Gemengde Berichten. Rechtszaken. dam heeft het Hollandsehe varensvolk, mannen en vrouwen, nog menig kostbaar blad in ons schetsboek gevuld. Ook ziet men hen vaak, bij ploegen, elkander aan de ineengestrengelde vingers vasthoudende, voor de winkelruiten in de Kalver- straat staan. Hun uiterlijk is niet veel veranderd sedert de laatste tweehonderd jaren. Op oude Hollandsehe schilderijen vindt men zeelieden, ge kleed in dezelfde wijde broeken, bonte mutsen, wambuizen, het vest en den gordel versierd met groote zilveren knoopen. Wij waren verlangend hen op de kleine eilanden en in de afgelegen haventjes, meer in hun eigen omgeving en in hun dagelij ksche doen te zien. (Tot zoover loopt het reisverhaal van den Engelsch- man. Een latere aflevering zal ongetwijfeld ook zijne indrukken van Zeeland bevatten, waar men hem, in 't vorige jaar, met zijn schets- en aanteekenboek aan 't werk gezien heeft.) Dinsdagavond trad in eene vergadering van de Vereen, t. b. v. h. liberale beginsel in de Herv. kerk te Amsterdam als spreker op de heer M. J. Mees, predikant te Haarlem, om eenige stellingen te verdedigen betreffende het onderwijs. De stellingen waren aldus geformuleerd I. De liberale partij in kerk en staat is ver zwakt, omdat zij zich in zake het onderwijs, zoo wel lager, als middelbaar en booger, op een ver keerd standpunt en op den verkeerden weg be vindt. II. Als godsdienstige menschen staan wij, in zake dat onderwijs, dichter bij de anti-revolutio nairen dan bjj de school wetmannen. III. Wijziging van die wetten, zoodat het gods dienstig element meer in ieder deel van het onder wijs tot zijn recht komt, is dus dringend nood zakelijk. Deze stellingen, uit wier toelichting bleek dat de heer Mees volstrekt geen tegenstander was van de staatsschool, maar alleen aan het godsdienstige element, de ontwikkeling van het gemoed, eene rui mere plaats wilde geven naast de ontwikkeling van het verstand, terwijl hij ook de kosten voor het onderwijs wilde verminderen, gaven aanleiding tot een levendige woordenwisseling, waaraan de heeren mr. J. A. Levy, dr. H. C. Muller, Swildens en Knappert deelnamen. De heer Levy achtte de toelichting in strijd met de stellingen, die volgens hem niet anders waren dan eene bout uitgesproken oorlogsverklaring aan het nu bestaande onderwijs. Spreker zag noch den verkeerden weg, noch het verkeerde standpunt, daar de tegenwoordige wet niet alleen niet ver biedt dat de onderwijzer ook let op de karakter vorming der leerlingen, maar dit zelfs uitdrukkeljj k voorschrijft. Wat kan de verdediger, die zich ook onder de voorstanders der staatsschool rekent, nog meer wenschen Als een godsdienstig mensch beschouwt spreker ieder,'- die zjjn plicht weet te doen en zich daar van rekenschap weet te geven, niet hij, die tot het een of ander kerkgenootschap behoort. Daarom begreep spreker niet, hoe een voorstander dei- schoolwet verwant kan zijn met de anti-revoluti onairen, die van geen staatsonderwijs willen weten. Daarbjj betreurde hjj het, dat de heer Mees de richting niet nader aanduidde, waarin hij veran dering wenschte, alsmede dat hij de stellingen zoo beslist had geformuleerd, ofschoon uit de toe lichting bleek dat hij ook tot de tegenstanders der sectescholen behoorde. Yan hem, die veroor deelt, mag men ook verwachten dat hij iets beters in de plaats stelt. De heer dr H. C. Muller, die zich op het stand punt van den vrijdenker plaatste, achtte zoowel de definitie der liberale partij strevende naar vooruitgang en ontwikkeling als de stellingen