N° 8.
126e Jaargang.
1883,
W oensdag
10 Januari.
PUBLICATIE.
HERIJK.
Gemeents-politie.
Vier "blauwe "borden.
FEUILLETON.
Middeïïroig 9 Januari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van t -7 regels/" 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor bet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Wèenen, Zurich enz.
MIDDELBllRGSdHE COURANT.
De burgemeester van Middelburg,
maakt bekend,
dat tot uitvoering van art. 90 der verordening
van algemeene plaatselijke politie, ten aanzien
van de richting waarin de voertuigen of sleden
zich moeten bewegen, de navolgende bepalingen
zijn vastgesteld
1° Het is verboden de Helm anders dan van
de Noordstraat in te rijden.
2° De bestuurders van voertuigen of sleden, de
Helm ingereden zijnde, moeten dezelfde richting
blijven volgen.
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort, den 9en Januari 1883.
De burgemeester voornoemd,
P I C K
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gëzien het schrijven van den ijker der maten
en gewichten alhier van 4 Jan. 1883, n° 5;
maken bekend
dat tot het verrichten van den jaarlijkschen herijk
der maten en gewichten in deze gemeente, dooi
den ijker zitting zal worden gehouden in het
ijk-lokaal op de Noordzijde van den Dam, wijk
letter F n° 97,
voor de wijken A en B, den 15 en 16 Januari;
voor de wijken C en D, den 17 Januari;
voor de wijken E, F, Gr en H, den 18, 19 en
22 Januari
voor de wijk I, den 23 en 24 Januari;
voor de wijken K en L, den 25, 26 en 29
Januari
voor de wijken M, N en O, den .30 en 31
Januari
voor de wijken P en Q, den 1 en 2 Februari
voor de wij ken R, S, T, 17 en V, den 5 Februari
voor de gewichten, bestemd tot fijnere wegin
gen, en alzoo voor die, in gebruik bij apothekers,
goud- en zilversmeden enz., uitsluitend den 6 en
7 Februari, dagelijks van des voormiddags 912
en des namiddags van 14 uren.
Voorts worden de belanghebbenden herinnerd
1° dat alleen behoorlijk schoon en droog ge
maakte maten en gewichten zullen worden onder
zocht en belanghebbenden bij de terugontvangst
hunner voorwerpen dienen toe te zien, of deze
de wettige merken dragen, daar een beroep op
verzuimen, die bij den herijk mochten zjjn begaan,
later niet zal ontslaan van rechtsvervolging
2° dat lengtematen, voorzien van merkteekenen
of aanwijzingen van onwettige of afgeschafte
maten moeten worden afgekeurd
3° dat de verificatie van de gewichten beneden
het gram (milligram-gewichten) uithoofde der daar
toe benoodigde fijne balansen, uitsluitend aan het
ijkkantoor te Middelburg geschiedt.
Middelburg, den 5 Januari 1883.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P I C K K
De secretaris
Gr. N. DE STOPPELAAR.
Vertelling uit Amerika.
Woonkamer in het buitenverblijf van mevrouw
Hollener. Gabrielle, haar eenig kind, een bijzon
der mooi meisje met donkere oogen en prachtig
haar, is aan eene kleine tafel gezeten, waarop een
ouderwetsch zilveren theeservies en vier oud-blauwe
borden staan. Zij bekijkt een der borden. Het
geluid van vroolijke stemmen klinkt uit den tuin,
nu Oswald Owens de kamer binnen komt. Zjj
laat het lepeltje vallen, waarmee ze zat te spelen
ziet hem, ietwat verlegen blozend, aan en zegt
»Niet aan 't croquet spelen, mjjnh. Owens
»Niet aan 't croquet spelen, juffr. Hollener
Ik kwam u halen. Zij vragen in den tuin naar u".
„Ik hoop, als zij naar mij blijven vragen, dat
zij 't op zoo'n veiligen afstand zullen blijven doen,
ik begeer ze niet te hooren. Mama is er immers?"
»Ja, zij vervult de rol van gastvrouw even
bevallig als altijd".
«Dan ga ik er stellig niet heen. Gij kijkt
mij aan alsof gjj vindt dat ik mijn plicht als
dochter slecht vervul. (Integendeel geeft hij bij
zondere goedkeuring te kennen.) Dit is toch niet
zoo. Mama geeft de partij en zij houdt van cro
quet. Ik voor mij beken ronduit, dat ik bet
afschuwelijk vind en niet begrijp hoe men die
pnschuldige ballen zoo hartstochtelijk kan neer-
Vlissingen, 9 Januari. In de gisteren avond
gehouden openbare zitting der kamer van koop
handel, waarin alle leden tegenwoordig waren, is
de heer W. C. van Duuren Dutilh tot voorzitter
en de heer J. Yerkuyl Quakltelaar tot plaatsvervan
gend voorzitter her-kozen. De nieuwbenoemde leden
waren vooraf als zoodanig geïnstalleerd.
