundige hulp dan te voren te verschaffen. Na zeventienjarige werking nu kan men na tuurlijk nog niet volledig oordeelen in hoever die goede bedoeling te bereiken is, maar gun stig voor de toekomst laat de ervaring dier jaren zich niet aanzien en wanneer het voort gaat als totnutoe zullen de bewoners van het platteland met weemoed de dagen herdenken, toen zij ten minste hulp hadden, terwijl de voor hen bestemde betere nog steeds zich laat wachten. En voor die gevolgen der geneeskundige wet bestaat alle reden. Het is niet alleen de quaestie van het niet voldoende vinden van een bestaan, die zijn invloed doet gelden, de gansche opleiding van de tegenwoordige ge neeskundigen brengt mee dat zij zich niet meer op het platteland op hunne plaats gevoelen. Het leven van den geneeskundige is toch al moeielijk, vol zorg en opoffering, en de enkele oogenblikken, welke hem geschonken zijn tot eigen ontspanning, wil hij gaarne besteden in een kring waarin hij zich bewegen kan, waar in hij menschen vindt, met wie hij kan om gaan en waarin vooral ook gelegenheid bestaat om voor zijn vak de noodige kennis opte- doen. Dat alles vindt hij niet op het platteland. Daarbij is, zij het dan ook dat door samenvoeging van verschillende plattelandsge meenten een geneesheer volgens de nieuwe wet een bestaan kan vinden, ruimer dan in menige groote gemeente, die kring vaak zoo uitgebreid dat de vermoeienissen voor éen persoon te afmattend zijn en de kosten o. a. voor paarden en rijtuig te bezwarend, zoodat zij, die als begin van hun loopbaan zulk een standplaats kozen, ten slotte uitzien naar eene in eene grootere gemeente, Dit zal vooral het geval wezen met hen, die bijzondere bekwaam heden bezitten, zoodat trots alle goede bedoe lingen het platteland nooit de voordeden der wet van 1865 zal plukken en beter gebaat was met de vroegere plattelands-heelmeesters, die hun opleiding genoten aan de klinische scholen Of wij die scholen dan zouden terugwen- schen Als men ze ons kon schenken betel en degelijker dan weleer, zóo dat zij eene flinke voorbereidingsschool vormden voor onder wijs voor hen, die later het radicaal van arts zouden willen halen als zij ons konden verzekeren mannen, die het eerste gedeelte van het bij art. 5 der wet van 1865, gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874, bedoeld examen heb ben gedaan en tevens voldoende pr actische bewijzen van bekwaamheid in de heel- en verlos kunde hebben afgelegd, dan zouden wij die vraag bevestigend beantwoorden. Er valt daartegen aan te voeren, dat bij wijziging der wet, zóo dat de eenheid van stand van geneeskundigen wordt verbroken, zulke scholen overbodig zijn, daar ook die opleiding aan onze hoogescholen kan verkregen worden, maar men vergete niet dat zulk eene opleiding veel kostbaarder is dan aan de vroegere in richtingen en dus veel minder binnen het be reik ligt van een groot deel van jongelui, die gaapne de geneeskunde zouden willen beoefenen. Doch voor zulk een stap, dien velen wel licht een schrede achteruit zullen noemen, maar dien wij in het belang der plattelands bewoners zouden vinden, bestaat op dit oogen- blik geen kans. Er zal nog geruime tijd heengaan voor in die richting verbetering wordt aangebracht, en vooralsnog zullen wij ons tevreden moeten stellen met hetgeen te bereiken valt, ten einde in de dringendste behoeften te voorzien. Het meest tijdroóvende voor een geneesheer zijn voorzeker de accouchementen, te meer wanneer daarvoor hulp wordt geroepen uit eene naburige gemeente. Met geen geld is het tijdverlies te betalen dat zulk een genees kundige in dergelijke gevallen lijdt. Maar bovendien zijn er tal van