Laatste Berichten Staten-generaal. Gemeenteraad van Vlissingen. der werklieden, dat deze vreeseljjk verminkt en op de plaats gedood werd. De meester ontving een hevigen slag, waardoor hij het sleutelbeen brak, terwijl den derden zinkwerker eveneens een gevaarlijke wonde werd toegebracht. Te Brouwershaven is een diefstal van 6ÖÖ gepleegd bjj een kastelein. Zekere vrouw B. B., die bij een zanguitvoering als helpster dienst had gedaan, is, als verdacht van dien diefstal, in hechtenis genomen. Te Bergen op Zoom heeft men een milicien dood in zjjn bed gevonden. Door den stoomtram tusschen Rotterdam en Delftshaven is eene vrouw overreden. De onge lukkige was onmiddellijk dood. Te Ommerschans is 's nachts in de consistoriekamer der herv. kerk ingebroken en uit een gesloten kast het bp het avondama gebruikt wordende servetgoed medege nomen. Een der in de Schans verpleegd wordende personen, Helder genaamd, is ontvlucht en nog niet teruggebracht. Onder Gramsbergen is een kind in 't vuur gevallen en aan de gevolgen overleden. Een arbeider te Winsum, vader van drie kinderen, heeft zich op 't ijs gewaagd en is verdronken. De ramp, die dezer dagen Muiden trof, staat niet alleen in 's lands geschiedenis. In 1622 ontstond er brand in den kruitmolen op den Heiligen- of Overtoomschen weg te Am sterdam, waarbij eenige menschen werden gedood in 1624 in den molen van Jan van Hoorn, eveneens aldaar gelegen, waarbij vier menschen en een paard omkwamen; drie paarden werden gekwetst; in 1625 nog eens brand in den-molen van Joris Adriaansze het buskruit geraakte door de vonken van een spjjker dien een der knechten wilde inslaan, of iets anders, in brand. De molen en eenige daarbij staande gebouwen, met eenige lasten buskruit en een menschenleven gingen daarbij verloren, maar de kruittoren met eenige lasten buskruit bleef behouden. In 1657 nóg ëens. In 1709 sprong de kruitmolen het Oorlogschip op den Heiligen weg, in de lucht, waarbij eenige menschen omkwamen en groote schade werd berokkend aan de naaste buren, bijzonder aan de westzijde, waarheen de wind was. De slag deed de huizen te Haarlem, Beverwijk en elders dreunen. In 1807 sprong het schip met buskruit te Leiden, waarbij 150 menschen onder het puin werden bedolven. Te Muiden is het terrein van de kruitfabriek streng afgesloten. Vrjjdag nacht omstreeks 12 uren zagen de schildwachten opnieuw vuur in de kap van een molenhuis. Onmiddellijk werd een der brand spuiten in werking gesteld en het gelukte den brand spoedig meester te worden. Gevaar bestaat er bjjna niet meer; toch is een voordurend en jjverig toezicht zeer noodig. Er.is ongeveer 60 a 80 duizend kil. gr. buskruit ontploft. In de magazijnen is nog een zeer groote hoeveelheid aanwezig. De baas der fabriek, J. A. Karsemejjer, is aan de gevolgen der bekomen wonden overleden. Zijn vrouw ligt zeer gevaarlijk. Er zjjn zestien ge wonden, waarvan velen in hoogst bedenkelijken toestand verkeeren. Drie zijn reeds Vrijdag naar het gasthuis te Amsterdam vervoerd. De weduwe van een der omgekomen werklieden J. Vis is ook door den schrik en pas eenige dagen na haar bevalling overleden. Te Muiden wórden nog acht gekwetsten verpleegd. De heer Ferdinand de Lesseps heeft zijne plannen verdedigd omtrent het Panama-kanaal, en deze zijn 'éenigszins ruw beoordeeld doof ver scheidene Amerikaansche nieuwsbladen. Bijzondere nadruk wordt gelegd op het feit, dat hij de bewe ringen van hen die het plan geheel hadden willen veranderen niet heeft tegengesproken; dat het oversteken van de Chagres-rivier de kundigheid van zijne ingenieurs heeft beschaamd, en dat de willekeur van den vloed, dien hjj zoo gemakkelijk te overwinnen dacht, een hinderpaal is gebleken voor zijn oorspronkeljjk plan. Nu de heer De Lesseps dit alles niet tegenspreekt, besluiten de bladen, dat hij de waarheid daarvan aanneemt en de grootsche onderneming, waaraan zoovele milli- oenen zjjn besteed, mislukt is. De overleden prins Karei van Pruisen is de laatst