N° 7.
126e Jaargang.
1883
Dinsdag
9 Januari.
Middelburg 8 Januari.
HET HORLOGE.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
FEUILLETON.
EEN VERHAAL VAN EEN OUD MAN
i
MIDDELBIIRGSCHE C0URA1VT.
De particuliere secretaris en adjudant des konings,
luit.-kolonel graaf Dumoneeau, zal zich op 's ko
nings last naar Engeland begeven, ten einde maat
regelen te nemen voor de aanstaande komst van
HH. MM. in Londen.
De -waarschuwingen en aanmaningen tot betaling
van 's rijks directe belastingen zullen voortaan
vrij van port per post door de ambtenaren kunnen
verzonden worden, mits gedrukt op open kaarten
van ongeveer 11 cM. bij 15 cM. en op minstens
even stevig papier als dat der gewone briefkaart-
formulieren.
Bij de op 3 dezer te Walsoorden gehouden
aanbesteding bleek, dat de nieuwe zegelwet reeds
tot vergissing aanleiding gegeven had doordien
van de 10 ingeleverde inschrijvingsbiljetten er 3
van het oud-model zegel voorzien waren en daar
door als onwettig niet in aanmerking konden ko
men.
Daar de inschrijvingsommen op deze biljetten
hooger waren dan op het laagste wettige inschrij
vingsbiljet, was deze vergissing van geen invloed
op den afloop der aanbesteding en veroorzaakte
7,ij alzoo geene teleurstelling. Het geval kan echter
anderen tot waarschuwing dienen.
De begrootiDg voor de gemeente Goes voor
1883 heeft de goedkeuring van gedep. staten niet
mogen wegdragen, op grond dat de gemeenteraad
goedgevonden heeft de kosten voor de verbouwing
der openbare scholen, ten einde die met 's konings
besluit van 1881 in overeenstemming te brengen
over twee jaren en dus ook over '84 te verdee-
len, terwijl reeds met 1 Januari '84 de noodige
veranderingen gereed moeten zijn. De raad zal
dus de begrooting in dien zin moeten wijzigen, al
bestaat er ook reden om te gelooven dat genoemd
kon. besluit zelf eerstdaags gewijzigd worden zal.
Een inzender te Rotterdam schrijft het volgende
aan het Rott. Nieuwsblad.
Tot mijne niet geringe verwondering, zie ik dat
sedert 1 Januari de sneltrein, van Brussel naar
Rotterdam vertrekkende te 6 uur 's avonds, op
geheven is door het Belgische gouvernement. Voor
iemand die nu 's avonds van Brussel naar Holland
moet, is het alleronaangenaamst van Antwerpen
tot Roozendaal alle stations te moeten aandoen.
Maar er is iets anders, namelijk dat dit alleen
en uitsluitend gedaan wordt om de concurrentie
tegen de Vlissingen—Londen booten te kunnen doen.
Het is dunkt mij hoog tijd, dat er een einde
kome aan dergelijke kinderachtige concurren
tie. Toen Belgie het kanaal van Gent naar Ter
Neuzen moest hebben, was het Nederlandsche gou
vernement vriendschappelijk genoeg om niets in
den weg te leggen. Wat doet nu Belgie Op
den trein, die van Vliseingen komt te 7,20 's mor-
11
doos
IWAS TFUKCHTN1EFF.
XXI
Hij begon in een hoek te bidden «n met grooten
ijver kruisen te maken, waarbij hij zich telkens met
de vingers op de schouders tikte en onophoudelijk
riep. Ontferm u mijner, mijn Heiland... mijn
Heil, mijn Heil Vader, die Latkin geen
oogenblik uit het oog verloren had en steeds bleef
zwijgen, ging naast hem staan en begon ook een
kruis te maken. Daarna keerde hij zich om,
bukte zich zoo diep dat zijn eene hand den
grond raakte en zei, terwijl hij hem op den schou
der kuste.
»Vergeef ook mij, Martin Gowrilowitck"
Latkin smakte met de lippen en knipte met de
pogen en scheen moeite te hebben te begrijpen
gens, correspondeert een trein, maar eerst na 37 mi
nuten oponthoud te Roozendaal, en doet dan weer
alle stations aan tot Antwerpen. Nu is het voor
den avondtrein even zoo gemaakt. Wat doet
daarentegen de Exploitatie-mij Ze geeft een
sneltrein 1,50 van Rotterdam, correspondeerende
op de Ostende-booten en 's morgens 6,37 van Brus
sel, ook in correspondentie op de Ostende-booten.
Zou het niet waarlijk tijd worden, dat er een einde
komt aan die allerkinderachtigste concurrentie
Belgie wil zoo mogelijk de Vlissingsche booten
ruineeren, maar het is duidelijk, dat zoolang de
Belgische booten in den tegenwoordigen toestand
verkeeren, en met de tegenwoordige bediening, er
toch wel geen sprake kan zijn om veel nadeel aan
de Vlissingsche booten te veroorzaken.