zeer vaag én in nevelen gehuld. Er zijn vele godsdiensten. Welk godsdienstonderwijs verlangde de heer Mees? Volgens hem kon men niet te veel geld voor onderwijs uitgeven en zelfs achtte hij invoering van leerplicht, kosteloos onderwijs en een ministerie van onderwijs wenscheljjk. Alleen hierin was hij het met den heer Mees eens dat de richting van het middelbaar onderwijs verkeerd en vier academies te veel en te kostbaar waren voor ons land. Ook hij betreurde het, dat hoofden der knielenden sprong een vuile, morsige, wollen massaMet éen sprong was Moufflou op het bed. Lolo opende de matte oogleden en een oogen- blik flikkerde zijn bewustzijn op, als eene vluchtige zonnestraal. Moufflou," lispelde hijde hond kroop dich ter bij hem en lekte zijn vermagerd gezicht. Moufflou was te huis gekomen, en Lolo kwam weer bijde dood had zijne prooi losgelaten. Het leven keerde langzaum en ongemerkt terug in het lichaam van den kleinen lijder en het bewustzijn in de kranke hersenen. Moufflou was de dokter Moufflou, die zelf een geraamte geworden was en die hem den ganschen dag aanstaarde met zijne groote bruine oogen, vol van de trouwste liefde. Lolo was tevreden, hij vroeg niets daarvoor was hij te zwak, en geen wonder. Hij had Moufflou, dat was hem genoeg. He laas hoewel men dit in zijne nabijheid niet durfde zeggen, voor zijne moeder en Tasso was dit niet genoeg. Zij wisten dat de poedel ver kocht was en het geld voor hem ontvangen, hij behoorde hen niet meerzij begrepen dat de eigenaar hem zou opeischen en zijn recht op hem zou doen gelden. Hoe zou Lolo dan eene tweede scheiding dragen? Lolo, die zoo zwak en zoo licht als een duif was geworden. Moufflou had, naar men bemerkte, eene lange reis gemaakt en veel geleden, hij was broodmager, hij droeg sporen van slagen en schoppen, zjjn vroeger krullend, en glanzig haar, was vuil en de heer Mees niet nauwkeurig opgaf, welke wjj- ziging der wet hjj wenschte, terwjjl volgens hem de zwakheid der liberale partij niet aan de richting van het onderwjjs, maar aan verdeeldheid in eigen boezem te wjjten was. De heer Knappert meende eveneens de drie stellingen te moeten bestrijden. Ook hjj achtte de tegenwoordige schoolwet de eenig goede, terwjjl hjj de uitdrukking schoolwetmannen" niet ge lukkig gekozen achtte. Evenwel was hjj het eens met het hoofddenkbeeld van den verdediger, zooals dit uit de toelichting bleek, dat ook op de school gelet moest worden op den godsdienst, die verheven is boven alle kerkelijke twisten, het idealisme in den waren zin des woords. (Hbl.) Bjj arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van '12 Juni jl., waarbjj werd bevestigd een vonnis der rechtbank te Rotterdam van 17 October 1881, werd J. de Decker Gz., particulier, wonende te Antwerpen, verklaard kwaad opposant tegen de uitvoerbaarverklaring eener uitspraak van scheidslieden op 19 November 1880 tusschen partijen gewezen, omtrent het aandeel, door hem te voldoen in de rekening eener reederjj, waarvan de heer F. H. Van Leeuwen, handelende tèn name van en onder de firma Yan Zejjlen Decker in liquidatie, reeder en boekhouder van het schip Erasmus, wonende te Rotterdam. Tegen het arrest van het gerechtshof te 's Gravenhage werd cassatie aangeteekend, en de eischer stelde in zjjne dagvaarding één middel van cassatie voor, nameljjk: schending van de artt. 623, 624, en 629 in verband met art. 649, al. 1 wetboek van burg. rechtsvordering, op dezen grond dat scheidsrechters uitspraak hadden gedaan zonder dat vooraf een akte van compromis was opgemaakt. Dit middel werd eergisteren in de zitting van den hooge raad voor den verweerder in cassatie bjj pleidooi uitvoerig bestreden door den advocaat mr. Belinfante, die betoogde, dat het pactum de compromittendo, voorgeschreven bjj art. 620 al. 3 Burgerl. rechtsvord., voor die uitspraak voldoende was. De proc.