B IJ VOEGSEL
I,Mil
N°. 12.
126e Jaargang.
1883.
Maandag 15 Januari.
FEUILLETON.
Middelburg 13 Januari
Touristen-indrukken
VAN DB
n.
In de hoop dat onzen lezers de lectuur even goed
bevalt al8 ona bet vertalen, doen wjj nog eenige
grepen uit de aanteekeningen van den schilder
Boughton, in Harper's Monthly van deze maand.
Haarlem lijkt saai en stil, om niet te zeggen
slaperig, als men uit Dordt komt. Het was te
laat om nog schilderijen te gaan zien. Wij dwaal
den dus in de stad rond en maakten schetsen van
straten, grachten, menschen, kortom van alles wat
ons in den weg kwam. In 't oog vallend was het,
welk een belang de Hollanders, van iederen stand,
in ons werk schenen te stellen. Hun liefste be
zigheid of liefhebberij lieten zij in den steek om
er naar te komen kijken. Gij kunt geen twaalf
potloodstrepen in uw boek - doenof gij voelt
iemands adem bijna in uw oor. Als het vrouwen
of meisjes zijn, kauwen zij gemeenlijk 't een of
tnderzijn het mannen of jongens, dan rooken
,ijmaar kalm en vriendelijk zijn zij allen. Door
een kwaad gezicht of een zwijgend «Bemoei je
er niet meelaten zij zich niet afschrikken.
Staat gij met uw rug tegen een muur, dan rus
ten zij niet voor dat zij hun hoofden ongeveer
tusschen uw boek en u ingewrongen hebbenof
ook, zij plaatsen zich recht tegenover u en houden
daar stand, een uur lang desnoods. Het best is,
te doen of 't u niet schelen kan.
Haarlem wordt stormenderhand «modern" ge
maakt. De oude grachten gooit men toe en
maakt er boulevards van. Wij gingen kijken of
niet een ervan «schetsbaar" was. Kwaad was zij
zeker niet, met haar inktkleurig, afgedamd
water, en hooge hoopen schitterend zeezand langs
de kaden, waar mannen met groote houten spaden
aan 't graven waren. Maar wat een stankZwa-
velwaterstofgas was er zeker het onschuldigste
bestanddeel van. Een klok zou er door stil ge
staan hebben, maar geen van de werklieden
scheen er zich iets van aan te trekken. Zelfs
kwamen eenige arbeiders uit eene naburige ta
baksfabriek eenige bladen van deze geurige plant
met dit stinkende vocht besprenkelen
Langs deze boulevards verrijst de moderne Hol-
landsche villa, het dokstuk van den speculatie-
bouwondernemer in alle deelen der wereld. De
meesten waren hier beter, doch enkele nog slech
ter dan het model, waar ik bij ons bezoek in
Dordt iets van gezegd heb. Niettegenstaande
Holland bedekt js met de verrukkelijkste voor
beelden van huiselijke bouwkunst uit de 16® en 17e
eeuw, worden die zelden nagevolgd als men een
nieuw huis bouwt. Daar is maar éen stijl die
tegenwoordig in den smaak valt, en dat is de
leeljjkste soort van Fransche villa 's, met haar
MOUPPLOU
door Ouida.
«Gjj zijt altjjd mjjn hulp en reddende engel"
zeide Tasso.
«Wie zou niet even als ik gehandeld heb
ben? De Heilige Félicita zelf had niet anders
gehandeld," voegde zij er snikkend bjj.
Maar dat alles maakte Lolo niet beter.
Dagen en weken verliepen en zijne toestand
bleef dezelfde, de kleine kamer, die hjj met Tasso,
Sandro en Beppo deelde, was te benauwd voor
zulk een zieke en verergerde zijn krankheid. Me t
een bedrukt hart ging Tasso des morgens naar
zijn werk en vond er in de tinten der bloemen en
planten de eerste sporen van de herfst.