Staat der schepen die in 1882 van het droge
dok Prins Hendrik alhier hebben gebruik gemaakt:
Namen der schepen
Grootte
Tonnen
Ingelaten.
Uitgelaten.
Augustina
427
5 Jan.
13 Jan.
s. s. Eendracht
110
5
13
s. s. Nederland
2345
7 Maart 11 Maart.
s. s. Gelderland
2159
16
20
s. s. Prinses Elisabeth 1088
24
26
Raaf
151
28
31
s. s. Prinses Marie
1088
6 April
7 April.
s. s. Drenthe
2238
8
10
s. s. Prins Hendrik
1088
16
18
s. s. Arend
124
6 Mei
16 Mei.
s. s. Zuid-Holland
2300
19
22
stoomboot Middel
burg n° 1
15
6 Juni
8 Juni.
s. 's. Utrecht
2233
8
17
Amanda
151
24
5 Juli.
s. s. Gelderland
2159
8 Aug.
11 Aug.
s. s. Drenthe
2238
31
3 Sept.
F. G. Berg
479
7 Sept. 11
Vischschoener n° 1
70
12
14
Margaretha
160
•23
27
s. s. Zuid-Holland
2300
15 Oct.
18 Oct.
s. s. Prins Hendrik
1861
18 x.
24
s. s. Auvora
1051
1 Nov.
4 Nov.
s. s. Eendracht
110
14
18
s. s. Eendracht
110
27
2 Dec.
Riga
317
2 Dec.
12
*Kieriltzee» 8 Januari. Gisteren bracht de
telegraaf alhier de tijding, naar welke men in de
laatste dagen met groot verlangen had uitgezien
de benoeming van een nieuwen burgemeester dezer
gemeente. De benoemde is de heer m' J. P. N.
Ermerins, geen vreemdeling dus in de gemeente
en daarenboven tot in de minste bijzonderheden met
hare administratie bekend, daar hij sedert den
9en Januari 1860 als secretaris der gemeente werk
zaam is. Om deze redenen werd die benoeming
door een groot deel der burgerij met vreugde be
groet. Gedurende dit 23jarig tijdvak heeft hij
zich steeds door zijne dienstvaardigheid en huma
niteit leeren kennen en in menig opzicht getoond,
dat hjj ook gaarne zijn tijd aan het algemeen
belang wjjdde. Moge het hem gegeven zijn de
gemeente onder zijn bestuur in bloei te zien toe.
wat er gezegd werd. Daarop wendde mijn vadt
zich tot allen die in de kamer waren David,
Raïssa en mij
»Doet zooals gij wilt, zooals gjj goedvindt,
dat is het beste voor ulieden", zei hij met een
zwakke, ontroerde stem en ging de kamer uit.
Tante poogde hem langzaam te naderen, maai
bij wees haar ruw en scherp at. Hij was zeer
ontdaan door het gebeurde.
»Mijn Heiland mijn Heil erbarm u
herhaalde Latkin nog eens: »Ik ben een mensch
»Vaarwel, beste David!" zeide Raïssa en
verwijderde zich met den 'ouden man.
Morgen kom ik naar u toe", riep David
haar achterna en zich omkeerende naar den muur,
fluisterde hij. »Ik ben zoo moede, het zou goed
zijn als ik een weinig slapen kondaarna werd
alles stil.
Ik verliet de kamer niet. Ik hield mij schuil,
want ik was nog altijd bevreesd voor hetgeen
vader mij mee gedreigd had. Maar die vrees
bleek ongegrond te zijn. Hij ontmoette mij
en zei bijna niets. Hij scheen niet wel te zijn.
Overigens werd het spoedig nacht en toen kwam
het geheele huisgezin weer tot rust.
Den volgenden morgen stond David op, alsof
er niets gebeurd was, maar dien dag hadden er
nog twee gewichtige voorvallen plaats, 's Morgens
stierf Latkin en 's avonds kwam oom Gregorius,
Davids vader, te Rjasan aan. Daar bij geen brief
vooruitgezonden had en niemand iets van hein af
nemen en mogen zijne pogingen tot dat einde
met den besten uitslag bekroond worden.
Wieriliiei-, 7 Jan. We leven hier als in
Abrahams schoot, -• vrij van waters- en plak-
zegelnood. Maar dat neemt niet weg dat we ook
ons bezwaar hebben, gevoelen en openbaren. Niet
tegen de plakzegels daarvoor zijn we te groote
bevorderaars van 's lands welzijn maar tegen
hun plankjesachtige gestalte en tegen het mis
bruik, waartoe deze kan en zal aanleiding geven.