-gen. mr. Römer zal den 25en dezer in deze zaak conclusie nemen. Kieriltzee, 12 Januari. De rechtbank veroordeelde heden J. F. v. D. en P. H., vis- schers te Grauw, wegens het stelen van mosse len op een door particulieren verpachte bank, on der de gemeente Zonnemaire, tot een cellulaire gevangenisstraf van 15 dagen. Donderdag avond zijn twee gevangenen uit een der werkplaatsen van het tuchthuis te Leeuw arden uitgebroken. Toen zjj op het gewone avond appel gemist werden, was onmiddelljjk alles in en buiten het tuchthuis in rep en roer. Door de po litie, die met het gebeurde onmiddelljjk in kennis was gesteld, waren reeds uitgebreide maatregelen ter opsporing genomen, toen de bewaarders de beide vluchtelingen nog aantroffen op een der binnenplaatsen, waar een muur van slechts 3 a 4 meter hoog hen nog van de buitenwereld scheidde. Zjj waren in het bezit van een eind touw en zouden zeker in hun plan van ontvluchting ge slaagd zjjn, indien niet een hunner bjj het neer dalen van een dak zjjn been had gebroken. Over den watersnood komen uit Keulen gunstiger berichten. De Rijn heeft eindeljjk de straten met uitzondering van eenige laaggelegen plaatsen "Verlaten overal is men bezig met het leegpompen der kelders. Het stadje Grosz-Gerau is overstroomd door vluchtelingenmen telt er bjj de vjjfhonderd, die allen bjj families zjjn onder dak gebracht. Daar is echter een nieuwe vijand gekomen in de vorsthet viel reeds moeiljjk van Wallerstadten over te varen. Wanneer zich nog ijs vastzet, dan is de ellende niet te overzien. Ook uit Calcar komen klachten over de vorst. De landlieden hebben hunne laatste hoop verloren ruig, en droeg de sporen van eenen langen tocht. Maar vroeg of laat zou de eigenaar hem toch aan zjjne vorige woning komen opeischen; wat dan? Wanneer men hem dan niet afstond, zou de wet er hen toe dwingen. Rosina, Oalabruci en Tasso, hoewel zjj niet met de kinderen hierover durfden spreken, ontstelden bjj eiken vreemden voetstap, dien zjj hoorden, en als Tasso des avonds te huis kwam was zjjne eerste vraag. »Is er ook iemand om Moufflou geweest?" Gedurende tien dagen kwam er niemand, en hun grootste angst bedaarde. Op den elfden dag, terwjjl Tasso juist te huis was, kwam er een vreemdeling, die hun de ge vreesde vraag deed. »Is de poedel, dien gjj aan een Engelschman verkocht hebt, tot u teruggekeerd »Ja." De Engelschman eischte hem op. De bediende verhaalde dat men den hond in Rome, kort nadat men aldaar met hem was aan gekomen, vermist en vruchteloos naar hem gezocht had, waarom zjjn meester, die aan de mogeljjk- heid geloofde dat de poedel zjjne oude woning weder opgezocht had, zjjn bediende had afge zonden om hiernaar te informeerende Engelsch man was thans in Florence teruggekeerd, in zijn vroeger hotel. De knecht haalde een ketting uit zjjn zak en zeide dat hjj bevel had den poedel terstond mede te nemen, daar het arme, zieke kind zeer naar hem verlangde. Tasso hoorde hem met wanhoop aan. op het behoud van den winteroogstde alleen staande boerderijen zjjn van de wereld afgesloten; de kleine handwerkslieden waren reeds gedurende drie weken zonder werk. De stad Raab is plotseling, daar het jjs aan den druk van het water niet