Hij dacht eraan dat Lolo als die bloemen zou
verwelken en zjjn hart kromp ineen, want hjj
beschouwde zich zelf als zijn moordenaar. Wei
had hij part noch deel aan den verkoop van Mouf-
flou, maar dat was toch voor hem geschied. Hij,
gevoelde er zich de oorzaak van, hij was ongeluk
kig en rekende zich zulk een offer niet waardig.
«Niemand moet zich tegen zijn lot verzetten",
dacht Tasso, die wist dat zijn vader in het krank
zinnigengesticht San Bonifazio gestorven was,
waar men hem had moeten brengen nadat hij zich
nietszeggend, somber mansarde-dak. Ook is er
een algemeene vraag naar een zeker tuinbeeld
in pleister, een mismaakt model van een kind,
in een korte tuniek, dat een mand van kalk-
steenen vruchten boven zijn wezenloos gezicht
houdt. Een tuin is niet in orde wanneer
men er dat kunst-product niet vindt, met en bene
vens een groote bol van schitterend verfoelied
glas, dat ieder voorwerp- in den omtrek, in de
meest verwrongen lijnen weerkaatst. Wie het
gepraat over «hooge kunst," over kleuren-harmonie
en symphonie, over «juweeltjes" en artistieken
rommel moede is, kan zijn afgemat hoofd hier
rust gunnen. Wat een genot voor zulk een
slachtoffer, een paar maanden op zoo'n villa door
te brengen
Wij liepen de eenige overeind gebleven fraaie
stadspoort uit, om op het land een kijkje te nemen.
Geen rijen boomen, geen muren noch schuttingen
belemmerden het uitzicht. Toevallig was het juist
in den tijd van den aardappel-oogst en de groepen
arbeidende vrouwen en kinderen waren zeer schil
derachtig om te zien. Ik ben er juist geen vriend
van om vrouwen hard te zien sjouwenmaar het
delven, oprapen en in zakken doen van aardappelen
lijkt inij niet bijzonder zwaar en daarbij voor het
schetsboek uitermate dienstig. Men ziet de vrou
wen in Holland heel wat vermoeiender werk ver
richten en bijna altijd zijn zij voor den teekenaar
te gebruiken. Als stevige, flinkgebouwde modellen
van een gezond menschenras, hebben zij meestal
iets op de mannen voor en een krachtige, jonge,
Hollandsche schippersvrouw aan 't werk te zien
met de touwen of ander scheepsgereedschap, is vaak
een lust voor de oogen.
Er zijn in Haarlem nog een tamelijk aantal
fraaie oude huizen uit de 17° eeuw. Hun gevels
staan veeltijds wat voorover, of op zijde naar hun
buren geleund, alsof ze slap beginnen te worden
in hun grondvesten en het zaak is het midden
der straat te houden. Men raakt er echter spoedig
aan gewend en wij hoorden zelfs vertellen dat de
bouwlieden ze oorspronkelijk onder die helling
gezet hebben. De fraaie oude muren en wallen,
die het beroemde beleg hebben doorstaan, zijn
met den grond gelijk gemaakt, op éen poort na,
die prachtig in haar soort en schilderachtig in
de hoogste mate is. Dat is al wat overgebleven
is om aan het schoonste hoofdstuk in Haarlem's
historie te herinneren. De tram en de boulevard
zijn over al het andere heengegaan. Het baat
niet, te klagen over de droevige waarheid, dat de
hedendaagsche Hollander overal waar hij er kans
toe ziet, zijn fraaiste gebouwen en overblijfselen
van het verleden tegen den grond werpt. Wij
hebben met houweel en schop te keer zien gaan
tegen een paar oude poorten, op een manier dat
het hart van den beminnaar der oudheid ervan
aan 't bloeden ging. Het is alsof de duivel der
„verfraaiing" over het land is losgelaten. Mogelijk
is het echter, dat door al dit werk, hier en daar,
wat goeds voor de gezondheid wordt uitgericht.