overgebleven broeder van keizer Wilhelm en grootvader van prinses Hendrik en de her togin van Connaught. Reeds eenigen tijd was de prins ziek; sedert een val dien hij in Juni deed bij Kassei is hij nooit geheel gezond geweest. Hij was de derde zoon van koning Frederik Wil helm III en werd 29 Juni 1801 geboren. Zjjn oudste zoon .Frederik Karei is op reis in Egypte, en kan eerst over 16 dagen in Berljjn zjjn. De correctioneele rechtbank van Lyon heeft uitspraak gedaan in het proces der anarchis ten. Vjjf aangeklaagden zjjn vrijgesproken. van al de pret om haar heen; zjj leefde in hare herinneringen en de tranen vloeiden langs hare wangen, omdat zjj zich zoo eenzaam en verlaten gevoelde. Er was niets in geheel Friessbach dat haar belang inboezemde, sedert Redi het dorp ver laten had, hjj die in haar kinderjaren een figuur uit hare sprookjes, later haar romanheld was ge weest. Van alle andere jonge lieden uit de buurt kende zjj de geheele familie en wist hoe zij elkaar bestonden, maar bjj Redi, den verla tene, had de verbeelding vrjj speL Niemand wist van waar hjj kwam, aan wien hjj toebehoorde, terwjjl zjjne eigenaardigheden, zjjn kleeding, zjjn bezig heden er niet weinig toe bjjdroegen om het be grip dat Walrade zich van haar romanheld maakte, te verhoogen. Redi was geen bof- of complimentjesmaker, hij was eer stjjf en trotschmaar hjj was oor spronkeljjk, niet naar het gewone model geknipt, en dat trok haar vooral aan. Daarbjj kwam dat zjj hem nu eens met een vorstenmantel, een koningsscepter, of een martelaarskroon tooide en hem nu deze dan gene afkomst kon toedichten. Vooral toen zjj, na eenige jaren afwezig te zjjn geweest, naar Friessbach terugkeerde, was haar dweepen met het phantasiebeeld, waarbjj Redi tot model diende, sterk toegenomen. Het instituut, waar de rjjke boer zjjn dochter, naar aanleiding van een advertentie in de courant, geplaatst had, was een van die goede scholen, waar de bjjna volwassen meisjes niet overgeleerd en ook niet nuffig gemaakt werden, waar meer De anderen werden veroordeeld van 6 maanden tot 5 jaren gevangenisstraf. Deze laatste straf met 2000 franken boete, tien jaren politietoezicht en gedurende vjjf jaren ontzegging van burger rechten, kregen Krapotkin, Bordat, Bernard en Gautier. Een hevig tumult volgde op de uitspraak van het vonnis. Waarschjjnljjk zullen de veroor deelden in appel komen. De deelneming van Frankrijk in de aan staande Amsterdamsche tentoonstelling neemt zeer belangrijke verhoudingen aan. Het land zal er vertegenwoordigd zjjn zooals het behoortdè njjverheidde handel en de wetenschappeljjke instellingen bereiden zich voor om hunne voort brengselen en verzamelingen naar onze hoofdstad te. zenden. Door' het uitstellen Van den laatsten dag van aanneming tot den laatsten dezer maand komen nog van alle kanten aanvragen aan het ministerie van handel. Ook Algerië en Tunis zullen proeven geven van hunne produkten. Mis schien zal de Fransche commissie verplicht worden een nieuw crediet aan de kamers te vragen. In- tusschen, aldus meldt een der Fransche bladen, heeft het uitvoerend Nederlandsch comité aan professor Asser te Amsterdam de zorg opgedragen voor de organisatie van internationale congressen, die alle quaesties aaangaande de gezondheid in de koloniën, den waarborg van letterkundig en industrieel eigendom zullen behandelen. l'wee joden, vader en zoon Meyer, uit Miill- heim, in het groothertogdom Baden, kwamen te rug van de kermis te Kanderen, een plaats bjj Bazel. Toen zjj door een woud gingen werden" zjj eensklaps aangevallen door mannen, met" bjjlen gewapend, en vermoord. Hei: doel der moordenaars was plunderen, daar de Meyers ge woonlijk groote zaken deden op de kermis; maar toevallig hadden zjj ditmaal slechts luttel waarde bij zich. Men meent in twee gearresteerden dej moordenaars gevat te hebben. In een aantal clubs en handelsverenigingen te Londen en op het land is groote drukte met het oog op de «nationale demonstratie" van den