Voorts werd instemming verleend aan een adres,
door eene vereeniging van steenbakkers enz. in
gezonden aan de tweede kamer, waarin adressanten
verzoeken dat voor de rijkswerken, zooveel doen
lijk, steen van inlandsch fabrikaat worde gebezigd.
De overige zaken werden in geheime zitting
behandeld.
Prov. blad n° 1 van 1883 bevat een opgave van
de tot de provincie Zeeland behoorende achter
gebleven militieplicbtigen, die niet voldaan hebben
aan de oproeping ter aflevering in 1882. Het zijn
V. J. de Broek, geboren te Biervliet, J. Schout
geboren te Westkapelle, beide naar Noord-Amerika
vertrokken, en C. IJ. de Ruyter, geboren te Ylis-
singen, in 1880 met het schoenerschip Candali op
avontuur vertrokken.
Van de vroeger achter geblevenen hebben nog
aan hunne verplichtingen voldaan A. Ribbens uit
Zierikzee en J. P. Keuker uit Drente.
Onder negen personen te wier behoeve wetsont
werpen voor naturalisatie aan de tweede kamer-
zijn ingediend, bevindt zich een uit Zeeland, name
lijk E. Weemaes, te Clinge.
Door den minister van oorlog is bepaald dat
de milicien-verlofgangers die het beroep van vis-
scher uitoefenen, dit jaar slechts voor 6 maanden
van den dienst worden vrijgesteld. Vorige jaren
genoten zij vrijstelling voor een geheel jaar. Dooi
den waterschout te Scheveningen worden pogingen
aangewend om voor de visschers weder dezelfde
milde bepalingen van voorheen te verkrijgen.
Aan alle stuurlieden van de Scheveningsche
schuiten wordt door den waterschout namens clen
minister van marine een afdruk verstrekt van het
kon. besluit van 10 Oct. '75 (btbl. 178) bevattende
bepalingen voor schepen die in nood of gevaar
verkeeren of een loods verlangen.
Die noodseinen zijn
bij dag1°. kanonschoten met tusscbenpoozen
van een minuut; 2°. het sein »N. C." van het
algemeen seinboek3° het afstandssein, bestaand#
uit een vierkante vlag, boven of onder welke een
bal, of een voorwerp dat op een bal gelijkt, is
gebescben
bij nacht1°. kanonschoten met tusschenpoozen
smakken om ze dan weer zoo hard achterna te
loopen. Ik beloofde alleen dat ik thee zou schen
ken en nu ik dit gedaan heb, blijf ik liever alleen
zitten".
Mijnh. Owens (zich half afwendend.) Alleen?
Dan vraag ik u vergeving voor mijne aanmatiging
en zal niet langer blijven".
»Ik had mijn volzin niet geëindigd, mijnh.
Owens. Alleen, of met aangenaam gezelschap".
«En ben ik zoo gelukkig dat ge mij voor
aangenaam gezelschap houdt
Juffr. Hollener (glimlachend.) «Ten minste
niet zoo heel onaangenaam".
»Mag ik dus blijven?
»Als gij belooft mij aangenaam bezig te
houden".
Mijnheer Owens (aan de overzijde der tafel
plaats nemende.) »Ik beloof mijn best te zullen
doen, maar ik vrees dat ik niet veel talent bezit
om iemand aangenaam bezig te bonden. Stelt gij
belang in wetenschappelijke onderwerpen?"
Op 't oogenblik niettenzjj oude borden
wetenschappelijke onderwerpen zijn. Ik peinsde
over deze, (hem de blauwe borden wijzend) toen gij
binnen kwaamt. Zij vormenzooals gij ziet,
een reeks van tafereelen. Mama kocht ze laats
op eene verkooping en ze zijn heel oud, dus heel
interessant. Hebt ge veel kennis van aardewerk
Ik hoop van ja en dat ge mij de geschiedenis, die
er op afgebeeld is, kunt vertellen, want ik brand
van verlangen om te weten wat dit alles beteekent.
Dit stelt zeker eene gebeurtenis voor uit de prille
jeugd van den held en de heldinen dit
(Iemand buiten roept«Gabrielle! Gabrielle!"
van een minuut2° een vlammend vuur (als een
brandend teer- of olievat)3° vuurpijlen of licht-
kogels, onverschillig van welke kleur of inrichting,
die éen voor éen met korte tusscbenpoozen worden
ontstoken.