Om een plakzegel fatsoenlijk op het altaar des
vaderlands ten offer te kunnen brengen, is men
dikwijls genoodzaakt het, zooals het op de qui-
tantie ligtter ruste te leggen. Dewijl nu niets
omtrent de onderteekening is voorgeschreven, zetten
vele schuldeischers hun naam op het zegel, zonder
dat er een tittel of jota van op~ het papier der
quitantie komt, waarop het zegel geplakt is. Mij
althans is een reeks van zulke, de geheele hand-
teekening bevattende plakzegels vertoond. Vooral
bij quitantiën strekkende tot gedeeltelijke ver
nietiging eener geldschuld, is dit zeer gevaarlijk,
daar de schuldenaar niets te doen heeft dan het
plakzegel van zijn quitantie af te doen of, om
in nieuw-Nederlandsch te sprekenlos te woelen
en te plakken op een geschrift, waarbij de
schuldeischer, wiens handteekening hij op het
plakzegel heeft, verklaart de geheele schuld ont
vangen te hebben. Om deze en andere onge
rechtigheden te voorkomen, is het raadzaam de
handteekening gedeeltelijk op de quitantie en ge
deeltelijk op het zegel te plaatsen.
*Zaamslag-, 6 .Tan. In deze gemeente zijn
in het afgeloopen jaar, geboren 100 kinderen,
waarvan 4 als levenloos werden aangegevener
overleden 66 personen. Binnen de gemeente ves
tigden zich 110, naar elders vertrokken 202 per
sonen, terwijl 21 huwelijken werden voltrokken.
Naar Noord-Araerika verhuisden 30 personen,
zijnde 14 minder dan in 1881.
De bevolking verminderde tengevolge van een
en ander met 62 zielen en bestond bij den aanvang
van dit jaar uit 1407 mannen en 1384 vrouwen,
samen 2791 zielen.
De berichten omtrent den waterstand op onze
bovenrivieren, spreken thans alle van val. De on
aangename en zorgelijke toestand is daarmede
nog geenszins voorbij, want op vele plaatsen
hebben de dijken reeds zwaar geleden of staan ze
op 't bezwijken maar van eigenlijken nood is
tocli op 't oogenblik geen sprake meer.
De kamerheer-ceremoniemeester maakt in de
St. Ct bekend, dat de hofrouw den 3en dezer uit
geschreven, tevens zal gedragen worden wegens
het overljjden van H. K. H. mevrouw de prinses
Wilhelmina Louisa van Anholt-Bernburg, weduwe
van Z. K. H. prins Frederik Willem Lodewijk
van Pruisen, ingaande 5 Jan., zullende van 10 tot
12 dezer de lichte rouw worden aangenomen.
In de St. Ct is opgenomen een kon. besluit,
waarbij, met intrekking van het reglement, vast-
wist, kwam hij letterlijk als uit de lucht vallen.
Mijn vader geraaktepn de grootste verlegenheid en
wist niet hoe hij zijn dierbaren gast zou onthalen
welke plaats hij hem zou aanwijzenhij liep aan
houdend rond en deed alles met gejaagdheid, alsot
hij een kwaad geweten hadintusschen scheen al
die drukte en moeite van zijn broeder niet veel
indruk op mijn oom te makenhij herhaalde
steeds
Wat moet dat toch en ^ik heb niets
noodig." Tusschen tante en hem was de ver
houding nog koeler en zij was hem ook volstrekt
niet vriendelijk gezind. In hare oogen was hij
een godloochenaar, een ketter, een Voltairiaan
hij had zich zelf inderdaad Fransck geleerd om
Voltaire te kunnen lezen. Ik vond oom Grego
rius juist zooals David hem mij beschreven had.
Hij was een forsch, breedgebouwd man, met een
breed, pokdalig gelaat, een vriendelijk, ernstig
wezen. Hij droeg altijd een hoed met een veder-
agraffe, manchetten, jabots, een bruinen rok en
een stalen degen op zijde.
Zijn blijdschap over David was onbeschrijfelijk.
Zijn gelaat klaarde op en zijne oogen kregen een
andere kleurzij werden vroolijk, stralend en fier;
maar hij gaf zich alle mogelijke moeite om zijn
vreugde te beheerschen en haar niet in woorden
te uiten hij was bang om week te worden. Reeds
den avond na zijn aankomst sloot hij zich met
David op in de kamer, die hem aangewezen was
en daar spraken zij lang en zacht samen. Den
gesteld hij besluit van 5 Jan. 1876 Stbln° 6,)
wordt vastgesteld een nieuw reglement van politie
voor de scheepvaart op de rivieren van Rotter
dam (Oostpunt Ruigeplaat) tot in zee.