heer Bradlaugh in Londen op den 15en Februari a. s. Het programma bevat o. a. het aanbieden van eenige verzoekschriften aan het lagerhuis, waarin aangedrongen wordt op de toelating van den heer Bradlaugh. Zelf heeft hjj aan zjjne vrienden ge schreven, dat niet meer dan tien personen mogen gaan met elk verzoekschrift, dat de verschillende groepen petitie-mannen zich niet met elkaar mogen vereenigendat geene vergadering binnen een mjjl van Westminster Hall mag bijeenkomen om te beraadslagen over veranderingen in kerk of staat. Dit wil de «nationale demonstratie" niet: het doel is alleen te vragen, dat de tegenwoordige wet worde gehoorzaamd. De Werkstaking op den Caledonischen spoor weg heeft zich niet verder uitgebreid. Verscheidene der machinisten zjjn weer naar hun arbeid terug gekeerd, waarschjjnljjk omdat zoovele Engelsche werklieden zich aangemeld hebben. De directie zal waarschjjnljjk, ertoe gebracht door den druk der openbare meening, die op de hand der onte vreden werklieden is, tot op zekere hoogte toe geven. Het Hamburger stoomschip Cimbria voer Donderdag van Hamburg weg naar New-York en raakte in de Elbe aan den grond. Met den vloed en eenige hulp kwam het schip weer onbeschadigd vrjj en ging om 2j uur 's middags zee in. Dien volgenden nacht was het helder weer tot half twee, toen een nevel opkwam zoodat de machine tot 2 uur met halve kracht en daarna langzamer werkte. Even na tweeën hoorde men het-fluiten van een ander stoomschip, waarna terstond ge stopt werd. Eerst op 150 voet afstands genaderd zag men het groene licht van de Huiler boot Sultan. De aanvaring kon niet meer vermeden worden, de Cimbria werd aan bakboordzjjde ge- troffen, en zonk een kwartier daarna aan stuur boordzijde. Men had aan boord nog zwemgordels kunnen uitdeelen, men had de booten nog kunnen uitbrengenmaar er waren in 't geheel 475 personen op de Cimbria, onder welke 92 manschappen. De kapitein heeft de brug niet verlaten en zonk mede met het schip, evenals de eerste officier die nog lichtvuren brandde als noodsignalen. De tweede officier was nog bezig met het loshakken der banken op het dek om zooveel mogeljjk drijf hout in zee te krijgentoen het schip zonk zwom hjj naar een boot, die later werd opgenomen door de Theta. Tot nu toe zijn in het geheel 56 personen gered. Zes stoomschepen zjjn uitgezonden óm te zoeken, doch van hen heeft men nog geen bericht ontvangen. »s Gravenliage, Eerste kamer. Bjj het voortgezet debat over het ontwerp tot ver legging van den Maasmond verdedigden de heeren Smits, Hengst, Van Sasse van Ysselt het ontwerp, dat van het ruime standpunt der algemeene rivier rekening werd gehouden met de kennis en bekwaam heden eener toekomstige huisvrouw, dan met die eener balkoningin of dame van de wereld, en zoo kwam Walrade dan ook goed onderwezen, zon der inbeelding of dwaze manieren terugmaar bjjna geheel afgesneden van alle natuurljjke vroo- ljjkheid, van die hartversterkende genoegens, welke het leven te Friessbach haar met volle teugen bood, gespeend van alles wat het in die landeljjke om geving opgegroeide kind, dageljjksch brood was geweest. Daar Walrade op school ook een weinig piano spelen en zingen had geleerd, had haar. vader een mooie pianino aangeschaft en zoo was het haar aangenaamste bezigheid, kleine liederen te zingen, die haar onbestemd verlangen uitdrukten en zich op de piano te begeleiden. Toen zij Redi voor het eerst na een afwezigheid van drie jaar terug gezien had, stelde hjj een mooie schilderij voor, zoo als hjj daar stond onder een schaduwrijken boom met een herdersfluit in de hand. Zjj ging in gedachte alle platen uit de fabelleer, die zjj op school gezien had, na, ten einde hem bjj een der jonge goden te vergeljjken, want zooals hjj daar stond, door het purper der avondzon beschenen, had hjj iets tooverachtigs voor haar. (Wordt vervolgd.)