kleinere ongevallen, waarvoor een geneesheer niet da delijk van verre behoeft geroepen te worden en waarin eene hulpvaardige hand, geleid door practische kennis, veel nut kan stichten. Voor zulke gevallen zou de hulp van een vroed vrouw niet alleen wenschelijk maar zelfs drin gend noodzakelijk wezen, zoo er slechts aan haar meer bevoegdheid werd geschonken dan de wet thans doet. In de Vragen des Tijds van November van het vorig jaar wijdde dr G. W. Bruinsma aan de opleiding dier vrouwen een lezenswaardig artikel. Ook hij dringt, evenals destijds bij de behandeling der geneeskundige wet in 1865 en 1874 de heeren Westerhoff, Idzerda en Rombach deden, op uitbreiding van de bevoegd heid dier vrouwen aan. Nu het gebrek aan zulke dringend noodige helpsters zich doet gevoelen;nu vooral de sterke arm der wet zich laat gelden wanneer onbe voegden zich durven verstouten hulp te verlee- nen, zij het ook dat zij het doen uit mensch- lievendheid, wijl anders de betrokken personen hulpeloos blijven liggen, nu is het dringender noodzakelijkheid geworden om de leemten aan te vullen, die nog in de bestaande wet zijn te vinden. Er zijn nog tal van gevallen, waarin zulk een vrouw hulp zou kunnen verleenen, wanneer zij slechts op grond van hare opleiding en van de haar geschonken bevoegdheid daartoe de macht bezat. De komst van een geneesheer van verre zou vaak overbodig worden; diens taak zou minder zwaar zijn wanneer deze zulk eene vrouw kon bevelen wat zij in sommige ziekten moest doen, terwijl dan tevens het gevaar vermeden werd dat onbevoegde en onbekwame handen meer bedierven dan een geneesheer kon goed maken. Wij behoeven slechts te wijzen op h et doen van injecties, o. a. van morphine, wat met zooveel nauwgezetheid moet geschieden en waarvoor een geneesheer toch niet opzettelijk uit een naburige gemeente kan komen. Eene vroedvrouw, meer bevoegd dan de wet haar nu maakt, zou ten zegen kunnen wezen voor menige plattelandsgemeente. Die bevoegdheid uitbreiden is thans,zoolang de gansche geneeskundige wet in uitgebreider zin niet wordt gewijzigd het eerste middel om in de bestaande leemte te voorzien. Maar bovendien doe zich van hoogerhand invloed gelden op gemeente-besturen om uit hunne gemeenten door geldelijke hulp do op leiding van meisjes tot dien stand aantemoe- digen onder verplichting dat de betrokken personen voor korter of langer tijd zich vesti gen in de gemeente, op wier kosten zij hare op leiding genoot. Aan de hooge regeering dus de taak om in dien geest wijziging te brengen in de bestaande wet. Aan de staten der provinciën, en aan die der onze in het bijzonder, de plicht om door het ver leenen van subsidiën of op andere wijze hun invloed te doen gelden en te gebruiken in het belang eene goede zaak. Terwijl het op den weg ligt van de genees kundige raden, om door flinke voorstellen en door voortdurende!, aandrang te helpen ver betering te krijgen in een toestand die, hoe langer hij voortduurt, des te meer nadeel zal berokkenen aan een dringend volksbelang. Bij gelegenheid der voorstelling, Woensdag 7 Februari a. in den Middelburgschen schouwburg te geven door de leden der Eotterdamsche afdeeling van het Ned. Tooneel, zal dit stuk wor den opgevoerd. Over het geheel luiden de beoordee lingen èn van het stuk èn van de wijze, waarop het wordt uitgevoerd, zeer gunstig. In Rotterdam wordt het nog steeds met voortdurend succes ge speeld. Dat de schrijver zelf zeer ingenomen is met de wijze, waarop mevrouw Beersmans de titelrol ver vult, blijkt wel uit een geschenk, dat hjj haar aanbood, bestaande in een sierlijk album, bevat tende het portret van den heer Faassen, en rustende