waanzinnig gemaakt had, door het voortdurende
cijferen met de nummers die hij in de loterij
moest kiezen, teneinde op de gemakkelijkste ma
nier rijk te worden. Het was hem eene zaligheid
te weten, dat hij vrij was, dat men hem onge
moeid zou laten, dat hij ongestoord zijn post zou
behouden, ook dat hij mocht voortgaan met zijn
loon thuis te brengen en voor de zijnen te zorgen
en wellicht eenmaal genoeg te verdienen om de
schoone Biondina, de dochter van den barbier op
den hoek van het plein, te huwen. O dat was
zalig! maar de arme Moufflon, die ongelukkige,
kleine Lolo Tasso dacht dat zijne vrijstelling te
duur gekocht was; hij kon het niet aanzien dat
zijn broeder leed en niet verdragen dat Moufflou
als 't ware levend begraven was.
En waar Moufflou te zoeken?
Hij was weggevoerd door dien dampenden, snui-
venden, stoomenden, gillenden trein, die Tasso met
angst vervulde als hij bliksemsnel door de weiden
van het Caseïne voortijlde, op zijnen weg naar
de zee.
«Wanneer hij den hond kon te zien krijgen,
waarom hij zoo roept, ware hij misschien gered."
zeide de dokter, die peinzend aan Lolo's bedje
stond.
Maar niemand kon dit bewerkstelligennie
mand wist waar Moufflou te vinden was, mogelijk
had men hem naar Engeland, Frankrijk, Rusland
of Amerika gebracht. Wie kon dit beslissen
Het spoor van den vreemdeling was men kwjjt.
Moufflou kon ook dood zjjn.
Knapper koppen dan wij zijn mogen dit uitmaken
wij artisten en touristen moeten de dingen nemen
zooals wij zo vinden.
De verzameling meesterstukken van Frans Hals
is een pelgrimstocht waard voor ieder die een vonk
van kunstliefde, of ook maar wat brandstof van
dien aard bij zich in voorraad heeft. Eene be
schrijving ervan te geven, daaraan denken wij
hier niet. Het gezicht van zulk een verzameling
maakt een kunstenaar ernstig te moede het is
alsof hij een berg vóór zich te beklimmen ziet.
Denkt hij aan Titiaan, Velasquez of Rembrandt,
dan lijkt Hals hem misschien slechts een heuvel.
Maar vóór dat gij hem wat heel laag schat, o
mijn jonge vriend of oudere kunstbroeder, zet u
eens neder en tracht iets voort te brengen, een
kleinigheid maar, dat waard is in deze zelfde
galerij, naast het zijne, geplaatst te worden. Ge
lukt u dat, dan zult gij een heel eind op weg
naar de straks genoemde reuzengevaarten zijn.
En nu, laat ons wat verder gaan, naar Amster
dam. Dit moge uit het oogpunt van handel en
ondernemingsgeest een bloeiende stad zijn, ja het
moge blaken van welvaartals type van bouw
kundige schoonheid staat het beneden ettelijke
kleinere steden des lands. Een verstandig man
van zaken zal misschien het stadhuis (het „paleis")
van Amsterdam stellen boven dat van Middelburg;
maar geen bouwkundige, geen beeldhouwer, geen
schilder zal daar een oogenblik aan denken. En
wat betreft die verrukkelijke oude Hollandsche
huizen van twee-driehonderd jaren her, met hun
kunstig metselwerk en steenversiering, hun aardig
gevonden beelden, weerhanen en krullen, gemaakt
door handwerkslieden in een tijd toen het smids
en het metselvak kunstvakken warenook die
kan men fraaier en in grooter getale vinden te
Middelburg, Veere, Hoorn, Delft, Dordt, Leiden,
Alkmaar, Utrecht, Nijmegen, Maastricht, ja waar
niet al.