_ verbetering moet worden beschouwd en als zoodanig evengoed steun verdient als zoo menig publiek werk, te meer nu de technische kennis van den minister alle vertrouwen inboezemt. De toestand van Noord-Brabant is het gevolg van allerlei om standigheden, uit 's rjjkswerken voortvloeiende. Het financieel bezwaar wordt ondervangen door de onbetwiste noodzakeljjkheid der verbetering. Dit erkennende wilden echter de heeren De Sitter en Sohimmelpenninck van der Ojje Noord-Brabant niet geholpen hebben ten nadeele van anderen, speciaal Gelderland, door overjjlde dichting der overlaten en.zeker niet zonder betere voorbereiding. De heer De; Sitter wilde Noordbrabant spoediger helpen door verbetering der Maasdjjken, doch de heer De Visser van Yzendoorn meende dat thans de voor gedragen flinke rjjkshulp moet verleend worden, wjjl die de hoofdoorzaak van den toestand radicaal zou wegnemen en Noordbrabant gelegenheid zou gevén zichzelf te helpen. De heer Verhejjen verdedigde de uitvoering van het ontwerp als een groot rijksbelang, het volle digste en het beste dat verkrjjgbaar is. De Hee- renwaardensche overlaten moeten onvermjjdelijk gedicht worden zelfs het Noord-Westelijk deel van Noord-Brabant zal daardoor worden gebaat. Financieele bezwaren mogen niet gelden waar het de bestrijding van den erfvjjand: betreft. De heer 'Van Swiüderen meende dat subsidieering dezer werken niet op den weg der tegeering ligt, tenzjj dat. het stelsel ook op andere provinciën worde toegepast en dat systeem van centralisatie acht vhjj nadeeljg., - De heër Van Tienhoven wilde dadeljjk hulp voor Noord-Brabant. Daarom gipste hjj zeer de te kostbare algemeene rivierverbetering, maar drong hjj aan op versterking der Maasdjjken en da- deljjke dichting der overlaten in plaats van een plan dat zoowel in de details als in de financieele gevolgen geheel onzeker is. Morgen is de minister aan het woord. Donderdag zal de staatsbegrooting in behandeling komen. Aan de voorloopige verslagen over de staats begrooting is het volgende ontleend I. Algemeene beschouwingen. Homogeniteit en collectieve verantwoordelijkheid van het kabinet, binnen zekere grenzen, achtte men een grond- wettigen eisch. Te streng is het tegenwoordig kabinet zeker niet beoordeeld; maar de thans bestaande heterogeniteit, die zelfs bjj het adres debat in de tweede kamer werd erkend, hield meende men verband met gebrek aan een in 's lands belang onmisbare collectieve verantwoor delijkheid. Men vraagde o. a. of de gedragsljjn tegenover Atjeh, vroeger, en nu die in zake Billiton, inderdaad niet in den ministerraad waren besproken. Maar vooral wees men op de belas ting- en kiesrechtplannenvrjj algemeen was de overtuiging dat voor zulke ingrjjpende zaken een stemmigheid onder de ministers onmisbaar ware. De groote meerderheid in de talrijk bezochte afdeelingen verklaarde, dat het beginsel van art. 194 der grondwet (openb. onderwjjs) in het wel begrepen belang der natie ongeschonden behoort te worden gehandhaafd. Ernstig protesteerde men tegen het beweren dat de minister van financiën niet verantwoorde lijk is voor 'hét eindbedrag der begrooting. De meeste leden- achtten voorts den financieelen toe stand zoo bedenkeljjk, dat zjj het kiesrecht eerst in de tweede plaats aan de orde wenschten. Met bezuiniging (dit was de algemeene indruk) was het der regeering geen ernst; men wees op tal van posten, die lager konden zjjn, en in een afd. drong men met nadruk aan op opheffing van het departement van waterstaat, handel en njjverheid. Belastinghervorming en verhooging werden in de laatste plaats genoemdhet oordeel over het grootsche plan wenschte men over te laten aan den tijd. III. Buitenlandsche zaken. Men yroeg o. a. of gunstiger bepalingen ten opzichte van de Duitsche kustvaart zjjn bedongen; naar de voornemens ten aanzien van een bezoldigd consulaat te Pretoria, en drong aan op het waken voor onze belangen aan de Congo. IV. Justitie. Bjj uitzondering waardeerde men hier het streven naar bezuiniging. Daarentegen deed de duivenzaak vreezen dat deze minister zjjn idealen wel eens verder najaagt