op een kunstig bewerkt kussen. Aan belangstelling voor de nieuwe pennevrucht van den schrijver van Zonder Naam zal het zeker ook in onze provincie, en-in onze gemeente in het bijzonder, wel niet ontbreken. Door den minister van oorlog is een commissie benoemd, bestaande uit den majoor I. J. H. Gfijs- berti Hodenpijl en den kapitein De KruyfF, van de genie, met den ln luit. der inf. E. G. Winckel, om in de voornaamste buitenlandsche garnizoens plaatsen de voeding en de bewassching voor de troepen te bestudeeren. De commissie zal in de volgende week de reis aanvaarden. Zwarte Griet, het nieuwe drama van den heer Rosier Faassen, zal ook in Zeeland hare opwachting maken. Door agenten van assurantie-maatschappijen is aan den minister van financien inlichting ge vraagd omtrent de toepassing der zegelwet, nl: 1°. Mag de polis (waarvan een exemplaar gezegeld met formaatzegel a f 0.15 ter inzage bij het verzoek ging) slechts éénmaal gebruikt worden, of kan men daarop eene clausule stellen van verlenging; in het laatste geval is dan deze verlengingsclau sule vrij van zegel, zoo niet. kan men dan volstaan, die te voorzien van een plakzegel a 5 ct. 2°. Is het geoorloofd op bijgaande polissen aan- teekening te doen van verplaatsing, wijzigingen van .het interest etc., etc., zonder die aanteeke- ning te zegelen? 3". Zoo de verzekering geschiedt met doorloo- pende verlenging (als aangegeven in een bijgaande polis) is dan het zegelrecht van het eerste jaar- steeds van kracht? 4°. Moeten alle polissen gezegeld zijn, of zijn die, waarvan de premie f 10 of daar onder is, vrij van zegel? Door de min. is hierop geantwoord 1°. Op de polissen van verzekering voor bepaalden gMjjk het gezegelde formulier gemerkt, n°. 1, bij uw adres overgelegd, is ingericht, kan men niet zonder overtreding eene clausule van ver lenging stellen. Het algemeen beginsel der zegelwet (zie art. 7 der wet van 3 October 1843 St. bl. no. 47) dat een gezegeld papier slechts dienen kan voor éen akte of geschrift, laat dit niet toe. Gebruik van plakzegel is voor polissen niet toegestaan bjj de wet. 2°. Naar hetzelfde beginsel is het evenmin geoor loofd op de polissen aanteekening te doen van verplaatsing, wijzigingen, van het interest enz. 3°. Geschiedt de verzekering met beding van doorloopende verlenging, gelijk bij het overgelegde formulier No. 2, dan blijft die polis van kracht, zonder dat nader zegelrecht schuldig wordt. 4°. Alle polissen moeten gezegeld zijn, hoe ge ring de premie ook is. De wet maakt daaromtrent geen onderscheid. De commissaris des konings in Zuid-Holland is gemachtigd tot het bijeenroepen van de staten dier provincie in buitengewone vergadering op Vrijdag 2 Maart a., om daarin aan de orde te stellen 1° de verbetering van den waterweg tusscheü het IJ en de Zuid-Hollandsche rivieren en stroo- men, in verband met het thans bij de staten- generaal aanhangig wetsontwerp tot onteigening voor het maken van eene nieuwe verbinding van den Hollandscken IJsel met de Gouwe 2° de vaststelling van een bijzonder reglement voor den gecombineerden Veenpolder onder Zwam- merdam en Reeuwijk en 3' de vaststelling eener wijziging in het bij zonder reglement voor den polder Reeuwijk (gemeenten Reeuwijk en Zwammerdam). Door den gemeenteraad van Doetinchem is met algemeene stemmen besloten het vaste traktement van den directeur der stedelijke gasfabriek te brengen op f 1400 'sjaars. Voorts is door den raad bepaald, dat het postkantoor zal worden vergroot en vertimmerd, tengevolge waarvan de jaarlijksche huur van het gebouw van 1 Juli tot 1 Juli 1893 500 zal bedragen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 1