langer weerstand kon bieden, overstroomd. Woensdagmorgen om 3 uren werden de inwoners door de stormklok wakker geschrikt. Onbeschrijfeljjke verwarring heerschtevelen vluchtten in den schouwburg op het eilanddoch ook hier drongen de golven door en het water kwam spoedig tot de eerste galerij. In de benedengedeelten der stad stortten tal van huizen in. In het gymnasium der Bene dictijners, in de Realschule en in de Israëliti sche school werden meer dan 1000 families ge borgen, die op stadskosten gevoed werden. Des middags om een uur braken de dammen der- voorstad door en bruischte het water over de straten. Het oude kerkhof is geheel vernield. Ljjken en deelen daarvan drijven overal rond. Vele huizen staan tot het dak onder water. Het stadsbestuur schjjnt niet tegen zjjn taak opge wassen te zjjn en algemeen wordt er geklaagd over zjjne verzuimen en zjjn gebrek aan tegen woordigheid van geest. De houding der bevol king echter en met name die der vrouwenveree- nigingen is bewonderenswaard de laatsten ver plegen ongeveer drieduizend menschen. Het algemeen bekende lied Home, sweet home is van John Howerd Payne. Deze werd in 1792 te New-York geboren en was een bekend tooneel- speler en tooneeldichter, tot hjj als Amerikaansch consul naar Tunis gezonden werd. Daar is hjj 18 Mei 1852 gestorven en ook begraven. Thans heeft de regeering der Vereenigde Staten besloten het stoffeljjk overschot naar het geboorteland te doen vervoeren en op het kerkhof van New- York bjj te zetten. Uit de onlangs in Frankrijk gehouden volks telling is geblekendat van de 34 j millioen inwoners niet minder dan een millioen vreemde lingen zjjn. Onder dezen zjjn de Duitschers, Zwit sers, Belgen, Italianen en Spanjaarden het sterkst in aantal. De laatsten wonen voornameljjk in en om Bordeaux, terwjjl de Italianen in Marseille eene zeer sterke kolonie hebben. De Duitschers zjjn hoofdzakeljjk in het departement der Seine en in het noorden vertegenwoordigd en behooren als de Zwitsers meest tot den handelsstand onder de Belgen en de Italianen vindt men vooral arbeiders. In het departement der Seine leven 278,000 vreemdelingen, in het departement du Nord 193,000 en aan de Rhone 76,000. Belangrijk is het, hiermede het aantal vreemdelingen in andere landen te vergel jj ken. üuitschland heeft met 45 millioen inwoners 270,000, Engeland met 27 mil lioen inwoners 140,000 vreemdelingen. De Fransche minister van landbouw heeft onlangs wederom aan den beroemden geleerde Pasteur eene gratificatie toegekend van 50,000 franken, ten einde zjjne tot nu toe schitterende onderzoekingen voort te zetten omtrent de be- smetteljjke ziekten bjj dieren. Het gouvernement heeft in 1880 een geljjke som en in 1881 40.000 franken aan Pasteur voor hetzelfde doel toegestaan. Te Luik is Donderdag morgen een brand uitgebarsten in de machinen-fabriek van Libert. In de modellen-kamer brak de vlam uit, die zich snel over het geheele gebouw verspreidde. Dank zjj de spoedig aangebrachte hulp is het machinen- gebouw bewaard gebleven, waar juist twee nieuwe werktuigen gereed stonden om naar Spanje te worden vervoerd. De papieren zjjn ook gered. Twee honderd vjjftig werklieden zjjn aan de fabriek werkzaam. Een prachtige meteoor werd Woensdagavond even na zes uur bjj Keulen waargenomen. Hjj werd gezien aan den zuidwesteljjken hemel, en scheen over Keulen heen te trekken, tot hjj aan den horizont verdween. Hjj had eene kogelvor mige gedaante en glansde in blauwe kleur, zonder zichtbaren staart. Volgens eene mededeeling uit Godesberg