dan wen- Bcheljjk is. Gevraagd werd, of 't met medeweten van den minister is dat rjjks-veldwachters, in strjjd met onzen landaard, als mouchards worden gebruikt, zooals een procedure te Middelburg in zake overtreding van de geneeskundige wetten scheen te bewjjzen. De herziening van ons rechtswezen had, meende men, niet tot betere rechtsbedeeling geleid, ook door het tarief van gerechtskosten (getuigengelden). Men vraagde minder strenge behandeling van gegjjzelden. Een algemeene politiewet werd vooralsnog niet wen scheljjk genoemd. VI. Marine. De Adder-ramp algemeen be treurende, sprak men daarover vooralsnog geen oordeel uit; maar eenige leden vraagden, of de verhouding der directiën onderling behoorljjk is geregeld. Meerdere leden meendendat onze marineschepen veel te wenschen overlaten. Som mige leden wenschten verkoop van de marine werven en herstel en aanmaak aan de particuliere - industrie op te dragen. Een lid wenschte ook het loodswezen tot een particuliere zaak te maken. VHI. Oorlog. Op de békende gronden werd over legerorganisatie en dienstplicht gesproken. Vrjj algemeen was er bezwaar tegen het hooge eindcijfer en men wees op verscheidene voorbeelden van onnoodige geldverspilling. Voorts werd het hoogst wenscheljjk genoemd, dat bjj promotie bij keuze steeds de gedachte van begunstiging zjj uitgesloten en geen twijfel daaromtrent besta. Inlichtingen werden gevraagd omtrent het bericht, dat een jongen geweigerd zou zjjn al» soldaat - schrijver, op grond dat hjj in een verbeterhuis was geweest. IX. Waterstaat enz. Men vond hier steeds voortgaande opdrjjving van uitgaven en wees vele artt. aan. Eenerzjjds werd het ontwerpen van een aaneengesloten net van tramwegen aanbevo len anderzjjds achtte men aanmoediging niet zoo wenscheljjk en wilde men in elk geval dat het rijkssubsidie nooit hooger zjj dan het provinciale en dan de helft van de gemeenteljjke. Men wees op minder goede spoorweg-aansluitingen en achtte betere afsluiting van de spoorwegen wen scheljjk. Ten slotte drong men ook hier aan op lagere briefport voor Indië. Staatsspoorwegen. Eenerzjjds kwam men er tegen op dat de spoorwegen in te groote gedeel ten worden uitbesteed, waardoor soliede kleinere aannemers worden uitgesloten. Daartegen werd opgemerkt, dat alleen de groote firma's de kans van groote verliezen kunnen dragen. Zal dit jaar de vereeniging van de stations te Maastricht tot stand komen? Waarom werd de bouw van hét station te Amsterdam gegund aan een Duit- scher, die slechts iets lager inschreef dan een landgenoot X. Koloniën. Beperking van onze vestiging in Atjeh werd aanbevolen. - Men vraagde of reeds inlichtingen zjjn ontvangen omtrent de aanleiding tot het ontslag van den heer Prujjs van der Hoeven. Zitting van Maandag 22 Januari. Voorzitter de heer Smit Afwezig de heer Laernoes. De voorzitter opent deze eerste raadsvergadering in 1883 met de volgende toespraak Mjjne heeren Bjj de opening der eerste zitting dezer vergade ring in het jaar 1883 acht ik mjj geroepen in de eerste plaats te herdenken het geleden verlies door het overljjden van een uwer waardigste leden. Moge deze achtbare vergadering nog lang gespaard blijven voor zulke smarteljjke verliezen. In de tweede plaats ben ik gelukkig te kunnen constateeren, dat het afgeloopen jaar niet ongun stig is geweest voor deze gemeente. De alge meene welvaart toch was toenemendede bevol king vrjj sterk vermeerderd, Als onmiddellijk gevolg hiervan verkeeren de gemeente-financiën in een lang niet gekenden bloeienden toestand, waardoor de mogeljjfeheid is geboren, de noodige gelden aantewijzen tot het voldoen aan de opge legde rjjkswetten en plannen te beramen om nieuwe bronnen van welvaart voor deze gemeente te openen. In de derde plaats kan ik er dankbaar op wjj- zen dat in het algemeen de meest gewenschte eenstemmigheid en waardeering voorzaten bij de behandeling der gemeentebelangen, waardoor mjjn taak als voorzitter zeer werd vergemakkelijkt en de belangen