Dr. H. F. Jonkman, die deze week naar Zuid-
Afrika vertrekt over Engeland, had eergisteren
eene conferentie aan 't ministerie van buiten-
landsche zaken. Des avonds werd hem te Amster
dam een diner aangeboden door het bestuur van
de Ned. Zuid. Afrik, vereemging.
De heer Bahlmann heeft eene brochure in het
licht gegeven, waarvan de strekking is onze
regeering aan te sporen tijdelijke staatssubsidiën te
geven ten bate van stoomvaartlijnen, die door particu
liere krachten niet tot stand kunnen komen, maar
voor de toekomst levensvatbaarheid bezitten. De
groote vlucht, die de overzeesehe stoomvaart in
andere landen heeft genomen, is, zooals in een
historischen terugblik wordt aangetoond, grooten-
deels niet zonder staatshulp verkregen. Wij zijn
in dat opzicht door andere landen overvleugeld
en moeten trachten onze verloren plaats te her
winnen. De Westindische maildienst komt volgens
den schrijver in de eerste plaats in aanmerking
om ruim gesubsidieerd te worden, daarna een dienst
op de Plata-staten, ook misschien een vaart op
de Kaap en Oost-Afrika.
Het voornemen bestaat om het nieuwe plak
zegel, dat in de maak is, ongeveer van hetzelfde
formaat te maken als het bestaande, en daarop
deze aanwijzing te drükken: Gebruikt den
18 Deze aanwijzing behoort echter, naar des
ministers inzien, niet aan den bovenkant, maar
aan den onderkant van bet zegel voor te komen.
Het bovenste gedeelte, dat vrij blijft, kan dan
dienen voor het stellen der handteekening.
Bij den dood van den ouden sultan van Djambi,
aldus meldt de Soer. cour., heeft het gouvernement
een opvolger gekozen uit een ons geheel vijandig
geslacht. Deze list was door de regeeririg aange
wend, om met het ons vijandelijk gedeelte van
dat rijk zonder bloedvergieten meer toenadering
te krjjgen. Men weet uit de onophoudelijke be
roeringen, die daar plaats gehad hebben, dat deze
list niet is gelukt. De nieuwe sultan bleef ons
vijandig en van toenadering was geen sprake»
niettegenstaande er onophoudelijk een oorlogs
stoomschip heeft gekruist. De resident van Palern-
bang, Laging Tobias, is nu, kort voor zijn vertrek
naar Batavia, zonder eenig vertoon van macht,
geheel onverwacht en ongewapend naar den
broeder of rijksbestuurder van dien sultan ge
weest, die zijn verblijf hield ongeveer 20 minuten
van onze vestiging Djambi.
Door deze plotselinge verschijning van het hoofd
van het gewestelijk bestuur werd de rijksbestuurder
volkomen overbluft. Eerstgenoemde werd zeel-
vriendelijk ontvangen en als bewijs van vriend
schap werden er van beide kanten geschenken
gewisseld. De rijksbestuurder heeft den resident
beloofd, spoedig zijne opwachting bij hem te
zullen maken en ook den sultan te bewegen
volgenden morgen merkte ik op dat oom zijn
zoon op een zeer vriendelijke, vertrouwelijke ma
nier aankeekhij scheen zeer tevreden over hem
te zijn. David nam hem mee naar de zielmis
voor Latkin. Ik ging er ook heen. Vader be
lette bet mij niet, maar zelf bleef hij thuis.
Raïssa wekte mijn verbazing door haar kalmte
zij was zeer bleek en mager geworden, maar
vergoot geen traan en hield zich zeer bedaard en
't Is zonderling, maar niettegenstaande dat, vond
ik een zekere fierheid in baardie onbewuste
fierheid, die ligt in een verdriet dat zich verbergt
Oom Gregorius maakte reeds in het voorportaal
kennis met haar en uit de wijze waarop hjj haar
bejegende, zag men dat David reeds over haar
met hem gesproken had. Hij had niet minder
schik in haar dan zijn zoon dat kon ik aan Davids
oogen zien, toen hij hen beide aanzag. Ik herin
ner mij nog hoe die blonken, toen zijn vader in
den loop van het gesprek zei„Een verstandig
meisje, dat zal een degelijke huisvrouw worden
Bjj de Latkins vernam ik dat de oude man zacht
gestorven was, evenals een uitgebrande kaars en
zoolang zijne krachten en bewustzijn hem nog bij
bleven, had hij zijn dochter onophoudelijk over het
haar gestreken en allerlei onverstaanbaars, maar
volstrekt niets akeligs gepreveld. Bij de begrafe
nis kwam vader in de kerk en op het kerkhof
en bad met groote innigheid. Lnkiteh zong zelfs
mee in het koor. Bij het graf begon Raïsa eens
klaps te schreien en viel niet het aangezicht
'N