verscheen de meteoor aan den zuid westeljjken hemel als een wit-groenachtige licht- kogel van de grootte der zon en loste hjj zich op in breede strepen. De verschijning duurde slechts enkele seconden. Als men Moufflou nu weg nam, zou dit doodend voor Lolo zjjn, die nog zóo zwak, zoo prikkelbaar, zóo onvatbaar tot alle redeneering was en niets deed dan Moufflou bekjjken en streelen en uren lang met zjjn hand in de krullen van Moufflou woelde en den hond soms eenige woorden toe fluisterde. »De hond kwam hier terug," begon Tasso, en gelen wezen hem de weg, heel van Rome, be denk eens, het is haast ongeloofljjk; een stom dier! Ik moet u echter doen opmerken dat hjj hier veilig is, en u verzoeken hem hier te laten totdat ik met zjjn meester gesproken zal hebben. Mjjn broertje is zeer ziek hier beletten tra nen hem verder te gaan. Men kwam met den bediende overeen dat Tasso zjjn meester eerst spreken zou, maar de bediende zou middelerwijl bjj hem bljjven, daar hjj beangst was dat men het beest, 'twelk zjjn meester zoo duur betaald had, zou verbergen. Een hond, die alleen van Rome kon komen, moest wel een kostbaar dier zjjn. Tasso bedankte hem, hjj ging naar boven, dank baar dat zjjne moeder ter kerke was en niet met hem redeneeren konhjj opende het kistje en nam er het geld uit, stak het in zjjn zak en ging de straat op. Hoewel hjj slechts een arme daglooner was, had hjj besloten een groote daad te ver richten want zich zeiven te verloochenen is altijd groot. Hjj stapte terstond naar het hotel, en hoewel hjj den naam van den Engelschman niet kende, had hjj toch geen moeite om bjj dezen toe Omtrent het instinct van een onzer gezellig ste huisdieren vinden wjj ergens eigenaardige bjjzonderheden medegedeeld, die wjj in het kort aan onze lezers wenschen weer te geven. Een Amerikaan, de heer Hovey hield een kat, Dido genaamd, die gedurende vier jaren een voorbeel dig leven had geleid, behalve dat zij nu en dan een heeten strjjd voerde met vrjjpostige natuur- genooten. In een dezer gevechten werd zjj gewond, tengevolge waarvan zjj na eene operatie het ge zicht verloor. Deze ramp kwam zoo plotseling, dat de kat zich in zeer moeiljjke omstandigheden geplaatst zag. Zjj wist niet wat met zichzelve te doen, want als zjj niet zat te miauwen dat men er medeljjden mede kreeg en beproefde zich te be wegen, kwam zjj steeds met zoovele hindernissen op min zachte wjjze in aanraking, dat het leven haar nauw levenswaard meer scheen. Reeds was tot haren dood besloten, zoo verhaalt de dieren vriend, toen Dido zelve besloot met hare andere zintuigen het verlies der oogen te vergoeden. Het was aardig deze proeven na te gaan. Eene der eerste was het afgaan van een trap. In plaats van met hare pooten te tasten, ging zjj aan de de eene zjjde loopen totdat hare snorren de balu strade raakten, en aldus geleid kwam zjj behouden beneden. Langzamerhand bestudeerde zjj de plaats van elke deur, zocht hare hoekjes weer op, en scheen besloten een nieuw leven te beginnen. Nog steeds trekt zjj uit ten strijde, en hare duels zjjn niettegenstaande haar blindheid niet minder gelukkig. Een proef met ratten toonde, dat ook haar talent in dit opzicht er niet bjj heeft verloren. Bekend is het, dat de huiskat den weg naar huis terugvindt zelfs van verre plaatsen, waarheen zjj geblinddoekt gebracht is. Sommige natuuronder zoekers schrijven dit hieraan toe, dat deze dieren den reuk bewaren dien zjj achtereenvolgens ont moeten, en die eene opeenvolging Van beelden bjj hen achterlaat, evenals wij