Het Handelsblad bevat een overzicht van den
toestand der haven van IJmuiden gedurende het
jaar 1882. Men zal daaruit ontwaren dat, niet
tegenstaande de nabijheid der hoofdstad, de ont
wikkeling dier haven nog niet met reuzenschreden
gaat. Het overzicht luidt als volgt
Het jaar 1882 heeft hier in den algemeenen
toestand nog weinig verandering gebracht. Geen
spoorweg verbindt nog IJmuiden geen visscherij-
haven geen aanleg- en losplaats geen bestrating
voor vele huizen, zelfs niet voor die van openbaren
dienst; geen bijbouw van buizen; alleen eenig
meer vertier door den aanleg der fortificatiën aan
zee, de werkzaamheden der Amsterdamsche bal-
lastmaatschappij en de gewone werken tot instand
houding van de haven. Yan het fort aan zee is
het metselwerk boven de fundamenten. De bal-
lastmaatscbappij heeft door middel van haren
geregeld loopenden spoorweg al een breeden duin
rug in een vlakte herschapen. De arbeid dier
maatschappij kwam velen ten goede, zij verschafte
werk aan menigeen, ontlastte den oever van een
verbazenden druk en verfraaide den omtrek, terwijl
het uitgedolven zand, behalve als ballast, als demp-
middel overal waarde heeft.
De diepte in de buiten- en binnenhavens bleef
steeds op dezelfde hoogte en vermeerderde zelfs
iets.
Diepe schepen kwamen steeds zonder averij
binnen jammer dat het peil binnen de sluizen
in het kanaal niet vermeerdert, zoodat nog altijd
de schepen met meer dan 65 a 66 dM. diepgang
moesten lichten. Ook het atgeloopen jaar ken
merkte zich door vermeerdering van het aantal
aangekomen schepen in 1877 1240 schepen, in
1882 1635 schepen, dus in 6 jaren eene toeneming
met bijna 400.
De hoofden in zee hielden zich bij storm voort
durend goed; de schade, enkele malen ontstaan,
werd tijdig hersteld.
Veel oponthoud ondervond de scheepvaart af en
toe door spuien.
Groote schepen bezochten weder de haven toch
moest in 1882 een stoomschip als te lang (voor
de schutkolk der sluizen) worden afgewezen. Het
grootste schip, langs hier varende, dat dan ook
juist in de groote schutkolk kan worden geschut,
was en bleef de Prinses Amalia van de maat
schappij Nederland.
Van prof. Buys' aangekondigd werk over de
grondwet is het eerste stuk van het eerste deel
verschenen. Het vormt een boekdeel van 370
bladzijden, waarin de eerste twee hoofdstukken
artikelsgewijs worden behandeld.
Uit de inleiding blijkt, dat de uitgever, de heer
Mej. Hollener staat met een ongeduldig schouder
ophalen op en doet een paar stappen in de richting
van de deur, maar daar het roepen niet herhaald
wordt komt ze terug en gaat weer zitten.)
«Begin nu, als 't u blieft, mijnbeer Owens."
«Ge houdt het er dus voor dat ik veel kennis
heb van porselein?"
«Ja. Ik hoor dat gij bijzonder knap zijt
en iets hebt uitgevonden waaraan de wereld sedert
lang behoefte had. Ge moet mij daarvan bij ge
legenheid alles vertellen, als ge zoo vriendelijk
wilt zijn; maar nu hen ik juist in eene stemming
om naar een verhaal te luisteren."
«En ik ben, om de waarheid te zeggen,
juist in eene stemming om er een te doen. Moge
ik u niet teleurstellen. Ge weet dat het zeer wel
mogelijk is »iets uit te vinden waaraan de wereld
sinds lang behoefte had" en toch de gave van
vertellen te missen. Maar ge wordt ongeduldig,
ik moet dus beginnen. Het eerste bord, als 't u
blieft." (Zij reikt het hem over. Hij bestudeert
het een oogenblik.) Op zekeren tijd.Is dit
een goed begin?"
«Bijzonder goed. Het voert mij eensklaps
terug naar de dagen mijner kindsheid, 't Waren
gelukkige dagen, mijnheer Owens. Ik geloof niet
dat ik ooit gelukkiger heb gekend."
Mijnheer Owens. (Met een glans van genoegen
op 't gelaat.) «Op zekeren tijd woonde er in
het Groote huis van een mooi dorp in Connecticut
een bekoorlijk meisje met fraaie krullen en de
mooiste donker grijze oogen. Zij was een eenig
kind en werd op de banden gedragen door haar
vader en moeder en allen die haar kenden en ze
Gouda Quint te Arnhem, reeds voor vele jaren
prof. B. had uitgenoodigd, een nieuwe aanteeke-
ning op de grondwet gereed te maken, daar de
bekende uitgaaf van m' Boissevain sinds lang was
uitverkocht. Wegens verschillende redenen is
echter de bewerking vertraagd.