Wij waren zoo gelukkig de beroemde verzame
ling schilderijen ten huize van den «burgemeester"
Six te mogen zien. Ik weet niet of de tegen
woordige Six burgemeester is of niet, maar ik
hoop het van harte. Ik zou mij schamen tot in
het diepst van mijn ziel, wanneer ik een Six an
ders dan burgemeester noemde. Erger dan dat
de klank mijner stem zou mij een anachronisme
lijken. Wonderlijke gedachtezou de levende
Six op dien roemrijken voorouder gelijken, die de
heerlijke gedachte had om zooveel stukken van
Rembrandt bijeen te brengen? Het beteekent
iets, een huis te bezitten waar de groote familie
portretten, zooals ze door den meester geschilderd
zijn, ik geloof op dezelfde plaatsen waar hij ze
hing, nog hangen. En dan zulk een portret, als
dat van «den" burgemeesterDaar is nooit iets
geschilderd dat meer leelt, meer den blik op u
gevestigd houdt, dan dit portret. Het staart u niet
aan, met die stijve, versteende oogen, die men ge
woonlijk zoo verbazend vindt, «alsof ze u door de
heele kamer volgen". Datzelfde doen de star-
Toen ging de arme moeder naar het kistje
waarin de 1000 fres. geborgen lagen, die eens red
dende engelen voor haar geweest waren en de
handen wringende zeide zij
«O! gij kinderen der hel, die mij verleid
hebt, ik verkocht een arm, trouw beest voor u
en nu sterft daardoor mijn kind 1"
Haar oudsten zoon mocht zij behouden, maar nu
zou Rosina dat geld gewillig gegeven hebben om
baren kreupelen lieveling te redden. Zij zou heb
ben kunnen beloven nimmer eenig geld het hare
te noemen zoo zij hiermede het gedane omgedaan
had kunnen maken, en zij Moufflou wederom tegen
zijn kleinen jongen meester had mogen zien op
springen.
Vier weken waren zoo voorbij gegaanmet
kaal geschoren hoofd, strak voor zich uitstarend,
alleen levende van eenige lepels melk, een stukje
jjs en wat limonade, lag Lolo nog altijd op zijn
ziekbed. Hij riep steeds om Moufflou, wanneer hij
een woord sprak en bracht dagen geheel bewus
teloos door, het hoofd heet als vuur en met een
cenienaarslast op het gemoed.
De buren waren goed en vriendelijk. Zij brachten
vruchten en lekkernijen en waakten bjj hem, en
praatten zooveel en zoo hard bjj hem dat dit
alleen hem wel had kunnen dood maken, zooals
in Italië altjjd gedaan wordt.
Maar Lolo hoorde of zag niets en de dokter
verklaarde aan Rosina dat haar zoontje er niet
boven op zou komen. Sterven 1 en de kerk was
zoo dicht bjjRosina kon het niet gelooven. Zou-
oogende kjjkers van ieder kladportret. De oogen
van Six stralen zoo vriendeljjk en kalm, zoo veel
zeggend, zoo verstandig, zoo welgemanierd, dat ze
inderdaad meer doen dan u door de kamer volgen.
Ons volgden ze naar huis, en vriendeljjk vermanend,
bleven ze dagen lang op ons rusten. Wat hebben
wjj gepraat over dat éene stukWanneer wjj
eene poos zwjjgend voortliepen mjjmerend in
plaats van te praten, dan bleek, wanneer wjj later
onze aanteekeningen vergeleken, dat wjj steeds
aan het portret gedacht hadden, 't Is waar, het
was maar de beeltenis van een manmaar het is
niettemin een van 's werelds wonderen in het
rjjk der kunst. Voor allen die smaak hebben in
eenvoudig, oprecht kunstwerk, vrjj van gemanierd
heid, en wie gelooven dat geene kunst kan blijven
leven dan alleen de hoogste, zal het immer een
genot bljjven, dit portret te mogen zien.