der gemeente niet het minst werden gebaat. Moge ook dit jaar, onder hoogeren zegen, rjjke vruchten afwerpen voor den bloei en welvaart dezer gemeente, die ons allen dierbaar is. De heer Pot dankt den voorzitter namens deze vergadering voor de hartéljjke woorden, door hem gesproken en hoopt dat zjjne wenschen vervuld mogen worden. Hjj verheugt zich met hem in den bjj aanvang bloeienden toestand dezer ge meente en vooral ten opzichte van de gemeente- financiën, die in alle opzichten zeer gunstig zjjn. Hjj brengt danrvoor hulde aan den voorzitter, die door zjjne volhardende pogingen en zijn taai geduld daarvan de oorzaak is, en wenscht dat hjj te zamen met den raad moge blijven voortwerken tot be reiking van het doel, dat allen zich hebben voor gesteld. Daarna worden de notulen der vorige vergade ring voorgelezen en goedgekeurd. Vervolgens geschiedt mededeeling van eenige ingekomen stukken Goedkeuring van het contract met de regeering aangegaan tot afstand der vestinggronden aan de gemeente. Brief van den gemeenteraad van Middelburg, in genomenheid betuigende met de overdracht dei- havenwerken aan de kon. maatschappij De Schelde. Goedkeuring van gedeputeerde staten van de uitgeschreven geldleening groot 45000. Machtiging om te beschikken over de helft der gemeente-begrooting voor het jaar 1883. Machtiging tot heffing van de belasting op het gemaal en gedistelleerd voor het jaar 1883. Goedkeuring der begrooting voor 1883 in haar geheel. Kennisgeving van de kamer van koophandel en fabrieken, dat tot voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zjjn benoemd de heeren van Duuren Dutilh en Verkuyl Quakkelaar. Door het dageljjksch bestuur worden aan den raad overgelegd: Verslag van het onderzoek dei- verschillende pompen in de gemeente. Een verzoek van den heer Schrakamp, tjjdelijk leeraar aan de burger avondschool, om ontslag- uit zjjne betrekking. Het ontslag wordt eervol verleend. Daarna geschieden de volgende benoemingen Tot lid van het bestuur der Zeemans- en Visschers- beurs de heer W. L. Winkelman, in plaats van den heer C. A. Kalbfleisch, die het vereischte radicaal verloren heeft, wjjl hjj opgehouden heeft hande laar te zjjn. Tot helpster in de vrouweljjke handwerken op school C, mejuffrouw de wed" Sitsen; terwjjl mejuffrouw Muller Drenth wordt overgeplaatst van school B naar school C. Tot onderwjjzer aan de school E, hoofd de heer Stuart, de heer Th. H. P. Hoste te Halsteren. Tot tjjdeljjk leeraar in het rechtljjning teekenen de heer A. van Overbeeke, te Vlissingen Tot hoofd van school B, (lager onderwjjs) de heer B. J. F. Op den Zieke, te Dordrecht. Aan burg. en weth. wordt, op hun voorstel, machtiging verleend tot onderhandsche verhuring van den oesterput aan den heer R. de Waal te Bruinisse voor ƒ200 'sjaars, terwjjl alle desbe treffende vroegere besluiten worden ingetrokken- Achtereenvolgens wordt besloten Tot herbesteding der te doene herstellingen aan de Pottenkaai. Tot het onbewoonbaar verklaren van de kelder woningen in de perceelen L 114 en 115 op het Dok. Tot wijziging van het besluit waarbjj de jaar wedden van het onderwjjzend personeel zjjn vast gesteld, door de bezoldiging der onderwijzeressen van school D (school voor 1. en m. u. 1. o. voor- meisjes) gelijk te stellen met dat van de oader- wjjzers op school E, zjjnde te zamen eene vermeer dering van 600. Tot wijziging van het raadsbesluit dd. 1 December 1882, tot uitkeering der jaarwedde van den hoofd onderwijzer van school C over het vierde kwartaal 1882 aan zjjne weduwe, en te bepalen dat geljjk bedrag als gratificatie aan haar zal worden toe gestaan. Tot goedkeuring der begrooting van den rjjweg MiddelburgVlissingen. Om aan de commissie voor de leenbank machtiging te verleenen tot den verkoop van oud materieel. Is ingekomen een bezwaarschrift van den heer E, L. Marshall tegen de heffing van twee malen het vergunningsrecht voor het plaatsen van éen I I

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 2