«Ondernomen met het doel om het onderwjjs
te dienen," zegt prof. B. in de voorrede, «ben ik
aan dat doel getrouw gebleven. Ware bet enkel
te doen geweest om een aanwijzing van de ver
anderingen, in de grondwet noodig ofwenschelijk,
de taak zou dau vrij wat spoediger voltooid zijn
geweest.
«Niettemin is uit de toelichting de critiek na
tuurlijk voortgevloeid, critiek, èn van de c.onsti-
tutioneele voorschriften zelve èn van de wijze
waarop zij werden toegepast. Mocht het blijken,
dat mijn arbeid dientengevolge ook als een be
scheiden bijdrage tot de herziening onzer grondwet
eenige waarde heeft, dan zal ik er mij harteljjk
over verheugen."
De tweede helft van het eerste deel, dat over
de staten-generaal handelt, is ter perse en ver
schijnt binnen weinige weken. Wanneer het tweede
deel verschijnen zal, is onzeker.
In het laatst dezer maand of in het begin dei-
volgende zal te Goes een tentoonstelling van
teekeningen van levende meesters worden gehou
den. Door de zorg van den heer C. J. Kooman,
correspondent van Arti et Amicitiae heeft dit ge
nootschap zich bereid verklaard eene portefeuille
beschikbaar te stellen, terwijl op verzoek van ge
noemden heer.: mSi met de regeling dezer expositie
hebben belast'' rfe hoeren Z. D. Van der Bilt La
Motthe, P. C. F. Ffowein en jhr. M. J. De Maree#
van Swinderen, leden van de commissie der schil
derij tentoonstelling in 1881 aldaar gehouden.
Z. m. vlo koning, giuul-lltjrüug vcbu LuAouibiug,
heeft aan de firma J. M. Van Kempen Zn eene
hoogst merkwaardige opdracht gedaan.
De groot-hertog zal, als blijk van waardeering
voor de sympathie, ondervonden van de bevolking
van dat land, aanbieden een prachtig gedreven
beker, voorstellende vier gewichtige feiten uit de
historie van het groot-hertogdom, o. a.
1°. de inwijding van de kerk van het dorp Hamm,
op het einde der XIVe eeuw
2°. de aanbieding door ridder Yan Pallandt,
opper-kamerheer van Jean l'Aveugle, hertog van
Luxemburg, van de brieven van fundatie der aloude
schietvereenigingLa Compagnie des Francs Arcliers
du Luxembourg
3'. de belegering van Luxemburg, tijdens Lodewijk
den XIY", in 1672, door Vauban
4°. eene episode uit de geschiedenis van dat
land uit de XVIIIe eeuw. (N. R. Ct.)
Door het bestuur der Israëlietische gemeente te
Rotterdam is aan den koning vrijdom van zegel
recht aangevraagd voor hare quitantiën tot in
vordering der kerkelijke belastingen.
verdiende het, want zij was het aardigste, fijnste,
edelmoedigste schepseltje dat ooit door eene vroo
lijke kindsheid heen sprong en danste. In het
kleinste huisje van 't dorp woonde een jongen
«Een bekoorlijke jongen?"
- »Dat vond zijne moeder."
«Zijn oogen en haar?"
«Blauw en zwart, als mijn memorie me niet
bedriegt. Hij was de zoon van een allerliefst
vrouwtje, dat op haar zeventiende jaar uit liefde
trouwde met een armen, Duitsehen geoloog en op
haar twintigste weduwe was, zonder geld, met een
klein jongske. Een oude tante, wie zij om hulp
vroeg, bood haar en haar kindje een te huis aan.
Dat te huis was de kleine woning waarvan ik
reeds gprak. Hier vond ze een bestaan met be
hulp barer naald en de dame van het „groote
huis" was hare voornaamste beschermster èn wel
doenster. En daaruit volgde als van zelf dat de
beide kinderen samen opgroeiden. Yan 't eerste
oogenblik af stelde het jongetje zich tot leidsman
en beschermer van het kleine meisje. Hij leidde
hare eerste, wankelende schreden. Zijn naam was
de eerste dien zjj noemde. En toen zij oud ge
noeg was om voor te gaan, volgde hij haar ge
trouw. Geen ridder in den ouden tijd was meer
verknocht aan een edele jonkvrouw.
„Gij ziet ze op dit bord aardbeziën plukken.
Haar mandje, zooals ge zult opmerken, is boorde
vol, terwijl het zijne nog leeg is".
Min Hollener, (het bord met de grootste belang
stelling beziende.)
«Ja, zoo is 't. Jammer dat alles zoo blauw
is, tot de aarbezien toe, vindt ge niet? Eïj