In hetzelfde huis van Six, waar Rembrandt's
geest rondwaart, is een kleine galerij met nog
eenige Hollandsche kunst-juweeltjes. Wjj echter
wandelden er rond als in een droom. Het is treu
rig te bekennen, maar ik voor mjj ben de geheele,
werkeljjk schoone verzameling vergeten, ter wille
van dat éene schilderstuk. Ik heb een vage her
innering aan een voorraad zeldzaam blauw en wit
porselein, genoeg om een verzamelaar blauw van
jaloerschheid en bleek van bewondering te maken.
Het stond tot gewoon blauw-en-wit, als ge
klonterde room tot zure, afgeroomde melk. Ge
lukkig werd mjjne begeerljjkheid er niet door op
gewekt, noch mjjn genoegen er later door vergald
Daarvoor bewaarde mjj het portret en ik wist dat
het niet baten zou, dat te begeeren.
Een vreemdeling zou moeite hebben eenigen
tjjd in Amsterdam te vertoeven, zonder te bemer
ken welk een groote plaats Rembrandt te midden
van dit volk inneemt. Ging hjj zjjne stukken
niet zien, men zou hem de huizen wjjzen waar
de schilder gewoond heeft, en liep hjj ook die
mis, dan zou hjj toch zjjn standbeeld en het Rem-
brandt-plein ontmoeten. Ik kon niet nalaten, bjj
het zien der fraaie omgeving van Rembrandt's
beeld te Amsterdam, te denken dat de arme Arie
Scheffer in Dordt wel gaarne met hem van plaats
zou willen ruilen. De hemelschgezinde Arie staat
daar treurig buiten zjjn elementhjj moet zich
burgerljjk en klein voelen in zjjn slecht gemaakten
metalen rok en broek, blootshoofds, met een on
gelukkig nietig paletje aan zjjn duim, omgeven
door kwakende eenden en ganzen, en eenvoudige,
om niet te zeggen gemeene groentevrouwen. Rem
brandt zou misschien nog pleizier hebben in de
vette eenden. Maar de arme Scheffer Wat een
zegen, dat zjjn zenuwen in onvergankeljjk brons
gegoten zjjn
Wjj bleven niet langer in Amsterdam dan noo-
dig was om met bekwamen spoed de verschillende
verzamelingen „af te doen" en de noodige schik
kingen te maken voor een kruistocht op de Zui
derzee, teneinde Noord-Holland en Friesland te
zien. Op de kaden en in de havens van Amster-
den de H. Markus en de H. Georg, die hjj zoo
had liefgehad, niets voor hem doen?
«Neen", sprak de dokter, „de hond alleen zou
wellicht iets vermogen, daar de hersenen dat éene
denkbeeld niet laten varen, maar die is verkocht."
«Ja ik verkocht hemsnikte de moeder
vol berouw.
Aldus kwam op zekeren avond de priester uit
de groote poort naast den H. Markus, de Hostie
dragende, gevolgd door een koorknaap, die een
bel luidde en stapte het plein over. Hjj beklom de
donkere trap van Rosina's woning en trad langs
de weenende kinderen naar het bedje van Lolo,
die bewusteloos was. De geesteljjke bestreek de
ledematen van den zieke met olie, bad voor hem
en stond met gebogen hoofd voor het bedje.
Lolo had dien zomer zjjne eerste communie ge
daan, en had door zjjne schranderheid en braaf
heid de genegenheid van den priester, die hem
onderwees, gewonnen.
Nu beval de priester de ziel aan God. Dit was
het laatste wat hjj voor hem doen kon, uitge
nomen de ljjkmis, die nog bjj zjjn graf zou ge
lezen worden en weder zouden de millioenen on
gekende, ongeteekende armengraven te Frebliano
met een vermeerderd zjjn.
Groote stilte heerschte in het vertrekalleen
afgebroken door het snikken der omstanders, die
knielende baden. Onder het bidden hadden zich
de handen van Tasso en Biondina vereenigd.
Op eens vernam men een vreemd gedruis, logge
voetstappen schoven over de trappen, en over de