die ontvangen door het zintuig dat wjj gezicht noemen. De heer Hovey nu trok partjj van de omstandigheid dat er veel sneeuw lag, die elk aan Dido bekend voorwerp verborg, alle paden onkenbaar maakte en den reuk en het geluid wegnam. Ver van huis werd de kat in een hoop sneeuw gezet, waaruit zjj, na een paar minuten ontsteld en klagend te hebben ge miauwd, tot verbazing des eigenaars rechtuit naar huis wandelde, door de versche sneeuw heen. De conclnsie welke de Amerikaan trekt is deze, dat de theorie van Wallace, die dit instinct der kati aan eene bjjzondere ligging der hersenen toeac'- in het beschreven geval niet tot verklaring die "in kan; dat het geheimzinnig vermogen dezer huis dieren waarschijnlijk onafhankeljjk is van de me thoden van onderzoek die gewoonljjk worden toe gepast. Misschien komt het overeen met het in stinct van sommige trekvogels. Terwjjl te Parjjs het gerucht loopt, dat Stanley in Spanje ziek ligt, heeft de beroemde reiziger zjjne onderzoekingen aan de oevers der Congo hervat. Volgens een te Londen ontvangen bericht van den tienden dezer is Stanley aan de Congo aangekomen. Kapitein Gambier, die de kaap de Goede Hoop heeft bereikt, verklaart hem te hebben ontmoet op een afstand van 200 kilometers van de monding der rivier. Zooals men zich herinnert was de beroemde historieschrjjver, professor Mommsen, beschuldigd van beleedigingen geuit te hebben tegen prins Bismarck, doch hiervan vrijgesproken. Het open baar ministerie teekende echter cassatie aan, zoo dat Mommsen wederom moest verschjjnen. Op nieuw is hjj evenwel vrijgesprokenen zjjne vrienden brachten hem daarom eene warme ovatie toen hjj zich gisteren in den rijksdag naar zjjne zitplaats begaf. Louise Michel grande citoyennehoudt thans voordrachten in Londen voor een zeer klein publiek. Dit ontmoedigt haar echter niet, en zjj gaat voort hare hoorders in te lichten omtrent de eerste eeuwen, haar eigen jeugd, den toestand van het proletariaat en tal van andere zaken. Haar droom is het idee God en den eerbied voor de autoriteiten te zien plaats maken voor algemeene grenzenlooze vrijheid. Slechts de vrouwen kunnen volgens haar, de maatschappjj redden zij moeten de oorlogen beletten die de jonge geslachten weg maaien. Wat de vervolgingen betreft, waaraan volgens hare meening de socialisten zjjn blootge steld, zjj wenscht er zich zelve geluk mede. Hoe meer slachtoffers, des te meer kans van slagen voor de goede zaak. Het stoomschip CAmélie met eene lading wijnen en aardnoten is op reis van Marokko naar Marseille met man en muis vergaan. Maandag avond had het de haven van Cette verlaten, en sedert heeft men niets meer vernomen, totdat een boot met vier ljjken van zeelieden te Cette strandde. Men heeft in de ljjken manschappen van het schip herkend. Er waren bjj het verlaten der haven van Cette twee en twintig personen aan boord. gelaten te worden; men kende hem als den zoon van Rosina Callabruci, die den vermisten poedel aan dien heer verkocht had, en begreep waarom hjj kwam. Tasso verbeidde de komst van den vreemdeling, terwjjl zjjn hart tegen de bankbiljetten klopte; men bracht hem eindeljjk naar de tweede verdie ping en daar zag hjj den edelman, met een vrien- deljjk uiterlijk, eene zeer schoone dame en een zwak kind op een rustbank liggende, dat zoodra het den jongen binnen zag komen uitriep: Moufflou! Moufflou!" Wordt vervolgd,) GÏDRUK.T BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS IE MIDDXIiSHRG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1883 | | pagina 6